Tijdstip: 19:00
Tijdstip: 20:00
He is married to Catharina Pekelaer.
They got married on November 5, 1840 at Schellinkhout, Noord-Holland, Nederland , he was 25 years old.Source 4
Uit "Weeskinderen die uit Veenhuizen vertrekken om bij hun familie te gaan wonen" door Wil Schackmann. (Zie: http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Personen/Sasburg.html)
Kwekeling te Wateren
Broer Jacob IJzaaks Sasburg blijft alleen achter in het derde gesticht na het vertrek van zijn zus Annigje. Maar na een tijdje bevindt hij zich niet meer in Veenhuizen zelf, maar vier uur lopen verderop, in Wateren. Hij is uitverkoren om kwekeling te worden in het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding. Zie de opzet van dat Instituut en een plaatje ervan. In het register van kwekelingen 1828-1831 met invnr 1610 (daarvan zijn geen scans) staat hij met kwekelingennummer 26. Er staat niet bij wanneer hij is overgegaan van Veenhuizen naar Wateren, maar meestal overkomt dat jongens rond hun veertiende/vijftiende, dus dat zal dan 1829/1830 geweest zijn. Waarschijnlijk is het na 13 augustus 1829 want dan wordt hij genoteerd als een van de velen die zich in een van de ziekenzalen ('het hospitaal') te Veenhuizen bevinden. In het daarop volgende register, het derde stuk van invnr 1584 (ook geen scans), staat vermeld dat hij (als 'Zasburg') op 23 april 1832 overgaat naar het eerste gesticht te Veenhuizen.
Ondermeester
Wat hij daar gaat doen, kunnen we lezen in de door Instituteur Jan Hessels van Wolda gemaakte Staat, aanwijzende de verschillende bestemmingen, welke de kweekelingen van Wateren, die van af 1e juny 1831 tot heden toe, ontslagen zijn, bekomen hebben, voor zoo verre zulks bekend is geworden en gebleven, gedateerd 23 februari 1841, los inliggend in het stamboek invnr 1611. De ondermeester Jacob IJzaks Sasburg is zeker niet de enige bij wie te Wateren belangstelling voor het onderwijs is gewekt en voor wie dat een toekomstperspectief brengt. Bijvoorbeeld Karel Möller, schrijver van het boekje De wees van Amsterdam, hoofdpersoon in hoofdstuk 9 van De kinderkoloni, wordt na Wateren onderwijzer en hoofd der school in Oudeschild.
Nog twee
Dan komen er nog twee broers aan. Zeven jaar na Annigje IJzaaks en Jacob IJzaaks worden door Schoterland naar de kindergestichten gebracht:
- Harmen Sasburg, hij heeft het weesnummer 1080 In de wezenregisters met de invnrs 1411 en 1412. Volgens die registratie is hij geboren op 28 oktober 1820 en dus elf jaar oud bij aankomst.
- Reint Sasburg, hij heeft het weesnummer 1081 in de invnrs 1411 en 1412. Volgens die registratie is hij geboren op 4 december 1823 en dus acht jaar oud bij aankomst.
Hun aankomst is op 26 juni 1832. Kortom, ze komen dus in het eerste gesticht aan twee maanden nadat hun oudere broer daar is aangesteld als ondermeester!
Onderwijscarrière
Blijkbaar vervult Jacob IJzaaks het ondermeesterschap goed. Op 2 juli 1833 wordt hij bevorderd tot 3e onderwijzer bij het eerste gesticht, zie het besluit in invnr 138, scan nummer 17. Vanaf dat moment zou hij ook bezoldigd moeten worden.
Maar de permanente commissie wil bezuinigen en vindt dat hij maar lekker als wees beschouwd moet worden, zie de aantekening in de kantlijn in invnr 138 scan 473. Dat wordt bevestigd in de brief in invnr 140 scan 388. Hij blijft gewoon wees-onderwijzer.
Ondertussen oogst hij lof. In het 'Verslag wegens den Staat van de Godsdienst en Zedelijkheid en van het Schoolonderwijs in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid', over het zeventiende Dienstjaar oftewel 1834, geschreven door het lid van de permanente commissie dominee Johannes Sluiter, afgedrukt in het blad Vriend des Vaderlands van juni 1835, wordt hij op pagina 499 vermeld.
Militaire dienst
De carrière van Jacob Sasburg lijkt een knik te krijgen als hij in 1834 negentien jaar is en moet meeloten voor de Nationale Militie. Blijkbaar trekt hij een laag nummer en heeft hij ook de vereiste lengte van 1.57 meter, want in het wezenregister wordt genoteerd dat hij Veenhuizen verlaat voor de dienstplicht op 8 juli 1834. Maar daarna wordt hij voor een jaar vrijgesteld van militaire dienst en keert hij terug. De directeur bepleit dat hij, nu hij als wees ontslagen is, wel bezoldigd moet worden als derde onderwijzer. invnr 150 scan 202. Dat gaat door en vanaf dan staat hij als bezoldigd derde onderwijzer in de mapjes met personeelsbestanden in invnr 1007 (daar zijn geen scans van).
Hij wordt regelmatig genoemd als onderwijzer. Dat heb ik zelf niet bekeken, ik neem aan dat het grotendeels onderwijsverslagen zullen zijn.
Schoolonderwijzersvergadering
Twee vermeldingen wil ik er uitpakken omdat ik daar transcripties van heb. In het jaarverslag over het onderwijs in 1836, afgedrukt in de Vriend des Vaderlands 1837 pagina 532, en in transcriptie elders op de site, wordt hij bij het eerste gesticht genoemd.
En op 13 augustus 1836 is de maandelijkse schoolonderwijzersvergadering in Veenhuizen, Ik beschrijf die in De kinderkolonie pagina 258-259, ik heb er eerder al eens een stukje over geschreven op VeleHanden, en de volledige tekst van het verslag staat op deze pagina. Dat zijn wel grappige bijeenkomsten. Ook de daaropvolgende schoolonderwijzersvergadering waar Jacob weer bij aanwezig is, heeft een verslag achtergelaten: invnr 175, scan 194.
Intussen komen broers Reint en Harmen voor in de gewone wezenregistraties, bijvoorbeeld invnr 164, scan 42.
Vertrek Jacob
Blijkbaar duurt het Jacob te lang eer hij bevorderd wordt van derde onderwijzer tot tweede. Zoals wel meer jonge koloniale schoolmeesters zoekt hij elders werk en hij vindt het ook, blijkens invnr 184, scan 469. Hij heeft per juni 1837 een onderwijsbaan in Harlingen. Volgens Jan Hessels van Wolda in de hiervoor al genoemde staat waar alle kwekelingen naar toe gegaan zijn, betekent dat dat Jacob 'onderwijzer te Terschelling' wordt. Ik noem dat in een overzicht van carrières op pagina 296 van De kinderkolonie. Maar of het nu Harlingen of Terschelling is, Jacob Ijzaks Sasburg verlaat de kolonie.
Van familie-onderzoekers begrijp ik dat in zijn huwelijksakte, zijn overlijdensakte en in de huwelijksakte van broer Reint, waarvan hij getuige is, als beroep 'onderwijzer' wordt genoemd. Hij is dus zijn hele leven onderwijzer gebleven.
Jakob Zasburg | ||||||||||||||||||
1840 | ||||||||||||||||||
Catharina Pekelaer |