De doopakte van Hendrick en Machtelgen werd (sedert 1606) te Barendrecht niet teruggevonden
Als Hendrick Huijgen was hij op 23-6-1631 te Barendrecht doopgetuige voor een kind van (zijn zwager en schoonzuster) Job Thomasz. en Geertge Reijers. Het verpondingskohier over Barendrecht van 1632 vermeldt onder het hoofd: “Huysen aen dijck” Heijndrick Huijghen voor een bescheiden bedrag van 12 stuiver.
Op een waarschijnlijk uit 1659 daterende lijst van lidmaten der kerkelijke gemeente Barendrecht zijn onder het hoofd “Carnisse” vermeld:
“Machteltie Reijers, vidua (weduwe) en Huijch Henrixe, filius (zoon), Haesjen Henrix, filia dochter).
Machtelgen Reijers, weduwe van Heijndrick Huijgen, en haar zoon Reijer Heijndricksz., wonende in West-Barendrecht, transporteerden op 23-6-1668 aan Leendert Corn. Salij, wonende in Carnis van Barendrecht, een “out quaet huijsken en bomgert” aan de “kleijnen lege dijck” onder Carnis. Dit perceel grensde aan de oost en zuidzijde aan het voornoemde dijkje, aan de
noordkant aan de watering van Smeetsland en aan de westzijde aan de koper. Salij nam een te maken watering voor zijn rekening.
Machtelgen moet een schoonzuster geweest zijn van Job Thomasz., stamvader van de Barendrechtse familie Commijs. Op 15-10-1670 werd zij met attestatie van Barendrecht lidmaat te Ridderkerk.
j.d. van West-Barendrecht (1629), woonde te Carnisse (1659)/in WestBarendrecht (1668), te Ridderkerk (1670
She is married to Hendrick Huijgensz van Eijck.
They were married in church on January 21, 1629 at Barendrecht.Source 1
tr. Barendrecht (3e gebod ald. 7-l-) 21-1-1629 Machteltgen (Machtelgen, Macheltie) Reijers, j.d. van West-Barendrecht, hij j.g. van West-Barendrecht (1629)
Child(ren):
Machteltgen Reijers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1629 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrick Huijgensz van Eijck |