voorouders van der Ploeg-Mosterman » Dirck Metz (> 1616-1668)

Persoonlijke gegevens Dirck Metz 

• Hij is geboren na 1616 in Leeuwarden, Friesland, Nederland.
• Beroepen:
• koperslager.Bron 1
• schrijver.Bron 2
• vanaf januari 1659 Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën.Bron 3

  Op huiden den 5en Januarij 1659 hebben d'Landtschaps bouwmeester ende arbeijtsluijden, haer ordonnantie becomen soo volgt, (o.a.): Dirck Mets koperslager 41-12-

• vanaf maart 1662 Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën.Bron 4

  Den 29 Martij 1662 hebben de onderschr. livranciers ende arbeijts luijden ordonnantie gesch. volgens specificatie ende liquidatie der H.H. rekenmeesters van geleverde waeren ende verdient arbeijtsloon (o.a.): Dirck Metz voor aent Lant geleverde waeren 478-8-

• vanaf augustus 1662 Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën.Bron 5

  Den 5en 7bris hebben de Landtschaps bouwmeester en des selffs arbeiders en leveranciers hun ordonnantien becomen voor een halff jaer, soo volcht, den 30 en April 1662 verschenen (o.a.): Dirck Metz coperslager 117-13-0

• vanaf 24 februari 1665 Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën.Bron 6

  Dirck Metz mr. coperslager ter saecke arbeitsloonen en geleverde waeren ten dienste vant Landt volgens specificatie en liquidatie der heeren reeckenmeesters 271 £ -3-0

• vanaf 25 november 1665 Register betalingsordonnanties ontvanger generaal consumptiën.Bron 7

  Dirck Metz coperslager van geleverde waeren bij hem ten dienste vant Landt gedaen volgens specificatie en liquidatie 248 £-12-

• Feiten:
• (vermelding) vanaf 15 december 1679 Hypotheekboeken.Bron 8

  Antie Ewouts, echtgenote van Dirck Metz, binnen Leeuwarden.
  Bauckien Metz en Harmannus Monsma, echtelieden binnen Leeuwarden.
  1671 September 1. Schuldvordering (f 100,-,-) tersaacke ter leen gegeven gelden, te vorderen van Harmannnus Monsma en Bauckien Metz, echtelieden binnen Leeuwarden.

• (vermelding) vanaf rond 1690 Register van decretale verkopingen III25? van het Hof van Friesland.Bron 9

  "Dit deel bevat akten van overdracht van onroerende goederen van minderjarige kinderen en kerkelijke corporaties uit de periode 1684 tot en met 1697
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899539&miview=inv2
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899540&miview=inv2
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899541&miview=inv2
  
  167 (een nieuwgebouwd huis met veel vetrekken in de Grote Hoogstraat naast dat van schepen Atsma;
  bewoner: Jan Carsten;
  koper: Taecke Dircx vleeschhouwer;
  verkopers: de kinderen van w. Dirck Metz, schrijver, en Antie Emouts Bos, n.l.
  Maria Clara,
  Anna Catharina vrouw van Cyprianus Cnossens waarbij Anna Catharina en Arrien Cnossens, Johanna Maria vrouw van olde capitein Thomas van der Leij;
  dr. Gysbertus Metz curator en Rixtie Metx),

• (vermelding) vanaf rond 1690 Register van decretale verkopingen III25? van het Hof van Friesland.Bron 9

  "Dit deel bevat akten van overdracht van onroerende goederen van minderjarige kinderen en kerkelijke corporaties uit de periode 1684 tot en met 1697
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899539&miview=inv2
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899540&miview=inv2
  https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=36&miaet=1&micode=14&minr=899541&miview=inv2
  
  299v (een huis op de Smallezijde v.d. Nieuwestad, waarin o.a. een voorhuijs, kelder om in te wonen, bierkelders, 2 keuckens waarin de brouwketel en de kuip van Knossens, 2 grote bovenkamers, 'mitsgaders de vleesbancken daerbijbehorende';
  bewoner: Ciprianus Knossens;
  koper: Sybe Symens vleeshouwer;
  verkopers: Maria Clara, Anna Catharina en Johanna Maria Metz, kinderen van w. Dirck Metz en Antie Emouts Bos; capitein Thomas van de Ley, Jan Hendriks van Kooten)"

• Hij is overleden in het jaar 1668 in Leeuwarden, Friesland, Nederland.Bron 2

  "In 1668 werd Dircks nalatenschap beschreven"

• Een kind van Gijsbertus Laurensz Metz en Rixtie Dircksdr
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 21 januari 2022.

Gezin van Dirck Metz

Hij is getrouwd met Antie Emouts van den Boss.

Toestemming voor het huwelijk in 1657 verkregen.Bron 10

Kind(eren):

1. Anna Catharina Metz  ????-1692 
2. Maria Clara Metz  ????-1758
3. Rixtie Metz  1660-< 1701 
4. Gysbertus Dircks Metz  1660-???? 
5. Joanna Maria Metz  1668-> 1708

Notities over Dirck Metz

http://web.archive.org/web/20010606205443/http://members1.chello.nl:80/~a.j.metz/genealogie/metz.htm#IV.2

Koperslager en administrator. Overl. voor 4 feb. 1686
In ‘86 werd Dircks nalatenschap beschreven en in deze inventaris, de enige die wij kennen van deze lijn der stamvaders, ligt de historie van een geslacht gestold in post na Post.
De smidse, de winkel, de zolders van het oude huis bergen grote voorraden gereedschap en koperwerk. Gootlingen, rode ketels, platen onbewerkt koper, driepotige potten, akers en vleespotten, emmers, taart- en stoofpannen, spijskannen en -potten, doofpotten en oliebekkens, visketels, ‘bolleboysies’-, koek- en braadpannen, ‘aarden’ (grote platte koperen schotels, waarin de melk roomt), koperen comforen en schalen, ‘soo groot als dein’, watergieters, chocoladekannen, theeketels, ‘soo geele als roode’, vuurbekkens, kaasketels en schuimspanen, kranen en ‘tubacksdoossen’, alles in grote aantallen. Losse stukken als een geel koperen kroon; een klein stuk geschut zelfs. Dan zware aambeelden en kleine vuistaambeelden. Een huis van de arbeid!
Lange lijsten van vorderingen, waaruit blijkt dat men uit alle hoeken van Friesland om koperwerk naar de Metzen gaat, vanuit Sloten en IJlst en Ferwerd en ‘de Drachten’ en Parrega en noem maar op. Vorderingen op vele voorname lieden, op de heer Harinxma thoe Heegh, op vrouwe Schwartzenburgh te Beetgum, van de familie dus, die sinds enkele jaren als vrije erfheren Ameland in bezit heeft, maar evengoed vorderingen op ‘het melckwijff over de waegh’ en de eenvoudigste burgers van de stad. Wat men uit de simpele aantekening omtrent vader Gijsbert misschien kon vermoeden, wordt overvloedig duidelijk in dit document. De Metzen hebben naast hun bedrijf op grote schaal financierings- en administratieve werkzaamheden verricht.
Dirck wordt met even zoveel woorden genoemd: ‘administrator van de Commanderje van Oldeschoot’ en de relatie van Gijsbert met de jonker uit Utrecht is ineens helder: Johan van Renesse was immers baljuw van de Nederlandse ‘balije’ van de Duitse Orde, die na langdurige onderhandelingen met de Staten-Generaal de oude goederen van die eertijds zowel ridderlijke als geestelijke orde had gerestitueerd gekregen. En tot deze Duitse orde had oudtijds ook de Friese Commanderij van Oldeschoot behoord. Maar uit verschillende posten blijkt meer. Ook de financiering van de Friese militie loopt via het familie-kantoor: talrijke betalingsopdrachten worden in Dirck’s nalatenschap aangetroffen. Daar is een kwitantie, volgens welke Dirck Metz in 1681 in opdracht van ‘de Here Prince Mauritz’ een betaling heeft verricht van tweehonderd ducatons. Behalve deze en andere stukken vindt men in een kastje in de belangrijkste kamer van het huis, ‘de kelderscamer’, nog een eindeloze reeks van obligaties en assignaties voor grote bedragen, zeer vaak op de floreenrenten, door allerlei grietenijen in bepaalde maanden van aangewezen jaren te innen, een toen gebruikelijke vorm van belegging of misschien een aanwijzing van bijzondere geldschietersdiensten? Uit de laatste vijfentwintig jaar zijn er voorts verschillende koopacten, waaronder twee van huizen in de Grote Hoogstraat, een van een héél en twee van een half huis aan de smalle zijde van de Nieuwstad, terwijl uit contracten blijkt dat in ‘55 twee huizen aan die smalle zijde en eerder een aan de Grote Hoogstraat werden verhuurd. Daar de verzameling der huurcontracten incompleet is, en het hier een inventaris van het woonhuis betreft zonder een afzonderlijke opgave van de ‘vastigheden’, schijnen deze posten geen afsluitende conclusie toe te laten. Het behoeft niet meer te verwonderen, dat het aantal kostbaarheden groot en verscheiden is, dat er naast het tinnen veel zilveren eetgerei voorkomt, veel goud, waarbij een ring met diamanten, en zelfs een gouden oorijzer, (een nog vrij ongewone verschijning in deze tijd, waarin het zilver voor deze dracht de overhand heeft) verder ‘coralen’, ‘paarlties’, ander zilver, waaronder honderd-en-twintig zilveren knopen en bijvoorbeeld een zilveren trouwkistje, een ‘horologie’, een ‘silveren vergulden rinckelbel (rammelaar) met een christal’, daarbij een overvloed van porselein. Maar bijzonder interessant zijn de talrijke symptomen, die er op wijzen, dat wij ons hier in een kunstzinnig milieu moeten bevinden. Dirck laat een collectie zilveren penningen na, te merkwaardig om er niet enkele van te noemen: daar is er een, ‘zijnde het portret van Carolus Gustavus’, een dergelijke van ‘Carolus 1 Coninck van Engelant’, een ‘sijnde het wapen van Vrieslant’, een waarop ‘de op ende ondergangh van Doccum’. Zijn huis hangt vol schilderijen. In de kelderskamer: twee grote stukken, ‘door Jurrien Jacobs gemaackt’, een groot en twee kleine van Troyen, een klein ‘spoockstuckien’, een groot en een klein ‘zeestuckien’, twee kleine ‘geborduyrde stuckies’, een ‘leeger stuckien’, een ‘achtkantigde schilderij’, nog een ‘stuckien van een haas’. Met de grote meubelen en de groenlakense Spaanse stoelen een rijk interieur! Maar de ‘vooropcamer’ doet het niet minder. Ook daar twee schilderijen van Jurjen Jacobs, twee bloemstukjes van De Last, een van Carré, een van Troyen, een groot en twee kleine van J. Croos, ‘noch een schilderij van ‘t gerechte van Salomon’ en een met de ‘afbeeldinge van des keizers penning’, een waarop Actaeon is voorgesteld, en verder nog een geschilderd scherm. In de ‘achteropcamer’ ten slotte twee niet nader aangeduide schilderstukken. Het levendige beeld krijgt een haast romantische toets door een paar degens hier en daar, een halve ‘lanspieck’ op zolder, zwartlakense mantels en zwarte hoed, ‘paruycken’ (pruiken) en een ‘reyskorff met een reyssack’, terwijl in de gang van het huis een aantal kanaries zijn vrolijke trillers fluit, want daar hangt de ‘vogelkorff met vijff manties Canarida’.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Dirck Metz?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Dirck Metz

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen