Georgius Leurink was predikant in Aalsmeer.
Georgiusvolgde lessen aan de Enschedese Latijnse School. Op 2 september 1701 liet hij zich inschrijven aan het Atheneum in Deventer. Daarna studeerde hij twee jaar in Franeker en een jaar in Leiden. Op 1 juli 1706 werd hij door de Classis Deventer bevorderd tot Proponent bij de Hervormde Eredienst. Vanwege zijn zwakke gezondheid stelde hij zich niet voor 1714 beschikbaar voor beroep. Op 27 augustus 1716 werd hij tweede predikant in Hanau in Hessen en op 30 januari 1720 werd hij predikant te Aalsmeer, waar hij op 23 juli 1721 zijn testamenr maakte.
Uit dit testament o.a.:
Zijn schoonbroeder Abraham Strick erfde 25 gulden.
Zijn schoonbroer Gerard Elshof 100 gulden "in consideratie van de groote Liefde aan de erflater bewezen".
Zijn schoonbroer Hendrik Keller 50 gulden en het beste boek uit erflaters bibliotheek ter keuze van Hr. Keller
Zijn schoonbroer Hendrik Steenberen 25 gulden.
Zijn zuster Catharina Leurink 200 gulden.
Zijn aangetrouwde neef Laurens Lasonder "om in eigendom te behouden zodanigesomme van penningen die hij van erflater in handen heeft of aan dezelve schuldig is". Laurens Lasonder had dus blijkbaar geld geleend van Georgius Leurink.
The data shown has no sources.