He is married to maria baroness TAETS VAN AMERONGEN.
They got married on November 16, 1773 at utrecht, he was 28 years old.
Child(ren):
kolonel der cavalerie en kamerheer van prins willem V.
, XII, 142; Stuart Vad. Hist. IV, 317.
Regt
[Capellen, Alexander Philip van der]
CAPELLEN (Alexander Philip van der), heer van Berkenwoude en Achterbroek (samen gemeente B.), geb. te Warnsveld 7 Febr. 1745, overl. te Utrecht 10 Dec. 1787, jongste zoon van Frederik Robert Evert, die volgt, en van Anna Margriet Elisabeth van Lijnden.
Hij verkreeg zijn heerlijkheden na den dood van zijn tweeden broeder G.Ph.C.Th. (die volgt), trad in militairen dienst en werd eerste luitenant (met den rang van kolonel) bij de gardes-du-corps van Willem V. Sinds 1759 was hij eerst als page en later als kamerheer bij dezen in dienst en mocht bijna een kwart eeuw het volle vertrouwen van den Prins genieten, totdat in 1783 een verkoeling ontstond. Sommige familieleden van v.d. C. traden in dezen tijd sterk als Patriotten op den voorgrond en eenige ontmoetingen van v.d. C. met den dordtschen pensionaris de Gijselaar, ofschoon van onschuldigen aard, werden ten nadeele van den eerstgenoemden uitgelegd. Na beroep op en verdediging van v.d. C. tegenover den stadhouder, verklaarde deze wel geenwerkelijke bewijzen van schuld te kunnen aanvoeren, doch door lasterpraatjes, die in haagsche kringen de ronde deden en met graagte door de nieuwsbladen werden opgenomen en uitgesponnen werd de verwijdering tusschen de beiden nog grooter, zoodat v.d. C. zich in 1783 genoodzaakt zag ontslag uit zijn ambt als kamerheer te vragen, wat hem, schoon in uiterst hoffelijke termen, werd verleend. Tot eigen rechtvaardiging zond hij toen een apologie in het licht: Het gedrag van Jonkheer A.P.v. der Capellen aan het Publiek door hem zelven opengelegd. In 's Hage 1784. Hij voegde zich daarna bij de partij der Patriotten, ofschoon het aandeel, dat hij daaraan nam, nimmer bijzonder groot is geweest. De Staten van Holland hadden ondertusschen van zijn apologie met welgevallen kennis genomen en benoemden hem tot kolonel van een regiment cavalerie. In 1787 was hij commandant van het regiment cavalerie van Famars in dienst der provincie Holland en werd 10 Sept. van dat jaar belast met het bevel overde vesting Gorinchem. De verdediging dezer stad vormt geen eervolle bladzijde in zijn levensboek. Had hij den 14en Sept. het commando aanvaard, reeds 17 Sept. d.a.v. werd de vesting door kolonel von Romberg opgeeischt en, zooals de berichten luiden, werd de stad reeds na het eerste kanonschot overgegeven, ofschoon zij volgens deskundigen een beleg van 6 weken had kunnen doorstaan. Op de wallen vonden de Pruisen 73 kanonnen, in de arsenalen nog 99. Van der C. werd met het geheele garnizoen krijgsgevangen gemaakt; hij werd naar Wesel gevoerd en is, toen hij Nijmegen doortrok in werkelijk levensgevaar geweest door de woede van het orangistische volk. Zijn krijgsgevangenschap te Wesel stond gelijk met de behandeling van een groot misdadiger: hij heeft er zooveel geleden, dat hij een paar dagen na zijn invrijheidstelling te Utrecht overleed.
Hij huwde te Houten 16 Nov. 1773 met Maria
Taets van Amerongen, geb. 14 Mei 1755, overl. te IJselstein 10 Aug. 1809, dochter van Gerard Godert, heer van Oud-Amelisweerd, en van Susanna Hasselaer. Uit dit huwelijk sproten 3 zoons en 1 dochter. De oudste zoon, Willem baron v.d. C., overl. als Oberforstmeister in Hessen 1826; zijn nakomelingen zijn tot heden in Duitschland gevestigd. De tweede zoon, Mr. Godert Alexander Gerrit Philip baron v.d. C., was de bekende gouverneur-generaal van N.-I. (zie dl. I, kol. 569). De derde zoon, Robert Lieve Jasper baron v.d. C.(1784-1860), resident van de Preanger, is de stamvader der nietadellijke v.d. C.'s in Ned. Oost-Indië. De dochter eindelijk, Frederica Maria Isabella Benjamina v.d. C., werd in 1799 de gade van den uit 1813 zoo bekenden Mr. Adam François Jules Armand graaf van der Duyn van Maasdam (dl. I, kol. 777-780).
Zijn portret is gegraveerd door R. Vinkeles, J. Wijsman, A. Hulk en G. Konsé.
Zie: Nederl. Adelsboek (1928), 318; Navorscher LI (1901), 111, LII (1902), 332; Blok, Gesch. Ned. Volk2 III, 624; Vervolg op Wagenaar, VII, 88-92, X, 119, XVII, 21-31; Kok, Vad. Wdb. IX, 141-144; Bijv. II, 5-13; v. Kampen, Vaderl. Karakt II, 682, 683; C.v.d. Aa, Gesch. v.d. Oorlog III, voorr. bl. VI-XI; idem, Leven v. Willem V III, 280, 281; Kobus en de Rivecourt, Biogr. Wdb.
alexander philip van der CAPELLEN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1773 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maria baroness TAETS VAN AMERONGEN |
The data shown has no sources.