Jan Jacobs Meijnaert, geb. Mijnsheerenland ca. 1476, schepen en heemraad in Mijnsheerenland 1524-1540, overl. tussen 22-11-1540 en 04-06-1542, 66 jaar oud, tr. Maritge (Adriaensdr.?), geb. ca. 1480, overl. Mijnsheerenland vóór 04-06-1542 (tr. 1e Pieter (Corstiaensz. ?), hieruit o.a. : a) Cors Pietersz., tr. Truijtge Willems, b) Leendert Pietersz. en c) Digna (Dineken, Ingetje) Pieters, tr. Jacob Jansz. In Zuidland, deze heeft een broer Aernt Jansz., eveneens wonend in Zuidland [Hove en Hoge Vierschaar, Civiele Rollen, 1053/241, dd. 13-03-1556].
Jan Meijnaert heeft 10 morgen eigen- en 4 morgen cijnsland onder de jurisdictie van Mijnsheerenland van Moerkercken. Op 06-02-1540 bezitten Jan Meijnaertsz., Cors Pieters en Maritgen, weduwe van Willem Jansz. te Dordrecht meerdere uitgebreide landerijen in de nieuwgeschapen Westmaas-Nieuwlandse polder van Mijnsheerenland [Rijksarchief Utrecht, klooster Nieuwlicht, toegang 1006-3 (255); zie ook ora Mhld., inv. nr. 1, fol. 126ve -127 (1532- 1552)]. Vele van reeds genoemde personen trouwden onder elkaar. Vrij naar het motto: Eender goed en eender bloed, maakt de beste bruiloftsparen ...
20-03-1524: Jan Jacobszoen Meynaert, wonend te Mijnsheerenland, wordt met meer andere inwoners van Mijnsheerenland genoemd in een uitspraak omtrent een stuk cijnsland in Mijnsheerenland van Moerkercken [Regionaal Archief Dordrecht (RAD), stadsarchief 1, inv. nr. 15 , regest 1327, scan 19].
1537: Jan Jacob Meijnerts verkoopt aan Simon Simonsz. kuiper een jaarlijkse losrente van 2 ponden grooten Vlaams, verzekert op 4 morgen vrij land met al zijn toebehoren, gelegen in het Oudeland van Moerkercken in de huisweer van Jan Meijnertsz., voet onder voet met Meijnaert Meusz. en nog op omtrent 1 morgen 200 roeden land voor de Westmaas [ora Mijnsheerenland, inv, nr. 1, fol. 39ve (1532-1552)].
06-02-1539: Jan Meijnertsz. heeft van de prior van het klooster Vredendaal in Amersfoort 28 morgen land in bruik in Westmaas-Nieuwland. In deze akte wordt ook genoemd Cors Pietersz., die 37 morgen en 300 roeden bouwland aldaar in huur heeft van voornoemd convent. [ora Mijnsheerenland, inv. nr. 1, folio 126ve].
1543: Maritge, Jan Meijnarts weduwe, staat aangeslagen in het kohier van de 10e penning 1543 mit 3 morgen 300 roeden bouwland [Kohier 10e penning Mijnsheerenland; zoek onder HoGenDa bij L. Helms van Eis]
14-12-1548: Lenert Pietersz., broer van Cors Pietersz., draagt over aan Pieter Jansz. (‘zijn zusters man’ is doorgestreept), wonend aan de Strijense Oudelandse Westdijk, 1 morgen land in Westmaas-Nieuwland, hem aanbestorven van zijn moeder Maritge, weduwe van Jan Jacob Meijnertsz. Deze ene morgen is gelegen in het broek (drassig land) van de vrouwe van Moerkercken, ten noorden van de Bouwensweg [ora Mijnsheerenland, inv. nr. 4, fol. 99ve (1544-1583)].
01-06-1551: Kors Pietersz. is aangeërft van zijn overleden moeder Maritge, Jan Jacob Meijnertsz. weduwe, een bouwstede, timmerage, huizen, keten, bergen, wagens, ploegen, eggen, wagentouw, borninge, tuinen, glinten, horden en bomen in Westmaas Nieuwland in de hoek van de Bouwensweg en de Oudelandse Westdijk [ora Mijnsheerenland, inv. nr. 1, folio 127ve (1532-1552)].
14-03-1555: Anna Pieters, oud 19 jaar, machtigt haar broer Pieter Pietersz. om alzulk land te verkopen dat haar aangekomen is van haar grootmoeder Maritge Meijnerts.
Nota: Op 22 maart 1555 heeft Pieter Pietersz. voor hem en als gemachtigde van Anna Pieters, zijn zuster, Kors Pietersz. gifte gegeven en nog mede gifte gegeven Yeman Adriaensz. [ora Mijnsheerenland, inv. nr. 1, fol. 111ve (1532-1552)]
1537 (39ve)
Jan Jacob Meynertsz. va Simon Simonsz. kuiper een jaarlijkse losrente van 2 ponden groten Vlaams, verzekerd op 4 morgen vrij land met al zijn toebehoren, gelegen in het Oudeland van Moerkerken in de huisweer van Jan Meynertsz., voet onder voet met Meynaert Meusz. en nog op omtrent 8 hond land voor de Westmaas, genaamd Schobbe en Everocker.
6 februari 1539 = 1540 (126ve)
Ick Heijnrick Cornelisz. (van Zerixzee) bekenne als ghezworen lantmeter dat ick ghemeten en gesmalkavelt hebbe Jan Meijnertsz. en Cors Pietersz./en dat voor haare morghentalen daer zij nu ter tijt in wonen in t 10e deel van de pater van Vredendaele van Amersfoort/welcke 10e deel ... ende Jan Meijnertsz. heeft an out binnelants gelegen in Mijnsheerenlant 28 morgen ende Corst Pietersz. 37 morgen 300 roe/facit 65 morgen 300 roe/bedraghe t aen niuewe bedijcte lant/ghelegen in t niewe lant voor de Westmaes op de gront van Mijnsheerenlant/24 morgen 298 roeden 11 voet en 8 duijm/hierteghen is haer luijden gheboert een stucke lants noort aan Boeyen Adriaensz. weg en is t eerste stuck in den Brouck ende is groot 8 morgen 594 roeden 10 voet ende zal in den Brouck an de oostzijde den Zomerdijck sceijen in den ouden sloot ende aan de westzijde die Zomerdijck zal t sceijen ten halver de sluijssloot/
Item noch is deze personen gheboert een stuck an de noortzijde Boeyen Adriaensz. weg ende an de oostzijde de Cruijswech en is t darde stuck van noorden in/an de zuijtzijde Stoucken/an de oostzijde de Cruijssewech streckende van de Cruijsse wech oosterwaert tot dat water van Stoucken en is groot 3 morgen 94 roe 8 voet/
Item deze zijn noch gheboert in t Volgerlant voor de nieuwe zeedijcke/an de zuijtzijde de nieuwe sloot an de noortzijde Boeyen Adriaensz. wech an de westzijde de Cruijswech streckende van den nieuwen zeedijcke tot de Cruijswech voirs(creven) en heben ter groote van 8 morgen 88 roe en 5 voet/facit tesamen 24 morgen 298 roeden 11 voet 8 duijm/.../Jan Meijnertsz. binne morgen bedraghen aen buijte lande 10 morgen 283 roe 11 voet/Corst Pietersz. binne lant bedraghet 14 morgen 16 roe (8 voet) 3 duijm/summa 24 morgen 298 roe 11 voet 8 duim/.../Jan Meijnertsz. binne morgen bedraghen aen buijten lande 10 morgen 283 roe 11 voet/Corst Pietersz. binne lant bedraghet 14 morgen 16 roe 8 voet 3 duijm/summa 24 morgen 298 roe 11 voet 8 duijm/
(In den sevenden cavel:
het clooster te Vredendael = 51 morgen 11 hond
die Cathuisers buijten Utrecht = 11 morgen
Jan Meijnertsz. = 28 morgen
Kors Pietersz. = 37 morgen
Maritge, de weduwe van Willem Jansz. = 10 hond; Vergelijk:
Rijksarchief Utrecht, KU, inv.nr. 640)
Jan Meijnertsz. en Cors (Kors) Pietersz. behoorden reeds vroeg tot de hereboeren van Mijnsheerenland. Met Willem Jansz. wordt vermoedelijk Willem Jansz. van Drenckwaert bedoeld
Jacob Meijnertsz geboren circa 1445, overleden voor 25-05-1542.
Bezat grond in de polder Oudeland van Moerkerken,
"Wij Jan Govertse scout in Mijnsheerenlant van Moerkerken ende heemraden inden zelfen ambochte voirseid bij namen Willem Janse, Kors Pieterse, Floris Gijssbertse ende Cornelis Adriaense oirconde ende kennen dat voor ons gecomen zijn Jan Heijense ende Cornelis Heijense voor haerzelven, Sebastiaen Gobbense voor hemzelve, Jacob janse voor hemzelven, Pieter Janse als man ende voicht van Ariaenken Jansdochter ende IJeman Ariaense als man ende voicht van Mariken Jansdochter ende hebben eendrachtelijcken met haeren vrijen wille ende met rijpen raede, clouck ende ghesont wesende haers lichaems gegeven nu ende tot eewighen daghen der kercken ende den heijlighen gheest in Mijnsheerenlant tesamen drie mergen lants die in voirleden tijden toe te behooren plaghen JACOB MEIJNERTSE ende HILLEGONT zijn huijsvrouwe ende gelaten hebben nair haer doot ter eeren dende dienste gods.
Aen de oostzijde van dezen drie mergen lants voirnoemt is gelant Meijnert Meeusse ende an de westzijde gelant Huijch Andriesse streckende dat
noorteijnde an die avelinghen ende dat zuijteijnde anden wech. Waervoor die kerckmeesters ende heijlighe gheestmeesters die nu ter tijt zijn ofte naemaels comen moghten zullen ghehouden wesen te doen een ewighe misse in onzer kercken van Mijnsheerenlandt ende geven den priester daervoir vier karolus gulden ende noch zullen dieselve doen die memorien ende jaerghetijden eewelijcken ende erfelijcken op die octave van pijncxteren
voir die zielen van JACOB MEIJNERTSE, HILLEGONT zijn huijsvrouws, Gob Jacobse, Dirrick Jacobse, Cornelis Jacobse, Sijmon Jacobse, Ariaenken
Jacobsdochter, Jan Jacobse ende Mariken zijn huijsvrouwe. Waeraff die pastoor hebben zal tsjaers XII stuvers, die coster ses stuvers ende den armen menschen an deel broot 14 stuvers, ende ontsteken vijf waslichten ende zoe wanneer die outste ende naeste vrienden die nu zijn ofte naemaels comen mochten gebleven vanden personen voirnoemt konnen metter waerheijt gebrenghen dat deze diensten voirseid niet en worden volbracht als voirseid staet, sullen moghen die erfgenamen die nu zijn ofte naemaels comen mochten nae die eerste vermaninghe aenweerden deze drie mergen lants voirseid als haer eijghen goet sonder ijemant daertegens te verweren met eenighen rechten gheestelijck of waerlijck ende laeten die voirseide diensten doen daert haerluijden gelieven zall.
Alle dinghen zonder fraude ofte bedroch. In kennisse der (waerheijt) zekerheijt hebben wij Jan Govertse scout voirseid ende Willem Janse elcx bijzunder onse zeghelen voor ons ende onse medebroeders hieronder anghehanghen, actum den vierden junij anno 1542 stilo curie Hollandie".
14 december 1548 (99ve)
Lenert Pietersz. in Mijnsheerenland draagt over aan Pieter Jansz. (zijn zusters man is doorgestreept; L.H.), wonende aan de Strijense Oudelandse Westdijk, 1 morgen land in Westmaas-Nieuwland, hem aangesuccedeerd bij het overlijden van Maritge, weduwe van Jan Jacob Meynertsz., zijn moeder. De 1 morgen land zijn gelegen in het broek van de Vrouwe van Moerkercken ten noorden van de Bouwensweg
20 september 1557 (58ve)
Jacob Jan Meynaertsz. tranporteert aan en ten behoeve van Heynrick Adriaensz., de man van zijn dochter, 4 mrg cijnsland in het OvM (Oudeland van Moerkerken) achter het huis van Dirck Kors Pietersz. Jacob Jan Meynaertsz. aangekomen bij dode van Jan Jacobsz. Meynert, zijn vader
16 december 1566 (187ve)
Cornelis Jacob Meynertsz. den Ouden, gemachtigde van Cornelis Jacobsz. den Jongen, va Heynrick Adriaensz., echtgenoot van zijn zuster, 850 roeden land in Westmaas-Nieuwland in het broek van de Vrouwe van Mijnsheerenland. Belend ten oosten Pieter Pietersz. Gorsman, ten zuiden de Bouwensweg, ten westen de wetering van het Stoutje en ten noorden het land van Jacob Dircksz. en Adriaen Jacobsz.
Genoemd: Pieter Jacobsz., Jan Jacobsz., erfgenamen van Jacob Jansz. Meynert. Simon Jacobsz. en Adriaen Koenenz., ev Fijchgen Jacobsdr., eveneens erfgenamen van Jacob Jansz. Meynert.
He is married to Maritgen.
They were married in church about 1500.Source 1
Child(ren):
Jan Jacobsz Meijnaert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1500 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maritgen |
Meijnaert resp. Meijnert Genealogie van een Hoekschewaards geslacht door L. Helms van Eis (via Hogenda)
oud recht. archief Register van Moerkercken 1532-1552 door L. Helms van Eis, https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=3182&type=source
Bron: members.chello.nl/l.barends2/gen18tm86.htm
oud recht. archief Mijnsheerenland 1532-1552 door L. Helms van Eis, https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=3182&type=source
oud recht. archief Register van Moerkercken 1553-1567 door L. Helms van Eis, https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=1182&type=source
https://gw.geneanet.org/jdekoning1?lang=nl&p=jacob+jans&n=meijnaert