Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Otto van Heeckeren van Rechteren (± 1435-1478)

Persoonlijke gegevens Otto van Heeckeren van Rechteren 


Gezin van Otto van Heeckeren van Rechteren

Hij is getrouwd met Stephania van den Ruijtenborch.

Zij zijn getrouwd op 22 juli 1455.


Kind(eren):



Notities over Otto van Heeckeren van Rechteren

rob_gomes.ged

Ridder; heer van Rechteren en Bredenhorst (vanaf 1462) en van Almelo (vanaf 1470); heer van Egede en van de halve heerlijkheid Tull en 't Wael.
Akten waarin verschillende personen verklaren Otto van Rechteren schadeloos te zullen houden wegens voor hen gedane borgstellingen, 1451-1477. Met retroacta, 1377 en 1378. 24 charters en 1 stuk, oa:
85 1377 mei 15 (des naesten vryedaghes voer Pinxterendaghe) Johan, heer van Runen, ridder, verklaart verkocht te hebben aan Johan Mensyng van Haren zijn goederen gelegen binnen Elede, welke hij had geërfd van zijn neef Egbert van Peyse. Getuigen: Johan, abt van Rune, en Johan Hondeborch. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van de oorkonder en dat van de abt (beschadigd), terwijl dat van Hondeborch is afgevallen.
90 1378 juli 27 (des naesten dinsedaghes na sunte Jacobsdach eens apostels in julio) Ecbert Hake van den Rutenberghe verklaart dat hij zijn zuster Jutte, als bruidsschat bij haar huwelijk met Johan Mensinghe anders genaamd van Haren, 500 oude schilden heeft gegeven, voor welk bedrag borg zullen blijven zijn broers Willem, Roloff en Sweder van den Rutenberghe, Henric van Essen de jonge, Dieric van den Rutenberghe, Boldewijn van den Cloester, Johan Hündeborch, Henric van den Laer, Hubert van den Laer, Henric van de Laer geheten Laerreberch en Rolof van Niwede Coepszoon. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van de oorkonder en de eerste tien borgen, dat van Rolof van Niwede is afgevallen. NB. Het stuk is aan de rechterzijde door vocht gedeeltelijk onleesbaar geworden.
336 1451 februari 24 (op sunte Mathiasdaghe des heligen apostels) Sweder, heer van Vorst en Keppel etc., verklaart beloofd te hebben zijn broer Otte van Rechteren schadeloos te zullen houden van een borgstelling voor 150 RIJNSE GULDENS, een vat boter en acht mudden rogge, die door Sweder verschuldigd waren aan Aleff van Haren, onder verband van gijzeling binnen Deventer of Doseborch (Doesburg). Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Sweder van Vorst en Keppel.
371 1455 juli 22 (op sente Marien Magdalenendach) Zweder, heer van Voerst en van Keppell, verklaart heer Otto van Rechter, ridder, schadeloos te zullen houden van een borgstelling die deze, samen met Zeyger van Hieker genaamd van Rechter, Aeloff van den Ruytenberge en Aeloff van Haeren, voor Zweder had gedaan tegenover Margarete, vrouw van heer Dirck Kampherbeke, ridder, voor de rentebetaling en lossing van een jaarlijkse rente van 20 RIJNSE GULDENS uit zes morgen land op Loebroick in het kerspel Zwolle, die door Margarete was verkocht aan Geerd Dibboltszoon. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Zweder van Voerst. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2233.
404 1457 november 24 (up sancte Katherinenavent virginis) Sweder, heer van Voirst en Keppelo, Frederick van Rechteren en heer Otto van Rechteren, ridder, verklaren Henrick Puust schadeloos te zullen houden, onder verband van gijzeling binnen Oldenzaal, voor de borgstelling die hij heeft gedaan voor hen voor 600 RIJNSE GULDENS en 50 mudden rogge tegenover Arnt Claweses van Beveren en diens vrouw Alberte. Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 62).
410 1459 maart 12 (des maendaeges na den sondach Judica in der hilger vasten) Aloff van Koverden en zijn vrouw Angnese verklaren dat zij heer Otte van Hekeren geheten van Rechteren, ridder, schadeloos zullen houden van een borgstelling tegenover Johan den Bessemgreven voor de betaling van een schuld van 241 RIJNSE GULDENS, voortspruitende uit een akte die naast Aloff zelf mede zal worden bezegeld door heer Willem van Buchorst, of in diens plaats eventueel Deric van der Schulenborch, Arent van Bervorde, ambtman van Diepenhem, en Evert van Langen; alles onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van Aloff van Koverden en zijn vrouw.
411 1459 april 16 (des manendages nae den sonnendage Jubilate) Aloff van den Rutenberge verklaart dat hij heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos zal houden voor de jaarlijkse rente van vijf Rijnse guldens die deze voor hem heeft verkocht aan Geertruyt, weduwe van Derick van Wijtman, uit diens land genaamd de Voersterware te Diese gelegen in de vrijheid van Zwolle, en dat hij deze rente binnen vijf jaar zal lossen met 100 RIJNSE GULDENS, onder verband van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het beschadigde zegel van Van den Rutenberge. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2351.
414 1459 juli 22 (ipso die Marie Magdalene) Rolof van Langhen verklaart heer Otte van Rechteren, ridder, schadeloos te zullen houden van de borgstelling die deze, samen met Frederich van Haren, voor hem heeft gedaan tegenover Jacob van Wijtman, schout te Swolle, voor de lossing van 150 RIJNSE GULDENS, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Swolle. Origineel charter (inv.nr. 62), met de perkamenten zegelstaart en het zegel van Rolof van Langhen. Eenvoudig afschrift [15e eeuw] (inv.nr. 2328). Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2365.
420 1460 april 4 (des fridages nae den sonnendage Judica) Frederick van Haeren verklaart dat hij heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos zal houden van de volgende betalingen die deze voor hem zal verichten t.w. 200 RIJNSE GULDENS en 16 mudden rogge aan Pelgerym van Enghen, 15 RIJNSE GULDENS aan de schout van Swolle, 23 RIJNSE GULDENS en 22 kromstaarten aan Hillebrant Essching en 45 RIJNSE GULDENS aan Evert van Caethen, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer ten huize van Gheerd van Ryningen en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Frederick van Haeren. Eenvoudig afschrift [eind 15e eeuw] (inv.nr. 2328); idem; idem. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2387.
424 1460 september 17 (up sunte Lambertsdach episcopi) Arnt, graaf tot Benthem, heer tot Stenfford, en Lambert Snoey, ambtman en richter van de heerlijkheid Borcloe, verklaren dat zij heer Otte van Rechteren, ridder, schadeloos zullen houden van een borgstelling die hij voor hen had gedaan tegenover Herman Haghen van 660 RIJNSE GULDENS en 50 mudden rogge, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Zwolle. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van de graaf van Benthem en Lambert Snoey. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2404.
432 1461 juni 30 (des dinxedages na sunte Peter ende Pauwelsdach der hilliger twier apostellen) Aloff van Haren en Frederix van Haren verklaren dat zij Otto van Rechter, ridder, schadeloos zullen houden van de borgstelling die hij voor hen had gedaan tegenover Johan Peterszoon van Haeften met betrekking tot het erve en goed den Dam, gelegen in het kerspel Wije, in de buurschap Wechterholte, in leen van de vrouw van Gerd van IJselmuden, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer, waarbij tevens wordt bepaald dat de oorkonders dit goed niet verder mogen belasten dan met de jaarlijkse renten van 12 herenpond aan de bisschop van Utrecht, 16 mudden rogge aan Steven Tappe en 18 mudden rogge aan Evert Trinde die er nu uit gaan. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van Aloff en Frederix van Haren, waarvan het laatste beschadigd is.
434 1461 oktober 18 (up sunte Lucasdach evangelisti) Arnt, graaf tot Benthem en heer tot Steenffoird, en Lambert Snoey, ambtman en richter van de heerlijkheid Borcloe, verklaren dat zij heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos zullen houden van een borgtocht die deze, met enige anderen, voor hen heeft gesteld tegenover Herman Haghen, voor de betaling van 160 RIJNSE GULDENS. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van de graaf tot Benthem en Snoey.
445 1462 oktober 27 (des wonsdages nae sente Crispinus ende Crispinianusdage martirum) Reynalt van Coeverden verklaart dat hij heer Otto van Rechteren, ridder, en Roeloff Hondenberch schadeloos zal houden van de betaling van 300 RIJNSE GULDENS waarvoor dezen zich, samen met Wolter van Keppel van Verwolde, voor hem hadden borg gesteld tegenover Johan van Essende en diens vrouw Truyde, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Zwolle en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Van Coeverden. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2477.
455 1464 november 6 David van Bourgoengen, bisschop van Utrecht, verklaart dat hij ervoor instaat tegenover Johan Selter, vrijgraaf (voorzitter van het veemgericht) te Wesentffordt, of wie de vrijstoel op de Groeten Dijck in het bisdom Münster ook zal bezetten, dat heer Otte van Heykeren genaamd van Rechteren, ridder, op klachte van Roeloff van Lyntloe, voor het veemgericht zal verschijnen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van de bisschop.
478 1468 november 29 (op sunte Andreasavent des hilgen apostels) Henrick van der Eze van Gramsberge en zijn zuster Angnese van der Eze van Gramsberge verklaren dat zij hebben beloofd heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos te zullen houden van de borgstelling voor de betaling van 400 RIJNSE GULDENS en achttien mudden rogge die deze, samen met Sweder, heer tot Voerst en Keppel, Wolter Stelling en Albert van Steenwijck, had gedaan tegenover Clawes van Beveren en Derick van der Schulenborch, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer of Swolle en daarna van al hun goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van Henrick en Angnese van der Eze van Gramsberge. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2655.
481 1469 april 22 (des saterdages nae den sonnendage Misericordia domini) Sweder, heer tot Voerst, Keppel en Almeloe, verklaart zijn broer heer Otto van Rechteren schadeloos te zullen houden van de borgstelling die deze voor hem tegenover Jacob van Itterssum heeft gedaan voor de overgave van de akte waarin Otto zich borg stelt tegenover heer Willem van Buckhorst, ridder, of van die waarin hij zich borg stelt tegenover juffer Marie van den Rutenberge, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer of Swolle. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Sweder van Voerst.
483 1469 december 3 (op sancta Barbaerenavent eenre hylgher juncfrouwen) Henrick van der Eeze van Grammesberge en zijn zuster Angnes van der Eeze van Grammesberge verklaren dat zij hebben beloofd heer Otte van Rechteren, ridder, schadeloos te zullen houden van de borgstelling voor de betaling van 300 RIJNSE GULDENS en negen mudden rogge die deze, samen met heer Zweder, heer tot Voerst en Keppele, Wolter Stelling en Albert van Steenwijck had gesteld tegenover Derc van der Schulenborch, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer of Zwolle en daarna van al hun goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van Henrick en Angnes van der Eeze van Grammesberge.
504 1471 oktober 31 (ap Allerhilghenavent omnium sanctorum) Johan de Rode van Heker verklaart dat hij heeft beloofd heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos te zullen houden voor de borgstelling die deze, samen met Johan van Twyclo, Gadert van Rede en Jacop van Yttersem, heeft gedaan tegenover de weduwe Reynes te Deventer voor de rentebetaling van 22½ mudden rogge per jaar, welke rente door wijlen Reynalt van Covorde en diens vrouw Katherine was verkocht uit het erve Nysinck, gelegen in het kerspel Rijssen in de buurschap Elsen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Johan de Rode van Heker.
510 1473 oktober 10 (op sunte Victorsdach) Gherd van Welevelde verklaart heer Otto van Rechteren, ridder, jonker tot Almelo, schadeloos te zullen houden van diens borgstelling voor hem voor 100 RIJNSE GULDENS tegenover Herman van Hulscher, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Oldenzale en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het geplette zegel van Gherd van Welevelde.
525 1475 mei 31 (up den naesten wondesdach na des hilgher Sacramentsdaghe) Otto van den Rutenberghe verklaart zijn zwager Otto van Rechteren schadeloos te zullen houden van de borgstelling die deze, samen met Goderd van Reede, Johan van Twyckloe en Wolter van Covorde, heeft gedaan voor de betaling van 1324 RIJNSE GULDENS, tegenover de broers Derck en Sijmon van Tije, onder nader bepaalde voorwaarden en onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Oldenzael en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Otto van den Rutenberghe.
532 1476 februari 24 (op sunte Mathyasdach des hiligen apostels) Sweder, heer tot Vorst en Keppell, en Elizabeth van Homoit, vrouwe tot Vorst en Keppell, verklaren dat zij hebben beloofd heer Otto van Rechteren, ridder, schadeloos te zullen houden voor diens borgstelling tegenover juffer Marie van Reness van den Ruthenberge voor de betaling van een lijfrent van 50 RIJNSE GULDENS per jaar uit de "statmoelen" binnen Keppell met de twee bijbehorende grienden, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer of Swolle en daarna op al hun goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met de zegels van Sweder van Vorst (beschadigd) en Elizabeth van Homoit.
543 1477 maart 27 (des donredages na onser lever Vrouwendach annunciacionis) Gheert van Welvelde verklaart Otto van Rechter schadeloos te zullen houden van diens borgstelling voor hem voor de betaling van 350 RIJNSE GULDENS tegenover Arend van Bervoirde en Henrick Boudiens, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 62), met het zegel van Gheert van Welvelde.

Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Otto van Rechteren en Stefania van den Rutenberg, 1455. 1 charter:
369 1455 juli 15 (des dinxdages nae sante Margarietendaghe der heyliger jonfferen) Sweder, heer tot Voerst en Keppell, Zeygher van Hekeren geheten van Rechteren, Frederick van Haeren en Henrick van Boetberge, aan de zijde van de bruidegom, en Aloff van den Rutenberghe, proost van St. Marie te Utrecht, Reynalt van Coevorde, Frederick van den Rutenberge en Egbert van den Rutenberge, aan de zijde van de bruid, verklaren huwelijkse voorwaarden te hebben gemaakt tussen heer Otte van Rechteren, ridder, en juffer Steven, dochter van Alof van den Rutenberge, waarbij wordt bepaald dat Otto van zijn vader Frederick van Hekeren geheten van Rechteren binnen een jaar zal krijgen het huis Rechteren c.a., waartegenover Alof zijn dochter zal meegeven 2200 RIJNSE GULDENS, waarvoor tot zekerheid de erven Bickenrade te Zuthem en de Elst te Zallick worden gesteld, en 500 RIJNSE GULDENS binnen een jaar na het overlijden van haar moeder juffer Willem [van Vianen van Beverweerde], vrouw van genoemde Alof, waarvoor tot zekerheid wordt gesteld het erve te Vilsteren; daarnaast zal zij van Otto het vruchtgebruik krijgen van de oudhoevige grove en smalle tienden te Eme alsmede van zes morgen land in Zeegdoern (Sekdoorn), waar nu Jutte van Rechteren het vruchtgebruik van heeft. Origineel charter (inv.nr. 63), met de zegels der eerste zes oorkonders; de laatste twee zijn afgevallen. Regesten: Graswinckel, Rechteren, nr. 225; Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2232.

Akte van schuldbekentenis door onder andere Otto van Rechteren aan Jacob van Wythmen ten bedrage van 150 rijnse guldens, 1459. 1 charter:
413 1459 juli 22 (op sunte Marien Magdalenendaege) Heer Otto van Rechter, ridder, en Frederic van Haren verklaren dat zij een som van 150 RIJNSE GULDENS schuldig zijn aan Jacob van Wijtmen, schout te Zwolle, te betalen op sint Maarten (4 november) a.s., onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Zwolle. Origineel charter (inv.nr. 64), waarvan de zegels der beide oorkonders zijn afgevallen. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2364.

Akte waarin Arnold van den Berg een schuldvergelijking toestaat met Otto van Rechteren, 1467. 1 charter:
471 1467 april 24 (des vrijdages nae den sonnendage Jubilate) Arnoldus van den Berge verklaart dat hij, in bijzijn van twee getuigen, een schuldvergelijking zal maken met heer Otto van Rechteren, ridder, en dat wanneer diens vorderingen op hem 220 Postulaatguldens of meer zullen bedragen hij deze mag compenseren met de schuldbekentenis van deze grootte die hij van heer Otto heeft. Origineel charter (inv.nr. 65), met het zegel van Arnoldus van den Berge.

Akte waarin Ludolf Spaan bekent, met uitzondering van een lijfrente, voldaan te zijn van alle vorderingen die hij had op Otto van Rechteren, 1468. 1 charter:
476 1468 maart 17 (des donredages inder vastene nae den sondaghe dat men singhet Reminiscere) Ludolph Spaen van Aert verklaart geheel voldaan te zijn van alle vorderingen die hij had op heer Otte van Rechteren, ridder, met uitzondering van de lijfrente van jaarlijks vijf Rijnse guldens die heer Otte hem schuldig is uit al diens goederen, maar die losbaar is met 40 RIJNSE GULDENS. Origineel charter (inv.nr. 66), met het beschadigde zegel van Ludolph Spaen van Aert.

Akte van afstand door Dirk ten Nijenhave, pastoor in de parochiekerk te Almen, van zijn ambt ten behoeve van de collator Otto van Rechteren, 1472. 1 stuk:
505 1472 mei 26 (Acta fuerunt hec Zutphania in domo habitationis honesti viri Egberti Driepars (?)) Henricus opten Kelre, notaris, verklaart dat heer Theodricus then Nijenhave, pastoor in de parochiekerk te Almen, afstand doet van zijn ambt en het ter beschikking stelt van de collator heer Otto van Rechteren, ridder. Getuigen: Johanna van Onnae en Theodricus Egberti, burgers van Zutphen. Origineel op perkament (inv.nr. 67), met de signatuur van de notaris.

Kwitantie van Wijnand van Arnhem voor zijn zwager Otto van Rechteren wegens de ontvangst van 129 rijnse guldens die Otto heeft betaald voor zijn broer Sweder van Voorst en Keppel, 1472. 1 stuk:
506 1472 juni 8 (manendagh na sunte Bonyfatiusdach) Wijnant van Arnhem verklaart ontvangen te hebben van zijn zwager heer Ott van Rechteren, ridder, een som van 129 RIJNSE GULDENS, zijnde een rente die verschuldigd was door zijn zwager Sweder, heer tot Voirst en Keppell, aan wie hij dan ook kwijting verleent. Origineel op papier (inv.nr. 68), met het opgedrukte, geplette zegel van Van Arnhem onder papier.

Akte van kwijtschelding door Wobbe, weduwe van Johan Reynerszoon, aan Otto van Rechteren van alle beloften die Otto had gedaan om Frederik van Haren gerechtelijk voor de schout van Deventer te dagen, waarbij zij tevens verklaart verschillende akten aan Otto te hebben overhandigd, 1477. Afschrift. 1 stuk:
542 1477 maart 26 (des dages nae onser liever Vrouwendach gehieten annunciatio) Arnt van Bevervoerde, richter te Deventer, verklaart dat Wobbe, weduwe van Johan Reynerss, met als haar gekozen voogd haar zoon Johan Hoffsteden, aan heer Otto van Rechteren, ridder, heeft kwijtgescholden al diens borgstellingen die deze tegenover haar had gedaan voor Frederick van Haren, het verwin haar toegewezen bij vonnis van de bisschoppelijke raad tegen heer Otto, dat ze daarnaast dit vonnis zelf heeft overgegeven en nog twee akten, bezegeld door respektievelijk Wyllem Krijt en de oorkonder, beiden als schout van Deventer, en dat ze verder nog heeft overgegeven de rentebrief van 32½ mudden rogge gaande uit het erve Duvelshues en de Hondewijck in de buurschap Lent in het kerspel Dalfsen, de schuldbekentenis van 400 guldens die deels was gesteld op naam van Johan Reynerss, deels van Henrick van Seyst, en één van 18 guldens en verder alle akten die Wobbe in haar bezit had die waren bezegeld door Aleff van Haren, diens vrouw juffer Sopie [van Hekeren genaamd van Rechteren], Wessel en Frederick van Haren, Henrick van Seyst en de erfgenamen van Johan van Vreden; voorts dat zij Frederick van Haren alle schulden heeft kwijtgescholden die genoemde Van Harens bij haar hadden en dat ze, met haar beide kinderen, Otto en Frederick voornoemd vrijwaring geeft van genoemde vorderingen, waarvoor zij als borg stelt Johan van Oitmersen; tevens dat uitdrukkelijk is bepaald dat drie akten die Wobbe nog in haar bezit heeft van kracht zullen blijven, t.w. een rentebrief van 28 mudden rogge per jaar uit de tienden te Daerle in het kerspel Helendoern, met de toestemmingsakte door de bisschop van Utrecht, en een schuldbekentenis voor 647 mudden rogge bezegeld door heer Otto voornoemd, Otto van den Rutenberch en Godert van Reden. De verdeling en omvang van de kosten van dit geschil is ter beslissing opgedragen aan Otto van Langen, jonker Sweer, heer tot Voirst, Herman Hoffstede en Johan van Oitmersen, die nog uitspraak zullen doen. Karselis van Aller en Henrick then Brynck. Eenvoudig afschrift [eind 15e eeuw] (inv.nr. 2328); idem (inv.nr. 69).
Stukken betreffende de boedelscheiding tussen Frederik van Rechteren en zijn broers en zuster, inzake de goederen nagelaten door hun ouders, 1478, [ca.1480] en 1491. Met een retroactum, 1475. 1 charter en 1 omslag:
531 1475 december 28 (Datum Zwollis) Broeder Petrus de Mechilinia, prior van het klooster der predikheren te Zwolle, verklaart dat heer Otto van Rechteren en Sigerus van Rechteren zijn toegetreden tot de broederschap van St. Thomas van Aquino en deelgenoot zijn geworden van de goede werken van het klooster. Origineel charter (inv.nr. 70), met het zegel van de prior.
553 1478 oktober 18 (up suncte Lucasdach des hilgen ewangelisten) Frederick van Rechteren, oudste zoon Van Rechteren, ter ener zijde, en zijn broer Johan van Rechteren, mede namens hun broers Aleff en Seyger, hun zuster Kongund en hun moeder Stephania van Rutenberghe, vrouwe van Rechteren, ter andere zijde, verklaren, met rade van hun oom Seyger van Voerst, boedelscheiding te hebben gemaakt van de goederen nagelaten door wijlen hun vader Otto van Rechter, ridder, waarbij bepaald wordt:
* dat Frederick het huis te Rechteren c.a. zal krijgen met alle erven en renten, zowel eigen? als leengoederen, die gelegen zijn in de kerspels Dalffsen, Swolle en Heyne, terwijl hun oom Sweder en Seyger van Voerst nog een nadere regeling zullen treffen over de verdeling van de leengoederen;
* dat Frederick alle vorderingen op Wolter van Keppel, wegens de bruidsschat van Kongund, kwijtscheldt en verder afstand doet van al zijn rechten op de nalatenschap van zijn moeder;
* dat Johan, Aleff, Seyger, Kongund en hun moeder het huis en heerlijkheid Almelo c.a. krijgen;
* dat hun moeder, tot zekerheid van haar bruidsschat door Frederick een aantal goederen in leen zal worden gegeven en
* dat hun oom Seyger van Voerst nog uitspraak zal doen in een nog niet beëindigd gesgeschil over de eigendom van enkele horigen te Egen, afkomstig van wijlen hun oudoom Seyger van Rechteren.
Origineel op papier (inv.nr. 70), met de ondertekeningen (in eigen handschrift doch niet met handtekening) van de beide broers, terwijl het zegel van de moeder is afgevallen. NB. Het stuk is rechtsonder gedeeltelijk verloren. Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 70); idem.
663 1491 december 20 (des dinxedages nae Lucie virginis) Otto van den Rutenberge, Henrick van den Water, Spaen van Kamphusen en Wolter van Oy verklaren, als arbiters, een overeenkomst tot bijlegging van het bestaande geschil tot stand te hebben gebracht tussen jonker Johan van Rechteren en diens broer jonker Aloff van Rechteren, waarbij wordt bepaald dat:
* zij elkaar afschriften zullen verstrekken van eerder gemaakte boedelscheidingen;
- zij elkaar een aantal genoemde vorderingen zullen betalen;
* Johan de akte van het recht van lossing op de hof te Lyndeloe in de marke Bonyngen, die de vrouwe van Keppel [Kunegonde van Rechteren] is toegevallen, zal overgeven en
* over een dijk, die Fije Kuthen heeft aangelegd voor de Van Rechterens, later, door de arbiters samen met Derck de Raden, nog zal worden beslist.
Originele chirograaf op papier (inv.nr.), met de handtekeningen van beide broers.
Stukken betreffende de overdracht van het huis en de heerlijkheid Almelo door Sweder, heer van Voorst en Keppel, aan zijn broer Otto van Rechteren, 1474-1475. Met een retroactum, 1457. Afschrift. 1 omslag en 5 charters:
401 1457 oktober 21 (In onser stadt van Aldenzaell) David van Burgoingen, bisschop van Utrecht, verklaart dat hij heeft beleend Sweder van Voerst met de vrijheid van Almeloe, gelegen tussen de Wulvecule, Ellenhorst, Wijricke, Heylen, Krumede en Avonhuysen, met de Vreesenveen bottergulde, de hof te Lindeloe, leenmannen etc., na opdracht door Johan van Almelo. Getuigen: Wolter Stelling en Johan Stycke, Stichtse leenmannen. Authentiek afschrift door notaris Johannes Oestendorp [15e eeuw] (inv.nr. 1424); idem door Roelinck, griffier van de Staten van Overijssel [begin 17e eeuw] (inv.nr. 1426); idem door Joannes Buis, secretaris van Zwolle 1645 (inv.nr. 1755); idem door Reinhard Götze, richter van Almelo [ca. 1650] (inv.nr. 1424); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr. 1447); idem [19e eeuw] (inv.nr. 1515). Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 1424); idem [eind 15e eeuw] (inv.nr. 1466); idem [ca. 1500] (inv.nr. 1426); idem [begin 16e eeuw] (inv.nr. 1562 fol. 113 verso); idem [17e eeuw] (inv.nr. 1661).
516 1474 februari 22 (op sunte Petersdach ad cathedram des heilighen apostels) Sweder, heer tot Voerst en Keppell, en Deryck van Voersst verklaren er voor in te staan tegenover heer Otto van Rechteren, ridder, dat het huis en de heerlijkheid Almelo c.a., welke Sweder aan laatstgenoemde had overgedragen, niet meer zijn bezwaard dan in het register, dat mede aan hem is overgedragen, is vermeld, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer en daarna van al zijn goederen. Origineel charter (inv.nr. 1424), waarvan het zegel van Sweder van Voerst is afgevallen, maar dat van Deryck van Voerst bewaard is gebleven. Authentiek afschrift op perkament door notaris Johannes Rodewolt [eind 15e eeuw] (inv.nr. 1424). Eenvoudig afschrift [15e eeuw] (inv.nr. 1424).
517 1474 april 15 (des vrijdages na den hilligen Paesschedaghe) Sweder, heer tot Voerst en Keppel, verklaart door zijn broer heer Otto van Rechter, ridder, geheel voldaan te zijn van de koopsom van de heerlijkheid Almelo c.a., met uitzondering van de 2000 RIJNSE GULDENS die Otto voor hem zou betalen aan heer Wijnolt van Arnhem. Origineel charter (inv.nr. 1424), met het beschadigde zegel van Sweder van Voerst. Authentiek afschrift door Johannes Rodewolt, Munsters notaris [15e eeuw] (inv.nr. 1424).
519 1474 september 9 (des vriedaghes na onser lieven Vrouwen gheheten nativitas) Heer Otto van Rechteren, ridder, en zijn broers Johan en Zeygher van Voerst verklaren een overeenkomst te hebben gesloten ter beëindiging van hun geschil over de nalatenschappen van hun ouders en van wijlen hun oom Zeygher van Rechter, waarbij wordt bepaald dat Johan en Zeyger geheel afstand zullen doen van hun aanspraken op deze nalatenschappen, waarvoor Otto aan zijn broer Zeyger zal geven de tienden te Dalen in Drenthe en de Dodingertienden in het kerspel Wije, terwijl Zeygher aan zijn broer Johan uit deze tienden een jaarlijkse rente van 16 mudden rogge zal geven en dat als Johan en Zeygher beiden zonder wettige erfgenamen komen te overlijden deze tienden weer aan Otto zullen vervallen. Getuigen: hun neven heer Zweder van Haren, [ridder] van de Duitse Orde, en Frederick van Haren. Origineel charter (inv.nr. 53), met het zegel van Otto van Rechteren, dat van Johan van Voerst is afgevallen, en de zegels van Zeygher van Voerst en van Zweder en Frederick van Haren.
520 1474 september 9 (des anderen daghes na onser lieven Vrouwendach gheheten nativitas) De broers Johan van Voerst en Zeygher van Voerst verklaren geheel voldaan te zijn door hun broer heer Otto van Rechter, ridder, van de vergoeding voor hun afstand van de rechten op de nalatenschappen van hun ouders en hun oom Zeygher van Rechter, onder aantekening dat hiervoor aan Zeygher de tienden te Dalen in Drenthe en de Dodingestienden te Wije zijn toegewezen. Origineel charter (inv.nr. 53), met de zegels van Johan (beschadigd) en Zeygher van Voerst. Authentiek afschrift door Theodorus Verheiden, secretaris van Deventer [midden 16e eeuw] (inv.nr. 2337).
529 1475 november 28 (des dinxdages nae sunte Katherinendage) Wijnalt van Arnhem verklaart dat zijn zwager heer Otto van Rechteren, ridder, hem de 2000 RIJNSE GULDENS heeft betaald met rente, die diens broer Sweder van Voirst van Otto tegoed had wegens de koop van de heerlijkheid Almelo c.a., en die Sweder als huwelijksgift voor diens zuster Sophye [van Hekeren genaamd van Rechteren], de vrouw van Wijnalt, had bestemd. Authentiek afschrift door Johannes Rodewolt, Munsters notaris [15e eeuw] (inv.nr. 1424).

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Otto van Heeckeren van Rechteren?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Otto van Heeckeren van Rechteren

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Otto van Heeckeren van Rechteren


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Otto van Heeckeren van Rechteren

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • Gravin Maria de Rijke (Bourgondisch Huis) was van 1477 tot 1482 vorst van Nederland (ook wel Graafschap Holland genoemd)
  • In het jaar 1478: Bron: Wikipedia
    • 26 april » Pazzi-samenzwering: onder de H.Mis in de Santa Maria del Fiore wordt een aanslag gepleegd op de gebroeders De Medici. Lorenzo I de' Medici weet te ontsnappen maar Giuliano di Piero de’ Medici wordt vermoord.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Heeckeren van Rechteren


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I36379.php : benaderd 28 april 2024), "Otto van Heeckeren van Rechteren (± 1435-1478)".