He is married to Evertje van Galen.
They got married on May 20, 1965 at Barneveld , he was 29 years old.
Child(ren):
stamboomtak 7-2-1-14
Ben van den Pol, geboren op 22 augustus 1935.
veehouder smidspol
vanaf 1-5-1965 bestuurslid coop "arkevaart",melkfabr. "volharding" en cbtb afd. nijkerk.
medeoprichter buurtvereniging "diermen" en "boerenmaandag nijkerk"
ouderling geref. kerk nijkerk
Diermen H37 Putten boerderij Smidspol waar ik ruim 65jaar heb mogen wonen.
Het verste wat ik me herinneren kan is dat ik vier jaar werd.
Jaap en Riek Brouwer logeerden bij ons zoals ze dat ieder jaar deden in de maand augustus, dat was de vakantiemaand voor alle lagere scholen.
Omdat ik jarig was mocht ik bij Jaap voor op de fiets zitten.
Samen gingen we samen koffie brengen op de ooievaar, waar Ab en Aalt op het bouwland aan het werk waren.
In het najaar van 1939, na de mobilisatie van 1 september, kwamen Gerrie, Alie en Bep Top uit Woudenberg al bij ons logeren en naar school gaan.
Als er oorlog uit zou breken zouden Barta en Gradus uit Woudenberg bij ons komen evacueren, want dan zou de hele Gelderse vallei ontruimd worden.
Lub moest met de mobilisatie meteen opkomen in Tiel.
Hij was op 23 februari 1939 met Drien getrouwd en boer geworden op klein Hell.
Ab kon hem toen op de boerderij vervangen en bleef daar tot juni 1940.
Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit, en begon een periode van vijf jaar, vol spanning, schaarste en onrust, zorgen en behelpen.
Gradus huurde meteen een auto, en bracht zijn gezin bij ons, Barta met de kinderen Gerrie en Ali Bep Hennie, Jannie en Heimen, die was net 21 april geboren, en kon nog in de eiermand vervoerd worden met de hond Sjennie, wat ik maar vreemde jachthond vond.
Gradus ging weer terug naar Woudenberg om de auto weg te brengen.
Na de middag spande hij de zwarte merrie Doortje voor de dresseerkar, haar veulen bond hij de benen bij elkaar en legde die op de bodem.
De zwarte hengst Batouer mocht achter de dresseerkar mee.
Sommige bruggen bij Amersfoort waren al opgeblazen door de Nederlandse genie zodat hij om moest rijden.
Met melkenstijd was hij bij ons en bracht de hengst naar Groot Diermen.
Hennie was toen mijn speelkameraadje.
Ik wist niet wat me overkwam, altijd had ik grotere kinderen en mensen om me heen en nu trof ik mijn gelijke.
We speelden in de schuur op de hoge wagen en buiten in het zand.
In de wei had ze het veulen al helemaal getemd, ze was een natuurtalent.
In een dag was Nijkerk en de hele Gelderse Vallei ontruimd.
Zondag 12 mei liepen we met vader en een heel stel, tot de Berenkamp, toen we plotseling kogels door de bomen hoorden fluiten gingen we snel terug naar huis.
Thuis kwam Jan Vastenburg (bijgenaamd Jan van Giesje) vluchten, hij was die morgen in Nijkerk wezen kijken en tussen Nederlandse en Duitse soldaten terecht gekomen.
Dit gebeurde bij de Lazerussteeg(de tegenwoordige Bruinslotlaan). Daarvandaan vluchtte hij door sloten en beken over Ramshorst naar ons toe.
Vader gaf hem droge kousen.
Zuver van den Pol: zei hij tegen vader, “ik heb nooit geweten dat een mens zo bang kan wezen”.
Bij dit gevecht zijn er drie Nederlandse soldaten gesneuveld aan het Vetkamp.
Willem was pas zes weken in dienst toen de oorlog uitbrak en lag in de vesting Naarden.
Bij het terug trekken van het Nederlands leger was hij op de Bildsestraat bij Utrecht, vol met Nederlandse militairen en veel Duitse vliegtuigen erboven.
Lub bleef in Tiel in de stellingen. Toen na vijf dagen de capitulatie afgekondigd werd, had zijn compagnie er bar veel moeite mee om de wapens in te leveren en in krijgsgevangenschap zich over te geven.
Dat duurde enkele weken, toen mochten de manschappen weer naar huis terug.
Op 1 april 1942 ging ik voor het eerst naar school met Teus, Gijs en Meta. Even na acht uur liepen we tot de Ooievaar, dan door het weiland over Ramshorst naar het Vaartpad langs de boerderij van Aalbert Tossius, over de havenspoorlijn, langs de houtzagerij Prins en zo waren wij bij de Kolkschool naast het Gemeentehuis.
Juffrouw Riek Vonk deed al sinds mensenheugenis de eerste klas.
Ik mocht op de voorste bank zitten. “Zou je het hier wel vol kunnen houden?” vroegen mijn grote broers heel belangstellend.
Tussen de middag eten we samen hoor!
Och, zeg ik “ze hebben hier ook koeien” en ik wees naar de mooie schoolplaat van Jetsus “zie maar”.
Later kon de juf er prachtig over vertellen al haalde ze het meeste wel uit een boekje, dat zag ik zo.
Toen ik ’s avonds thuis kwam had de jonge zeug gebigd; dat was tenminste echt daar heb ik heel lang naar staan kijken.
In het najaar werd de school gevorderd door de Duitse weermacht, evenals de fabriek van Tijseling en erachter, in het land van Elfrinkhof, werden twee munitieloodsen gebouwd, wel 40 bij 100 meter elk.
De schoolklassen werden verdeeld over Nijkerk.
Eerste, tweede en derde klas op de zolder van de Openbare school aan Gasthuisstraat, de vierde in een lokaal voor de kerk, aan de Venestraat. Vijf en zes in de kleine zaal van “Volksheil”.
Zeven en acht in de militiezaal wat nu professor Eikmans geboortehuis is.
Overblijven kon niet meer, dus ging Meta bij tante Rika(van der Heiden) eten en de jongens bij Zeger en Wim Woudenberg aan de Poppensteeg(nu prof Eikmansstraat).
Veel vreemde schepen voor de wal bij Tijseling naar de aanvoer van munitie en dergelijke en daardoor ook wel schippers kinderen op school.
Ook waren er kinderen van evacués uit Scheveningen, dat gedeeltelijk ontruimd werd voor de bouw van de Atlantik wal.
Daar op het schoolplein, gleed ik uit over nat boomblad, waardoor een voortand half afbrak, jaren later ging die ontsteken en kreeg ik een plaatje met een tand.
We mochten niet meer over ‘t Ulst lopen, dus liepen we langs de Putterstraat en over de
Berenkamp.
In de tweede klas Juf Nel Snapper derde klas meester Anton Bos daarna was de oorlog afgelopen maar daarin is er nog genoeg gebeurd.
In juni 1949 kwam ik van de lagere school af, tot mijn opluchting. Daardoor ging ik beter eten.
Hierna nog vier jaar één dag per week naar de Lagere Landbouwschool en kon ik op de boerderij aan het werk.
In de Arkemheense Polder was altijd wat te beleven. Daar heb ik heel wat stappen staan.
Teus ging in 1955 trouwen. Meta in 1956 Gijs vertrok in 1960, zo was ik 5 jaar met vader en moeder thuis. In 1956 hebben ze de eerste auto gekocht, en zo doende heb ik veel contact met de fam. onderhouden.
Bertus van den Pol ![]() | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1965 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evertje van Galen |
The data shown has no sources.