Hij is getrouwd met Jayke Sipkesdr Tollinga.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
http://web.archive.org/web/20010606205443/http://members1.chello.nl:80/~a.j.metz/genealogie/metz.htm#IV.2
'Sydenlaeckencooper' overleden vóór 20 dec.1650. Deze grote koopman, die zelf nergens in de acten de naam Metz draagt, had zes kinderen, wier namen ons bekend zijn uit een uitspraak van het Hof van Friesland. Doctor Laurentius Metz, een zoon van Christiaen, treedt daar op voor zijn broers en zusters in een kwestie over de nalatenschap van hun moeder.
Rond de figuur van Christiaen verschijnen in de paperassen grote namen uit het katholieke Leeuwarden van die dagen. Daar is Petrus Andriesz Tiara, de rijke koopman en vriend van de Jezuieten, die in het catacombenbestaan van de eerste decennia der zestiende eeuw een actieve rol speelde. Met Tiara en zes anderen, onder wie Tiara’s neef, de notaris Anne Doeckes Rheen (de naam Rheen heeft in die tijd doorgaans een goede roomse klank) zette Christiaen rond 1633 een grootse onderneming op touw om de Wargaster Meer ‘tot landt te maecken’. De Amsterdamse koopman Paulus Kley had de leiding. Of deze speculatie van lange adem ten slotte profijtelijk voor Christiaen uitviel, is een open vraag. Met de nalatenschap van Rheen zag het er in 1636 niet florissant uit en zeven jaar later beginnen de crediteuren van Tiara diens eigendommen in de Wargaster Meer te verkopen! In de transacties tot financiering van de onderneming heeft Christiaen contact met de rijke advocaat dr. Joannes Duiringh, wiens buis te Weidum een waar toevluchtsoord was voor de rondreizende priesters. Pastoor Andreas Tiara, misschien een zoon van Christiaen’s compagnon, heeft zelf verhaald, hoe hij als jongen in het huis van dr. Duiringh, zijn oom, wel priesters ontmoette en hun daar de Mis diende, en hoe hij in moeilijke tijden ‘s nachts mee er op uit trok om hun de weg te wijzen op hun zwerftochten. In de hypotheekboeken van Leeuwarden komt een schuldbekentenis voor, waaruit blijkt dat Christiaen een vordering had op dr. Eelco Heimans, advocaat ‘voor den Hove’, wier voorvader Matthijs griffier was van de Staten van Friesland en ten tijde van de Alteratie met vele vooraanstaande Friezen naar elders uitweek. In het jaar van de inschrijving van dr. Heimans’ schuld, 1638, beleeft Christiaen de vreugde zijn zoon doctor Laurens toegelaten te zien als advocaat ‘voor den Hove van Friesland’. Dat de jonge advocaat niet onmiddellijk royaal kan leven van zijn praktijk, ligt voor de hand en als hij twee jaar later voor een onschuldig bedrag in het krijt raakt bij dr. Uilenburg, een zwager van Rembrandt, stelt Christiaen zich garant, gelijk het een goed vader betaamt.
Het voorgeslacht van Kardinaal de Jong, H.W.F. Aukes, https://www.slideshare.net/sneuperdokkum/het-voorgeslacht-van-kardinaal-de-jong-deel-1?ref=