De zonen van Luytgen uit zijn tweede huwelijk, Philip en Goyert, vestigen zich in
Utrecht en worden daar brouwer. Dat was destijds een beroep minstens zo belangrijk als bakker, want water uit de grachten was niet zomaar te drinken. Bij het brouwen van het bier moest het water gekookt worden wat zuivering tot gevolg had.
Philip trouwt met Gherychgen, de weduwe van Jan Ghysbertsz., bij wie zij drie kinderen had. Twee jongens die beiden brouwer werden en een dochter die met een beeldsnijder trouwde.
Philip had zijn brouwerij aan de O.Z. van de Oude Gracht, dit kan worden afgeleid uit de verkoop van huizen na zijn overlijden.
Cornelis duikt op in Rotterdam als schoonzoon van de brouwer Jan Coning. We mogen mijns inziens veronderstellen dat Cornelis uit Utrecht is weggegaan om elders het vak van brouwer te leren. Zo kwam hij bij Jan Coning in Rotterdam terecht, die behalve een brouwerij, voor Cornelis ook een aantrekkelijke dochter had. In de tijd dat Comelis in Rotterdam verbleef maakte de stad een moeilijke tijd door, waar ook het brouwersvak mee te maken kreeg. Het aantal brouwers liep in de eerste decennia van de 16e eeuw terug van 15 naar 5 in 1527. Hij zal het daarom raadzaam hebben gevonden niet het vak van brouwer te gaan beoefenen maar zich in Rhoon te vestigen als biersteker of bierhandelaar.
Philips Luytgensz. koopt in 1502 het huis in de Nieuwstraat geheten ‘de Joseph’ dat lange tijd in bezit van de familie zou blijven. In 1513 is hij mede borg voor Peter Staell op de eerste leen-rechtdag in de zaak die deze heeft tegen Ghijsbert Staell. Hij wordt vermeld als pachter van een hoeve land in Schonouwen van het kapittel van St. Marie (1528, zijn zegel onder de akte vertoont een dwarsbalk) en wordt genoemd bij een grondtransactie in het Overeind van Jutphaas (1528/’29). Philips blijkt op 8 december 1526 betrokken bij de opstand van een aantal patricische families tegen het stadsbestuur, de zogeheten ‘conroedsen’ of samenzweerders en wordt de stad uitgewezen. Hij ontvangt in 1527 gratie na ballingschap: hij en Gijsbert Jansz. – mogelijk zijn stiefzoon – mogen voortaan ‘gheen lange messen anders dan een broetmes’ dragen en Philips moet bovendien voor de raad verschijnen om te ‘dancken ... de gratiën die hem gesciet is’.952 Gerrichgen Corlinck had een broer Henrick Corlinck in Haarlem wonen, wat mogelijk van invloed is geweest op het feit dat haar kleinzoon Mr. Philips van der Mathe zich daar in de tweede helft
(1) She is married to Jan Gijsbertsz Hack.
They got married
(2) She is married to Philip Luytgensz.
They were married in church in the year 1502 at Utrecht.Source 2
(huw. voorwaarden op St. Margrietenavond)
Child(ren):
Gerritje Thomas (Gerychgen) Corlinck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Gijsbertsz Hack | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1502 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Philip Luytgensz |