Doopnaam: Jacobus
Jacob Dirks
He is married to Trijntje Jans Groen alias Butter.
They got married on January 11, 1728 at Akersloot, he was 27 years old.
Child(ren):
[Bron: De geschiedenis van de Akerslootse familie KROM, http://members.chello.nl/krom1/index.html - Gerard Krom]
Jacob Dirkse (1700-1766; hij wordt ook wel Jap of Japik genoemd) trouwt op 11 januari 1728 met Trijntje Jans Groen (ook de achternaam Butter wordt bij haar gebruikt). Op dezelfde dag trouwt met de “totale gemeenschap” als getuige Cornelis Dirkse met Maria Arians. (Is deze Cornelis misschien een broer van Jacob? Het zou best eens kunnen, maar er zijn geen bewijzen voor terug te vinden. Overigens komt omstreeks deze tijd ook een Cornelis Claas Crom in de boeken van Akersloot voor.)
Jacob en Trijntje krijgen samen 15 kinderen, 6 ervan sterven op jonge leeftijd, de negen andere (2 dochters en 7 zonen) trouwen allen en zullen later voor vele nakomelingen zorgen.
Op 7 mei 1728 koopt Jacob "een huys en erve staande en gelegen aan de Watersij belent ten noorden Gerrit Stadegaart ten suyden het dorp van Akersloot voor ƒ 192,-". Op 20 mei 1729 verkoopt hij namens zijn moeder het ouderlijk huis op de Molenbuurt en koopt tegelijkertijd "de hofstee van Pieter Kuyper groot 100 roeden gelegen voor Gerrit Staedegaert voor een en zestig gulden". Misschien kocht hij dit huis voor zijn moeder, zodat zij vlak naast hem kon wonen.
In 1735 koopt hij nog "een huys en erf staande en gelegen aan de Watersy belent de kooper ten noorden voor ƒ 18,-", en in 1736 "een huijs en erf 't erf groot 20 roede staande en gelegen op Starting voor ƒ 200,-". In 1756 koopt hij opnieuw een huis, nu "een huijs en erf staande en gelegen op Starting het erf groot 80 roede belent de koper ten westen voor de somma van ƒ 215,-". Jacob woont dus vanaf 1736 op Starting en bezit daar vanaf 1756 twee naast elkaar gelegen huizen (na zijn dood worden deze huizen het eigendom van zijn zonen Dirk en Jacob).
In die tijd werden regelmatig publieke veilingen gehouden, meestal in herberg "De Groene Valck". Op deze veilingen werden regelmatig huizen en/of stukken land te koop of te huur aangeboden. Jacob, en later ook zijn zonen, moeten hier vaak bij aanwezig geweest zijn. Zo huurt Jacob bijvoorbeeld "een scharlaken groot 1165 roeden", "het stuk agter Starting groot 1218 roede", "een akker voor Kerkgeest groot 38 voet", "een braak akker voor de Hoorne", "een akker voor Lamoor groot 15 voet", "de kroft voor de hooge weyd groot 65 voet", en "twee akkers op hoogenrijp groot 35 voet". Vanaf 1753 koopt hij ook vaak stukken land, zoals "een stukje land gelegen in 't groote polder 1532 roede voor ƒ 80,-", "twee akkers zaadland gelegen in 't kijfpolder groot 26 voet voor ƒ 75,-", "een kroft saatlant gelegen bij Starting groot 411 roede nogs 150 roede in de verponding en 396½ roede afsleet in de Woude voor ƒ 82,-" ,"een kroftie voors huijs groot 86 roed belent ten suijden de gemene weg en ten noorden de koper voor de somma van 52 gulden", en "'t ventje aan de westdijk groot 515 roede".
Gezien de benamingen van bovengenoemde stukken land zal Jacob vooral aan akkerbouw (en/of tuinbouw) gedaan hebben. Van veeteelt is waarschijnlijk weinig sprake geweest.
In de periode 1693 tot 1814 hield de schout van Akersloot op de zogenaamde regentenlijst bij welke Akersloters in die periode een (bestuurs)functie hadden bij de gemeente. De functionarissen die op deze lijst voorkomen, werden steeds aangesteld voor de periode van één jaar. De aanstelling ging in op pasen van het ene jaar en eindigde op pasen van het daaropvolgende jaar.
Naast de functie van schout was die van schepen van Akersloot het belangrijkste. Het aantal schepenen was meestal vijf. De functie van schepen is te vergelijken met de huidige functie van wethouder. De andere functies op de lijst van regenten zijn die van pontvangers of verpondinggaarders (een soort belastinginners), kerckmeesters, armenvoogden, broodtwegers, poldermeesters, schoolvoogden, stetmeesters, en die van hooijschatter en hooijsteker.
Op de regentenlijst komt de naam Krom ook voor, echter niet bij de belangrijkste functies van schout of schepen. Een aantal Krommen heeft desondanks een redelijk belangrijke functie binnen de (agrarische) gemeenschap vervuld.
De eerste Krom op de regentenlijst is Jap Krom. Met Jap wordt bedoeld: Jacob Dirkse (1700-1766). Jacob, waarschijnlijk Jaap genoemd, was boer en woonde aan de Waterzij en later op Starting. Jap werd in de periode 1743-1744 aangesteld als hooijschatter en hooijsteker op de Sluijsbuurt, Hougeest en Starting. Hij was in die periode dus niet de enige in die functie. Er werden ook hooijschatters en hooijstekers aangesteld voor de gebieden Waterzij, Kerkgeest, Kerkbuurt, Kerkdijk en Vierhuijzen, voor Moolenbuurt en 't Noord end uijt, en voor Over water.
Wat was nu precies de taak van een hooijschatter en hooijsteker? Hooi schatten hield in dat bij de boeren die hooi opgeslagen hadden, geschat moest worden hoe groot die hoeveelheid hooi was. Hoe meer hooi een boer had, des te meer belasting moest hij daarvoor betalen. Het woord hooisteker komt nog in de dikke Van Dale voor. Het wordt daarin uitgelegd als een ambtenaar die het hooi op broeiing moet onderzoeken door er met het hooiijzer in te steken. In een gemeenteverordening uit 1852 wordt deze functie nog wat nader omschreven. Daarin staat dat hooistekers van 1 juli tot 1 september iedere acht dagen minstens twee maal bij de hooibouwers moeten rondgaan voorzien van hun gereedschapspen om toezicht te houden op het broeien van het hooi. Bij constatering van een brandgevaarlijke situatie moet de hooisteker de eigenaar maatregelen laten treffen om brand te voorkomen. Wordt dit niet binnen 24 uur gedaan, dan moet de hooisteker de schout inschakelen. In 1852 kregen de hooistekers van Akersloot een vergoeding van ƒ 15,-.
Jap Krom vervulde de functie van hooijschatter en hooijsteker op Sluijsbuurt, Hougeest en Starting ook in de periodes 1747-1748, 1751-1752, en 1755-1756.
Eén keer komt Jap Krom ook in een andere functie voor, namelijk in 1752-1753. Hij was toen samen met Pieter Kappeteijn poldermeester van de Binnengeesterpolder.
Vooral in de tweede helft van de 18e eeuw komt de naam Krom regelmatig op de regentenlijst voor. Het betreft dan steeds zonen van de hierboven genoemde Jacob Dirkse. Jacob had immers 9 zonen. Drie van zijn zonen volgden zijn voetspoor.
Jacob Dirksz Krom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1728 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje Jans Groen alias Butter |