https://www.museumalkmaar40-45.nl/alkmaar-in-wo2/jodenvervolging/het-murmellius-en-rector-jaap-hemelrijk
He is married to Dirkje Arina de Jong.
They got married on January 21, 1916 at Arnhem (Ge) , he was 27 years oldArnhem (Ge).
Child(ren):
Na de arrestatie van zijn zwager beseft Hemelrijk het gevaar waarin ook hij zich bevindt. Zoon Jan, lid van verzetsgroep PP, regelt een nieuw identiteitsbewijs, waardoor Hemelrijk als Benjamin Piekar door het leven zal gaan. Uiteindelijk wordt er in 1943 in Putten een onderduikadres gevonden. Door de evacuatie uit Bergen voegen later zijn vrouw en twee jongste kinderen zich bij hem. De vrouw van Hemelrijk is geen Joodse en hun kinderen worden ook als niet-Joods aangemerkt.
Begin september 1944 gaat het fout. Door een anonieme tip over een verborgen radio wordt Hemelrijk op zijn onderduikadres in het holst van de nacht gearresteerd. Op verschrikkelijke wijze wordt Hemelrijk tijdens zijn verhoor mishandeld. Hij wordt gedwongen zelf het bloed van de vloer en muren op te dweilen. Een agent die hierop toezicht houdt, merkt op: ‘Het lijkt wel, of hier een varken is geslacht’. In zijn cel neemt Hemelrijk 20 pijnstillers in, hem meegegeven door zijn vrouw, en snijdt met een stomp nagelschaartje zijn polsen door. Twee dagen later ontwaakt Hemelrijk. Het is Dolle Dinsdag en zijn medegevangenen hebben goede hoop dat de bevrijding nabij is. De gevangenen worden naar Vught gebracht en daar blijkt alle hoop op bevrijding vervlogen. Niet veel later wordt Hemelrijk op transport gesteld en naar het concentratiekamp Sachsenhausen gebracht.
Tot zijn verbazing en ontroering komt hij daar oude bekenden en vrienden tegen. Uit deze contacten put hij kracht. Tevens weet Hemelrijk zijn Joodse identiteit verborgen te houden. Doordat hij geldt als Nederlandse gevangene heeft hij een betere positie dan hij gehad zou hebben als Jood. Hemelrijk analyseert het kamp. Met een scherp inzicht zoekt hij naar overlevingsmogelijkheden. Hij zoekt en vindt werkzaamheden die de minste kracht kosten en het verblijf in de ziekenbarak vanwege longontsteking probeert hij zo lang mogelijk te rekken. Verschillende malen meldt Hemelrijk zich met klachten bij de ziekenbarak om zo enige dagen van rust te kunnen verkrijgen.
Vanuit Sachsenhausen wordt Hemelrijk op transport gesteld naar het concentratiekamp Buchenwald. De omstandigheden in dit kamp blijken nog erger te zijn dan in Sachsenhausen. In Buchenwald ziet Hemelrijk de transporten die vanuit Auschwitz en Sobibor aankomen in hartje winter in open kolenwagons. Van de 4.000 mensen komen er 300 levend aan, veelal met bevroren ledematen.
Hemelrijk heeft vooral moeite met de vele diefstallen die plaatsvinden. Gevangenen stelen in het holst van de nacht elkaars voedsel, kleding en schoeisel en Hemelrijk raakt zelfs op deze wijze zijn bril kwijt. Tussen de gevangenen is een levendige handel in dergelijke producten en sigaretten. Veel heeft Hemelrijk te danken aan zijn vroegere kennis Arie Treurniet, die in het kamp het hoofd van de Bekleidungskammer is. Via hem komt Hemelrijk aan kleding en soms wat extra voedsel. In Buchenwald zet hij zijn overlevingsstrategie uit Sachsenhausen voort.
Begin april is er opwinding in het kamp: de bevrijding lijkt nabij. De bewakers zijn onrustig en de gevangenen vragen zich angstig af waartoe de nazi’s in staat zullen zijn. Regelmatig klinkt het luchtalarm en het kamp maakt zich op voor evacuatie. Hemelrijk krijgt de tip zich te verschuilen in de barak en ontkomt zo aan executies en transport.
Op 11 april trekken Russische en Amerikaanse troepen het kamp binnen. Het is groot feest in het kamp. Een medegevangene merkt op dat Hemelrijk ongekend stil is: ‘Je bent helemaal niet zo vitaal en opgewekt als vóór de bevrijding’. Hemelrijk antwoordt: ‘Het is niet meer nodig nu, het gevaar is voorbij’. Wanneer de Amerikanen op zoek zijn naar een tolk die Duits en Engels spreekt, meldt Hemelrijk zich voor die taak. De Amerikanen ontruimen de kantoren en de woningen van de SS-ers en hun gezinnen. Hemelrijk benut zijn kans en neemt kleding, schoenen en eetgerei mee. Hier geniet hij van, maar de manier waarop de voormalige gevangenen soms wraak nemen op achtergebleven bewakers stuit hem tegen de borst. Bij sommige Duitse gezinnen in de omgeving van het kamp krijgen de “Buchenwalder” een vriendelijke ontvangst met maaltijden.
Samen met twee anderen onderneemt Hemelrijk de tocht naar huis. Zij moeten lange afstanden te voet afleggen en kunnen soms een lift krijgen. Onderdak vinden is niet altijd makkelijk. Een zekere keer moet zelfs de burgemeester eraan te pas komen om de inwoners van zijn gemeente te dwingen de mannen een slaapplaats en een bord eten te bieden. In België is de ontvangst heel anders. Daar is men bijna beledigd als de mannen het zoveelste biertje afwijzen.
In Eindhoven aangekomen is er tijd voor een bad en krijgen ze nieuwe kleren. Bij de medische keuring wordt Hemelrijk herkend door één van de artsen. De kinderen van zijn broer blijken op het Murmellius Gymnasium te zitten. De arts verbaast zich over de toch nog goede conditie waarin Hemelrijk verkeert. “Onkruid vergaat niet”, is het antwoord van de oud-rector. Uiteindelijk keert Hemelrijk terug naar zijn gezin. De spanningen van de oorlog, de zorgen om haar kinderen en het verdriet om haar doodgewaande man hebben mevrouw Hemelrijk getekend.
Jacob Hemelrijk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1916 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirkje Arina de Jong |
The data shown has no sources.