Op 4.2.1769 erft zij de boedel van haar overleden ouders, alsmede een bedrag van 100 gulden (zie: ONA, Corn. Bosch van die datum). Op10.3.1769 ontvangt ze haar aandeel van een obligatie ad. 1000 gulden, komend uit de erfenis van haar overleden ouders; de schuldenworden tevens hiermee verrekend (zie: ONA, Corn. Bosch van die
datum).
Grietje koopt op 21-02-1769 van haar broer Pieter 'de helft van een huys ende erve staande en gelegen in het Oosteynde van Nieuweveen in de Agterdijkse polder', vermoedelijk gaat het om het huis van haar
ouders (zie: O.R.A. Nieuwveen van die datum). De indruk wordtgewekt, dat Grietje bij haar ouders heeft ingewoond en daarmee ook
de zorg voor hen waar nodig op zich heeft genomen. In 1770 verzorgt zij iemand op kosten van de diakonie. In 1773 gaat
een bedrag van f. 30.18.8, komend uit de opbrengsten van haar goederen verkocht bij openbare verkoping, naar de diakonie. Zij
trekt successievelijk in bij de wed. van Corn. Rietveld (1775/76), wed. v.d. Wiel (1778/79) en wed. van Corn. Splinter (1783/84). De
diakonie betaald t.b.v. Grietje uit kostgeld uit na aftrek van broodgeld in 1785/86 en 1791/92 (zie: Capitaal boekje van de Groote Armen van Nieuwveen, Afrekeningen van de diakonie/GAH).
overleden te Nieuwveen op 17 mei 1796 aldus Gaardersbescheiden Nieuwveen 3:II en 4, die vermeldt dat ze van den armen is bedeeld,
vandaar dat de aangifte pro deo geschiedt en wel door Cornelia van Bruggen
doopgetuigen waren Haar Grootmoeder
Grietje Jans VAN DOBBEN en Haar Grootmoeder Grietje Matthijs CROES.
The data shown has no sources.