(1) Il est marié avec Nn Nn.
Ils se sont mariés à Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands.
(2) Il est marié avec Clementia Jacob Pieterszoondr. van Sel.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
(3) Il est marié avec Geerte of Geertruijd Claes Rijcx.
Ils se sont mariés
Hij is de vierde zoon. Hij is zijn vader in het schoutambt opgevolgd.
Een vierde zoon is Willem Jansz, die zijn vader in het schoutambt van Alkmaar is opgevolgd.
In "Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der Provincie Noord-Holland", deel 1, blz. 141, sub. 449 is de grafsteen beschreven van een van zijn echtgenoten, nl. van Clemens Jacob Pietersdr (van Zel), overl. 24 juli 1537. de goederen van deze vrouw werden tbv. haar beide kinderen (Adriaan en Marijtje) dd. 6 augustus van het volgend jaar op het Wezenboek van Alkmaar ingeschreven (deel II, fol. 36; tegenwoordig waren Machteld Maertijns, bestemoeder, Mr. Pieter Pentman, oudoom van moederszijde, Mr. Jeronimus Jansz, oom van vaderszijde en Jan Jansz Buijser, zusterling van moederszijde).
Na de dood van Clemens is de schout opnieuw getrouwd en wel met Geerte of Geertruijd Claes Rijcx, die haar man overleefd heeft en driemaal getesteerd heeft, nl. op 20 december 1553 voor heer Jan Adriaansz, notaris te Alkmaar; op 15 april 1558 voor notaris Dirk van Teijlingen te Alkmaar en op 30 juli 1558 voor notaris Dirk van Foreest te Alkmaar, waaruit telkens blijkt, dat zij geen kinderen nagelaten had, daar zij haar bezittingen in hoofdzaak gelegen in de streek tussen Hoorn en Enkhuizen, aan derden vermaakte.
Merkwaardig is nu vooral, dat in de oudste grafregisters van de Alkmaarse Grote Kerk, waar Geerte Claes Rijcx begraven werd, een graf ten name van haar en hare erven werd geboekt, dat getekend is met het primitieve Egmondse wapen, wederom gebroken door de smalle lijn der bastaardij. Een bewijs dus, dat ook haar man gemeend heeft, zich steeds te moeten rangschikken onder de bastaarden uit Egmond (Grafboek Grote Kerk Alkmaar, inv. Gemeente Archief no. 55 of oud: V18, 1e serie 11, fol. 33v en 44v, graf no. 17 F, Noorder Gang (oude nummering)).
En in de collectie schepenzegels van het Alkmaars gemeentesrchief wordt van Willem Jansz een zegel bewaard van 1538, waarop hij precies hetzelfde (gebroken) wapen voert.
Blijkbaar heeft de schout Willem Jansz. een derde vrouw gehad en zag van Leeuwen het goed. Met haar moet hij het eerste getrouwd zijn geweest, als jongeman dus en wij weten zeker, dat zij uit Schiedam afkomstig was, althans in het dossier van der Feen-de Lille komt een kwitantie voor die daarvoor het bewijs levert en die woordelijk aldus luidt:
"Wij kerckmeesteren van Alcmaer, doen te weten, dat Jan Gerijtsz bailliu van der Nijenburch ons up huydent voldaen ende
vernoucht heeft voor Willem Jansz zijn zoon die tot Schiedam gehuwelyct is, van zijn pontgelt ofte exue van zijn moeder erffenisse dair of dat wij ons houden voldaen torconden onsse handteijcken hier onder gestelt up de XIIe in September Ao XVC negentien. Gherijt Maertsz Roeest.
XX gulden by min Symon Jansz.
; de Teylingen".
(in dorso: "die quytancij van Willem Jansz mijn zoon van sijn exue die kerck betaelt").
Van Willem Jansz. is een acte bewaard van 9 September 1518, waarin hij zijn vader kwijting verschaft voor de voldoening van een schuld op grond van zijn huwelijksvoorwaarden, welk stuk door hem is ondertekend.
Hij schrijft "Wyllem Jansz”, zonder achternaam dus, maar wèl plaatst hij onder zijn naam zijn merk. Het merk bestaat uit twee gekruiste weerhaken, beide zonder voet. Aangezien een edelman nooit ofte nimmer een merk placht te voeren, vormt dit verschijnsel opnieuw een sterk vermoeden tegen de beweerde hoge adellijke afkomst van de hier besproken familie!