Adriaen (Adriaen, Ariaen) Meeuwsz (Bartholomeusz Meeusz, geb ca 1540, heilige geestmeester (1582, 1585, 1590 ern schepen van Strijen, heermraad van het Oudeland van Strijen (1587-91), overl. Kort na 28-6-1590, waarsch in 1591, tr Teuntge Ariensdr, overleden na 9-10-1594, mogelijk zuster van Bastiaen Adriaen Andriessz, voorvader van het geslacht Verweel.
Vanaf 1585 komt Adriaen Meeusz. met grote regelmaat voor in de archivalia van Strijen. Opmerkelijk is, dat hij in tegenstelling tot zijn broer Jan, slechts zelden vermeld wordt met het ‘chique’ patroniem Bartholomeusz., maar meestal met het ‘gewone’ Meeusz. Behalve in zijn functie als heiligegeest- armmeester, wordt hij o.a. genoemd als leverancier van riet (1586/87) en reuzel (1588/89). In 1588 wordt Adriaen Meeusz. genoemd als ingeland in de nieuwe polder Bonaventura.84 Dat Adriaen een nogal opgewonden standje is geweest, blijkt wel uit het bij zijn vader beschreven proces van 1587, waarbij ongeregeldheden ontstonden met de waarsman van Strijen.de jaartzelfde jaar Claes Jacobs Lem in plaats van Adriaene Geestland, waarvan Bastiaen Adriaensz. en Theungen Adriaens, weduwe van wijlen Adriaen Meeusz. met haar dochter de andere helft bezitten. Genoemde Bastiaen Adriaensz. (Verweel) is vermoedelijk de broer van Teuntje entreedt in deze zaak op namens haarzelf of namens haar niet aanwezige dochter. Teuntje komt nog een paar keer voor in de rekeningen van de polder Oudeland van Strijen. In 1592 koopt zij 1200 halve schoven riet die voomoemde Bastiaen Ariens, heemraad van Oud-Strijen, had doen snijden van land waarover de dijk van Nieuw-Bonaventura gelegd is. Bovendien koopt zij nog 16 ‘oude poten met wat snijtsel van deselve poten’. In 1594 koopt zij opnieuw zeker ‘afgehouw van de pooten’ en nog wat oude planken gekomen van de ‘oude heulen’
heilige-geestmeester (1582, 1585, 1590), collecteur van de verpondingen (1585, 1590) van Strijen, heemraad van het Oudeland van Strijen (1587-1591),
Jopgen is een dochter van Bartholomeuss. (Meeusz.) die in Strijen naast zijn boerenbedrijf diverse functie bekleedt, zoals schepen, heemraad en heilige geestmeester.
De moeder van Jopgen is vermoedelijk een telg van een eveneens vooraanstaande Strijense boerenfamilie, die later onder de namen als Verweel (Verwael, van der Wael) Hoogewerf en Meerenburgh door het leven zou gaan.
Vanaf 1585 komt Adriaen Meeusz. met grote regelmaat voor in de archivalia van Strijen. Opmerkelijk is, dat hij in tegenstelling tot zijn broer Jan, slechts zelden vermeld wordt met het ‘chique’ patroniem Bartholomeusz., maar meestal met het ‘gewone’ Meeusz. Behalve in zijn functie als heiligegeestarmmeester, wordt hij o.a. genoemd als leverancier van riet (1586/87) en reuzel (1588/89). In 1588 wordt Adriaen Meeusz. genoemd als ingeland in de nieuwe polder Bonaventura. Dat Adriaen een nogal opgewonden standje is geweest, blijkt wel uit het bij zijn vader beschreven proces van 1587, waarbij ongeregeldheden ontstonden met de waarsman van Strijen. (zie Ons Voorgeslacht 2020 juli/augustus)
In juni 1590 tekent Adriaen Meeusz. als collecteur van de verponding, maar in het volgende jaar wordt al aangegeven dat Adriaen Meeusz. zaliger, collecteur van de verpondingen, met Pieter Corstiaensz. Spruijt en Lenert Claesz. de verponding over 1590 zou innen, maar dat hij inmiddels is overleden. Vanwege zijn overlijden wordt in hetzelfde jaar Claes Jacobs Lem in plaats van Adriaen Meeusz. tot heemraad benoemd.
Met het overlijden van Adriaen Meeusz. heeft Bartholomeus Sijmonsz. zijn beide zoons overleefd.
Elle est mariée avec Adriaen Barthelmeeusz. (Meeusz. Meeuwisz.).
Ils se sont mariés à l'église.Source 2
Enfant(s):
Teuntje Andries (Theunge Toentge) Verweel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriaen Barthelmeeusz. (Meeusz. Meeuwisz.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
ONS VOORGESLACHT Jaargang 65 juli/augustus 2010 624 vanaf pag 350
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE NAAMDRAGERS VERWEEL, VERWAEL, VAN DER WAEL, HOOGEWERFF EN MEERENBURGH UIT STRIJEN door K.J. Slijkerman
https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/02/OV_624_juli-augustus_2010.pdf