Doopgetuige: Dirkje Mout
s Landsschip van oorlog 'De Mars' waarop Jan Slot matroos was, onder commandant D.H. Kolff, was een kleiner schip in het midden van de Nederlandse slaglinie bij de slag bij Kamperduin (okt 1797) met 44 kanonnen aan boord. De grote schepen hadden er 68.
Verslagen van de zeeslag
De Britten braken door de Nederlandse linie tussen de Jupiter en de Haarlem. In het jaarboek werd nog gerekend op tenminste 4000 doden, maar meer dan 1200 waren dat er dus niet. Enkele verslagen uit die tijd:
De Mars heeft de Bezaans-mast verloren, zyne twee andere Masten, benevens die van verscheidene andere Schepen, zyn doorschooten, en hebben alle aan rondhout en tuigage grote schade geleden, als waar op het vuur der Engelschen voornamelyk gerigt was. De Mars heeft één dode en 14 gekwetsten. (uit een brief aan de President van de Nationale vergadering van het Committé tot de zaken van de Marine).
De Capitein Lieut. Huis, voerende het Fregat Embuscade, ziende het Schip van den Admiraal de Winter, tussen twee Driedekkers, die hevig vuurde, doch waar van een door het nog heviger vuur van gemelden Admiraal, zich liet zakken, dit vyandelyk Schip, als toen de Mars en Cerberus moetende passeeren, kreeg van die beide de volle laag, en van de Embuscade twee maal, waar op hetzelve vyandelyk Schip geen schot meer deed, zynde hetzelve zeer ontredderd, en in de hoogste wanorde gebracht, deinzende alzo af. (...)
De Mars, onder commando van den Capt. Lt. Kolf, wierd mede door drie vyandelyke schepen geattaqueerd, waar van hy er een afsloeg, doch terstond een ander deszelfs plaats vervangende, kwam de Adrmiraal de Winter afdryven, en sneed twee dezer Schepen van hem af; het derde dus door de Mars alleen bevogten wordende, defendeerde zich slegt, deinsde terug en nam alras de Vlugt.
De Bezaans mast over boord gevallen, en het tuig reddeloos geschoten zynde, schynt hy niets tot adsistentie van den Admiraal de Winter te hebben kunnen toebrengen, en is mede met de Schout by Nagt Story en de andere Schepen, behouden op de Rhede van Texel aangekomen.
(Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken november 1797. Verslag van den Zeeslag van II Oct. 1797)
De Mars komt aan het eind van 12 oktober terug aan de rede van Texel. Er is één dode en 14 gewonden. Allen Gemenen, dus geen officieren. Het is dus goed denkbaar dat Jan Slot een van de 14 gewonden op dit schip is geweest en op 13-10-1797, twee dagen na de zeeslag, alsnog is overleden.
Hij is gesneuveld op 11 okt 1797 in de Zeeslag bij Kamperduin, waarin de Hollandse Vloot verpletterend werd verslagen door de Engelsen
He is married to Meijnoutje Paulus Kikkert.
Their notice of marriage was on May 15, 1795 in Texel.Source 2
They got married on May 31, 1795 at Den Burg (Texel, NH), he was 22 years old.Child(ren):
Als Jan matroos wordt zijn Jan en Meijnoutje bijna een jaar getrouwd. Klaas zal in augustus geboren worden. Jan gaat op 5 april 1796 in dienst en 12 april komt hij aan boord van het schip De Mars. Hij wordt zeeman. Hij krijgt bij het aan boord komen 13 gulden. Op 1 juni is hij matroos.
In de klapper impost brgraven staat vermeld een Jan Slot, impost begraven 9 okt 1797.
Is hij nu wel of niet overleden bij de zeeslag tegen de Britten?
In het Noord Hollands Archief is aanwezig een procuratie, 1 persoon speciaal, onder Notaris Jan Star, dezelfde bij wie Meijnoutje de gelden claimde die ze te goed had van de VOC na het overlijden van haar eerste man.
Heden den zesden januarij ao 1798 compareerde voor mij Jan Star, notaris publicq, bij den Rade van Holland geadmitteert, ter stede en Eijlande Texel, resideerende in presentie van nagenoemde getuigen
Meijnouwtje Kikkert, thans zwangere weduwe van en in gemeenschap van goederen getrouwd geweest zijnde met Jan Slot, mitsgaders moeder en natuurlijke voogdesse van de minderjaarige zoon bij haare gemelde overleden man reeds in huwelijk verwekt; welke Jan Slot, als matroos gevaaren heeft met s Landsschip van oorlog genaamt Mars, gecommandeert bij Capiteijn .... Kolff, dog op den 13e October 1797 aldaar overleden is, zijnde de comparante aan den Burg alhier op Texel woonagtig en aan mij notaris bekend.
Dewelke door deeze verklaarde te constitueeren en magtig te maaken de Burger P.J. Courrech, eerste schrijver op het voorgemelde schip, specialijk om sig te vervoegen bij Commissarrissen van het Commité der Marine te Harlingen of daar het andersins behoort en van dezelve te verzoeken de afgifte van en te ontfangen zodanige maandgage als de geachte raad comparantes overleden man Jan Slot tot zijn dood toe, aan den landen verdiende, te goede heeft gehad. Voor allen ontfangst naar behooren te quiteren en voor namagingen in te staan, ook desnoods borgen te stellen en alles meend te doen en verrigten wat ter zaake voorz; verder vereijst mogt worden en de Comparante present zijnde zoude nader afmoeten doen, alles met magt van substitutie, belofte van approbatie, en onder verband als naar regten.
Dies gepasseert aan den Burg op Texel, present Jacob Bruijn en Klaas Jeuser, als getuigen.
Deeze Letters MK bij de Comparate eigenhandig gesteld
Volgen de handtekeningen van getuigen en notaris. Het bewijs van Jan Slots deelname aan de zeeslag bij Camperduijn. Hij was wellicht een van de 14 gewonden op de Mars, overleed op het schip op de dag van terugkomst (of al eerder, heel precies zal men niet zijn geweest, misschien was hij wel de onfortuinlijke matroos die over boord sloeg op de terugreis) en zijn lijk zal aan de golven zijn prijsgegeven.
Bij het trouwen van zoon Klaas komt de gemeente met een extract uit het begraafboek, en als alleen de datum daarvan foutief zou zijn geweest, zouden ze het er wellicht bij hebben gelaten, maar uit het feit dat de notariële acte tevoorschijn wordt gehaald blijkt dat iemand, waarschijnlijk Meijnoutje, heeft gezegd: Maar Jan is helemaal niet begraven, hij is op zee overleden!.
Jan Klaasz Slot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1795 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meijnoutje Paulus Kikkert |