Getuigen:
Lubbert Gijsbertsen de Mots, 48 jaar, landbouwer
Abram Lammertsen Nijhuis, 40 jaar, landbouwer
vader kan niet schrijven, dus tekent niet
Tijdstip: 15:00
He is married to Maria Mostert.
Permission for the marriage has been obtained in Purmerend on January 20, 1850 .Source 3
They got married on February 2, 1850 at Putten , he was 26 years old.Source 4getuige(n): Bessel van Winkoop, Hendrik van Boeijen, Steven van der Sande,
Child(ren):
Beroep: schaapherder
Evert senior stond tot 1857 te boek als schaapherder, dagloner en
arbeider. Schaapherders waren dan ook ongeschoolde veldarbeiders, die met
de schaapskudde van een boer door het veld trokken. Vaak hadden zij een
min of meer vaste baan, omdat schapen nu eenmaal het hele jaar door geweid
en verzorgd moetsen worden. Zoals ook elders op de Veluwe, waren er in de
omgeving van Driedorp rond 1860 zeer uitgestrekte heidevelden. De volgende
tekst van een oud volksliedje getuigt daar nog van: "Op de grote stille
heide dwaalt een herder eenzaam rond, wijl zijn witgewolde kudde trouw
bewaakt wordt door zijn hond. En al dwalend ginds en her denkt de herder:
Ach, hoe ver is mijn heide!". In werkelijkheid werd de actieradius van een
schaapsheder met zijn kudde beperkt door de eigendomsverhoudingen op de
heidevelden. De grootste eigenaren waren meestal de lokale maalschappen,
buurschappen of marken. In 1849 moest Evert voor het kantongerecht te
Nijkerk verschijnen, omdat hij koeien had laten grazen in het "houtgewas"
van Het Erve Neude bij Driedorp. Evert bood zijn verontschuldingen aan,
maar moest toch fl. 3,-- boete betalen. Na het overlijden van Maria
Mosterd werd een beschrijving gemaakt van de boedel die zij en Evert
Senior in huwelijkse gemeenschap bezaten. Hun huis bestond uit een haard,
een goot en een deel. Op de haard werd gegeten aan een tafel met stoelen
en geslapen in een bedstee. Ook was er een vuurplaat met vuurgereedschap,
een kast, een klok en serviesgoed. In de goot stonden een melkton met een
karn en schijf, potten, pannen en emmers. Op de deel hadden zij een paard
(fl. 250,--), 4 koeien (fl. 430,--) en 2 pinken (fl.80,--). Daarnaast was
er een wanmolen, een snijbank en zakken met weitstro en boekweit. Het
landbouwgereedschap bestond verder o.a. uit gavels, vlegels, zeefden en
harken. In een schuur stonden een wagen (fl. 40,--), een ploeg (fl. 20,-
-), 2 kruiwagens (fl.8,--), een kar (fl.10,--) en eggen (fl.5,--). Aan
oogstproducten lagen daar rogge (fl.90,--), haver (fl.30,--), hooi
(fl.200,--), aardappelen (fl.75,--) en pootaardappelen (fl.25,--). Het vee
in de schuur bestond uit een "vet varken" (fl.75,--) en een kalf (fl.40,-
-). De schuur deed tevens dienst als bakhuis en kelder, want er stond een
baktrog met zeef en tobben, een ton met ingelegde bonen en een ton met
kool. De aanwezigheid van 2 immen met toebehoren (fl. 8,--) wijst op de
beoefening van de bijenteelt. Dit was tot in de 20e eeuw in de Gelderse Vallei een bloeiend bedrijf. In de voorzomer vlogen de bijen op de bloeiende boekweit en in de nazomer op de heide. Het is duidelijk dat Evert en Maria van plan waren een eigen huis te bouwen op het Kruishaarse Veld in de buurtschap Wullenhoven. Zij bezaten hiervoor bouwmaterialen ter waarde van fl. 500,--.
Na verrekening van wat gereed geld en een paar schulden kwam de totale
geschatte waarde van de inboedel op fl. 1959,--. De kosten van de begrafenis van Maria bedroegen fl. 40,--. Evert's dochter Dirkje bezat als weduwe van Willem Kuijt in het Nijkerkerveen een huis met een belastbare waarde van fl. 60,--. Bij het huis lag een erf, een tuin van 11,74 are, 1,27 habouwland, 0,69 ha weiland en 0,75 ha veengrond. In 1931 werd dit alles verkocht.
[Parenteel Kampeshorst]