Huych Cornelis, als man en voogd van Aeltgen Pietersdr., Ariaen Cornelis, als man en voogd van Angenietgen Pietersdr., en Pieter Hermans, als man en voogd van Neeltgen Pietersdr., transporteerden op 7-5-1595 te Ridderkerk aan hun oom Cornelis Willems Jonckint 16 hont zowel binnen- als buitendijks gelegen grienden met bijbehorende beteling in Oud-Reyerwaard en dit zoals Neeltgen Cornelisdr., weduwe van Willem Goosen zaliger, en Goosen Willems zaliger, dit bij dode hadden nagelaten. De vrouw van Jeyskoot stamde uit een vooraanstaande boerenfamilie te Ridderkerk en was een kleindochter van Willem Goossensz., waarsman van Oud Reyerwaard, heemraad, kerkmeester en taxateur der 10e Penning van Ridderkerk, en waarschijnlijk Neeltgen Cornelisdr. De identiteit van de moeder van Angenietgen is mij onbekend. Zeer wel mogelijk was zij een Abrahamsdochter omdat zowel Angenietgen als haar zuster Neeltgen een zoon de naam Abraham, meegaven en deze beslist niet uit de familie van hun vader afkomstig was.
Het huwelijk van Jeyskoot met Angenietgen, noch dat van haar zusters, werd te Ridderkerk teruggevonden, zodat zij daar als huwbare dochters niet meer woonachtig zullen zijn geweest. Wellicht waren zij wel in Ridderkerk opgegroeid, want hun vader was daar immers landgebruiker geweest. Mogelijk waren de gezusters later in de Alblasserwaard beland; misschien wel vanwege hertrouwen van hun moeder, daar hun vader reeds voor 9-3-1581 gestorven was, dus toen de gezusters nog minderjarig moeten zijn geweest. In ieder geval bestonden er later nauwe banden met de Alblasserwaard. Zuster Aeltgen trouwde Huych Cornelisz., heemraad van Bleskensgraaf, zoon van Cornelis Jansz. Jonckbloet, schout van Oud Alblas, terwijl zuster Neeltgen de vrouw werd van Pieter Hermansz. Pijl, schepen en heemraad van Alblasserdam en hoogheemraad van de Alblasserwaard.
Op 13-3-1607 was Aryen Cornelisz. Jey(s)coot aanwezig bij de afhoring van de rekening over 1606 van de Zwijndrechtse Waard Develzijde.
Op 24-6-1607 trad 'Adriaen Cornelisz. int Clooster' te Ridderkerk op als doopgetuige voor een kind van Daniel Foppen van Driel en diens eerste vrouw Aeltge Cornelisdr. (Jonckint), dochter van Cornelis Willemsz. Jonckint.
Op 7-10-1607 was 'Adryaen Cornelisz. vant Clooster' wederom te Ridderkerk doopgetuige; ditmaal voor een kind van Willem Goossens alias Willem Lenertsz., getrouwd Soetje Lodewijcksdr. (van Driel). Hij was een broer van de vader van Aeltge Jonckint. Deze waren weer broers van Pieter Willem Goosensz. Jeyskoot was ongetwijfeld identiek met de Arien Cornelissen die op de Dordtse gedeputeerden-vergadering van 2-4-1608 van de Classis Dordrecht genoemd is i.v.m. met een geschil tussen hem en Floris van Cuyl, ambachtsheer van Kijfhoek, waarbij Arien voor de Heerjansdamse predikant Martijs Hoppel (die ook het kerkje te Kijfhoek bediende) schuldbekentenis deed."
In een akte van 13-1-1609 trad Arien Cornelisz. Jescoot, bijgestaan door Pieter Hermensz. Pijl te Bleskensgraaf, op als 'volcomen voocht' van Neeltgen, het achtergelaten weeskind van Aeltgen Pietersdr. bij Huych Cornelisz. In een akte van 23-11-1616 te Bleskensgraaf is hij oom van dit weeskind genoemd, dat overigens in 1618 te Ridderkerk trouwde en aldaar ging wonen.
Blijkens de Dordtse classis-vergadering van 24-7-1613 was Arien Cornelissen diaken te Kijfhoek en hield zich bezig met het ontvangen en uitdelen van de 'oortgens' aldaar. Hij kon echter op 24 juli zelf geen rekening doen omdat hij ziek was.
In een op 30-9-1610 te Zwijndrecht gepasseerde akte trad Adriaen Cornelisz. Jeyscoot op als gekoren voogd van Gerritgen Willemsdr., weduwe van Geerit Cornelisz. Koek.
Op 24-11-1615 was Adriaen Corneliss. Jeyscoot, wonende 'opt clooster van Emesteyn' met de schout, heemraden en de secretaris van Heeroudelandsambacht, aanwezig bij het sluiten van een akkoord over een grondgeschil aldaar tussen Gerrit Janss. en Adriaen Willemss." Hij werd toen dus nog niet aangeduid als schout.
Op 28-12-1618 legden Jan Janss. viscooper, Arien Corneliss. Jeyskoot, Gijbert Janss. backer, Cornelis Matheeuss. arbeijder en Maeycken van Recht, weduwe van Dirck Melss., 'buuren deser stede en ju(ri)s(d)icties van dien', voor een Dordtse notaris de verklaring af geen aanspraak te hebben op het huis en erf staande 'aen (den) opslach' binnen Dordrecht dat door Cornelis Janss. van Munster was verkocht aan Cornelis van Hulst. Een Schoonhovense akte uit 1619 maakt melding van een voor notaris Henrick van Naerden te Dordrecht opgemaakte akte van borgtocht waarin Adriaen Cornelisz. Jeyskoot zich met Mr. Cornelis de Wilde als borg had gesteld voor voornoemde Van Munster."
Een akte van 13-11-1619 spreekt van een door Aryen Corn(eliss.) Jeyscoot gestelde borgtocht.
Nog geen maand voor zijn dood assisteerde Adriaen Corneliss. Jeyscoot, schout van Kijfhoek, op 22-7-1624 de reeds genoemde Gerrit Janss., inwoner van Heeroudelandsambacht, bij de vertichting met diens kinderen bij Pietertje Symonsdr.
Jeyscoot werd in het kerkje te Kijfhoek begraven onder een zerk met een (in de Franse Tijd uitgekapt) wapen met het volgende opschrift: 'Hier lyet begraven /Adryaen Cornelis / Ieiskoot in sinnen / Leven schovt in den / Ambachte van kyef /houck sterft op den / 21 avgvsti anno 1624'.
De Dordtse burger Gijsbert Janss. backer verklaarde bij akte van 16-12-1624 aan Cornelis Janss. Roerom, Jacob Aryenss. Vos, wonende ter Goude (Gouda), Wilhelmus Lupaerd, bedienaar des H. Evangelie op Heinenoord, Wendel Jacobsdr. en tenslotte aan de weduwe en erfgenamen van Aryen Corneliss. Jeyscoot geld schuldig te zijn vanwege verrekening van penningen. Hij stelde hiervoor zijn vracht- en gruttersgereedschappen, meubelen, huisraad, kleding etc. als zekerheid.
Bij akte van 21-7-1625 stelde Cornelis Jansz. van Munster Adriaentge Cornelisdr., weduwe van Aryen Cornelis Jeyscoot, wonende op het klooster Eemsteyn, schadeloos voor verleende borgtochten.
Opmerkelijk is een akte gedateerd 18-2-1634 waarin Jan Gillissen, wonende op het huys te Nederhoven in de Linde (Groote Lindt) al zijn huisraad, meubele goederen etc. overdroeg aan Aryen Cornelissen Jeyscoot, schout van Kijfhoek, welke dus toen al bijna 10 jaar daarvoor overleden was ! Is hier ten rechte diens zoon Abraham Aryensz. Jeyscoot bedoeld ? Het is evenwel de vraag of hij in 1634 al het schoutambt van Kijfhoek bekleedde.
In het in 1626 opgemaakte kohier der 1000e penning over Kijfhoek zijn de weduwe en erfgenamen van Adriaen Cornelis Jeyscoot aangeslagen voor 4 gld., dus voor een vermogen van 4000 gld. In het kohier der 200e penning over 1638 komen de weduwe, noch haar erfgenamen voor.
She is married to Adriaen Cornelisz Jiskoot (Jeyscoot, Jeijskoot).
Permission for the marriage was obtained in 1594.
They were married in churchSource 2Child(ren):
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT JEYSKOOT (JISKOOT) UIT KIJFHOEK (deel 1) door K.J. Slijkerman, ONS VOORGESLACHT - 57eJAARGANG (2002) - No. 541 vanaf pag. 361
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT JEYSKOOT (JISKOOT) UIT KIJFHOEK door K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 57