Op Palmavond (9 april) van het jaar 1552 kocht Joest Adriaensz. schipper een huis met toebehoren, gelegen buiten de Vuilpoort te Dordrecht, gelegen tussen de huizen van Cornelis Stoep die wagenmaker en Ewout den sciptimmerman. Hiervoor was hij 25 pond groot Vlaams schuldig aan de verkoopster Rijcxgen Jacopsdochter, weduwe van Henrick Gijsbrechtszoen visser, waarvan hij de eerste 6 pond zou voldoen op de eerste mei en de rest steeds ‘alle meijdach’ met 3 pond per jaar. Interessant zijn de borgen voor Joost, die ieder voor de helft garant stonden: Bastiaen Willem Aertsz. en Adriaen Jansz. vleijs-houwer. Met name borg Bastiaen Willem Aertsz. lijkt opnieuw te wijzen op een connectie met de Zwijndrechtse Waard: Bastiaen was inwoner van Hendrik ldo Ambacht en heemraad van Schobbelandsambacht (1569, 1571) en Heeroudelandsambacht (1571). In de volgende belasting kohieren van Dordrecht komt Joost Adriaensz. vanaf 1553 voor, waarbij hij steeds als schipper wordt vermeld. Uit de aanslagen blijkt, dat hij eigenaar was van een betrekkelijk klein huis met slechts één haardstede, gelegen buiten de Vuilpoort, een buurtje direct buiten de stad aan de Oude Maas, waar veel schippers en scheepsbouwers woonden. Opmerkelijk is dat hij in het kohier van 1561 ‘Joost Schalcken’ wordt genoemd, terwijl het hierbij gezien de belenders dezelfde persoon betreft. In 1580 werd de weduwe van Joost Ariaensz. vermeld als eigenaresse van dit huis buiten de Vuilpoort.15 Slechts uit een akte van 30-7-1566 is iets meer af te leiden betreffende Joost Adriaensz. Op die datum compareerden Willem Willemsz. cruijenier als man en voogd van Marijcken Egbertsdr., aan de ene zijde, en Gerrit Corsz. als man en voogd van Marijchen Wittendochter, en Joost Adriaensz. als man en voogd van Neeltgen Wittendr., aan de andere zijde. Zij verklaarden gedeeld te hebben de nagelaten goederen van Adriaenken God(schalck) Jansdr. ‘haer compts. moije’, in haar leven gewoond hebbende in de Sandeling (Zwijndrechtse Waard). Gerrit Corsz. en Joost Adriaensz. ontvingen van Willem Willemsz. de somma van 550 Car. gld., o.a. in de vorm van een obligatie van 388 Car. gld. sprekende op Cornelis Huijgensz. alias Betken, wonende te Soutelande in Zeeland.
In een volgende akte droeg Willem Willemsz. cruijenier de schuldbrief over aan Gerrit Corsz. en Joost Adriaensz.17 Joost Adriaensz. is betrekkelijk jong overleden, want reeds op 27-4-1575 stelde Neeltke Witten, weduwe van wijlen Joest Ariensz. schipper, zich borg voor een zekere Ariaentken van Dongen, vanwege de aanspraken die Sijmon den cruijenier op Ariaentken pretendeerde te hebben.
Een latere borgstelling van Neeltken Wittendr. weduwe van wijlen Joest Ariensz. schipper, lijkt interessant omdat hierbij wellicht sprake is van een familierelatie. (...)Mogelijk was genoemde Arien Ariensz. Vogel een broer van Joost Adriaensz. en was diens weduwe Neeltken Wittendr. om die reden borg. (...)
Ook een akte van 12-2-1598 wijst op verwantschap: Wijt Joostensz. schiptimmerman (zoon van Joost Adriaensz.) en Adriaen Jacobsz. als ‘naeste vrienden ende voogden’ van het weeskind van wijlen Jacob Aertsz., worden genoemd in de vertichting door diens weduwe Lijntke Ariaensdr. Jacob Aertsz. was een zoon van Aert N.N. en Anneken Ariaensdr., wellicht eveneens een dochter van Adriaen Adriaensz. Vogel?
She is married to Joost Adriaensz Alias Joost Schalcken.
They were married in church.Source 1
Child(ren):
Neeltje Witte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joost Adriaensz Alias Joost Schalcken |