(1) Zij had een relatie met Jan Peter~Janssen.
Kind(eren):
(2) Zij had een relatie met Ambrosius Niclaessen~Huijgens van BERCKEL.
wonend in de Commerstraete inde Boucker
Gerart en Lenart als zoons van Rutger Willem Rutten van Elswijck, verder Jan Peter Janssen als man van Sophia dochter van Rutgher Willems (van Elswijck), verder hun zuster Willemken dochter van Rutger Willems, deling van bezit van hun ouders. Actum 28 juni 1625
Genoemde Laenert Rutten erft een heel huis, brouwhuis, brouwinstallatie erc. en het bijbehorend land te Dinther aan de Plaats daar, belendend Adriaen Wijnant Suijskens, Peter Willem Rutten, de straat, Aert Janssen van Goch.
Jan Wouters als man van Willemken dochter van Ruth Willems (van Elswijck) verklaart van de som van 350 gulden en de rente van 250 gulden te zijn voldaan,
Genoemde Jan Peter Janssen als man van Sophia erft een huis, tuin etc. te Dinther, belendend de erfgenamen van Jan Henrick Sijmons, belendend Jan Henrick Sijmons, Willemken dochter van Rut Willems, de straat daar. Verder krijgt hij van Lenaert Rutten pèr a.s. Pinksteren de som van 100 gulden zonder rente.
Genoemde Geraert Rutten erft een veldje te Dinther, belendend Peter Henrick Bogerts, het gemeijne broecxke, jonker Bruno ter Heerenhaeffve, de rivier de Aa. Nog krijgt hij het deel in de Cromhorst samen te hooien met Jan Jan Ariens gelegen op Hazelberch, belendend de beekgraaf, Jan Vreijnssen. Verder krijgt hij 100 gulden uit het deel van Lenart.
Genoemde Willemke dochter van Rutger Willems, erft een stuk land genoemd het Rullen, nog een stuk land genoemd de Keijtersacker, samen groot ca. 4 lopenzaad. Nog krijgt ze een jaarlijkse rente van 30 stuivers van Jan Janssen van Gemert, nog 350 gulden eens te ontvangen van Lenaert Rutten per a.s. Pinksteren.
Jan Wijnen, schepen Dinther 1625
Peter Henrick Bogerts, schepen Dinther 1625
Datering:1625 Plaats: Dinther; Toegangsnummer:7603 Inventarisnummer:40;Bron:Schepenbanken
Jacop Lamberts als vorster te Dinther, gemachtigd door de drossaard van Heeswijk, Dinther en Berlicum, heeft het appel *verheven* van de drossaard d.d. 30 september 1628, aangaande het vonnis van schepenen van Dinther over de gedaagde Jan Peters en diens vrouw Fijken wat betreft haar aandeel daarin. Het appel in te dienen bij wethouders van de stad Den Bosch als overhoofd van de heerlijkheid Dinther, er is daarvoor *goud en zilver* gedeponeerd. Actum 27 oktober 1628.; Suijskens en Bogaerts, schepenen Dinther 1628
jonker Joost van Hedickhuijsen drossaard van Heeswijk, Dinther en Berlicum tegen Jan Peter Janssen als gedaagde die voortvluchtig is, moet per komende genechtdag al diens stukken overleggen. Actum 14 oktober 1628; Datering: 1625-1633; Pagina: scan 156; Plaats:
Dinther Toegangsnummer: 7603; Inventarisnummer: 10; Bron: Schepenbanken
47 Verschenen zijn Ambrosius Nicolessen (van Berckel) als man van Sophia dochter van Ruth Willems eerder weduwe van Jan Peter Janssen ter ener zijde, verder Peter zoon van Jan Peter Janssen, Henrick zoon van Geraert Goijaerts als man van Anneke dochter van Jan Peters (Jansen) verwekt bij Sophia, verder Geraert Rutten als bij testament benoemde voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Peters verwekt bij Sophia, als partij ter andere zijde. Ze hebben de volgende afspraken met elkaar gemaakt over het bezit van Ambrosius of dat hij nog zal erven. Ambrosius zal een hooibeemd krijgen gelegen onder Schijndel, zoals Sophia als weduwe had gekocht van Jan zoon van Jan Jan Adriaens en daarmee kan Ambrosius naar eigen keuze handelen en na zijn dood versterft dat op de kinderen van Ambrosius verwekt bij wijlen Jenneken dochter van Marten Adriaen Willems. Daar tegenover zal Sophia zolang ze leeft het vruchtgebruik hebben van een kapitaal van 200 gulden in een groter kapitaal van 325 gulden te vorrderen van het dorp Dinther en na dood van Sophia versterft dat op Ambrosius of diens kinderen verwekt bii Jenneke dochter van Adriaen Willems en de 125 gulden die ze samen hebben verworven, gaat naar de kinderen van genoemde Sophia en van genoemde Ambrosius verwekt bij Jenneken, elk in twee delen te splitsen.Van alle andere bezit houdt de langstlevende het vruchtgebruik en na dood van de langstlevende gaat dat naar de kinderen van Jan Peters vewrekt bij Sophia. Sophia houdt zelf de som van 600 gulden waarover ze volledige zeggenschap heeft. Als de kinderen van Jan Peters komen te huwen krijgen ze een uitzet, en wel 250 gulden elk. etc. etc. (volgen nog een aantal afspraken). Datum 9 mei 1643, getuigen Dirck Jan Pennincx en Lenaert Rutten van Elswijck als schepenen.
Datering:1643; Pagina:scan 028; Plaats: Dinther Toegangsnummer: 7603; Inventarisnummer: 42; Bron:Schepenbanken
48 Inventaris van nagelaten bezit aangetroffen in het sterfhuis van wijlen Jan Peter Janssen, waarvan diens weduwe Sophi het vruchtgebruik heeft behouden en welke Sophia nu is gehuwd met Ambrosius Nicolaessen (=van Berckel) . De inventarisatie ie gebeurd op verzoek van Peter Janssen en van Geraert Rutten als voogden over de minderjarige kinderen van Jan Peters verwekt bij Jenneken (? nee secretaris het moet zijn Sophia). Een koets, 2 bedden etc. 6 slotvaste kisten, een eiken neerslag, 2 pretterstoelen, 8 drievoetstoelen etc. 55 tinnen schotels, 7 tinnen zoutvaten, eem hoogkar etc. Datum 9 mei 1643, getuigen Dirck Pennincx en aan Paulus Aerts overgedragen als schepen om in dit register te worden overgeschreven.
Datering:1643; Pagina: scan 030; Plaats: Dinther; Toegangsnummer: 7603; Inventarisnummer: 42; Bron: Schepenbanken
Sophia Rutgeri van ELSWIJCK | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Peter~Janssen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.