Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen (± 1390-1462)

Persoonlijke gegevens Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen 

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Voorouders (en nakomelingen) van Frederik van Heeckeren van Rechteren


Gezin van Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen

Hij is getrouwd met Cunegonde van Wassenaar Polanen.

Zij zijn getrouwd rond 1432.


Kind(eren):

  1. Otto van Heeckeren van Rechteren  ± 1435-1478 
  2. Zeger (Frederik ??) van Heeckeren van Rechteren  ± 1435-< 1508 
  3. Sophia van Heeckeren  ± 1437-1509 
  4. Johan van Heeckeren van Rechteren  1433-1485 
  5. Sweder van Heeckeren van Rechteren  ± 1440-± 1484 
  6. Johanna Frederikse van Heeckeren van Rechteren   


Notities over Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen

Nederland's adelsboek 1909, p. 554

http://home.wanadoo.nl/aleeuwrik/Genealogie/kwartier/ks-2c.htm#67712

Frederik van Hekeren; [V] [M] [K] genaamd van Rechteren, heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen 1411, tot Voorst, Keppel en Asperen in 1433, ridder, drost van Coevorden en Drente, overl. 1-2-1462, begr. Dalfsen, tr. ca. 1432 met

==================================

rob_gomes.ged

Vermeld 1392-1462. Heer van Rechteren, Bredenhorst en Heeck; drost van Coevorden en Drenthe; lid van de  Ridderschap van Salland.
Convocatie van Frederik, bisschop van Utrecht, voor Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, ambtman van Drenthe, om te verschijnen op de Overijsselse landdag op de Spoolderberg, [tussen 1420 en 1424]. 1 stuk.

Akte waarin een overeenkomst is vastgelegd over de overname door Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren van het rentambt Drenthe van Alef van Haren, 1425. 1 charter:
1425 november 25 (up sancta Katherinendach der hylger joncvrouwen) Aleff van Haeren verklaart dat hij heeft beloofd Frederic van Heker geheten van Rechter schadeloos te zullen houden voor de helft van de schade die deze zou mogen lijden aan het drostambt van Coverden en het rentambt van Drenthe, omdat Frederic hem nu, bij zijn vertrek als ambtman slechts de helft van de pandsom heeft betaald, op voorwaarde dat deze regeling niet zal gelden als Frederic extra toezeggingen doet aan de bisschop of aan wie ook, terwijl verder is bepaald dat, wanneer Pelgrim van den Rutenberghe gedaan weet te krijgen dat Frederic andere akten krijgt in ruil voor de nu geldende, Aleff van zijn belofte ontheven is. Origineel charter (inv.nr. 47), waarvan het zegel van de oorkonder is afgevallen.

Akte waarin Herman van Buggenberg belooft de akte uit 1413, waarin Lutgard van Heeckeren zich borg stelt voor haar man Roelof van Coeverden wegens de terugbetaling van geleend geld aan Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, aan laatstgenoemde te zullen teruggeven, 1431. 1 stuk:
1413 juli 21 (op sente Maria Magdalenenavondt) Lutghert [van Hekeren genaamd van Rechteren] van Covorden, vrouw van Rolof van Covorden, verklaart dat zij heeft beloofd aan Frederic van Rechter en Herman van den Buggenberghe hen schadeloos te houden voor de borgstelling die zij hebben gedaan voor haar tegenover Rembolt van Ghoer wegens een lening van 160 guldens, waarvoor zij tegenover hen als zekerheid stelt de jaarlijkse inkomsten van 25 oude schilden die zij heeft, als huwelijksgift, en de halve Daerler tienden. Geinsereerd in de akte d.d. 1431 juli 21 (regest nr. 264) (inv.nr. 49).
1431 juli 21 (des saterdages op sente Maria Magdalenenavondt) Herman van Buggenberghe verklaart dat hij heeft beloofd aan Frederic van Heker geheten van Rechter de akte d.d. 1413 juli 21 (regest nr. 192), waarvan hij de inhoud insereert, die hij van hem heeft ontvangen, op aanmaning van Frederic altijd binnen acht dagen aan hem te zullen overhandigen. Origineel op papier (inv.nr. 49), met het opgedrukte zegel van Herman van Buggenberghe dat grotendeels is afgevallen.

Akte waarin Arend van Warmelo belooft zich te zullen houden aan de uitspraak van de bisschop van Utrecht in zijn geschil met Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, 1438. 1 charter:
1438 november 15 (des naesten saterdages na sunte Mertensdage in den wynter) Aernt van Wermele verklaart dat hij zich zal houden aan de uitspraak van heer Rodolph van Diepholt, bisschop van Utrecht, in zijn geschil met Frederick van Rechter, dat was gepaard gegaan met roof en brand, en dat hij de vrede zal bewaren tegen Frederick en diens broer Segher, op voorwaarde dat ook dezen zich aan de uitspraak van de bisschop zullen houden. Origineel charter (inv.nr. 50), met het, beschadigde, zegel van Van Wermele.

Stukken betreffende de boedelscheiding tussen Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren en zijn vijf kinderen Sweder, Otto, Johan, Zeger en Sofia, 1450. Met een retroactum, 1426. 1 charter en 2 stukken:
1426 juli 3 (op sante Martensavond translatio) Gheert van Tybencamp verklaart te zijn overeengekomen met Johan zoon tot Asperen, heer van Voerst en Keppel, dat hij gedurende één jaar het drostambt van Sallant zal waarnemen, op voorwaarde dat hij dit ambt vanuit zijn eigen huis zal waarnemen met de schrijver en de knecht van voornoemde Johan, waarvoor hij de onkosten mag verrekenen met de geïnde boeten, terwijl, wanneer hij op Arkelsteyn komt, daar vrije kost zal krijgen en dat hij achteraf rekening en verantwoording zal doen, terwijl zijn loon tien procent van de netto?opbrengst zal bedragen. Origineel charter (inv.nr. 51), waarvan het zegel van de oorkonder is afgevallen. Regest: Berkenvelder, Regesten, III nr. 1325.
1450 januari 22 (des donredaghes nae Agnetis virginis) Wailraeven van Moirse, heer tot Baer, Wyllem, heer ten Berg, Seygher van Rechteren, Jacobus Rijps, pastoor te Keppel, Derick Momme van Kell en Gheryt Palick verklaren dat zij als scheidslieden een boedelscheiding tot stand hebben gebracht tussen Frederick van Rechteren ter eenre en zijn kinderen Sweder, Otte, Johan, Seygher en Fije ter andere zijde, waarbij is bepaald dat Sweder zal krijgen de heerlijkheden Voirst en Keppel c.a. en, na het overlijden van zijn vader, de lenen horende onder Rechteren gelegen in Gelre, de graafschap Zuthphen, het land van Cleve en het land van den Berghe, alsmede de helft van de heerlijkheid Tul en Twael na het overlijden van de vrouwe van Tul, terwijl Otte zal krijgen het huis Rechteren c.a. en, na het overlijden van zijn vader, de daaronder behorende lenen gelegen in het bisdom Utrecht en de andere helft van de heerlijkheid Tul en Twael; Sweder moet verder, zolang hij ongehuwd is, jaarlijks 100 guldens geven aan Otte uit de tienden op de Veluwe en, wanneer de jonker van Voerst zal zijn overleden nog eens 50 guldens per jaar daaruit, terwijl wanneer hij trouwt Otte hem 3000 guldens ineens moet uitkeren; Johan en Seygher krijgen elk 100 guldens per jaar te betalen door Sweder, waarvan hij hun scholing moet betalen totdat zij een geestelijke prebende hebben, terwijl ook Fije van hem 100 guldens per jaar zal krijgen, te lossen met 2000 guldens; uiteindelijk zal Sweder zijn vader Frederick jaarlijks 200 guldens geven en samen met Otte alle schulden van de boedel op zich nemen. Origineel op papier (inv.nr. 51), waarvan de drie oorspronkelijk aanwezige opgedrukte zegels van drie van de oorkonders zijn afgevallen. Authentiek afschrift door R. Lemker, secretaris van Kampen 1700 (inv.nr. 1426); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr. 1447). Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 1426). Regest: Graswinckel, Rechteren, nr. 204.

Akte waarin Johan van Haren belooft zijn oom Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren schadeloos te zullen houden wegens een voor hem gedane borgstelling, 1451. 1 charter:
1451 februari 28 (des nesten sundaeges nae sante Matyesdach) Johan van Haeren verklaart beloofd te hebben zijn oom Frederyck van Rechter schadeloos te zullen houden van een jaarlijkse rente van vijf mudden rogge, waarvoor deze zich had borg gesteld tegenover Jacop den Wreden en diens vrouw Gertruut, onder verband van gijzeling binnen Zwolle. Origineel charter (inv.nr. 52), met het beschadigde zegel van Van Haeren. Regest: Berkenvelder, Regesten, IV nr. 2108.

Stukken betreffende onenigheid tussen Otto van Rechteren en zijn broers Zeger en Johan van Voorst over de nalatenschappen van hun ouders en van hun oom Zeger van Heeckeren genaamd van Rechteren, 1470-1474. 4 charters en 1 omslag:
495 1470 november 10 Heer Bertolt [Leppinck], priester en kapelaan te Rechteren, Wolter van Oey, Herman van Pesye en Gert van den Kloester verklaren dat zij als bemiddelaars de koop hebben tot stand gebracht tussen jonker Sweder, heer tot Voirst, en heer Otto van Rechteren, ridder, van de heerlijkheid Almelo, voor een koopsom van 2000 RIJNSE GULDENS en verder alle financiële gevolgen en bepalingen zoals die zijn vastgesteld in de akte van boedelscheiding d.d. 1470 december 10 (regest nr. 497). Origineel op papier (inv.nr. 53), waarvan de opgedrukte zegels van Sweder van Voorst en Otto van Rechteren zijn afgevallen.
496 1470 november 30 (up sunte Andreasdaghe) Zweder, heer tot Voirst en Keppel, verklaart te hebben overgedragen aan zijn broer heer Otte van Rechter, ridder, ter uitvoering van de boedelscheiding die zij hebben gemaakt in bijwezen van Steven van Haren, Herman van Peysie, Ghert van den Closter, heer Bertolt Leppinck, priester, Frederick van Haren en Wolter van Oy, de volgende goederen, behorende tot het huis en de heerlijkheid Almelo: het erve Oesterhoef, waaruit een jaarlijkse rente van zeven mudden rogge t.b.v. het kapittel te Oldenzael; het erve Hindevelt, waaruit renten van vier mudden t.b.v. Johan van Vreden en twee mudden t.b.v. Bernt Kalerdinck; het erve Alerdinck, waaruit een rente van vier mudden rogge t.b.v. een vicarie, twee mudden t.b.v. Gesse Swalue en drie t.b.v. heer Johan van Drunten; het erve Brugginck, waaruit zes mudden rogge t.b.v. heer Johan van Goer; het erve Colthoff, waaruit een rente van drie mudden rogge; het erve Noirtdick, waaruit een rente van twaalf mudden rogge t.b.v. de Grymberch, zijnde een leengoed van de proost van St. Mauricius te Monster (Münster); het erve Tijhoef, waaruit renten van twee mudden rogge aan Gesse Swalue, van vier mudden t.b.v. heer Johan van Drunthen en van twee mudden t.b.v. Gherd ten Wolthuese; het erve Vrijlinck, waaruit drie mudden rogge t.b.v. een vrouw te Zwolle en twee mudden t.b.v. Gherd ten Woelthuese en tweeëneenhalve mudden t.b.v. Bernt Hermans en diens vrouw Mette en Engelbert Hermans en diens vrouw Wobbe; het erve Rensinck, waaruit vijf mudden rogge t.b.v. een vicarie en twee mudden t.b.v. heer Evert [Muller]; de katerstede Scapedick; het erve Hondebrinck, waaruit een rente van vier mudden rogge t.b.v. Maes ten Pass zijn erfgenamen en van een halve mud t.b.v. heer Zweders vicarie; de katerstede de Bockhoeve; de wegtollen up dat Vene en te Wederden; de helft van de boeten in de stad en de gehele boeten in de rest van de heerlijkheid Almelo; het dagelijkse gericht in de heerlijkheid; de zaad? en eekmolen, waaruit een rente van achttien mudden rogge t.b.v. heer Hermans vicarie; vier mudden t.b.v. "die Splintersche"; tweeëeneenhalve mudden t.b.v. Hinrick ten Brincke; de nieuwe windmolen die door Zweder bij de stad is gebouwd; de accijnsen te Almelo; de tijnsen te Almelo, waar Wolter van Voirst het vruchtgebruik van heeft; het veer te Wederden; de visserij; de boterpacht, tesamen bestaande in jaarlijks 12 vaten boter, waarvan tweeëneenhalf vat zijn verpand aan de begijnen te Almelo en een half vat aan de nonnen te Werslo; de jaarlijks te betalen ca. 200 hoenders aan het huis Almelo, waarvan er 23 door het Beghynhues te Almelo zijn afgekocht; een hooimaat bij de torffbrugge, één bij de Oesterhoff en één bij de Ghetekate; enkele visserijen, nu gepacht door de meier te Wederden, Ghert Kedink en Willem Grever en verdere kleine stukken land en visserijen; de huizen door Zweder gebouwd op de Berch, met de horigen die hij daarbij had gekocht, en alle verdere horigen. Zweder wil nadrukkelijk de volgende goederen behouden: de vordering op Johan Rensinck wegens verkoop van een huis; een rente van twee mudden rogge uit het huis van Herman Nelen, afkomstig van Ghert Wissinck; de dienstmaagd die hij van Derick van Voirst had gekocht; 100 RIJNSE GULDENS uit de Haer te Wederden en de grote Volkerinckkamp die Aleyt van Pesie hem had vermaakt, onder het behoud door Herman van Pesie van diens vruchtgebruik; de roerende goederen; enkele nog te betalen heergewaden door Matheus van Monster en Sweder van Beveren; een vordering van 90 RIJNSE GULDENS op Lubbert van Langhen; een kamp land die Zweder van Aleyd van Pesie gekregen heeft. Verder is de gehele heerlijkheid belast met een jaarlijkse rente van 1500 RIJNSE GULDENS t.b.v. de vrouw van Lubbert van Langhen (de weduwe van Johan van Almelo), die voor de helft na haar overlijden te niet gaat en voor de andere helft gelost mag worden met 1500 RIJNSE GULDENS alsmede een rente van 50 mudden rogge t.b.v. Claes van Beveren, losbaar met 100 RIJNSE GULDENS, en een vordering op Johan van Almelo van de commandeur van Otmersem groot 246 RIJNSE GULDENS, terwijl de volgende goederen in pand zijn gegeven: het erve ter Hamminck, losbaar van Johan van Morbeke met 112 RIJNSE GULDENS; het erve de hof toe Lintloe van Johan Voet met 600 RIJNSE GULDENS; de erven het Vrede en Hofstede van Henrik van Rede met 136½ Postulaatguldens en 40 RIJNSE GULDENS; de Osterhof [te Rijssen] is met toestemming van Zweder bezwaard met een rente van vier mudden rogge per jaar door Heydenrike van Bervoerde; de erven de Ruwehoff, Abbinck en Bersekate te lossen met 800 RIJNSE GULDENS van Reynold Hake; de Avervleder bij Wederdick (Wierdensedijk) met 26 Reynoldusguldens en 16 RIJNSE GULDENS en de Ketelinckcamp met 25 Arnoldusguldens van Johan van Wederden geheten Menninck alsmede van dezelfde het goed Scapinck in Wederden met 114 RIJNSE GULDENS; het erve de Dallhof, waarvan de hofstede gelegen is in de stad Rijssen en de landerijen op de Esch van de zusters van Almelo met 139 RIJNSE GULDENS; de erven Wirike, Husseler en Wolberdinck met 800 RIJNSE GULDENS van Bernd van Bervorde; Kleysenhues, van welke bezwaring geen akte is; de hof te Wederden met 625 RIJNSE GULDENS; de Langcamp van de erfgenamen van Maes ten Pass met 72 Postulaat? en 32 RIJNSE GULDENS; de Hoffcamp met 100 Postulaatguldens van Robert ten Broke en de Plagencamp van de begijnen [te Almelo]. Verder moet nog een rente van elf mudden rogge betaald worden aan een priester te Deventer, wegens het gebruik van land dat Hinrik van Rede aan Johan van Almelo had geleend. Origineel charter in de vorm van een katern (inv.nr. 53), waarvan de zegels van Zweder van Voirst en Otte van Rechter zijn afgevallen. Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 53); idem [16e eeuw] (inv.nr. 1942).
497 1470 december 10 (des manendaghes nae onser liever Vrouwendach nativitatis) Stheven van Haeren, Hermen van Peyse en Gheert van den Cloester, aan de zijde van jonker Sweder, heer van Voirst, en Bertoldus Leppynck, priester, Frederick van Haeren en Wolter van Oy, aan de zijde van heer Otto van Rechteren, ridder, verklaren dat zij een boedelscheiding tot stand hebben gebracht tussen beide broers van de nalatenschap van wijlen hun moeder juffer Coennegont [van Polanen] van Voirst, waarbij wordt bepaald:
* dat Sweder aan Otto zal overdragen het huis en de heerlijkheid Almeloe c.a., van al welke goederen een register opgemaakt zal worden;
* dat Sweder zal behouden een vordering van 100 RIJNSE GULDENS uit de Haer te Wedderden, welk goed Otto niet in leen zal uitgeven totdat Sweder deze som heeft ontvangen;
* dat Otto aan Sweder zal kwijtschelden de vordering van 2000 RIJNSE GULDENS met achterstallige renten afkomstig uit de nalatenschap van hun moeder, terwijl Otto ook de 2000 RIJNSE GULDENS zal voldoen aan Wijnant van Aernem, hun zwager, wegens de bruidsschat van hun zuster Sophia en de jaarlijkse rente van 150 RIJNSE GULDENS aan Johanna van Reede, vrouw van Lubbert van Langen, die deze heeft uit de heerlijkheid Almeloe c.a.;
* dat Otto alle akten die Sweder nu bezit of voor het klooster Almeloe en het klooster Alberghen in bewaring heeft, te weten voor het eerste klooster die van de erven de beide Ghetekoeten, Lodewyck, Robenhaer, Vosshaer en Rengerynck en voor Albergen van de erven Poulynck, Nijehoff en van enkele renten, zal ontvangen en evenzo zal bewaren;
* dat Otto het ontslag uit het leenverband zal naleven dat was verleend aan Herman van Peyse van de tienden uit Tyodinck en Tevenbrynck te Elsen en uit Zwaverdynck met een maat land te Alberghen;
* dat tevens het geschil tussen Sweder en Otto wordt bijgelegd over twee geestelijke lenen te Almen, waarvan Sweder nu collator wordt, en over de tienden uit Dodynckhoff en uit drie morgen land geheten "Peters morghen van Lynden" (de morgen van Peter van Linden) te Wije in de marke Wechterholte, die nu aan Otto zullen komen en
* dat wordt verklaard dat Sweder aan Otto heeft verkocht de helft van de landen en de heerlijkheid van Tul en Twael en dat hij daarvan reeds is voldaan, terwijl Otto de jaarlijkse rente van 50 mudden rogge uit deze heerlijkheid ten behoeve van Zweder van Beveren zal voldoen.
Originele chirograaf op papier (inv.nr. 53). Authentiek afschrift op perkament door notaris Johannes Rodewolt [eind 15e eeuw] (inv.nr. 53); idem op papier door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr. 1447); idem door A.A.W. van Wulfften, notaris te Oldenzaal [ca. 1812] (inv.nr. 1725). Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 53); idem [18e eeuw] (inv.nr. 1445); idem [19e eeuw] (inv.nr. 1515).
498 1470 december 11 (des dinxdags na onser liever Vrouwen conceptionis) Sweder, heer tot Voirst en Keppell, verklaart dat hij de heerlijkheid Almelo binnen heden en pinksteren aanstaande aan zijn broer heer Otto van Rechteren, ridder, zal overdragen, ter voldoening aan een overeenkomst gesloten tussen hen beiden, na tussenkomst van enige scheidslieden, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Deventer. Origineel charter (inv.nr. 53), met het zegel van Sweder van Voerst. Authentiek afschrift op perkament door notaris Johannes Rodewolt [eind 15e eeuw] (inv.nr. 53); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr. 1447); idem. Eenvoudig afschrift [19e eeuw] (inv.nr. 1515).
499 1471 mei 27 (des maendaghes nae Ascensionis domini) Johan Rensinck, richter van Almelo, verklaart dat jonker Sweder, heer tot Voirst en Keppel, aan zijn broer heer Otto van Rechteren, ridder, heeft overgedragen het huis en de heerlijkheid Almelo c.a., volgens een daarvan bestaand register en ter voldoening van hun overeenkomst (zie regest nr. 497 d.d. 1470 december 10). Herman van Peysie en Hinrick van Bervorde. Origineel charter (inv.nr. 53), met de zegels van de richter, Herman van Peysie, Hinrick van Bervorde en Sweder van Voirst. Authentiek afschrift op perkament door notaris Johannes Rodewolt [eind 15e eeuw] (inv.nr. 53). Eenvoudig afschrift [15e eeuw] (inv.nr. 53).
Stukken betreffende het geschil tussen de erfgenamen van Hendrik van Rechteren en diens weduwe Agnes van Westerholt en haar familie over de opvolging in de heerlijkheid Almelo, 1568-1620. Met retroacta, 1363-1561. Afschriften. 1 pak en 2 charters:
329 1450 januari 22 (des donredaghes nae Agnetis virginis) Wailraeven van Moirse, heer tot Baer, Wyllem, heer ten Berg, Seygher van Rechteren, Jacobus Rijps, pastoor te Keppel, Derick Momme van Kell en Gheryt Palick verklaren dat zij als scheidslieden een boedelscheiding tot stand hebben gebracht tussen Frederick van Rechteren ter eenre en zijn kinderen Sweder, Otte, Johan, Seygher en Fije ter andere zijde, waarbij is bepaald dat Sweder zal krijgen de heerlijkheden Voirst en Keppel c.a. en, na het overlijden van zijn vader, de lenen horende onder Rechteren gelegen in Gelre, de graafschap Zuthphen, het land van Cleve en het land van den Berghe, alsmede de helft van de heerlijkheid Tul en Twael na het overlijden van de vrouwe van Tul, terwijl Otte zal krijgen het huis Rechteren c.a. en, na het overlijden van zijn vader, de daaronder behorende lenen gelegen in het bisdom Utrecht en de andere helft van de heerlijkheid Tul en Twael; Sweder moet verder, zolang hij ongehuwd is, jaarlijks 100 guldens geven aan Otte uit de tienden op de Veluwe en, wanneer de jonker van Voerst zal zijn overleden nog eens 50 guldens per jaar daaruit, terwijl wanneer hij trouwt Otte hem 3000 guldens ineens moet uitkeren; Johan en Seygher krijgen elk 100 guldens per jaar te betalen door Sweder, waarvan hij hun scholing moet betalen totdat zij een geestelijke prebende hebben, terwijl ook Fije van hem 100 guldens per jaar zal krijgen, te lossen met 2000 guldens; uiteindelijk zal Sweder zijn vader Frederick jaarlijks 200 guldens geven en samen met Otte alle schulden van de boedel op zich nemen. Origineel op papier (inv.nr. 51), waarvan de drie oorspronkelijk aanwezige opgedrukte zegels van drie van de oorkonders zijn afgevallen. Authentiek afschrift door R. Lemker, secretaris van Kampen 1700 (inv.nr. 1426); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr. 1447). Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 1426). Regest: Graswinckel, Rechteren, nr. 204.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Over de familienaam Heeckeren van Rechteren

Historische gebeurtenissen

  • Graaf Filips I de Goede (Beiers Huis) was van 1433 tot 1467 vorst van Nederland (ook wel Graafschap Holland genoemd)
  • In het jaar 1462: Bron: Wikipedia
    • 12 april » Ondertekening van het Verdrag van Olite door Johan II van Aragón en Gaston IV van Foix.
    • 28 oktober » Troepen van aartsbisschop Adolf II van Nassau-Wiesbaden-Idstein vallen Mainz binnen om zijn voorganger te verjagen. De "Mainzer Stichtsvete" heeft daarmee haar hoogtepunt bereikt.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I36235.php : benaderd 29 maart 2024), "Frederik van Heeckeren van Rechteren heer van Rechteren, Hekeren, Bredenhorst en Rhaen (± 1390-1462)".