He is married to Maartje Pieters POST.
Permission for the marriage has been obtained in Kethel on February 11, 1645.
They got married on February 26, 1645 at Kethel.Source 2Child(ren):
NATI Nederlandse
SURN Decker (van der Snoeck)
Tijdens huwelijk woonachtig in het Ambacht Kethel.
Ondertrouw te Kethel op 11-02-1645: Leendert Jansz. Decker j.m. X Maertge Pieters j.d., beiden woonachtig in de ambachtvan Ketel. Op 26-02-1645 gehuwd te Ketel.
.
Tijdens doop Cornelis in 1645 decker int dorp van Kethel, tijdens doop Maertgen in 1653 en Pieter in 1656 en Geertgen in1658 decker opt dorp in de Kethel,
--
ORA Kethel en Spaland
Inv.nr. 96
Protocollen van voor schout en schepenen verleden akten van transporten, schuldbekentenissen, borgstellingen, testamntenetc.
24-02-1672 t/m 16-08-1684
.
Nr. 110 folio 101v. d.d. 24-05-l680.
Maerten Jansz. Speck, Maertje Jansdr. meerderjarige dochter, Dammis Jansz. Speck, Arijen Jansz. Coppert gehuwd metAnnetje Jansdr., Cornelis Cornelisz. van Campen gehuwd met Jannetje Jansdr., voor hunzelf en vervangende Mees Maertensz.Croon gehuwd met Neeltje Jansdr., allen kinderen en erfgenamen van Jannetje Maertensdr. weduwe Jan Cornelisz. Speck. Zijhebben verkocht aan Cornelis Jansz. Speck, zoon en mede erfgenaam van de voorn. Jannetje Maertensdr. 6/7 parten in eenhuizing en erf genaamd de Vergulde Valck. Staande en gelegen aan de Cruijsstraat in het dorp Kethel. Belend ten Z: en W: de weduwe van Leendert Jansz. Decker, ten N: en 0: s-herenstraat. De jongste opdrachtbrief in dato 07-12-1650. Belastmet een opstal van 6 st. per jaar, verder niet belast.
Nog 6/7 parten in een ledig erf met een schuurtje daarop staande. De koper bezit zelf het resterende 1/7 part. Belendten Z: Leendert Pietersz. van Velde en ten N: Willem Maertensz. van der Keuijt.
Strekkende van de straat tot achter ter halver sloot van het land van Jacob Jansz. de Jonge. De jongste opdrachtbrief indato 15-05-1657. Prijs f 1.600, contant geld.
.
Nr. 172 folio 154 d.d. 01-12-1683.
Leendert Jacobsz. Hoffwegh wonende alhier is schuldig aan Johannes Heckenhouck de somme van f 100 ter zake van geleendgeld. Hij verbindt hieraan de helft van een huizing en erf, hem aangekomen van Arijen Pietersz. Oosterveen. Staande inhet dorp Kethel en belend ten Z: Gerrit Cornelisz. Post timmerman, ten W: de straat, ten N: de weduwe van LeendertJansz. Decker en ten O: het land van de heer van Kethel.
--
RA Kethel en Spaland
Inv.nr. 85
Dingboek
23-03-1652 t/m 12-03-1687
.
Nr. 203 folio 88v. d.d. 18-06-1670.
De diaconie van Kethel arrestanten op de penningen berustenden onder Leendert Jansz. Decker en Leendert Pietersz.Pathijn, aankomende Arijen (Jacobsz?) Coppert eiser contra dezelve Coppert gedaagde, om te kennen of ontkennen deobligatie door de gedaagde en deszelfs borg op 24-06-1665 voor schepenen alhier verleden tot de somme van f 300 kapitaalen de intrest van dien.
--
RA Kethel en Spaland
Inv.nr. 92
Protocollen van voor schout en schepenen verleden akten van transporten, schuldbekentenissen, borgstellingen,testamenten etc.
10-08-1654 t/m 30-10-1671
.
Nr. 212 folio 170 d.d. eodem die (d.d. 12-05-1666).
Dirck en Jan Claesz. van Noordwijck, Matheus Matheusz.uit den Bosch gehuwd met Maertje Claesdr., Jan Theunisz.Houtthuijn gehuwd met Maertje Claesdr. en Willem Jorisz. de Jong gehuwd met Catharina Claesdr., allen kinderen en iedervoor 1/5 part geïnstitueerde erfgenamen van Barbera Corsdr. weduwe Cornelis Willemsz. Bijl, in leven schout van Kethel,welke bij kaveling tegen de kinderen van dezelve Cornelis Willemsz. het navolgende huis en erf te beur is gevallen enhebben verkocht aan Cornelis Gerritsz. Meurs wonende in het dorp Kethel, een huizing en erf in het dorp Kethel, lang 7 roeden en breed 36 voeten. Belend ten O: de heer Jacob de Brauw ridder, heer van Kethel, ten Z: Dammis Pietersz. Slooff,ten W: de straat en ten N: Leendert Jansz. Decker. De jongste opdrachtbrief in dato 03-05-1651. Niet belast. Prijs f480, contant geld en een schuldrentebrief van f 500.
.
Nr. 286 folio 226 d.d. eodem die (d.d. 18-06-1670).
Geertje Cornelisdr. weduwe Cornelis Gerritsz. Meurs wonende in het dorp Kethel heeft verkocht aan Arijen Pietersz.Oosterveen wonende in het dorp Kethel, een huizing en erf, lang 7 roeden en breed 36 roeden, waarop het voorn. huisstaat, staande in het dorp. Belend ten W: de straat, ten O: Jacob de Brauw ridder, heer van Kethel, ten Z: Dammis Pietersz. Slooff en ten N: Leendert Jansz. Decker.
De jongste opdrachtbrief in dato 12-05-1666. Niet belast. Prijs f 1.100, contant geld en een dubbele ducaat totspeldegeld.
.
Nr. 289 folio 228v. d.d. eodem die (d.d. 25-07-1670).
Arijen Jacobsz. Coppert wonende alhier heeft verkocht aan Leendert Jansz. Decker een woning als huis, schuur, barg engeboomte, zijde erfpacht van de heer van Wassenaar. Belend ten Z: de schout Jacob Jansz. de Jonge en ten N: voor deweduwe van Jan Cornelisz. Speck en achter de Vlaardingerweg. Strekkende van de straat tot achter aan de boomgaard doorde verkoper verkocht aan Leendert Pietersz. van Velde. De jongste opdrachtbrief in dato 07-06-1665. De woning is belastmet 15 st. per jaar, zijnde een gedeelte van een erfpacht van 29 st. per jaar, waarmee de woning en boomgaardendaarachter gelegen tezamen zijn belast. De koper neemt de last van 15 st. tot zich. Prijs f 1.000, contant geld.
--
Genealogie Coppert.
18-6-1670: De diaconie van Kethel, de arrestanten op de penningen zijn Leendert Jansz. Decker en Leendert Pietersz. Patijn en aankomende Aryen Jacobs Coppert, eisers, contra dezelve Coppert, gedaagde, gaat om 300 gld, geleend op 24-6-1665.
Leendert Jansz DECKER | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1645 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartje Pieters POST |