De oudste zoon Gerrit Pietersz. Cranendonck huwde met een rijke weduwe aan de Hordijk in West-IJsselmonde, was jarenlang waarsman in de polder Dirk Smeetsland en bracht het op het laatst van zijn leven tot schout van het Westambacht. In Oost-IJsselmonde vervulde zijn broer Pieter Pietersz. Cranendonck eveneens het schoutsambt, naast vele functies in het polder- en dorpsbestuur. Twee jongere broers, Willem en Huijg Pietersz. Cranendonck, waren ook gevestigd aan de Hordijk in Oost-IJsselmonde, waarbij vooral de laatstgenoemde vele functies in de polderbesturen van West IJsselmonde bekleedde en blijkens de belastingkohieren aan het eind van de zestiende eeuw één van de rijkste inwoners van het dorp IJsselmonde was. Een andere broer, Cornelis, was gevestigd in het dorp Bolnes onder Ridderkerk, waar hij enkele openbare functies vervulde, al keerde hij op het eind van zijn leven weer terug in zijn geboortedorp IJsselmonde.
In 1609, bijna 35 jaar na het overlijden van Gerrit, ontstond nog een conflict tussen de erfgenamen van de schout Pieter Pietersz. Cranendonck en diens broer Huijg Pietersz. Cranendonck over de opbrengst van een zekere aanwas in West-Barendrecht, “eertijds gekomen van Geerit Pieterse Bootser en zijn huisvrouw zaliger”.
Opmerkelijk is dat zeer veel leden van dit IJsselmondse geslacht Cranen donck gebruik maakten van het alias “Boots” of “Bootser”, een naam die generaties lang regelmatig opduikt en zelfs in vrouwelijke lijn werd voortge zet! Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn, dat de naam diende om de familie te onderscheiden van andere geslachten Cranendonck, die immers in dezelfde streek gevestigd waren. De betekenis en herkomst van deze naam is onduidelijk, vermoedelijk is zij afgeleid van het Middelnederlandse woord “bootse” (ook: boetse/botse/butse), waarvan de betekenis is: bult, buil, oneffenheid31, maar ook andere verklaringen zijn denkbaar. De naam komt al voor bij de derde generatie van het hier behandelde geslacht en zal ongetwijfeld een aanwijzing zijn voor de herkomst van de familie, waarbij wellicht gedacht moet worden aan een familienaam die uit een vrouwelijke lijn afkomstig is
Twee of drie hoorns (soms vergezeld van een ster), met In een vrijkwartier twee vertikaal geplaatste afgewende zalmen met de koppen omhoog;
helmteken: een vlucht. Volgens de studie van ir.A.Kranendonk zouden de kleuren zijn: rode hoorns in een schild van goud, en zilveren zalmen in een groen vrijkwartier. (afbeelding: ir.A. Kranendonk, bijgevoegd in Aldfaer)
(Opvallend is dat) het wapen grote gelijkenis vertoont met het wapen van het oudste geslacht Cranendonck in de Riederwaard: drie hoorns (2 en 1) met in een vrijkwartier linksboven (heraldisch rechts) twee vertikaal geplaatste zalmen met de koppen omhoog.
Meer over het wapen in bron-document, zie bron
De familie groep Cranendock te IJsselmonde begint met Pieter Willem Gerrits Cranendonck alias Bootser
- 155(4?): Gerrit Pietersz. diverse malen vermeld als bruiker van huurland in Smeetsland, o.a. 13 mr van Gerrit Roelofsz. tot Leijen (10e penn.W-IJsselm; Staten v.Holl.voor 1572,nr.845)
- 13.04.1558: getuigen schout, heemraden en enige inwoners van Oost Barendrecht, dat "het huls van Gerit Ariensz. salig(er) memorie 6 jaar daarvoor vanuit Smitsland onder IJsselmonde naar Oost-Barendrecht was verplaatst en dat door de overstroming" (Heer1.O-& W-Barendr.99)
— 1559: "Gherit Pieterszoon bruijct van de weduwe van Duivenvoord twee marghen ende een half" (In Nieuw-Pendrecht) (10e penn.Pendr; Staten v.Holl.vóór 1572, nr.1076)
no. 183 folio XCVI philips geerlofse verkoopt aan huig pieterse cranendonck, voogd van marijcken andriesse, laatstelijk weduwe van gerrit pieterse cranendonck twee morgen en drie hond min drie roeden land, gelegen in de negentiende hoeve van het oostambacht van ijsselmonde toebehorende aan de heer van merode met de weduwe van gerrit hermanse. de ene helft of tien morgen belendende ten oosten philips geerlofse met de heer van merode en de weduwe van gerrit hermanse, ten westen dirk fijck van den hove, ten zuiden huig pieterse en ten noorden de gemeenlandse kolkkade. het land is belast met een jaarlijkse losrente van zes karoligulden te lossen met de zestiende penning waarop jan andriesse te zwijndrecht aanspraak maakt. schout: pieter pieterse van cranendonck; heemraden:
cornelis pieterse, fop dirkse, pauwels mathijsse, pieter wouterse, pieter dirkse, lenaart japhetse, jan janse in ’t velt; 14 januari 1584
18.05.1609: comp. de erfgenamen van Pieter Pieterse Craennendonck en Adriana Geeritsz. zaliger; zij eisen van Huijgo Pieterse Craennendonck delen van een zekere aanwas In West-Barendrecht, hen aanbestorven van hun ouders voorn.zaliger, eertijds gekomen van zal.Geerit Pieterse Bootser en zijn huisvrouw (ORA O-IJsselm.158,f.36) (zie verder bij Illb
Il est marié avec Marijcken Andries.
Ils se sont mariés à l'église avant le 1564.Source 5
Enfant(s):
alias Bootser
Gerrit Pietersz Cranendonck alias Bootser | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1564 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marijcken Andries |
http://www.genealogieonline.nl/voorouders-de-winter/I2613.php
De Geslachten Cranendonck in Holland ca.1400-1700 door Ir.C. Sigmond en K.J. Slijkerman
Ineke Kroon
Oost-IJsselmonde: Register van overdracht, gifte, schuld, rente en kustingbrieven, 1552-1598 Stadsarchief Rotterdam, toegangsnr. 8 (Archieven van de ambachten Oost- en West-IJsselmonde), inv.nr. 183 door Michel Bal, https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=12281&type=source
Bron: De Geslachten Cranendonck in Holland ca. 1400-1700 door Ir. c.Sigmond en K.J.Slijkerman].