(1) He is married to Aarnoudina Janszdr. van Rosenburch.
They got married May 1601, he was 27 years old.
Child(ren):
(2) He is married to Catharina Brandt.
They got married on October 12, 1636, he was 62 years old.
http://www.dbnl.org/tekst/meer035lett01_01/meer035lett01_01_0018.php
Simon van Beaumont (1574 - 1654) 443 is geen Zeeuw van geboorte. Hij was, als Van der Myl, afkomstig van Dordrecht, waar hij in 1574 444 geboren werd uit Herbert van Beaumont en Cornelia van Slingeland. Ook dit heeft hij met Van der Myl gemeen, dat zijn ouders tot de patricische families van de stad behoorden. Nadat hij er de Latijnse school had afgelopen, liet hij zich op 27 September 1588, dus op zijn veertiende jaar, en nogmaals op 28 September 1592, te Leiden als student in de rechten inschrijven. Hij woonde, althans van 1592 af, bij prof. Everard Bronckhorst in huis, onder wie hij op 29 Januari 1594 Theses de Donationibus 445 verdedigde. Van zijn leermeesters bleef hij althans met Paullus Merula, die in 1592 hoogleraar in de geschiedenis werd, in betrekking 446. Tot zijn studievrienden behoorde de jonge Janus Dousa (1571 - 1596), die zijn vader opvolgde als bibliothecaris van de Leidse universiteit en die een verdienstelijk Latijns dichter was. Op zijn vroege dood dichtte Van Beaumont een Latijns grafschrift 447. Ook zal hij in Leiden vriendschap hebben gesloten met Petrus Scriverius(1576 - 1660), die er in 1593 kwam studeren, en aan wie hij de 'Grillen' opdroeg, die in de 'Zeeusche Nachtegael' verschenen. Gerard Vossius (1577 - 1649), die in Dordrecht was opgevoed, kende hij misschien al van zijn kinderjaren, maar toen deze in 1595 in Leiden kwam, was Van Beaumont naar alle waarschijnlijkheid al vertrokken. Er zijn enkele brieven van hem aan Van Beaumont uit de tijd toen deze pensionaris van Rotterdam was 448. En ook De Groot, die pas een half jaar nadat Van Beaumont zijn theses had verdedigd, in Leiden kwam studeren, zal hij wel niet meer als student ontmoet hebben. In een brief uit 1601 aan Merula blijkt hij hem evenwel al te kennen, en oog te hebben voor de geniale aanleg van de toen nog maar achttienjarige advocaat, 'extra omnem comparationis aleam ado-lescens, olim supra viros puer, mox nec sibi ipsi conferendus, dum nusquam consistens, magnis indies incrementis praevertit semper praesentium laudem' 449. Vier jaar later staat hij met hem in briefwisseling en verzoekt hem, namens Jacobus Gruterus, de rector van de Latijnse school te Middelburg, om zijn bemiddeling; Gruterus' zoon zou zich nl. willen aansluiten bij Meursius, die met de zonen van Oldenbarnevelt een studiereis ging maken 450. Wanneer Willem de Groot in 1615 plannen maakt om de gedichten van zijn broer uit te geven, herinnert die er aan, dat Van Beaumont hem al dikwijls tot de uitgave had aangespoord 451. Uit de brieven van Nicolaes van Reigersberch weten we, hoeveel moeite Van Beaumont zich na 1621 heeft gegeven om voor De Groot de weg te banen tot terugkeer in het vaderland 452. In 1634 is hij hem opgevolgd als pensionaris van Rotterdam.
Simon Herbertszn. van Beaumont | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1601 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aarnoudina Janszdr. van Rosenburch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1636 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The data shown has no sources.