Arbre généalogique van Kammen Bouma ea » Viglius (Wigle) Aytta (1507-1577)

Données personnelles Viglius (Wigle) Aytta 

Source 1

Famille de Viglius (Wigle) Aytta

Il est marié avec Jacoba Damont.

Ils se sont mariés en l'an 1543 à Brussel, il avait 35 ans.


Notes par Viglius (Wigle) Aytta

Viglius

; text-transform: none; font-weight: 400; color: #222222; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; z-index: 0; letter-spacing: normal; line-height: 1.6; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px; text-decoration-style: initial; text-decoration-color: initial;">5d; margin: 0px 0px 1.4em 1em; line-height: 1.2em;"> 
height: 1px; width: 1px; background: none transparent scroll repeat 0% 0%; position: absolute !important; color: #0b0080; margin: -1px; display: block; border: 0px; padding: 0px;" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Viglius#mw-head">Naar navigatie springenNaar zoeken springenight; clear: right; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; background-color: transparent;">: #f8f9fa; border: #c8ccd1 1px solid; padding: 3px;">lign: left; line-height: 1.4em; border: 0px; padding: 3px;">Frans Pourbus de Oudere
text-decoration: none; background: none transparent scroll repeat 0% 0%; color: #0b0080;" title="Fries (taal)" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Fries_(taal)">Fries gelatiniseerd tot Viglius ab Aytta Zuichemus (Wirdum, 19 oktober 1507  Brussel, 8 mei 1577), was een vooraanstaande Nederlandse staatsman, die een grote rol speelde in het bestuur van de Nederlanden onder Karel V en Filips II. Daarnaast heeft hij naam gemaakt als humanist, rechtsgeleerdeen verdediger van het katholicisme. Viglius maakte carrière op grond van zijn bekwaamheden, niet op grond van afkomst en geboorte als zoon van een Friese herenboer.


ont-size: 13px; overflow: hidden; font-family: sans-serif; background: none transparent scroll repeat 0% 0%; font-weight: bold; color: #000000; margin: 1em 0px 0.25em; display: inline; line-height: 1.3; border: 0px; padding: 0px;">Inhoudle="margin-bottom: 0.1em;">1Studie en universitaire loopbaan://nl.wikipedia.org/wiki/Viglius#Raadsheer_en_diplomaat_onder_Karel_V">2Raadsheer en diplomaat onder Karel Vnd: none transparent scroll repeat 0% 0%; color: #0b0080;" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Viglius#Raadsheer_onder_Filips_II">3Raadsheer onder Filips II.1em;">4Persoonlijke initiatieventoclevel-1 tocsection-5">5Werkenli class="toclevel-1 tocsection-6">6Literatuurwikipedia.org/wiki/Viglius#Zie_ook">7Zie ook-bottom: #a2a9b1 1px solid; font-weight: normal; color: #000000; margin: 1em 0px 0.25em; line-height: 1.3; padding: 0px;">Studie en universitaire loopbaan[bewerken]//nl.wikipedia.org/wiki/Eigenerfde">eigenerfde boeren werd Viglius in 1507 op de stins Barrahuis bij Wirdum (een dorp in Friesland in de buurt van Swichum) geboren als zoon van Folkert Aytta en Ida Hanya. Hij werd opgevoed in Leeuwarden bij zijn oom, de jurist Bernard Bucho (1465-1528), die in 1519 lid van het Hof van Holland werd. In dat jaar ging Viglius naar de kapittelschool van Deventer en vervolgens studeerde hij letteren en rechten te Leuven, Dole, Avignon en Valence, alwaar hij in 1529 promoveerde tot doctor in de beide rechten.


Ook na zijn studies vertoefde hij regelmatig in de universitaire kringen van Frankrijk, de Duitse landen, Zwitserland en Italië, waar hij wetenschappelijke relaties onderhield met diverse geleerden, onder wie de grote humanist Desiderius Erasmus. In 1532 werd hij, op 25-jarige leeftijd, hoogleraar in de rechten te Padua, en tussen 1535 en 1541 was hij achtereenvolgens lid van het Rijkskamergerecht te Speyer en hoogleraar rechten te Ingolstadt, waar hij van 1538-1539 ook rector magnificus was. Hij verkoos deze academische functie boven het leraarschap van kroonprins Filips en andere eervolle ambten die diverse vorsten hem aanboden.[1]


Raadsheer en diplomaat onder Karel V[bewerken]

>In 1542 keerde Viglius terug naar de Nederlanden en werd hij op voorspraak van Nicolas Perrenot de Granvelle door Karel V benoemd tot lid, en in 1549 tot voorzitter van de Geheime Raad te Brussel. Bovendien werd hij in 1543 ook lid van de Grote Raad van Mechelen en in 1554 zelfs voorzitter van de Raad van State. Lidmaatschap van de Raad van State was oorspronkelijk voorbehouden aan de hoge adel. Dat Viglius als jurist van burgerlijke afkomst voorzitter van deze raad werd, leidde dan ook tot irritatie bij de adel.


Als een van de meest vooraanstaande juristen van zijn tijd was hij het brein van het Habsburgse regeringsapparaat te Brussel. Als zodanig hield hij zich ook bezig met de complexe relatie van de Nederlanden tot het Heilige Roomse Rijk. In 1545 kwam hij in een gedegen rapport tot de conclusie dat alle patrimoniale gewesten en Friesland lenen van het Rijk waren. Uit dien hoofde hadden zij recht op bijstand, maar zonder dat dit afbreuk aan de rechten en vrijheden zou moeten doen.[2]


In 1547 ging Viglius namens de Nederlandse regering van Maria van Hongarije naar de Rijksdag van Augsburg om over een definitieve regeling voor de Nederlanden te onderhandelen. Na langdurige onderhandelingen wist Viglius in juni 1548 overeenstemming met de Duitse Rijksstanden te bereiken over de Transactie van Augsburg.


In dit verdrag kwamen Karel V, als landsheer van de Nederlanden, en de Rijksdag overeen dat alle Habsburgse Nederlanden in de Bourgondische Kreits opgenomen werden. Als tegenprestatie voor eenzelfde bijdrage als van twee keurvorsten werd dit nieuwe territoriale geheel vervolgens onttrokken aan de jurisdictie van het Rijkskamergerecht en de wetgeving van het Heilige Roomse Rijk. Hiermee verkregen de Nederlanden nagenoeg volledige onafhankelijkheid.


Raadsheer onder Filips II[bewerken]

edrijke beschermheer Nicolas Perrenot de Granvelle in 1550 ging de loyaliteit van Viglius over op diens zoon Antoine Perrenot de Granvelle. Met hem zou hij voortaan zeer nauw samenwerken. Na de troonsafstand van Karel V en Maria van Hongarije in 1555 wilde Viglius ontslag nemen, maar de oude keizer en zijn zuster drongen erop aan dat hij in functie zou blijven. Als beloning daarvoor werd hij aangewezen als coadjutor van de proost van het rijke Sint-Baafskapittel in Gent.[3]


Onder de regering van Filips II werkte Viglius nauw samen met de nieuwe landvoogdes Margaretha van Parma. Als voorzitter van de Raad van State behoorde hij ook tot de consulta, het drietal raadsheren met de meeste invloed op Margaretha.


Als eindverantwoordelijke voor de toepassing van de keizerlijke ketterijplakkaten pleitte Viglius voor een gematigde uitvoeringspraktijk. Hij verwachtte meer van overtuiging met redelijke (en volgens hem superieure) argumenten dan van het gebruik van de botte bijl. Viglius hield zich aan Erasmus' advies, die hem ooit persoonlijk aangeraden had het voorbeeld van een stervende te volgen, die op de vraag van de duivel wat hij geloofde, gezegd had: "Wat de kerk gelooft." En op de vraag wat de kerk geloofde, zei: "Wat ik geloof."


Viglius was een trouwe dienaar van koning Filips II, wat niet wegneemt dat hij kritiek had op de politiek van de koning en met name op diens grote religieuze intolerantie, maar gebruuskeerd heeft hij de koning nooit. Bij de afkondiging van de "Matiging" door Margaretha van Parma betoonde Viglius zich een voorstander van de voorgestelde maatregelen.


Met de hertog van Alva geraakte hij echter gauw op gespannen voet: wel had hij een groot aandeel in diens Criminele Ordonnantie, maar onder meer door zijn pleidooi voor terughoudendheid in de kettervervolging, zijn relaties met "verdachte" humanisten en zijn heftig verzet tegen de ;Tiende Penning, haalde hij zich Alva's haat op de hals. In 1569 trad hij af als voorzitter van de Geheime Raad, maar bleef nog wel voorzitter van de Raad van State. In die hoedanigheid riep hij in 1576 op tot de vergadering van de Staten-Generaal die de Pacificatie van Gent tot stand bracht.


Zijn herhaalde oproepen tot gematigdheid aan het adres van Filips II, de landvoogden én de opstandige edelen bleken aan dovemansoren gericht. Hij zag zich meer en meer gedwongen een beleid uit te voeren dat niet het zijne was, wat hem frustreerde en teleurstelde. Hij overleed in 1577 en ligt begraven in de Nicolaaskapel van de Sint-Baafskathedraal te Gent.


Persoonlijke initiatieven[bewerken]

r: left; margin: 0.5em 1.4em 1.3em 0px; background-color: transparent;">border: #c8ccd1 1px solid; padding: 3px;">style="float: right; margin-left: 3px; margin-right: 0px;"> 
transparent scroll repeat 0% 0%; color: #0b0080;" title="Jacob de Punder" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacob_de_Punder">Jacob de Punder, 1564