Geboren in het huis staande aan de Molensteeg 36 te Rotterdam. Aangifte gedaan door de verloskundige, Geertruida Maria van Til oud 42 jaren.
Tijdstip: 23:00
Woonachtig als volgt:
10-03-1912 geboren te Rotterdam, Molensteeg 36;
17-04-1993 te IJsselmonde (verpleegtehuis Antonius) overleden
Annie wordt op zondag 10 maart 1912 geboren te Rotterdam. Ze volgt Lager Onderwijs en is evenals haar oudere zus Marie een trouwe hulp in het gezin. De winkel van haar ouders vergt veel tijd. Zij verzorgt bovendien moeder Trijntje met haar zere been en zet koffie en thee en kookt voor de broers, die met hun werk en studie of de politieke discussies, daar geen tijd voor hebben.Ook de winkel aan de Molensteeg 36 wordt na sluitingstijd (10 uur 's avonds) weer keurig gedweild. Kort voor het bombardement op Rotterdam (14 mei 1940) ontvluchten ze de Molensteeg en gaan tijdelijk inwonen bij hun broer (Kees/Karel?) elders in Rotterdam. Daarna krijgen ze een woning toegewezen aan de Schielaan 48b te Rotterdam-Overschie. Ze wordt op donderdag 14 augustus 1941 lid van de N.S.B. onder stamboeknummer 162625. In een intern rapport van de N.S.B opgemaakt door H. Schrijnder, Pieter de Hoochplein 29 te Rotterdam-Overschie staat op 5 september 1940 te lezen: "haar houding ten opzichte van de N.S.B. en Nationaal-Socialisme en gedrag in en buiten de Beweging zijn correct. Zij verricht (nog) geen werkzaamheden in de Beweging. Haar beroep is dienstbode, als hoedanig zij goed staat aangeschreven. Reden van toetreding: andere huisgenoten zijn reeds lid. Zij bezoekt regelmatig vormingsavonden. Mij zijn geen feiten ten nadele van haar karakter en omgeving, financiëele betrouwbaarheid en zedelijk gedrag ter ore gekomen." Mede op basis van dit rapport wordt Annie aangesteld om de contributiegelden voor de N.S.B. te gaan innen. De R.K. geestelijkheid, die ermee bekend was dat een deel van de familie Blom pro-Duits was, maakte Annie hiervan verwijten en verbood haar haar plichten waar te nemen. Op dolle dinsdag, 6 september 1944, besluit Annie met de overige nog thuis wonende gezinsleden naar Duitsland te vertrekken. Een barre tocht in slecht weer, eerst naar kamp Westerbork en vandaar verder naar Hohenhagen een plaatsje halverwege Bremen en Hannover op de Lüneburger Heide. Daar blijven ze tot vrijdag 9 maart 1945 wanneer de familie Blom weer op weg naar Nederland vertrekt. Ze worden ondergebracht in Muntendam in Groningen waar ze op maandag 28 mei 1945 door de Binnenlandse Strijdkrachten worden gearresteerd. De volgende dag, dinsdag 29 mei 1945 wordt Annie voor de eerste maal verhoord door Jitze van Houten, Wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, werkzaam bij de Politieke Opsporings Dienst in het District Veendam. Annie verklaart dan lid te zijn geworden van de N.S.B. omdat ze veel voor de partij voelde. Ze wordt door Jitze van Houten in het verhoorrapport (dossier nr: 1250/1) afgeschilderd als een zielig, zenuwachtig type. Ze is ook direct na haar arrestatie onder doktersbehandeling gesteld. Bij haar arrestatie zijn de volgende documenten in beslag genomen: *N.S.B. lidmaatschapskaart 1943/1944; *persoonsbewijs nr: R22/000847 op haar naam; Eind mei 1945 wordt ze overgebracht naar Rotterdam en daar opgesloten in het kamp aan de Hoofdweg. Op zaterdag 4 augustus 1945 wordt ze omstreeks 11.30 uur verhoord door Frederik Hekman, rechercheur van de P.O.D., tevens onbezoldigd Rijskveldwachter in het gebouw van de P.O.D. aan de Oude Binnenweg (gebouw Vroom & Dreesman) te Rotterdam (dossier nr: 6575). Het onderzoek van de P.O.D. wees uit dat de rol van Annie voor de N.S.B. een zeer beperkte was, ze was de beste van het stel. Ze wordt op 18 juli 1946 door de Procureur-Fiscaal van het Bijzonder Gerechtshof te 's-Gravenhage, Mr. H.R. Lammers, bij zijn beslissing betreffende voorwaardelijke buitenvervolgingstelling met een proeftijd van
1 jaar toezicht opgescheept en een onder beheerstelling van haar vermogen met opdracht van het bewind daarover aan het Beheersinstituut inzake art, 33 van het Besluit Vijandelijk Vermogen tot 1 maand na dagtekening. Zij wordt onder toezicht gesteld van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. Alvorens zij een baantje moet zoeken krijgt zij eerst nog een rustkuur voorgeschreven gezien haar zwakke gezondheidstoestand. Haar toezichthouder is
D. de Jonge, Uitenhagenstraat 197b te Rotterdam die in zijn eerste rapport van 20 oktober 1946 melding maakt van het feit dat Annie samen met haar vader en broer op een klein zolderkamertje inwoont bij haar broer aan de Carnissesingel 251b te Rotterdam. Hij vraagt om een woning voor Annie, haar vader en broer Jan. Annie helpt intussen haar schoonzus als hulp in de huishouding en later bij de Fam. Vermegen aan de Kerstant van de Bergelaan 42 te Rotterdam. In april 1947 wordt het toezicht overgenomen door Mw. Twigt, Breitnersingel 24 te Rotterdam die eveneens toezichthoudster is van haar oudere zus Marie. . Annie is nog steeds erg nerveus en wordt enige tijd bij familie buiten Rotterdam ondergebracht om weer op krachten te komen (Heiloo/Badhoevedorp?). Met ingang van donderdag 1 mei 1947 gaat zij werken in de keuken van het kindertehuis St. Jozef aan de Lange Nieuwstraat 199 te Schiedam. Daar werkt ook haar oudere zus Marie, zodat zij hier een vertrouwd gevoel heeft. Het laatste toezicht rapport dateert van 23 juli 1947 waarin Mw. Twigt schrijft: "op 18 juli 1947 is het toezicht geëindigd over Anna Catharina Blom. Zij heeft zich tijdens het toezicht doen kennen als een slap nerveus meisje. Betrokkene heeft geen omgang met andere Politieke Deliquenten en ons zijn geen handelingen bekend in strijd met goed Nederlanderschap. Sinds kort is zij werkzaam in de keuken van het kindertehuis St. Jozef te Schiedam en vindt deze werkkring erg prettig. Er zijn geen termen aanwezig om het toezicht te verlengen". Met ingang van 13 november 1947 krijgt Annie ook weer het eigen beheer over haar vermogen.
Inmiddels heeft vader en broer Jan een woning toegewezen gekregen aan de Madeliefstraat 13b te Rotterdam waar Annie dan ook gaat wonen. Daar zorgt ze zo goed en zo kwaad ze kan haar vader, broer en zus. In 1968 overlijdt vader. Na de dood van Gré en Jan, respectievelijk april en oktober 1974, kan zij door haar eigen zware rheuma niet meer alleen blijven wonen. Met tussendoor vele ziekenhuisopnames verblijft zij lange tijd in het verpleegtehuis Antonius in IJsselmonde, waar ze een eigen plaats verwerft door haar interesse voor de verpleegsters en de medepatiënten. Ze zet zich in voor de liturgievieringen en onderhoudt ook in de familie vele contacten per telefoon en brief. Op vrijdag 17 april 1993 overlijdt Annie in het verpleegtehuis te IJsselmonde.