03-10-1644: dit is niet de doop van Jannetje maar van haar zus Barbelke, haar echte doop niet gevonden in reconstrctie doop van Sint Maarten
Hubrecht Adriaen Scherpenisse, ged. Colijnsplaat 2-12-1635; belijdenis Stavenisse 20- 10-1658; landman ald.; diaken en ouderling ald.; komt voor op lidmatenlijst 15-11- 1674, wonend in het dorp; vanaf 1662 vermeld als pachter van grond rondom Stavenisse, o.m. in de polder Zuidmoer (1662), in de Nieuw-Kempenshofstedepolder (1662, 1664 en 1665 (dan 3 gemeten en 221 roeden, eigendom van de heer van Stavenisse)), de Oud-Kempenshofstedepolder (het achtste blok in 1663, het eerste blok in 1664, het negende in 1665, het derde in 1665) (RAZE 5936, div. plaatsen; ZA, Gen. Afsch. 198; n.b. dit verpachtingsboek loopt tot en met 22-7-1665); landmeter (Staten van Zeeland, inv. nr. 1670, fol. 101, 16-03-1661); schepen van Stavenisse 1679-1683; armmeester 1679-1681; weesmeester 1674, 1679-1681, 1683 ( G.A. Tholen, archief Gem. Stavenisse, inv. nr. 3); maakte rond 1688 geregeld schulden (RAZE 5894, o.m. fol. 62 en 94); beschikte 30-6-1678 (Acta Ned. Geref.kerk Stavenisse) over een knecht en een meid; werd december 1673 door de kerkeraad van Stavenisse vermaand wegens ‘hooge woorden’ en ‘hantgemeen’ jegens Pieter Pinte (Acta, fol. 201); toonde berouw (Acta 14-4-1674, fol. 201 v); werd op 26-3-1690 en 24-9-1690 weer door de kerkeraad vermaand; mocht vanaf oktober 1690 weer aan het heilig avondmaal deelnemen (G.A. Tholen, Arch. Ned. Herv. Gemeente Stavenisse, inv. nr 3, fol. 7, 11 en 12); overl. tussen 2-7-1692 en 19-4-1693; tr. Stavenisse 29-4-1665 (elf kinderen ged. ald. tussen 1667 en 1688) (in 1680 woonden in: twee 'meiden' en vijf bejaarden (= personen van 25 jaar en ouder) verm. incl. nrs. 1120/1121).
1121. Jannetje Habakuk (Habacuk), ged. St. Maartensdijk 3-10-1644 (abusievelijk genoteerd met de naam van de moeder (= 2242); belijdenis Stavenisse 8-6-1662; komt voor op lidmatenlijst ald. 15-11-1674; overl. 19-4-1693 (Van Zeeuwse Stam, 1980, p. 112).
1120. Hubrecht Adriaen Scherpenisse, ged. Colijnsplaat 2-12-1635; belijdenis Stavenisse 20- 10-1658; landman ald.; diaken en ouderling ald.; komt voor op lidmatenlijst 15-11- 1674, wonend in het dorp; vanaf 1662 vermeld als pachter van grond rondom Stavenisse, o.m. in de polder Zuidmoer (1662), in de Nieuw-Kempenshofstedepolder (1662, 1664 en 1665 (dan 3 gemeten en 221 roeden, eigendom van de heer van Stavenisse)), de Oud-Kempenshofstedepolder (het achtste blok in 1663, het eerste blok in 1664, het negende in 1665, het derde in 1665) (RAZE 5936, div. plaatsen; ZA, Gen. Afsch. 198; n.b. dit verpachtingsboek loopt tot en met 22-7-1665); landmeter (Staten van Zeeland, inv. nr. 1670, fol. 101, 16-03-1661); schepen van Stavenisse 1679-1683; armmeester 1679-1681; weesmeester 1674, 1679-1681, 1683 ( G.A. Tholen, archief Gem. Stavenisse, inv. nr. 3); maakte rond 1688 geregeld schulden (RAZE 5894, o.m. fol. 62 en 94); beschikte 30-6-1678 (Acta Ned. Geref. kerk Stavenisse) over een knecht en een meid; werd december 1673 door de kerkeraad van Stavenisse vermaand wegens ‘hooge woorden’ en ‘hantgemeen’ jegens Pieter Pinte (Acta, fol. 201); toonde berouw (Acta 14-4-1674, fol. 201 v); werd op 26-3-1690 en 24-9-1690 weer door de kerkeraad vermaand; mocht vanaf oktober 1690 weer aan het heilig avondmaal deelnemen (G.A. Tholen, Arch. Ned. Herv. Gemeente Stavenisse, inv. nr 3, fol. 7, 11 en 12); overl. tussen 2-7-1692 en 19-4-1693; tr. Stavenisse 29-4-1665 (elf kinderen ged. ald. tussen 1667 en 1688) (in 1680 woonden in: twee 'meiden' en vijf bejaarden (= personen van 25 jaar en ouder) verm. incl. nrs. 1120/1121).
1121. Jannetje Habakuk (Habacuk), ged. St. Maartensdijk 3-10-1644 (abusievelijk genoteerd met de naam van de moeder (= 2242); belijdenis Stavenisse 8-6-1662; komt voor op lidmatenlijst ald. 15-11-1674; overl. 19-4-1693 (Van Zeeuwse Stam, 1980, p. 112).
She is married to Huijbrecht Adriaensz Scherpenisse.
They were married in church on April 29, 1665 at Stavenisse.Source 2
Jannetje Habacuc | ||||||||||
1665 | ||||||||||
Huijbrecht Adriaensz Scherpenisse |