Généalogie Krook » Histoires » 8. De tak Krommenie (Krook)

Krook - Krommenie

In Krommenie leven rond 1650 - 1700 drie familie’s Krook, waarvan tot dusver geen gezinsverbanden kunnen worden aangetoond.

De 1e stamlijn - Baart Pietersz Krook *1615 - 1654 
Getrouwd ± 1635 met Lijsbet Claas.

De 2e stamlijn - Jan Clasenzn Crook  * 1650 - 1718 
Getrouwd ca. 1680 met Grietje Engels. Deze familie is begin vorige eeuw uitgestorven.

De 3e stamlijn - Jan Sijmonsz Krook *1700 -  1751 
Getrouwd omstreeks 1724 met Stijntje Jaspers.  

Pieter Janszn, een kleinzoon van Baart Pieterszn had een zoon van Jan Clasenzn kunnen zijn, maar dat is beslist niet zo. Dit blijkt uit een oude akte. Er moeten dus omstreeks 1680 twee Jan-nen Crook in Crom­menie hebben gewoond. Dit probleem op te lossen is een bijna onmogelijke opgaaf.

Verder zou S.J.Crook (zie bij het gedeelte “De Kerk”) wel de vader van Jan Sijmons geweest kunnen zijn. Jammer genoeg zijn over S.J.Crook geen gegevens meer te vinden. Het nageslacht van de Krook-en uit Krommenie blijven voor het grootste gedeelte hun provincie trouw. De kinderen van Jan Sijmonszn Crook verhuizen al vroeg naar Wormerveer.

De kerk

De Krook-en in Krommenie zijn omstreeks 1700 bijna allen aangesloten bij de Doopsgezinde Gemeente. Ook daarna zijn vele Krook-en van diezelfde kerk lid. Hun kerk was het Vermaningshuis. 

Vóór 1800 werden de aantekeningen van geboorte, doop, trouw, overlijden en begraven bijgehouden door de kerk, waarbij men was aangesloten. Door een grote brand, die door hooibroei op 22 Juli 1702 uitbrak op de boerderij van Joseph Gorter ging een groot gedeelte van de 's Heerenweg (Noorderhoofdstraat) in vlammen op.
De huizen, in die tijd vaak van hout gebouwd, werden, door een hevige wind aangewakkerd, een prooi van het vuur. Het houten Vermaningshuis ging tevens in vlammen op. Ook de administratie ging verloren. Het is daarom bijna ondoenlijk gegevens van de gezinnen van vóór 1702 te reconstrueren. De naam Krook komt in de geschiedenis van de Doopsgezinde Kerk van Krommenie meer dan eens voor:

Middelen van bestaan

In de 17e eeuw kwam de Verenigde Oost-Indische Compagnie (V.O.C.) tot grote bloei. Het was in die tijd 's werelds grootste handelsonderneming. Onder andere in Krommenie werden hiervoor schepen gebouwd en uitgerust. De rolrederijen (productie en verkoop van zeildoeken) deden goede zaken. Jan Clasenszn Crook alsmede zijn zoon Engel Janszn en Jan Sijmonszn Crook oefenden het beroep van rolreder uit. Vooral Jan Clasenzn en zijn zoon Engel zijn hiermee rijk geworden.

Lange tijd lag het centrum van de zeildoekindustrie in Krommenie. Tijdens deze periode waren de rolrederijen er een belangrijke bron van werkgelegenheid. De kwaliteit van het Hollandse zeildoek uit Krommenie was internationaal befaamd. In 1851 stonden in Krommenie, dat toen ongeveer 2500 inwoners had, 434 weefgetouwen, die samen 20.588 rollen zeildoek produceerden. In die tijd waren nog acht rolreders actief (in heel Nederland dertien). Het piekjaar voor Krommenie was 1725 met 33.272 rollen en 41 rolreders (Nederland 58). Op oude gevelstenen en Friezen zijn hier nog de overblijfselen van te vinden.

Engel bezat bij zijn overlijden in 1722 vele huizen, landerijen, aandelen in hennepmolens en een grote voorraad roerende goederen zoals rollen linnen, kopergoed, porselein en 1950 gulden en 9 stuivers aan specie. Toch was het in die tijd een onzeker bestaan. Door branden, overstromingen en Franse rooftochten ging veel verloren. In het begin van de 19e eeuw is Krommenie een arm dorp.

Doordat de zeilvaart werd vervangen door de stoomvaart liep het werk van de de rolrederijen sterk achteruit. Begin 1800 gaat de V.O.C.  failliet. Er heerste grote werkloosheid. Toch hebben de bewoners van Krommenie het hoofd boven water gehouden. Met de Krook-en ging het over het algemeen vrij goed. Zij waren schipper, smid, koopman, winkelier, timmerman of goudsmid. Tot op de dag van vandaag spelen de Krook-en nog een rol in Krommenie.

La publication Généalogie Krook a été préparée par .contacter l'auteur