Let op: Echtgenote (Marchien Ottens) is ook zijn nicht.
Hij is getrouwd met Marchien Ottens.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
De eerste vermelding van Willem Ottens betreft de verdeling van gronden in 1690 (zie bij zijn vader Jacob). Op 21 december 1695 deed hij belijdenis te Gieten. In mei 1698 werd Willem Ottens bestolen door zijn 21-jarige knecht, Claes Claesen Nijenhuis, geboren in het kerspel Vene in het stift Osnabrück.
In 1702-1703 was Willem Ottens diaken van de Gieter kerk. Hij trad in 1702 op als ondertekenaar van een wilkeur in verband met het houden van schapen. Zijn neef Claes Ottens was mede-ondertekenaar. Willem verklaarde op 28 december 1708 een schuld ter waarde van 1200 gulden van zijn moeder Jantien Julsinge aan Roeloffien Nijenhuis, de weduwe van Lambert Huisinge en haar zoons Hendrick en Jan over te nemen. In datzelfde jaar gaf hij op de goorsprake van maart te Anloo aan, dat Geert Kuiper en Jacob Braam elkaar hadden geslagen. Dit lijkt een soort klikkerij, maar hij moest dit doen op straffe van een boete. Men was namelijk verplicht aan te geven welke zaken er sinds de laatste goorsprake waren gebeurd. In 1713 verhuisde het gezin van Willem Ottens. In of rond oktober 1716 werd in de kerk van Gieten ingebroken. Hierbij werd onder andere de armbus geroofd. Willem raakte bij die inbraak zeven hemden kwijt, waaronder zijn trouwhemd. Wat die hemden in de kerk deden, wordt niet duidelijk. In ieder geval waren de hemden voorzien van Willems naam. Ze doken begin december 1716 op in de Pekel bij de waardin Winsemius, die de naam nog vaag had kunnen lezen.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.