Grossier van wolle lakens
Joost Verschuyr de jonge en zijn vrouw Maria Willemsdr wonende in de Luypert Hauttuyn Opgemaakt een besloten testament
Joost Verschuyr de Jonge met zijn vrouw Marya Willemsdr Houttuyn, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam. De weeskamer wordt uitgesloten van bemoeienis.
Joost Verschuyr de Jonghe met zijn vrouw Marya Willemsdr Nieuwehaven, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam. De weeskamer wordt uitgesloten van bemoeienis.
Bartholomeus Reyniersz den Jongenboer, capiteyn, verkoopt een huis en erf gelegen aan de zuidzijde van 't Haringvliet aan Joost Verschuer de Jonge, coopman, voor 5.000 carolus gulden.
Belendingen: Huybert Cornelisz van der Wedde, Mase of Merwede.
Koop gedaan volgens erfdienstbaarheden waaronder Roeloff Dircxz het huis heeft bezeten.
Jasper Lieffhebber, vice-admirael van de Maese, verkoopt aan Claes Kievit een huis en erf aan de zuidzijde van 't Haringvliet voor een bedrag van 7.000 gulden. De koper zal de borgtocht moeten gedogen waarmee het verkochte huis is belast ten behoeve van capiteyn Joost Verschuijr de jonge, in verband met een huis en erf door hem gekocht van capiteyn Bartholomeeus Reijniersz den Jongenboer. Belend ten westen de weduwe van capiteyn Pieter Emmetgens, en ten westen Willem Nobel.
Joost Verschuyren de Jonge en zijn vrouw Maritgen Willemsdr, laeckencoopman Hoochstraat, benoemen elkaar tot algeheel erfgenaam en benoemen tot voogden over hun kinderen Pieter Verschuyren zijn broer Hoochstraat, Pieter Wijnantsz zijn zwager Haerlem.
Jean Ghijsbertsz, coopman, en Joost Verschuyre de jonge, oudt-capiteyn van de burgerije, en coopluyden alhier namens Leendert Jansz en Glaude Rota, beiden coopluyden wonende te Schiedam, machtigen Daniel Coorne, solliciteur in Sgravenhage, om tegen Wijnant de Keijser, mede wonend te 's-Gravenhage te procederen om betaling van gelden te verkrijgen die zij van hem tegoed hebben.
Joost Verschuijr den Ouden en zijn vrouw Maritge Jacobs benoemen elkaar tot erfgenaam. Na beider dood erven hun beider kinderen Elijsebeth Verschuijren, Joost Verschuijren de Jonge, JacobVerschuijren, Margareta Verschuijren, Pouwels Verschuijren en Pieter Verschuijren.
Dezen moeten een legaat van 28.000 gulden geven aan hun jongste broer Johannes Verschuijren, plus linnengoed. Diens voogden na de dood van de langstlevende zullen zijn hun zoon Poulus Verschuijre en hun schoonzoon Pieter Wijnants.
Verder een legaat voor de arme geloofsgenoten, plus de helft van de schuur waar zij met hun geloofsgenoten samenkomen in de Lombertstraat.
Zoon Johannes Verschuijren erft het h.e.e. waarin Joost Verschuijren woont, genaamd St. Joris, aan de Hoochstraet, onder bepaalde voorwaarden, o.a. het betalen van rente aan de erfgenamen van Jan Gijsbrechsz Tromper, wier rentmeester is Gerrit Daemen van Nideck, rentmeester van het Weeshuis.
Prelegaten aan testateurs zuster Catalina Verschuijren en aan het arme Vrouwenhuis.
Joost Verschuyr (Verschuer) de Jonge, die kapitein van de Burgerij is geweest en woont op de Hoochstraet, machtigt zijn winkelknecht Pieter Bijlevelt om namens hem in Zeeland en andere plaatsen al het geld te innen, dat Joost toekomt. Het betreft geleverd laken, karsayen en andere goederen.
Joost Verschuijr de Jonge, laeckencooper, verhuurt aan IJmant IJmantsen, raet bij de admiraliteijt, een huis aan der zuidzijde van het Haringvliet, voor 1 jaar en voor 600 gulden.
Belendingen: ten oosten de weduwe van Huijbert Cornelisz van Velde en ten westen Andries van Aller, strekkend tot de Maes.
Joost Verschuyr (Verschuer) de Jonge, koopman, op de Hoochstraat herroept de machtiging aan zijn gewezen knecht Pieter Bijlevelt. De machtiging is voor deze notaris opgemaakt. Joost machtigt nu Samuel Jansz Coopmans (Coopman), die bij hem inwoont, om voor hem bij Jacob Gorsz (Gorssen of Gorsse) uit Goes 638 pond te innen.
Joost Verschuer de jonge, lakencooper, machtigt Jacob Verhaven, zijn schoonzoon, coopman, om van Marinis Bremans te Sommersdijck 4359 gulden te eisen, die deze hem schuldig is over leverantie van lakenen.
Joost Verschuyr de Jonge, koopman, machtigt zijn bediende Samuel Jansz, om voor zijn helft de overdracht te regelen van woning en gebouw op het eiland Rozenburg; en zijn deel van de kooppenningen te ontvangen. De panden zijn verkocht aan Jan Jacobsz Ackersdijck en Aryen Claesz; ze waren gebouwd door hem en wijlen Maerten Allertsz van der Duyn.
Maria Willems, weduwe en erfgenaam van Joost Verschuijr de Jonge, oud-capitein van de burgerij, volgens het testament van 28-04-1633 voor notaris Willem Jacobs verleden, geassisteerd door Jacob Verhaven, haar zwager, en ontfanger Paulus Verschuijr, mede voor zijn vader, Joost Verschuijr de Ouden, ter ene zijde, en Samuel Coopman, meerderjarige j.m., ter andere zijde, sluiten een overeenkomst over de overname van inventaris van de winkel van Joost Verschuijr de Oude en de Jonge. Johan Blieck en Adrijaen Pieters Hoppesteijn te Delft, ooms van Coopman, stellen zich borg.
Maria Willems, weduwe/erfgename van kapitein Jooost Verschuyr, machtigt haar zwager Johannis Verschuyren en schoonzoon Jacob van der Haeven, om uitstaande schulden te innen.
Maria van der Zegen, weduwe van Joost Verschueren de Oude, benoemt tot haar erfgenamen: Elisabeth Verschueren, weduwe van Willem PieterNoortdijk te Amsterdam, Margaretha Verschueren, weduwe van PieterWijnants uit Haeren, Paulus Verschueren, raad, vroedschap en burgemeester, Pieter Verschueren, koopman, Joannes Verschueren, oud-schepen en schepen van Schieland, haar kinderen, en Elisabeth Verschueren, weduwe van Henrik Pelt en Maria Verschueren, kinderen van haar overleden zoon, en Jacob Verschueren, haar zoon.
Nicolaes Mey, j.m., bijgestaan door zijn zwager Nicolaes (Claes) de Munt te Leyden, [de naam van zijn oom Pieter Mey is doorgestreept], trouwt onder huwelijksvoorwaarden met Geertruyt Pelt, bijgestaan door haar grootmoeder Maria Willems Hoeffwegen, weduwe van Joost Verschuer, haar moeder Elisabeth Verschuer, weduwe van Heindrick Pelt, en haar aangetrouwde oom Jacob Verhaeven, regerend schepen.
Hij is getrouwd met Maria Willemsdr Hoeffwegen.
Zij zijn getrouwd op 21 april 1615 te Rotterdam.Bron 4
JM van Rotterdam, JD van Bleijswijck
Kind(eren):