Arien was waarschijnlijk identiek met de Arien Ariensz. Sali te Smitshoek, al genoemd in de akte van 8-4-1631, waarin hij tekende als ‘Arien Ariensen Saly’.
Hij was wellicht ouder dan zijn waarschijnlijke broer Cornelis. In de hiervoor al genoemde akte van 8-4-1631 is Arien althans als eerste genoemd. Vermoedelijk is hij meerdere malen getrouwd geweest en dan het laatst met Lijsbeth Ariensdr., die in elk geval jonger moet zijn geweest, daar zij rond 1640 nog kinderen ter wereld bracht en dan rond de 40 jaar oud zal zijn geweest.
Arien en Lijsbeth zijn niet te Barendrecht gehuwd. Mogelijk te Heerjansdam, alwaar zij zich uiteindelijk vestigden.
Blijkens de al meer genoemde akte van 8-4-1631, woonde Arien toen te Smitshoek, een buurtschap tussen de dorpen Charlois en Barendrecht en behorend tot de jurisdictie van de eerstgenoemde plaats. In het verpondingskohier over Barendrecht uit 1632 staat Arien Ariensz. Salij geboekt onder het hoofd ‘huysen aen dijck’ en wel voor een bedrag van 1 gld.‘.
Op 29-6-1636 transporteert de onder de heerlijkheid van Oost-Barendrecht wonende Arien Arinsz. Salij aan Samwel Sijmonsz. een huis aan sheerendijck op Heerjansdam. Ik heb niet kunnen achterhalen hoe Salij aan dit bezit was gekomen. Mogelijk was dit huis erfgoed van zijn vrouw.
Arijen Ariensz. Zalij, wonende in Barendrecht, verklaart op 3-8-1638 honderd Car. gld. schuldig te zijn aan de te Rotterdam wonende Zophia Andries Schutgers. Zalij stelt al zijn goederen als zekerheid, terwijl ene Leendert Aries aen Dijck, schout van Pendrecht, zich voor hem als borg stelt’.
Een rekening in de boedel van Pieter Meeuwsz. en Lijntgen Bastiaensdr., gedateerd 12-12-1643, maakt melding dat Feijs Meeusz. van Arien Ariensz. Salij ‘als rest vant huijs bij hem van de kinderen gehadt’ 12 gld. heeft ontvangen.
Op een op 4-lO- 1664 te Kleine Lindt gehouden openbare verkoping koopt Lijsbeth Salij mans-hemden en voor deze aankopen stelt Leendert Salij zich borg. In deze personen meen ik moeder en zoon te mogen zien.
Lijsbeth Arijens Salij, weduwe van Arijen Arijensz. Salij, verklaart bij akte van 13-12-1666 200 Car. gld. schuldig te zijn aan Adrijaen Willemsz. van der Kruijs en Jacob Willemsz. Groen, armbezorgers van de armegoederen van Heerjansdam. Voor deze geldlening stelt zij haar huis aan ‘den swindrechtsen seedijck’ op Heerjansdam met binnen- en buitendijks erf als zekerheid. Deze schuldbrief wordt op 4-5-1681 geroyeerd. Deze akte is haar laatst bekende levensteken. In deze voorgenoemde akten uit 1664 en 1666 zal zij onder haar mans familienaam zijn opgetekend.
She is married to Arien Ariensz (Adriaen Adriaensz) Salij.
They were married in church on October 24, 1632.Source 2
te veel onduidelijk; wel een trouwdatum gevonden maar geen gemeente, niet vindbaar te Barendrecht.
Child(ren):
zij wordt door K.J. Slijkerman ook Lijsbeth Ariens Salij genoemd in 'Duizend jaar voorgeslacht'
Lijsbeth Ariens in 't Hout | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1632 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arien Ariensz (Adriaen Adriaensz) Salij |
K.J. Slijkerman, De Oudere generaties van de familiegroepen (Van) Salij alias Donck(jes) alias Plockhaer alias Grootendorst alias Barendrecht uit de contreien van Barendrecht en Charlois, in: Gens Nostra jrg. 1990
https://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/Duizend_jaar_Voorgeslacht.pdfhttps://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/Duizend_jaar_Voorgeslacht.pdf