't kint van Aert Jansz van Driel? genaemt jacob
Jacobus is dijkgraaf van Poortugaal [van 1679-1681)
Cornelis Aertsz van Driel, wonende in Portugael, prelegateert aan zijn zuster Neeltgen Aertsdr een stuk land aan de Hoffwech, een stuk land bij de Dicke molen, aan zijn zuster Elisabeth Aertsdr een stuk land in Albrantsweert, een stuk land aan de Langewech, aan zijn zuster Adriaentge Aertsdr een stuk land aan de Molewech bij de Kerckwech, en aan Hillitge Huygen, dochter van Maertge Aertsdr, zijn nicht, een stuk bij Ockers Heultge genaamd de Pitte, een stuk in de Weert op de Santel, een stuk op het Kijfftlant, verder aan Aert Heyndricxz Groenendijck, zoon van zijn broer Heyndrick Aertsz stukken land. Zijn erfgenamen, elk voor 1/5 deel, zijn Neeltgen Aertsdr, Elisabeth Aertsdr, Ariaentge Aertsdr, Hillitge Huijgen en Aert Heyndricxz Groenendijck.
Maria Hoogewerff, weduwe van Adriaen van Roijen, die dijkgraaf van de zuid Beijerlanden en de Eendrachtspolder was, benoemt tot haar erfgenamen Cornelis, Jacobus, Magdalena, Henricus en Pieter van Driel, allemaal kinderen van haar broer Aert van Driel, dijkgraaf van Albrantswaard. Met de voorwaarde, dat haar genoemde broer zijn leven lang het vruchtgebruik heeft. Als executeur en voogd over de minderjarigen benoemt ze haar broer Aert van Driel.
Op 10 mei 1669 was Geertge Leenders, weduwe van Bastiaen Dircx van Driel in leven schout van Hoogvliet, voor 1/3 part erfgenaam van haar schoonzuster Cuniertge Dirx van Driel Jacobus van Driel, de tweede man van Geertje, was haar achterneef in de vijfde graad. Hij stamde via drie lijnen uit Doen Bijens., wiens nazaat hij was in de vijfde en zesde generatie.
Op 13 aug. 1674 wordt Jacobus van Driel erfgenaam genoemd van wijlen zijn vrouw Geertje Welhouck. Daarbij wordt verwezen naar een akte van 13 maart 1671, waarin zij Jacobus tot haar voogd stelde. In 167 was hij in een proces gewikkeld; op 10 dec. machtigde hij een procureur voor het Hof van Holland om zijn belangen waar te nemen.
Jacobus van Driel wordt nog in tal van akten genoemd. Zo transporteerde hij op 3 mei 1678 land aan zijn zwager Heijndrick Leenderts Groenendijck “onse mede
schepen”.
De erfgenamen van Jacobus van Driel waren zijn broers Mr. Nicolaas van Driel (advocaat en regent te Schiedam), Cornelis van Driel (heemraad van Poortugaal), zijn zuster Magdaleena van Driel (vrouw van Herman Palts), schout van Scheveningen en commissaris van de convoyen en licenten ald.) en de kinderen van zijn overleden broer Dr. Johan van Driel (med.doctor”en regent te Maassluis).
De beide huwelijken van Geertje Welhouck zijn kinderloos gehleven.
R.A. Poortugaal no. 2, 13 augustus 1674:
Jacob van Drie1 erfgenaam van zijn vrouw Geertie Leenderts. Hij werd door haar tot voogd benoemd op 13 maart 1671 voor nots. P. Beys te Schiedam.
B.A. Poortugaal no. 3 :
Jacobus van Driel, wonende Poortugaal, verkoopt 3 mei 1678, koopt 18 mei 1679. Hij verkoopt 1 mei 1680 als dijkgraef van het gemene land van Poortugaal. Ook als zodanig vermeld 13 maart 1683.
17 juni 1685: De erfgenamen van Jacobus van Driel transporteren: Cornelis van Driel, Heerman Pals getr. met Magdaleena van Driel, de kinderen en de weduwe
van ovl Johan van Driel, Nicolaes van Driel.
12 augustus 1685: De erfgenamen van Jacoba van Driel transporteren aan Nicolaes van Driel, Raet. en out Burgemeester van Schiedam.
28 juli 1686: Zij transporteren aan Heerman Pals en aan Cornelis van Driel. Nicolaas aan Driel is al overleden.
5. 15 april 1682 (attestatie)
Comp. de heer Anthonij van Heel, won. Rotterdam, en Pieter Damen, won. Hoogvliet, en verklaren ten verzoeke van Wouter van Heel, ruwaard, baljuw en opperdijkgraaf van de landen van Putten dat zij daegs voor den eersten rechtdag in Roon over de zaak van Hollaert en Mijnt... (?) samen met Jacobus van Driel, dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal, zijn geweest ten huize van Corn(eli)s de Groot, herbergier op Hoogvliet. Daar zaten naermiddaegs in drinckgelach de voors. Jacobus van Driel, Jan Perseijn en Arijen Jansz. Koijer. De comparanten hebben gezien dat voors. Van Driel de persoon van Jan Perseijn met de knop van een ... (?) heeft gestoten.
7. 18 april 1682 (verhoor)
Comp. Pieter Bastiaensz. Oude Pieter, Gerrit Pietersz. en Maria Jans, zijn huisvrouw, won. Hoogvliet. De eerste comparant is ten huize geweest van de tweede comparant, samen met Anthonij van Heel. Later kwam ook Jacobus van Driel. De eerste comparant verklaart dat Anthonij van Heel Jacobus van Driel diverse malen uit zijn stoel heeft getrokken. Het comparerende echtpaar verklaart echter van niets te weten.
8. 20 april 1682 (attestatie)
Comp. Pieter Damen, herbergier, en Grietie Michiels, zijn huisvrouw, won. Hoogvliet. Zij verklaren op verzoek van Jacobus van Driel, dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal, dat deze Jan den Bleijker, knecht van de heer Van Heel, in hun huis op 28 nov. 1681 in 't minste niet en heeft geslagen. Zij verklaren verder dat Van Driel op die datum zelfs niet in hun huis is geweest.
5. 15 april 1682 (attestatie)
Comp. de heer Anthonij van Heel, won. Rotterdam, en Pieter Damen, won. Hoogvliet, en verklaren ten verzoeke van Wouter van Heel, ruwaard, baljuw en opperdijkgraaf van de landen van Putten dat zij daegs voor den eersten rechtdag in Roon over de zaakvan Hollaert en Mijnt... (?) samen met Jacobus van Driel, dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal, zijn geweest ten huize van Corn(eli)s de Groot, herbergier op Hoogvliet. Daar zaten naermiddaegs in drinckgelach de voors. Jacobus van Driel, Jan Perseijn en Arijen Jansz. Kooijer. De comparanten hebben gezien dat voors. Van Driel de persoon van Jan Perseijn met de knop van een ... (?) heeft gestoten.
18. 27 dec. 1684 (1681?) (attestatie)
Comp. Jacobus van Driel, dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal, die vertoonde de mismaectheijt en martilificatie van zijn lichaam, dat seer gestraft ende geslegen was. Ook zijn aengesicht was dick geswollen ende ontsteecken, sijn hant ende duijm gequest en verklaart dat dit alles hem was toegebracht door Anthonij van Heel, ten huize van Gerrit Pietersz. Vrijlant op Hoogvliet en dat hij daartoe geen aanleiding gegeven had
fol. 151v. 19-10-1691:
comp. Cornelis van Driel als erfgenaam onder beneficie van inventaris van zijn broeder Jacobus van Driel, in zijn leven dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal voor zich zelf en vervangende zijn zwager Hermanus Pals en draagt over aan Elisabeth Jans Hoogstad, weduwe van Hendrik Schilder, 60 roede land, gelegen in het buiten kijfland, door de overleden dijkgraaf Jacobus van Driel in erfpacht uitgegeven aan Jacob Joosten Meindert voor 1 st 12 penn de roede. Belend: NO de kade, ZO Pieter Welhoek met de weduwe van Hendrik Groenendijk, ZW Hillegond Hogendijk en NW de erfgenamen van Jacob Leendertsz. van der Laan
He is married to Geertje Leenderts Welhoeck (Welhouck).
They were married in church on January 19, 1670 at Poortugaal.Source 10
19 jan. Jacobus van Driel, j.m. won. Poortugaal x Geertje Leendertsdr. Welhoeck, wed. van Bastiaan Dirksz. van Driel, won. Poortugaal
FS 62/687
Ons Voorgeslacht 1963 pagina 118
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=236&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=driel&miej=1700&miaet=1
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=808&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=driel&miej=1700&miaet=1
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314, Dhr Slijkerman
Nederlandsche Leeuw 1966, vanaf 131/255
Hoogvliet, ORA inv.nr. 18 J.H. van der Boom via Hogenda
https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=11965&type=source
https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=2586&type=source
FS 62/687, https://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/VerzamGenStud2.pdf