mondig 19-6-1583
woonde te Poortugaal (zeker in de periode 1583-1593)
Bij akte van 19 juni 1583 verkoopt Pieter Jaecobsz. van Ouderkerck, dan wonende te Poortugaal, aan Peije Daemsz. een losrente van 9 gld. jaarlijks, die hij (evenals zijn broeder Huich) verzekert op 2 morgen, gelegen in de hofstede van zaliger Willem Ariensz. (= weer 127) en I 1/2 morgen in de hofstede van zaliger Vincent Huijgensz. (= weer 124). De weren 124 en 127
vormden onderdelen van de polder De Zijde onder Ouderkerk aan den IJssel. In weer 124 treffen we uitsluitend de familie Besemer aan. Huijch en Pieter Jacobsz. hadden hun grondaandeel hierin vermoedelijk als erfgenamen via hun moederlijke grootmoeder Geertgen Huijgensdr. verkregen. In weer 127 is van 1543 tot 1568 Willem Ariensz. als bezitter aangemerkt. Hij had 11 1/2 morgen in dit weer van 12 morgen, gekocht van Merritgen Otten, terwijl de resterende
halve morgen hem was geschonken door Arien Ariensz., waaraan een grondkaveling ten grondslag lag.
Maritgen Willemsdr. was wel erfgename van haar vader Willem Ariensz., maar niet van de familie Besemer. Zij stamde vermoedelijk uit een eerder huwelijk van haar vader. Andere gerechtigenden in dit weer waren er niet.
Noch vader Jacob N.N., noch zijn zoons Huijch en Pieter zijn vermeld gevonden als inwoners van Ouderkerk, hoewel de gebroeders in hun Poortugaalse tijd wel als ‘van Ouderkerck’ worden aangeduid.
Op 27 januari 1588 stelt een in Poortugaal woonachtige Pieter Jacobsz. een procureur aan, om uit zijn naam op te treden voor het H of van Holland tegen een iegelijck in omnibus.
Op 6 juli 1588 vonnissen de schepenen van Rhoon in een zaak tussen jonkheer Pieter van Duvelant, vrijheer tot Rhoon en Pendrecht, en ene Pieter Jacobsz., gearresteerd zijnde in de heerlijkheid Rhoon en op 20 mei 1589 inzake een geldsom tussen Frans die Snijder en PieterJacobsz.
Op 12 december 1608 constitueert een Pieter Jacobsz. uit Poortugaal te Schiedam de procureur Willem Willemsz. Nieupoort de jonge,8maar in geen van deze gevallen staat het vast dat Pieter Jacobsz. identiek was aan de hier behandelde naamgenoot. Zijn laatste levensteken dateert van 26 november 1593 als hij samen met zijn broer Huijch land in Ouderkerk verkoopt.
Van een huwelijk en nageslacht is niets bekend.