datum vermeld in doopakte
Eglise Allemand reformé
buitenplaats Hoornwijk
Jean koopt de buitenplaats Hoornwijk voor fl. 16.000,- Op 1 feb 1802 verkoopt hij het weer aan Jacobus Groeneveld, predikant van de gereformeerde gemeente in Den Haag
Hij verkoop de buitenplaats in 1800 aan Jean Maritz, eigenaar van de naastgelegen buitenplaats Vredenoord voor 16.000 gulden. Jean Maritz verkoopt het huis en het omliggende erf een jaar later en voegt de landerijen bij zijn buitenplaats.
In 1801 koop Jacobus Groeneveld (1757 - 1815) 'de hofsteede bevoren genaamd Hoornwijck, doch thans Molenwijk, groot Een morgen drie hondert en Vijftig Roeden Lands voor een bedrag van 4.450 gulden. Hij was één van de acht predikanten van de Gereformeerde Gemeente van Den Haag. Hij overlijdt in 1815 op zijn buitenverblijf. Zijn enige zus, de weduwe Hendrikje Groeneveld, laat de buitenplaats op 29 januari 1816 veilen.
Source 5
Eerste goot van een kanon in de door hem verbouwde geschutgieterij
Obligatie aan Jan Frederik Wiegel voor 1200 gulden
buitenplaats Vredenoord
pag. 9
In 1796 koopt Maritz Vredenoord. In 1800 koopt hij ook de nabijgelegen buitenplaats Hoornwyk. Vermoedelijk heeft Maritz in overleg met Zocher bepaald welk van de twee buitens de meeste potentie en kwaliteit had om een landschappelijke aanleg te verwezelijken. Kort nadat de keuze voor de aanleg van een landschappelijk park definitief op Vredenoord was gevallen, verkoopt maritz Hoornwyk in 1802.
---
pag. 11
De erfgenamen van Maritz verkopen in 1807 Vredenoord aan de Nederlandse vice-admiraal P. Baron Melvill van Carnbee.
Source 7
Grootmeester bij de Vrijmetselaars
Oorzaak: Rotkoorts (tyfus of vlektyfus)
Kloosterkerk
woonplaats Nieuwe Uitleg J131, nakomelingen 2 meerderjarige en 5 minderjarige kinderen. Bewindhebbende J. Bane Havart, Leges 6 Stuivers
He is married to Jacoba Gosse.
Their notice of marriage was on May 30, 1773 in Den Haag.
bron: zie 13 juni 1773They got married on June 13, 1773 at Den Haag, he was 34 years old.Source 10
Waalse gemeente
Child(ren):
Uit: Instructie-Inventaris 1880. Hoofdstuk I.
De geschutgieter Joh. Maritz deed zijn eerste goot 26 Febr. 1773, en goot tot 31 Dec. 1806. Hij onderscheidde de eerste goot met de letter A1. ; voorts werden door hem en zijn opvolgers alle door hen gegoten en opgeleverde gelijknamige vuurmonden met een doorloopend nummer gemerkt.
Hij zelf eindigde met de goot M15. , en deed derhalve (de J en U niet gebruikende) 348 goten.
De geschutgieters L. E. en J. G. A. Maritz, zonen van den eerstgemelde (en waarvan de laatstgenoemde zich in 1813 als gieter naar Straatsburg begaf), deden hun eerste goot 21 Febr. 1807, beginnende met A1. en eindigende met T2. , te zamen 43 goten.
De geschutgieter L. E. Maritz ving 19 Febr. 1814 aan, voor het Nederl. gouvernement te gieten, met de letter V2. (waarbij zich nog een Fransch kort kanon van 6 Pd. (9 cM. ), het 140ste van dien naam, bevond).
26 Mei 1825 deed deze geschutgieter met zijn zoon, onder de firma van Maritz en Zoon, de eerste goot, geletterd N7. In het jaar 1849 hield de firma Maritz en Zoon op te bestaan, en deed de geschutgieter J. J. Maritz 5 Apr. 1850 de eerste goot, geletterd P11.
Ingevolge Kon. Besluit van 23 Mei 1871, No. 17 is de Rijksgieterij van Br. geschut van af 1 Nov. 1871 onder het rechtstreeksch beheer van het Departement van Oorlog gesteld. De laatste goot door den geschutgieter J. J. Maritz werd gedaan 3 Aug. 1871 en was geletterd D 14.
HET ARCHIEF VAN HET AMBT VOORST (1608 - 1795) pag. 8
42 Rekening van Jean Maritz te 's-Gravenhage wegens het leveren en ophangen van een nieuwe luidklok voor de kerktoren te Wilp, 1781. 1 stuk
Van http://www.oudekerkvoorburg.nl/culturele-activiteiten/carillion
"In vroeger tijden hebben in de toren ongetwijfeld klokken gehangen, maar daarover is niets bekend.
De oudste klok, die nu nog aanwezig is, stamt uit 1781. Het is een werkstuk van Johannes Maritz, weegt 230 kg en heeft een doorsnee van 72 cm. In de Tweede Wereldoorlog werd hij gevorderd en in 1944 met zo'n 200 andere klokken weggevoerd. Het schip "Hoop op Zegen", dat het transport uitvoerde, liep echter op een dijk van de in aanleg zijnde Nood-Oostpolder en zonk. Na de oorlog kon het schip worden gelicht en werden de klokken teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren."
De Gelder, Onder de Gelder 1, Wijhe. Situatie en geschiedenis
De Gelder was een havezate aan de oostelijke zijde van het dorp Wijhe, waarvan het herenhuis in of omstreeks 1913 werd afgebroken om op die plaats een nieuw huis te bouwen. Dat nieuwe huis werd echter nooit gebouwd. Aan het begin van de gemetselde boogbrug staat een fraai toegangshek. Daarbij
staan twee bronzen vuurmonden die respectievelijk in 1787 en 1788 in Den Haag werden gegoten door Johan Maritz. Aan de zuidwestelijke toegang tot het terrein staat een tweede toegangshek, dat echter eenvoudiger is uitgevoerd dan het eerstgenoemde hek. De hekken zijn uitgevoerd in Lodewijk XV-vormen en dateren uit het midden van de 18de eeuw.
In het Maçonniek weekblad een vermelding gevonden dat hij en zijn broer David lid waren van de Vijmetselaars. Zie Delpher.nl
MARITZ (Johannes), geb. te Genève 7 Sept. 1738, gest. te 's Gravenhage 28 Jan. 1807, broeder van David (die voorgaat). Zijn grootvader Johannes Maritz, ged. te Burgdorf (kant. Bern) 11 Apr. 1680, gest. te Genève 18 Dec. 1743, was reeds geschutgieter en uitvinder van de horizontale boorbank en van het vol en niet over den kern gieten van het kanon. Hij werd opgeleid in het geschutgieten, door zijn oom Johannes Maritz, baron de la Barollière, ged. 16 Juli 1711, gest. 12 Mei 1790, directeur der gieterijen te Straatsburg en reorganisator, volgens het systeem van zijn vader, van die te Douai, Rochefort, enz. en later van die te Barcelona. In zulk een uitstekende leerschool bekwaamd, kwam hij, op uitnoodiging der Staten van Holland, 5 Mrt. 1770 te Delft en nam het beheer der geschutgieterij te 's Gravenhage in Juni van dat jaar over. Wegens de vele ingrijpende veranderingen, die het gevolg waren van de uitvinding zijns grootvaders, werd 26 Febr. 1773 pas de eerste goot gedaan, terwijl tot aan zijn dood meer dan 3000 stukken voor 's lands dienst werden gegoten, die aan de hoogste eischen van dien tijd beantwoordden. Hij huwde 13 Juni 1773 Jacoba Gosse, uit welk huwelijk 9 kinderen geboren werden, o.w. Louis Ernest Maritz, geb. 's Gravenhage 1774, die eerst met zijn broeder Jean George Amédée, geb. 1783, doch na diens vertrek naar Straatsburg, waar hij directeur werd, alleen, tot 1825, daarna met medewerking van zijn zoon Jean Jacques, geb. 14 Febr. 1797, de geschutgieterij tot voor dien tijd groote volmaking bracht. Deze laatste zette het bedrijf, met medewerking van zijn neef en schoonzoon G.M. Maritz nog door tot 1871, toen door de Ministeries van Oorlog en Marine de contracten werden opgezegd.
Jean Maritz
Nadat Jan Verbruggen in 1770 naar Engeland vetrokken was, werd Jean Maritz (1738-1807) zijn opvolger als landsgeschutgieter te Den Haag. Jean Maritz stamde uit een befaamd geslacht van geschutgieters te Genève ofschoon ze somtijds geruime tijd elders werkten. Zijn vader Samuel (1705-1786) voerde de titel van geschutgieter van de republieken Bern en Genève. Jean Maritz vertoefde op het moment van zijn benoeming in Spanje waar hij sinds 1767 leiding gaf aan de geschutgieterij te Barcelona. Voor die tijd was hij werkzaam bij zijn oom Johan die in Frankrijk Inspecteur général des Fontes et Forces de la Marine was.
De Maritzen waren inderdaad zeer befaamd, hetgeen ook al blijkt uit het feit dat onze Jean Maritz vrijwel gelijktijdig met het verzoek uit Holland ook een aanbieding uit Rusland kreeg. Maar hij gaf de voorkeur aan Den Haag. Aldaar zou hij het geschutgieten en vooral het boren van het geschut op het juiste kaliber in geheel nieuwe banen leiden. Klokken heeft hij zeer weinig gegoten. Wij kennen slechts een tweetal uit 1778 en 1781. Hij werd opgevolgd door zijn zonen Louis Ernst en Jean George Amadée.
bron: Corn. van der Ven, De voormalige rijksgieterij van bronzen geschut te ’s-Gravenhage. In: Het Huis, Oud en Nieuw, 1916, p.161-174.
TWICKEL. Kasteel (1949) Op het voorplein 2 bronzen kanonnen van 4 pond, op affuit, gegoten door Maritz 1773 en 1775.
In het kasteel een fraaie wapenverzameling, bestaande uit eenige wapenrustingen, tal van miniatuur-kanonnetjes, geweren, helmen, hellebaarden, zwaarden, enz.
Voorts 2 familieportretten van personen in uniform 18e eeuw, en 1 portret van een Officier ± 1830.
Fonds :Service cantonal de l'Etat civil
Série :Registres des baptêmes et mariages des communautés protestantes diverses
Cote du document :E.C. Communautés diverses 4
Analyse :Copie du registre des baptêmes de l'Eglise allemande réformée.
Type et nombre de pièces :1 registre
Dates extrêmes :5 septembre 1627 - 19 novembre 1797
Cote d'emplacement :AA Combles épi J
Langue des documents :Français
Communication :Selon les délais légaux en vigueur
Mot-clé noms communs :état civil baptême église allemande
Mot-clé noms propres :Eglise allemande réformée
Notariële archieven, archiefnummer 5075, inventarisnummer 13921, aktenummer 589448. Gemeente: Amsterdam, Periode: 1782
Stichting PHB, Historisch onderzoek buitenplaats Vredenoord september 2005. drs. R.H.M. van Immerzeel
PDF gedownload
".. aan de gevolgen van een Rotkoorts"
0377-01Doop-, trouw- en begraafboeken 's-Gravenhage, Scheveningen en Loosduinen/ Haags gemeentearchief
9265Marda, Nikolaas (1716) - Markedans,
Bestandnaam: NL-HaHGA_0377-01_9265_0052.jpg
OudInventarisnummer: B 265
Volgnummer: 52 van 64
0377-01Doop-, trouw- en begraafboeken 's-Gravenhage, Scheveningen en Loosduinen 3151726 okt - 1804 mrt/ Haags gemeentearchief
Bestandnaam: NL-HaHGA_0377-01_315_0199.jpg
Datering: 1726 okt - 1804 mrt
Volgnummer: 194 van 351