Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc (1591-????)

Persoonlijke gegevens Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc 


Gezin van Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc

Hij is getrouwd met Christina Pijll.

Zij zijn getrouwd op 28 mei 1617 te Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands, hij was toen 25 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Johan van Beveren  1626-1673 
  2. Cornelis van Beveren  1634-1689 
  3. Mondina van Beveren  1622-1652 
  4. Christina van Beveren  1631-1656 
  5. Karel van Beveren  1636-1653


Notities over Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc

Beschrijving der stad Dorrecht, van Balen
Begraven in de O.L. Vrouwe ofwel Grote Kerk te Dordrecht, in de H. Kruiskapel (links, de 5e)
1=St.Odolphuskapel 2=St.Barbarakapel 3=St.Catharinakapel 4=St.Andreaskapel 5=H.Kruiskapel etc

wapen: van keel, op een fasce van zilver een lopende bever van sabel, gekroond & gewapend van goud, getongd van keel.
aan de rechterzijde een schild in het hoofd : van azuur een lelie van goud. Behangen met het collier der ridderlijke orde van S.Michel

Heer van Strevelshoek, West-IJsselmonde, de Lindt enz...

ridder, heer van Strevelshoek, Develstein, West-IJsselmonde en de Lindt, derde baron van de Merwede, etc.

Adelsdiploma's:

In 1635 wordt Cornelis van Beveren (1591-1663) door Lodewijk XIII van Frankrijk tot Ridder verheven.

(nieuw!) Wapen: in rood een zilveren dwarsbalk, beladen met een goudgekroonde en ~genagelde, roodgetongde zwarte gaande bever.
Na 1635: met in de rechter bovenhoek een blauw schildje met een gouden lelie.

Oorsponkelijk Beveren wapen: in groen een klimmende zilveren bever

=============================

De Beverenkapel in de Augustijnenkerk te Dordrecht was gesticht door Hendrik Quekel (2e helft 15e eeuw).

=============================

The figure on the right facing the viewer has been tentatively identified as one of Cornelis van Beveren's sons, perhaps Willem (born 1624) who was appointed Bailiff and Dyke-Reeve of the Lande van Strien in 1648. This identification is based on the fact that his mount's horse brass is in the form of a fleur-de-lys, which suggests a connection with France (a knighthood was conferred on Cornelis van Beveren by the French king, Louis XIII).

=============================================================

Akte waarbij door Willem, Cornelis en Johan van Beveren volmacht gegeven wordt aan J. Halling, G. de With en D. Eelbo om voor hen op te treden in het geschil met de andere erfgenamen Matthijs Pompe en Govert van Slingelandt, 1664, met een afschrift

===================================================

de oudste stad van Holland er een eer in kunstbeschermers en kunstbeoefenaars te zijn. De drosten aldaar waren gehuisvest in slot Develstein en zij stelden het open voor de cultuurminnende elite. Vanaf 1631 was Cornelis van Beveren drost.

===========================================================

1.1. Cornelis van Beveren.
1.2. Dordrecht 1591- Dordrecht 17 juli 1663.
1.3. Zoon van Willem van Beveren (1556-1631), bestuurder van Dordrecht, en Emmerentia van der Eynde (-1632). Gehuwd met Christina Pijl (1601-). Studeerde rechten in Leiden en promoveerde aan de Universiteit van Orléans tijdens zijn reis. Vervulde na terugkeer bestuursfuncties in Dordrecht, en werd afgevaardigde naar de Staten van Holland.
2.1. CBG KNGGW FA Beelaerts van Emmichoven 119.
2.2. 20x15; 159 f.
2.3. Cornelis van Beveren Hrn. Willemsz. Notulen van zijne Wals Brabantsche, Franche, Switsersche ende Hoochduytsche Reijsen. In de jaren XVIcXII ende XVIcXIII. 32. Reise naer Franckrijck.
4.1. April 1612; 29 maart 1613 - 8 oktober 1613.
4.2. Verslag van een reis vanuit Dordrecht naar Orléans voor studie, in gezelschap van Caspar van Kinschot en Van Blockhusen, studenten rechten, en Wouter van Clootwijck, student medicijnen en zijn zwager, gevolgd door de terugkeer vanuit Orléans over Frankrijk, Zwitserland en Duitsland.


============================================================

Ridder, Heer van Strevels-Houck, West-Iselmonde, &c. Raedt ende Rentmeester Generael over Zuyd-Holland, Oud-Burgermeester der Stede Dordrecht, gewesene Ambassadeur extraordinaris van wegen de Ho: Mo: Heeren Staten Generael aenden Coninck van Denemarcken, ende nu onlanghs aen syne Majesteyt van Groot-Britannien.

================================================================

This is G o o g l e's cache <http://www.google.com/help/features.html> of <http://www.dbnl.org/tekst/aa__001nieu01/aa__001nieu01_0073.htm>. G o o g l e's cache is the snapshot that we took of the page as we crawled the web. The page may have changed since that time. Click here for the current page <http://www.dbnl.org/tekst/aa__001nieu01/aa__001nieu01_0073.htm> without highlighting.  Google is not affiliated with the authors of this page nor responsible for its content.

These search terms have been highlighted: van beveren pijll christina

     ;
[Cornelis van Beveren] Beveren (Cornelis van) 1 Heer van Strevelshoek, West-IJsselmonde en de Lindt, de zoon van Willem van Beveren en Emerentia van der Eynde, werd geboren te Dordrecht in het jaar 1591. Na het onderwijs van Gerardus Johannes Vossius op de Latijnsche school zijner geboortestad genoten; de Leydsche en andere hoogescholen bezocht, Frankrijk, Duitschland en Zwitserland doorkruist, en te Orleans de doctorale waardigheid verkregen te hebben, zette hij zich te Dordrecht neder en volgde zijnen vader als Rentmeester generaal van Zuid-Holland op. Achtereenvolgende bekleedde hij, met uitstekenden lof, vele gewigtige ambten in den staat, die hulde aan zijne verdiensten deed, door hem, benevens Oetgens van Wavere en Gosewijn Scheffer, in 1631, tot buitengewoon gezant bij de Kroonen van Denemarken en Noorwegen, en bij de stad Hamburg te benoemen. In 1636 werd hij naar Engeland gezonden om 's Konings gunst te herwinnen, een 1 Deze levenschets hebben wij grootendeels ontleend aan de Geschied-, Letter- en Oudheidkundige Uitspanningen door G.D.J. Schotel, bl. ó3-67, waar men nog eenige bijzonderheden vinden zal, die ons bestek niet gedoogde over te nemen.
  [p. 119]  nieuw verbond met hem te sluiten en over de haringvisscherij te handelen. Na den dood van Willem II werd hij met Hieronymus van Beveningk naar Utrecht afgezonden, om wegens Holland dat gewest te noodigen, tot het bijwonen der plegtige vergadering van het jaar 1651, welke sedert onder den naam van de Groote Vergadering in 's lands geschiedboeken bekend staat. Ook uitheemsche Vorsten bewezen hem eer. De Koning van Engeland, Karel II, wien hij in 1660, te Breda met zijne herstelling op den voorvaderlijken troon, in naam der Staten geluk wenschte, en eenige dagen later aan den Moerdijk, met den heer van Beverweert plegtig ontving, schonk hem eene gouden keten. Lodewyk XIII, Koning van Frankrijk, gaf hem de Ridderorde van St. Michiel, en verhief hem en zijne nakomelingen tot den adelstand. ; Dordrecht schatte hem hoog, committeerde hem onderscheidene malen in de vergadering der Staten; bood hem tienmalen de Burgemeesterlijke waardigheid aan; raadpleegde hem bij de gewigtigste aangelegenheden, en nam zeldzaam een belangrijk besluit, ten zij het zijne goedkeuring wegdroeg. Nooit heeft welligt die stad een Regent aan het hoofd gehad, die meer algemeen bemind was, en zulks meer verdiende dan Van Beveren. Onafgebroken waakte hij voor hare bloei en welvaart, kloekmoedig stond hij hare belangen voor, geen opoffering viel hem te zwaar wanneer zij die eischte. Hij was het sieraad der aanzienlijke kringen, en de vriend van het volk; een voorstander van regt en billijkheid, een handhaver   [p. 120]  der voorregten van stad en burgerij, en vooral een opregt christen. Hijstond in naauwe betrekking tot de grootste staatslieden van zijn tijd en onderhield met eenige hunner gemeenzame briefwisseling. Als geleerde muntte hij onder hen uit. De Grieksche, Latijnsche, Fransche, Engelsche, Spaansche en Duitsche talen verstond en schreef hij grondig, als regtsgeleerde verwierf hij grooten roem, en als redenaar droeg hij aller bewondering weg. De oogenblikken aan vele en gewigtige staatszorgen ontwoekerd waren aan de beoefening van geschied- en oudheidkunde gewijd. Balen noemt hem 'een geschiedkundig en naauw onderzoeker van de oudheden van Dordrecht en Zuid-Holland die vele dingen van de voornoemde oudheden bijeen heeft gebragt, ende ingesteld' 1 . Te regt beklaagt zich de Heer Scheltema 2 dat van zijne nasporingen niets is in het licht gegeven. Maar ook als dichter verdient Van Beveren opmerking. Jammer, dat zoo vele zijner dichtstukken in de Latijnsche Fransche en Nederduitsche taal, alleen voor vrienden en betrekkingen gedrukt, zijn verloren gegaan. Eenige versieren de meest zeldzame werken zijner stadgenooten. Scheltema vermeldt een dichtstuk getiteld: Reize, van hetwelk hij Van Beveren voor den maker houdt. 'De dichter,' zegt hij, 'moet een gezantschap bekleed of vergezeld hebben, ten tijde van het felste blaken van den dertigjarigen oorlog. Hij reisde van Dordrecht naar Neurenberg, en van daar langs eenen anderen weg terug. Deze 1 Beschrijving van Dordrecht, bl. 92. ; 2 Staatkundig Nederland. D. I. bl. 92.
  [p. 121]  reizen beschrijft hij in krachtige en vloeijende Alexandrijnen. Hij zag op vele plaatsen de deerlijkste verwoestingen, op andere de levendigste tafereelen van volksvlijt en welvaart.'  'Bij beiden staat hij stil, en hij vindt dan stof, om door treffende tegenstellingen aan te toonen hoe de mensch niet zelden het goede van den weldadigen Schepper vernielt. De Palts zag hij rooken van moord en brand, en hij geeft hiervan tafereelen, waarbij het hart wegkrimpt. In Neurenberg werd zijne lier tot zachte toonen gestemd. Hier zag hij overvloed en genot, terwijl een ieder werd opgeleid, om door werkzaamheid het brood met eer te verdienen. Het dichtstuk eindigt met eene prachtige en hooge vlugt, waarin hij het toenmalig geluk van het Vaderland bezingt, bij het genot van inwendige vrede, veiligheid en vrijheid, terwijl, na het stomp vechten der wapenen, het leed des oorlogs alleen aan de grenzen wordt gevoeld. Alles met eenen gloed, dien men zelden ergens anders ontmoet 1 .' Een der meest bekende verzen van Vondel: de Blixem op het Noord-Hollandsche Synode getijteld, en beginnende: Hierarch met kussenzucht bezeeten,  werd geestig beantwoord in een deftig vers, ten opschrift hebbende Zacht weêrlicht op den blixem, en beginnende: De faam met waarheidslust bezeeten.  hetwelk men almede aan Van Beveren toeschrijft 2 .1 Geschied- en Letterk. Mengelw. D. III, St. 3, bl. 85.  2 Mr. J. Scheltema,Geschied- en Letterk. Mengelw. D. III, St. 3, bl. 104.
  [p. 122] Een uitvoerig gedicht, van hem getiteld: Rotterdamsch concert, is onder den weleerwaarden Heer Schotel te Chaam berustende. Niettegenstaande alle aangewende pogingen hebben wij geen zijner dichtstukken ter inzage mogen bekomen; het laatstgenoemde zal, naar wij vernemen, medegedeeld worden in Schotel's beroemd Dordrecht. Van Beveren was gehuwd met de verstandige beschaafde, Christina Pijll aan welke Johan van Someren Gerards:Dagelijkse oeffeninge der Godzaligheid, door hem uit het Fransch in het Nederduitsch overgebragt, opdroeg. Hij overleed den 17 Julij 1663. Tot het getal zijner vrienden behoorden Cats, dien hij in 1644, als Curator der Leydsche hoogeschool, opvolgde; de vermaarde Dordsche Kerkredenaars en dichters Jacobus Lijdius, Johannes Westenburch en Casper Staphorst. Welke laatste, in zijn, door Collot d' Escury geprezen, Carmen Epinic. ac Protrept. de bello Brittannico, den bedroefde vader troostte, over het verlies van zijn dapperen zoon Karel, die den 12 Aug. 1653, op het schip van Kapitein Bankert gesneuveld was. Voorts Daniel Heinsius en diens zoon Nicolaas, waarvan de Latijnsche gedichten van den eerste, en een onuitgegeven brief aan Adriaan van Blyenburch van den laatste getuigen kunnen; Casper Barlaeus die eene vriendschappelijke briefwisseling met hem onderhield en op zijn oordeel in de poezij hoogen prijs stelde; Daniel Joncktys, de bevallige dichter van Rosalijns Oochies, die hem zijne verhandeling der Tooversiecten en Mr. Jacobus van der   [p. 123] ; Eyck, die hem zijne Beschrijving en handvesten van Zuid-Holland opdroeg; Huig de Groot, Pompejus de Roovere, Jacob de Witt, Gerardus Johannisz. Vossius, Antonius Aemilius, Adriaan van Blyenburch, A. van Maerssenbroeck, welker brieven aan Van Beveren weleer op Develstein gevonden werden, en, om anderen niet te noemen, Johan van Someren, die de volgende regels onder s' mans afbeeldsel plaatste:  Aenschouw het beelt van een doorlugte borger-vader,  By 't Vaderland bemint en Koningen geaght,  Die oorlog heeft geweerd, en vrede toegebragt.  't Pinceel verbeelde noit de ware deugden nader.
     ;

===================================================

http://www.dbnl.org/tekst/aa__001nieu01/aa__001nieu01_0073.htm

Beveren (Cornelis van) 1 Heer van Strevelshoek, West-IJsselmonde en de Lindt, de zoon van Willem van Beveren en Emerentia van der Eynde, werd geboren te Dordrecht in het jaar 1591. Na het onderwijs van Gerardus Johannes Vossius op de Latijnsche school zijner geboortestad genoten; de Leydsche en andere hoogescholen bezocht, Frankrijk, Duitschland en Zwitserland doorkruist, en te Orleans de doctorale waardigheid verkregen te hebben, zette hij zich te Dordrecht neder en volgde zijnen vader als Rentmeester generaal van Zuid-Holland op. Achtereenvolgende bekleedde hij, met uitstekenden lof, vele gewigtige ambten in den staat, die hulde aan zijne verdiensten deed, door hem, benevens Oetgens van Wavere en Gosewijn Scheffer, in 1631, tot buitengewoon gezant bij de Kroonen van Denemarken en Noorwegen, en bij de stad Hamburg te benoemen. In 1636 werd hij naar Engeland gezonden om 's Konings gunst te herwinnen, een
1 Deze levenschets hebben wij grootendeels ontleend aan de Geschied-, Letter- en Oudheidkundige Uitspanningen door G.D.J. Schotel, bl. ó3-67, waar men nog eenige bijzonderheden vinden zal, die ons bestek niet gedoogde over te nemen.

[p. 119]

nieuw verbond met hem te sluiten en over de haringvisscherij te handelen. Na den dood van Willem II werd hij met Hieronymus van Beveningk naar Utrecht afgezonden, om wegens Holland dat gewest te noodigen, tot het bijwonen der plegtige vergadering van het jaar 1651, welke sedert onder den naam van de Groote Vergadering in 's lands geschiedboeken bekend staat. Ook uitheemsche Vorsten bewezen hem eer. De Koning van Engeland, Karel II, wien hij in 1660, te Breda met zijne herstelling op den voorvaderlijken troon, in naam der Staten geluk wenschte, en eenige dagen later aan den Moerdijk, met den heer van Beverweert plegtig ontving, schonk hem eene gouden keten. Lodewyk XIII, Koning van Frankrijk, gaf hem de Ridderorde van St. Michiel, en verhief hem en zijne nakomelingen tot den adelstand.
Dordrecht schatte hem hoog, committeerde hem onderscheidene malen in de vergadering der Staten; bood hem tienmalen de Burgemeesterlijke waardigheid aan; raadpleegde hem bij de gewigtigste aangelegenheden, en nam zeldzaam een belangrijk besluit, ten zij het zijne goedkeuring wegdroeg. Nooit heeft welligt die stad een Regent aan het hoofd gehad, die meer algemeen bemind was, en zulks meer verdiende dan Van Beveren. Onafgebroken waakte hij voor hare bloei en welvaart, kloekmoedig stond hij hare belangen voor, geen opoffering viel hem te zwaar wanneer zij die eischte. Hij was het sieraad der aanzienlijke kringen, en de vriend van het volk; een voorstander van regt en billijkheid, een handhaver

[p. 120]

der voorregten van stad en burgerij, en vooral een opregt christen. Hijstond in naauwe betrekking tot de grootste staatslieden van zijn tijd en onderhield met eenige hunner gemeenzame briefwisseling. Als geleerde muntte hij onder hen uit. De Grieksche, Latijnsche, Fransche, Engelsche, Spaansche en Duitsche talen verstond en schreef hij grondig, als regtsgeleerde verwierf hij grooten roem, en als redenaar droeg hij aller bewondering weg. De oogenblikken aan vele en gewigtige staatszorgen ontwoekerd waren aan de beoefening van geschied- en oudheidkunde gewijd. Balen noemt hem 'een geschiedkundig en naauw onderzoeker van de oudheden van Dordrecht en Zuid-Holland die vele dingen van de voornoemde oudheden bijeen heeft gebragt, ende ingesteld' 1 . Te regt beklaagt zich de Heer Scheltema 2 dat van zijne nasporingen niets is in het licht gegeven. Maar ook als dichter verdient Van Beveren opmerking. Jammer, dat zoo vele zijner dichtstukken in de Latijnsche Fransche en Nederduitsche taal, alleen voor vrienden en betrekkingen gedrukt, zijn verloren gegaan. Eenige versieren de meest zeldzame werken zijner stadgenooten. Scheltema vermeldt een dichtstuk getiteld: Reize, van hetwelk hij Van Beveren voor den maker houdt. 'De dichter,' zegt hij, 'moet een gezantschap bekleed of vergezeld hebben, ten tijde van het felste blaken van den dertigjarigen oorlog. Hij reisde van Dordrecht naar Neurenberg, en van daar langs eenen anderen weg terug. Deze
1 Beschrijving van Dordrecht, bl. 92.
2 Staatkundig Nederland. D. I. bl. 92.

[p. 121]

reizen beschrijft hij in krachtige en vloeijende Alexandrijnen. Hij zag op vele plaatsen de deerlijkste verwoestingen, op andere de levendigste tafereelen van volksvlijt en welvaart.'
'Bij beiden staat hij stil, en hij vindt dan stof, om door treffende tegenstellingen aan te toonen hoe de mensch niet zelden het goede van den weldadigen Schepper vernielt. De Palts zag hij rooken van moord en brand, en hij geeft hiervan tafereelen, waarbij het hart wegkrimpt. In Neurenberg werd zijne lier tot zachte toonen gestemd. Hier zag hij overvloed en genot, terwijl een ieder werd opgeleid, om door werkzaamheid het brood met eer te verdienen. Het dichtstuk eindigt met eene prachtige en hooge vlugt, waarin hij het toenmalig geluk van het Vaderland bezingt, bij het genot van inwendige vrede, veiligheid en vrijheid, terwijl, na het stomp vechten der wapenen, het leed des oorlogs alleen aan de grenzen wordt gevoeld. Alles met eenen gloed, dien men zelden ergens anders ontmoet 1 .'
Een der meest bekende verzen van Vondel: de Blixem op het Noord-Hollandsche Synode getijteld, en beginnende:
Hierarch met kussenzucht bezeeten,
werd geestig beantwoord in een deftig vers, ten opschrift hebbende Zacht weêrlicht op den blixem, en beginnende:
De faam met waarheidslust bezeeten.
hetwelk men almede aan Van Beveren toeschrijft 2 .
1 Geschied- en Letterk. Mengelw. D. III, St. 3, bl. 85.
2 Mr. J. Scheltema,Geschied- en Letterk. Mengelw. D. III, St. 3, bl. 104.

[p. 122]
Een uitvoerig gedicht, van hem getiteld: Rotterdamsch concert, is onder den weleerwaarden Heer Schotel te Chaam berustende. Niettegenstaande alle aangewende pogingen hebben wij geen zijner dichtstukken ter inzage mogen bekomen; het laatstgenoemde zal, naar wij vernemen, medegedeeld worden in Schotel's beroemd Dordrecht.
Van Beveren was gehuwd met de verstandige beschaafde, Christina Pijll aan welke Johan van Someren Gerards:Dagelijkse oeffeninge der Godzaligheid, door hem uit het Fransch in het Nederduitsch overgebragt, opdroeg. Hij overleed den 17 Julij 1663.
Tot het getal zijner vrienden behoorden Cats, dien hij in 1644, als Curator der Leydsche hoogeschool, opvolgde; de vermaarde Dordsche Kerkredenaars en dichters Jacobus Lijdius, Johannes Westenburch en Casper Staphorst. Welke laatste, in zijn, door Collot d' Escury geprezen, Carmen Epinic. ac Protrept. de bello Brittannico, den bedroefde vader troostte, over het verlies van zijn dapperen zoon Karel, die den 12 Aug. 1653, op het schip van Kapitein Bankert gesneuveld was. Voorts Daniel Heinsius en diens zoon Nicolaas, waarvan de Latijnsche gedichten van den eerste, en een onuitgegeven brief aan Adriaan van Blyenburch van den laatste getuigen kunnen; Casper Barlaeus die eene vriendschappelijke briefwisseling met hem onderhield en op zijn oordeel in de poezij hoogen prijs stelde; Daniel Joncktys, de bevallige dichter van Rosalijns Oochies, die hem zijne verhandeling der Tooversiecten en Mr. Jacobus van der

[p. 123]

Eyck, die hem zijne Beschrijving en handvesten van Zuid-Holland opdroeg; Huig de Groot, Pompejus de Roovere, Jacob de Witt, Gerardus Johannisz. Vossius, Antonius Aemilius, Adriaan van Blyenburch, A. van Maerssenbroeck, welker brieven aan Van Beveren weleer op Develstein gevonden werden, en, om anderen niet te noemen, Johan van Someren, die de volgende regels onder s' mans afbeeldsel plaatste:
Aenschouw het beelt van een doorlugte borger-vader,
By 't Vaderland bemint en Koningen geaght,
Die oorlog heeft geweerd, en vrede toegebragt.
't Pinceel verbeelde noit de ware deugden nader.

================================

E: Develstein, van Beveren.htm

...
Cornelis van beveren bezat een behoorlijke staat van dienst, namelijk rentmeester-generaal van Zuid-Holland, 10 maal burgemeester van Dordrecht, Buitengewoon gezant in Dene-marken, Noorwegen, Engeland en Hamburg, gecommitteerde van de Raad van Staten van Holland, lid der vergadering van hun Hoogmogende en curator van de Leidsche Hogeschool (als opvolger van Jacob Cats).In Frankrijk is hij door koning Lodewijk de dertiende in de adelstand verheven. Op 17 augustus 1663 overlijdt hij. Zijn zoon Johan, een krijgsman werd eigenaar van het kasteeltje, maar bewoonde het niet. Het kasteel werd wel bewoond door zijn broer Willem die gehuwd was met Cornelia Schaap, zij lieten in Dordrecht het nog steeds bestaande huis Bever-Schaap bouwen.
...

================================

Wapen:
Wapenschild: In rood een dwarsbalk van zilver, beladen met een van goud gekroonde en genagelde bever van zwart, een schildhoek van blauw, beladen met een lelie van goud.
Wapenvoerder: Cornelis van Beveren, geb. Dordrecht 1591, overl. Dordrecht 1663, ridder, Heer van Strevelshoek, West-IJsselmonde en De Lindt. Hij was een kleinzoon van Cornelis van Beveren en rechtskundige. In 1618 werd hij rentmeester-generaal van Zuid-Holland en later dijkgraaf van Hendrik-Ido-Ambacht, meermalen burgemeester van Dordrecht en gedeputeerde van de Staten van Holland en de Staten Generaal, lid van de gecommitteerde Raden van Holland en ambassadeur naar Denemarken, Hamburg, Engeland en Frankrijk.
In 1635 verhief Koning Lodewijk XIII van Frankrijk hem in de ridderstand (Orde van St. Michael), waardoor zijn wapen, dat gelijk was aan dat van zijn grootvader, aangevuld werd met een schildhoek.

===========

Geschichte der Westphälischen Geschlechter
by Anton Fahne
Publication date 1858
p. 46

https://archive.org/details/bub_gb_Q4hMAAAAcAAJ/page/n42/mode/1up

===========

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Cornelis Willemsz van Beveren


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen


Over de familienaam Beveren

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Beveren.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Beveren.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Beveren (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I84601.php : benaderd 28 april 2024), "Cornelis Willemsz van Beveren Ridder; Heer van Strevelshoek etc (1591-????)".