Tijdstip: 21:00
Heeft het ouderlijk huis gekocht
(1) She is married to Onbekende Vader.
They got married
Child(ren):
(2) She is married to Josephus Raymond Vermoesen.
They got married on April 30, 1902 at Meldert, she was 21 years old.Source 2
Child(ren):
Clementina Van den Eede werd geboren te Meldert in de wijk Meysberg, op 18 juli 1880.
Haar vader was Fredericus Van den Eede, haar moeder was Joanna Christina Beeckman.
Clementina’ s vader, Fredericus, was de broer van Benedictus Van den Eede, die de vader was van Alfonsus Fredericus Van den Eede. Clementina was dus een nicht van Alfonsus Fredericus, mijn overgrootvader.
In 1895 verhuist Clementina op vijftienjarige leeftijd mee met haar ouders naar de Putstraat in Meldert naar een hofstede die haar ouders als schenking hebben verworven en die zij later van haar ouders zal kopen. (zie verder)
Clementina huwde op 30 april 1902 met Josephus Raymond Vermoesen te Meldert
Ze hadden acht kinderen, Frans, Oscar, Margeritte, Maria, Mathilde, Joanna, Albert en Julia. Frans, de oudste zoon, was een kind uit een eerdere relatie van Clementina met een onbekende vader. Kleine Frans was zeven maand oud bij het huwelijk van zijn moeder met Josephus. Josephus heeft Clementina haar zoontje Frans gewettigd bij hun huwelijk.
Niet alleen had Clementina al een zoontje, ze was ook acht maanden zwanger van haar tweede zoon Oscar toen ze met Josephus trouwde.
Na hun huwelijk woonden Clementina en Josephus op het Dorp te Meldert, waar ze volgens de geboorteakten van hun kinderen tot 1910 woonden.
Uit een akte van 14 april 1902, verleden voor notaris E. Breckpot te Aalst, blijkt dat Josephus en Clementina een hofstede kochten in de Putstraat te Meldert. De eigenaars waren de ouders van Clementina die de boerderij hadden verkregen door een gift. Die schenking hadden Clementina’ s ouders, gekregen op 21 maart 1895 van Benedictus Beeckman, een familielid van Clementina ‘s moeder, die in dat jaar weduwnaar van Seraphina Kindermans was geworden, en geen kinderen had. De schenking hield in dat de begunstigden zich ertoe verbonden om: de gever gedurende zijn leven in ziekte en gezondheid in hun woning en bij hun gezin te onderhouden, te voorzien en oppassen of verzorgen, in eten, drinken, slapen, kleding, en het vermaken, herstellen en wassen van dezer, kosten van geneesheer en geneesmiddelen en van al wat er hem verder nog benodigd zal wezen volgens zijn staat en rang, verder te bekostigen, 's gevers begrafenis, lijkdienst en uitvaart met gewone lijkdienst alsook 25 gezongen missen te zijner gedachtenis te doen celebreren ter kerke van Meldert.
De schenking betrof de hoeve aan de Putstraat, wijk B, nummers.: 155,156,154 en 153. Verder nog een meersch (moeras) gelegen aan de Putstraat, wijk B nr. 188 met een oppervlakte van 11 a 90 ca, een perceel land, wijk B nr. 631a 45 are groot, en nog een weide nabij het dorp, wijk C nr. 344 met een grootte van 18 a 17ca. De geschonken goederen waren eigendom van de ouders van Benedictus Beeckman, namelijk Benedictus Beeckman en Catharina Jacobs.
Clementina heeft de boerderij met haar gezin niet voor 1910 betrokken. Waarschijnlijk heeft haar moeder tot die tijd geleefd.
De boerderij brandde af in de oorlog van 1914-1918 door een onvoorzichtigheid met een ijzeren vuurhaard waarop varkenseten werd gekookt. Duitse soldaten die net eieren kwamen vragen hielpen met blussen wat tot geruchten leidde dat ze de brand hadden aangestoken.
Josephus werd opgeëist om aan het front gaan te werken, Clementina ging bij haar schoonvader Petrus wonen. Na zes weken kon Josephus terugkeren en werd een gedeelte van het huis met stro bedekt om er zo goed als het ging te kunnen wonen.
In 1918 eisten de Duitsers ook de twee oudste zonen Frans en Oscar op, maar door tussenkomst van onderpastoor Verstraeten werden ze vrijgesteld. Geleidelijk volgde de heropbouw van de hoeve. Het laatste gebouw, de stal, was herbouwd in 1921.
Toen voor de tweede wereldoorlog de Putstraat werd verbreed, onteigende de gemeente een gedeelte van de schuur en de stal. Josephus liet toen achter de ast een afdak bouwen met twee "schuivers" ernaast, tweemaal een dak op vier hoge betonnen palen waarvan het dak op en neer kon volgens de hoeveelheid opgetaste oogst.
Josephus was een rustige man, begaan met zijn beesten en het land. Hij was gesteld op orde en stiptheid. Het alaam moest goed onderhouden en op de juiste plaats opgeborgen worden. Hij stond er op dat er elk een jaar een akker met de spade moest omgespit worden, want dat verluchtte de grond beter dan ploegen.
Ook Clementina hield van netheid. Zij schuurde elke zaterdag het muurtje van de mesthoop, en het stro in de schuivers moest keurig getast zijn.
Clementine had de gewoonte om 's zaterdags te voet, en meestal met een paar kinderen aan de hand , langs de Aalsterse Dreef naar de marktdag in Aalst te gaan. Op de terugweg, bepakt en beladen, stopte ze halfweg aan het café De Snas om er een pint van 't vat te drinken.
Tijdens de lange winteravonden kwam er altijd volk over de vloer. De zonen speelden in Koninklijke Fanfare St.-Cecilia en wie het laatst thuis kwam, moest de deur sluiten. Het was niet altijd duidelijk wie laatst was en de voordeur bleef meer dan eens open. Hoewel, het was meestal Frans die na de anderen thuis kwam.
Clementina is ook niiet gespaard gebleven van familiedrama. Twee kleinkinderen zijn heel jong gestorven. Clementina haar dochter Joanna heeft twee kindjes verloren. Een zoontje Wiily werd maar acht maand oud, en een dochtertje Godelieve werd maar twee maand oud.
Clementina verloor haar man toen ze 71 jaar was. Zij overleed op 82 jarige leeftijd te Meldert op 14 december 1962.
--------------
Bron: Faluintjes, jaargang 30, nr.1 blz.109-114
En eigen opzoekingen.
Clementina Petrus van den Eede | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1902 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Josephus Raymond Vermoesen |