Family tree familie Wellens - Huysmans » Karel Jozef JANSSENS (1867-1942)

Personal data Karel Jozef JANSSENS 

• The name is of type 'also known as / alias'
• Alternative names: Charel Janssens (also known as / alias), Carolus Josephus JANSSENS (also known as / alias), Charel Janssen (also known as / alias)
• He was born on February 12, 1867 in Mol, Mol, Antwerpen, België.Source 1
• (Marriage) on September 19, 1888 in Mol, Mol, Antwerpen, België.Sources 2, 3
• He died on December 24, 1942 in Mol, Mol, Antwerpen, België, he was 75 years old.Source 4
• The birth parents are Petrus Martinus JANSSENS and Anna Maria BOORTS
• This information was last updated on July 1, 2022.

Household of Karel Jozef JANSSENS

He had a relationship with Catharina MATTHIJS.

Child(ren):

1. Hendrik JANSSENS  1897-1964 
2. Joanna Maria JANSSENS  1892-1977
3. Lodewijk JANSSENS  1890-1971
4. Maria Theresia Antonia JANSSENS  1894-1972
5. Marten Frans JANSSENS  1889-????
6. Bernardus Julianus JANSSENS  1898-1898
7. Augustinus JANSSENS  1899-1983
8. Maria Cornelia JANSSENS  1902-1903
9. Leon Franciscus Martinus JANSSENS  1904-1971
10. Anna Catharina JANSSENS  1908-1990

Notes about Karel Jozef JANSSENS

De familie Janssens-Matthijs pachtte omstreeks 1900 een hoeve te Lommel Blauwekei. Van deze hoeve en de familie bestaat nog een foto op een postkaart.

Bij huwelijk tekent hij met C. Janssens terwijl zijn broer met zelfde naam bij huwelijk tekent met Jozef Janssens ! Het gaat hier dus wel degelijk om de persoon bekend als Charel Janssens !

---------------------------------------

Vanaf 1917 pachtte Karel Jozef (Charel) Janssens de Grote Hoef te Lommel. (Bron : vzw Groote Hoef te Lommel en Heemkundige Kring Lommel in brochure Groote Hoef Lommel - 1976)

Over deze historische hoeve kunnen we het volgende vertellen :

De groote hoef over de eeuwen heen

De oorsprong

Het verhaal van de groote hoef begint in het jaar 990, toen sprak men van een gebouw genaamd het "vroenhof". Het gebouw was eigendom van graaf Ansfried van Hoei. De graaf bekeert zich tot het Christendom en hij schenkt heel zijn bezit in Lommel aan het kapittel van Hilvarenbeek.

Een tijd later krijgt de abdij van Averbode de eigendommen in bruikleen, twee kloosters geraken echter in onenigheid over de rechten op deze hoeve. Uiteindelijk besluit het kapittel van Hilvarenbeek, teneinde de geschillen uit de wereld te helpen, de grond te schenken aan de abdij van Averbode. We zijn dan in het jaar 1227. In 1239 neemt de paus het bezit te lommel op in de pauselijke bulle als zijnde eigendom van de abdij van Averbode.

Een geschiedenis van brand en verwoesting

We schrijven 1486, het woonhuis word door brand vernield, huisraad, graanvoorraad, en veestapel, alles word door de brand verteerd. Honderd jaar later in 1586 tijdens de tachtigjarige oorlog: Lommel heeft zwaar te lijden onder plundering en brandstichting, het is op 20 november van dat jaar dat "de groote
hoef" voor een tweede keer in de vlammen opgaat.

In het jaar 1587 wordt de hoeve weer opgebouwd en een 60-tal jaar later wordt ze andermaal hersteld en
vernieuwd.

Op 9 september 1735 gaat de schuur opnieuw in de vlammen op, het vermoeden rees dat de brand gesticht werd door landlopers. In het daarop volgende jaar wordt de schuur terug hersteld.

Op 2 april 1798 wordt het domein" de groote hoef" verkocht vanaf dan is de hoeve particuliere eigendom.

Vanaf 1946 tot 1973 wordt de hoeve gehuurd door landbouwer Albert Abrahams hij is hiermee de laatste die actief landbouw bedrijft op het domein. Om de historische waarde van het domein te vrijwaren word in 1974 de vzw" Groote hoef" opgericht met als doel een volledige restauratie te bewerkstelligen.

Bron : http://users.belgacom.net/lommel.toeristisch/De_groote_hoef.htm

zie ook :

Middeleeuwen: eigendom behoorde toe aan de abdij van Averbode.

990: Graaf Ansfried, uit de adelijke familie van de graven van Leuven, schonk zijn domein (villam suam de Loemele) te Lommel, met een oppervlakte van meer dan 100 ha, aan de kloostergemeenschap het Kapittel van Hilvarenbeek in Nederland.

1227: het Kapittel van Hilvarenbeek schonk deze eigendommen aan de abdij van Averbode.

1486: woonhuis werd afgebrand door een bende vrijbuiters uit het garnizoen van Willem van Aarenberg. Huisraad, graanvoorraad en
veestapel gingen in de vlammen op.

1586: de hoeve werd platgebrand door een groep protestantse soldaten uit Geertruidenberg.

1587: wederopbouw

1735: schuur werd afgebrand door landlopers, mogelijk Bokkenrijders.

1736: heropbouw van de schuur

1798: De Groote Hoef met alle bijbehorende landerijen werd door de abdijheren van Averbode verkocht aan de echtelingen Verbeek-Aerts.

Bron : https://ontdeklommel.com/domein-de-groote-hoef/

-------------------------------------------------

Bron : Ludo Janssens - Balen

De hoeve van Charel Janssens was deels een boerderij deels een openstalhouderij. Eigenaars van paarden uit de buurt kwamen hier hun dierenstallen. Buiten aan de muur bevonden er zich ringen waar de paardenwerden vastgemaakt om de dieren te roskammen, vandaar de naam " DeRoskam".

Omdat het een open stal kwamen hier wel eens paarden te staan waar Charel geen weet van had. Bij voorbeeld paarden van het engelse leger tijdens de oorlog. Toen Montgomery onze streken bevrijdde van het Duitse juk werden er drie paarden gestolen. De heren Vik Van Loon en Albert Bruyninckx brachten de paarden naar de stalhouderij waar zij later ook weer spoorloos verdwenen.

Het gezin Janssens Matthijs kwam op 30 september 1897 naar Blauwe Kei, Lommel

Een pachtovereenkomst uit de jaren 1900
--------------------------------------------------
Pachtovereenkomsten zijn vaak een bron van discussie geweest. Een document met een duidelijke inhoud was dan ook noodzakelijk.

De grondbelasting en de verzekeringspremie op de verhuurde goederen zijn ten laste van de eigenaars.
De overige lasten, gesteld of te stellen, van welke aard zij ook mogen zijn, op de verhuurde goederen, zijn ten laste van de huurder.

De huurder is gehouden de gebouwen te doen verzekeren tegen huurrisico's bij een door de eigenaars aangenomen Belgische maatschappij.

De huurder moet telken jare aan de verhuurde gebouwen duizend kilos goed walmstro verdekken, de gebouwen onderhouden van lemen wanden en vorstrussen, dit alles op zijne kosten zonder dat de eigenaars in iets hoegenaamd tussen te komen hebben, 't zij prijs van stro, arbeid of gebruikte materialen.
Hij moet de schelften in goede staat onderhouden en bij vertrek aan het huis laten.

Alle herstellingen, uitgenomen die welke door de wet als grote herstellingen betiteld worden, moeten door de huurder gedragen worden. Ook zal hij jaarlijks op zijne kosten de gebouwen binnen en buiten witten, de huisdeuren en vensters verven, de stal- en schuurdeuren teren of schilderen. Hij zal daarenboven witten waar zulks nodig is. In geval van grote herstellingen zal hij onvergeld het nodigebijhalen en de werklieden dienen. Hij zal de eigenaars per aangetekend schrijven verwittigen van bedoelde uit te voeren werken; dit zal hij tijdig doen en op straf van schadevergoeding.

Wat betreft de oude stal verbindt de huurder er zich toe deze, wanneer hij hem niet meer gebruikt voor het bergen van zijn vee, op zijn eigenkosten op te karren en, volledig aan te passen, en niet ongebruikt te laten, zodat hij geenszins zal vervallen.

De huurder is verplicht de verhuurde gebouwen zelf te bewonen en de landerijen zelf te bewinnen, zonder iets te mogen voort verhuren tenzij met schriftelijke toelating van de eigenaars. Hij zal een genoegzaam stuks vee in stal hebben om de eigenaars het voorkeurrecht te verzekeren, voorzien in de hypotheekwet. Het is aan hem en aan zijn huisgenoten verboden in de schuur, karhuis of stallingen te gaan met pijp, sigaar, cigaret of met ongedekt vuur. Dit zal hij ook aan vreemden verbieden.

Alle welkdanige lasten en werken die hoofdens de verpachte goederen zullen kunnen opgelegd worden door de wetten en verordeningen moeten door de huurder en op zijn kosten verricht worden.

Hij moet de bijzondere wegen en voetpaden eerbiedigen die zouden bestaan op de verhuurde goederen.

Hij zal jaarlijks de waterlopen op zijn kosten reinigen, het hout op de goederen wassend van rups en poppen en alle andere ongedierte reinigen, en beletten dat er ongedierte schade aan de eigendommen toebrengt; distelsen doornen zal hij zorgvuldig uitroeien. Zonder toelating der eigenaars mag hij geen weiden omzetten of afvlaggen. Het schaarhout mag hij kappen op voorwaarden dat het vijf jaar oud zij.

Eveneens op welk ander tijdstip hij de verhuurde goederen zal verlaten is het hem verboden iets te kappen, te beginnen van de eerste januari van dat jaar datgene van zijn vertrek voorafgaat. In geval er bij
het eindigen der pacht nog schaarhout zou staan dat hij verwaarloosd zou hebben te gepaste tijd te kappen, zal hij het ook laten staan. Bij het verlaten der hoeve is het hem verboden mest te vervoeren hetzij stromest.

De huurder mag jaarlijks zes roeden rus steken die hem door de eigenaars aan te wijzen zijn. mocht hij van die toelating gedurende een jaar geen gebruik maken, dan vervalt zijn recht en zal hij het volgend jaar toch niet meer dan zes roeden mogen steken. Hij mag heideschadden steken voor zijn eigen gebruik op ene betamelijke wijze en hij zal bij zijn vertrekgene heideschadden of rus van de stede voeren. Hij mag strooisel verzamelen zelfs in de bossen, mits de houtkap te eerbiedigen en te bewaren en zonder de bossen te benadelen. De huurder zal ook gedogen dat het jaar voor zijn vertrek de eigenaar gebruik neme van de weilanden komende omtrent Kerstmis; hij zal aan de nieuwe huurder toestaan datzelfde jaar op de landen klaver te zaaien en voorts vruchten naar zijn mening; al de driessen zal hij na het ruimen der vruchten aan zijn opvolger afstaan; bij het aankomen zal de nieuwe huurder in gebruik één hectaar gronde in het blok.

In geval van opzeg moet dit ten laatste geschieden twee jaar en drie maanden voor het eindigen der pacht, zo van de kant van de eigenaars als van de huurder. degene van de partijen die van dit recht gebruik maakt moet het doen per aangetekende brief. De huurder mag hoegenaamd geen schadevergoeding of vermindering van pachtprijs eisen wegens verwoesting, of vermindering van genot, door vocht, droogte, hagel,onweder, overstrooming, ontginning of door welke oorzaak ook. In geval van gehele of gedeeltelijke vernietiging der gebouwen door brand zijn de eigenaars niet verplicht herop te bouwen en de huurder zou in dit geval enkel recht hebben op een evenredige vermindering van de pachtprijs.

Het is de huurder verboden welkdanige verandering toe te brengen zonder toelating van de eigenaars.
Ook wordt er bepaald dat al diegene welke zouden gedaan worden met de toelating, aan de hoeve moeten blijven,zonder voor de huurder enig recht te scheppen op vergoeding.

Jaarlijks, moet hij op de tijdstippen door de eigenaars te bepalen, drie volle dagen te hunner beschikking staan om het goed te bezichtigen en rond te leiden. De gebouwen mogen alle dagen bezichtigd worden.

Op het einde der pacht zal de huurder geen vergoeding mogen eisen voor de vetten die aan de grond verbruikt zijn geweest. In geval er bossen worden afgedaan zal hij geen vergoeding kunnen eisen voor verlies van strooisel of anderzins. De eigenaar zal altijd het recht hebben bomen te planten daar en op welke wijze hij zulks verlangt.

Het recht van jacht is niet in de huur begrepen en de huurder zal aan de eigenaars onmiddelijk de overtredingen bekend maken die er op dit gebied zouden gebeuren. Alle dieften van hout in de bossen moeten binnen de vier en twintig uren door de huurder aan de eigenaars worden bekendgemaakt op straf van schadevergoeding. 't Zelfde geldt voor anderedieften.

Tegen het einde der pacht zullen de eigenaars het recht hebben degoederen te doen nazien door twee deskundigen; te benoemen één door hen en één door de huurder. In geval de deskundigen niet tot een akkoord komen, zal er een derde worden bijgenoemd, aan te duiden door de bevoegde Vrederechter.
Alle kosten die uit dit onderzoek zouden voortspruiten, zijn door de huurder te dragen.

De eigenaars hebben het recht over niet bewonnen goederen te beschikken, bv. door verkoop, zonder dat de pachter hiervan enige schadevergoeding of vermindering van de pachtprijs mag vorderen. De pachter mag bij het ingaan der pacht niet bewonnen goederen, weiden of labeurgrond maken. Indien de pachter van deze mogelijkheid bebruik wil maken moet hij hiervan de eigenaars tijdig verwittigen per aangetekend schrijven.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Karel Jozef JANSSENS?
The author of this publication would love to hear from you!

Timeline Karel Jozef JANSSENS

Click on the names for more info. Symbols used:  grandparents    parents    brothers/sisters    children