Voor de genealogie van Nicolaas Box, zie https://www.genealogieonline.nl/genealogie-de-la-rive-box/I0373.php en via Geneanet.
Zie Familiebijbel (De la Rive) Box - Scalongne
"(OVADV). Circa53j. AGD F. Taunay qq en N. Box qq.■S 1825, 69: TBB●erf met 2verdiepingshuis aan de Watermolenstraat, benevens 2 kamers op de hoek van de Keizerstraat en Watermolenstraat, tezamen 1 perceel●erf met huis aan de Watermolenstraat■S 1825, 104: de zaak van J. Simon wordt vanaf 1 januari 1826 voortgezet door J. van der Smissen."
Noot [Sur. Almanak 1820]: een F.Taunay was [mede-]Administrateur koffie plantages Marienbosch, Marienburg, en Geertruidenberg; koffieplantage Frederiksdorp, koffieplantage Rust en Werk, koffieplantage Leven tot Rust, koffieplantage Nieuw Klarenbeek, koffieplantage Lust tot Rust, koffieplantage Pinderust, koffieplantage Hocht en Sterk , suiker Plantage Berkhoven, suikerplantage Claverblad, suikerplantage De Hoop, suikerplantage Maagdenburg, suikerplantage Nieuw Meulwijk, suikerplantage Nieuwhoop, suikerplantage Rorac , suikerplantage Rosenburg, suikerplantage Soribo, suikerplantage Timotibo , koffie en katoenplantage Klein Westphalenshoop , houtgrond La Prospérité, katoenplantage Boksweide rond 1820;
een F.Taunay was eigenaar-administrateur van plantages Frederiksburg [koffie] en Het Vertrouwen [suiker]
S.M.Taunay was rond 1820 Administrateur houtgrond La Prospérité
https://suriname.nu/surinamezoeken/knowledge-base/moed-en-kommer/
Gehuwd met Anna Magdalena Flu, die eigenares was van de slaven op borderel PE 096
Bronverwijzing Nummer toegang: 2.02.09.08, inventarisnummer: 229
Suriname en de Nederlandse Antillen: Vrijverklaarde slaafgemaakten (Emancipatie 1863)
Suriname: Slavenregisters
Voor overzicht slaafgemaakten "n.ux'": zie A.M.Flu.
Slaafgemaakten N.Box & Cie
GeslachtsnaamVoornaamSlavennaam
BlijswijkCatharina CharlotteCharlotte
BlijswijkGidion CharlesGidion
BraafhartJohannis FranciscusFrans
In de De la Rive Box familiebijbel staat dat Nicolaas op 6 maart 1822 naar Suriname vertrok, hij was toen 37.
Dank aan de heer Henk Muntjewerff [pers.comm. 31-10-2018] die mij attent maakte op de volgende informatie:
"Ingekomen passagiers 12 mei 1822 , N. Box, Amsterdam op pas[poort] 4 februari 1822 van het Ministerie van Kolonien.
Nationaal Archief, 1.05.10.01 Gouvernementssecretarie 1816-1828, inv.nr.746, vlgno.48, scan 92-93."
N.Box werkte als directeur samen met F.Taunay bij het latere handelshuis Van der Smissen, dat vanaf 1-1-1826 door J.van der Smissen werd overgenomen van [de erven] Isaac Simon die op 28-4-1825 was overleden. Volgens John Sang Ajang [https://www.surinaamsegenealogie.nl/leden/wp-content/uploads/2018/05/John-Sang-Ajang-Overlijdensadvertenties-en-Onbeheerde-Boedels-april-2010.pdf] p.408 vermeldt een overlijdensadvertentie van I Simon:
" (OVADV). Circa53j. AGD F. Taunay qq en N. Box qq.■S 1825, 69: TBB●erf met 2verdiepingshuis aan de Watermolenstraat, benevens 2 kamers op de hoek van de Keizerstraat en Watermolenstraat, tezamen 1 perceel●erf met huis aan de Watermolenstraat■S 1825, 104: de zaak van J. Simon wordt vanaf 1 januari 1826 voortgezet door J. van der Smissen.
Hieruit kan worden afgeleid dat N.Box en F.Taunay al een samenwerkingsverband hadden ten tijde van I Simon.
N.Box wordt voor de eerste maal genoemd in de Surinaamsche Almanak van 1825 [p. 36] als Kapelmeester van het korps muzikanten bij de burger militie aan Paramaribo en Lid van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen [p. 34], waarvan F.Taunay en S F Flu ook lid waren [ overigens meer 'senior' dan N.Box].
F.Taunay is waarschijnlijk Frederik Taunaij (* Amsterdam 1-6-1781 --† Amsterdam 25-10-1850) ev. Hendrina Elisabeth Limes (*Paramaribo ±1790 --† <1849) https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-adrichem-hodenpijl-en-smissaert/I5483.php die voor 1815 naar Paramaribo kwam en een broer was van Anna Maria T en Charlotte T. ev. Isaac van der Smissen.
Zie Familiebijbel De la Rive Box
Noot: de leeftijds en kleurindeling was alsvolgt:
"Kleurling""Neger"
- man: -3
- vrouw: 16
- jongens: 23
- meisjes: 14
Voor mogelijke identiteit: zie ook Anna Magdalena Flu, die een aantal tot-slaaf-gemaakten erfde van haar moeder.
https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=%22coupijn%22&coll=ddd&sortfield=date&identifier=ddd:010671593:mpeg21:a0006&resultsidentifier=ddd:010671593:mpeg21:a0006&rowid=1&page=9
Hij had een relatie met Anna Magdalena Flu.
Gebeurtenis (Ondertrouw) op 30 mei 1839 in .Paramaribo, Paramaribo, Suriname .Paramaribo, Paramaribo, Suriname.Bron 22
Nicolaas Box werkte als directeur samen met F.Taunay bij het latere handelshuis Van der Smissen, dat vanaf 1-1-1826 door J.van der Smissen werd overgenomen van [de erven] Isaac Simon die op 28-4-1825 was overleden. Volgens John Sang Ajang [https://www.surinaamsegenealogie.nl/leden/wp-content/uploads/2018/05/John-Sang-Ajang-Overlijdensadvertenties-en-Onbeheerde-Boedels-april-2010.pdf] p.408 vermeldt een overlijdensadvertentie van I Simon:
" (OVADV). Circa53j. AGD F. Taunay qq en N. Box qq.■S 1825, 69: TBB●erf met 2verdiepingshuis aan de Watermolenstraat, benevens 2 kamers op de hoek van de Keizerstraat en Watermolenstraat, tezamen 1 perceel●erf met huis aan de Watermolenstraat■S 1825, 104: de zaak van J. Simon wordt vanaf 1 januari 1826 voortgezet door I/J. van der Smissen.
Hieruit kan worden afgeleid dat N.Box en F.Taunay een samenwerkingsverband hadden ten tijde van I Simon.
Op 5 x 2020 verscheen een column in De Volkskrant waarin de naam van Box werd genoemd in relatie tot Gideon Charles. Het is waarschijnlijk dat het Nicolaas Box betreft, aangezien Gideon afstamde van een slaafgemaakte in de huishouding van het echtpaar Box-Flu.
De genoemde relaties van de 'baas van de Plantage Wederzorg' in de brief van Gideon worden nog nader onderzocht.
"5 oktober 2020 COLUMN
SYLVIA WITTEMAN
Minosabie – wie had dat meisje die onverschillige naam gegeven?
‘Stadsarchief Amsterdam’ is een gortdroge naam voor een gebouw waar geregeld de fascinerendste dingen te zien zijn. Ik was er heen gegaan voor de tentoonstelling Vondelingen, over het ‘Aalmoezeniersweeshuis’ rond 1800. Mét mondkapje. Omdat ik een heel kleine neus heb kruipt dat ding telkens naar boven, over mijn ogen, zodat ik bijna de trappen van het stadsarchief aflazerde. Nou ja, het was voor de goede zaak.
Terwijl ik de briefjes stond te lezen van de wanhopige moeders die hun kind te vondeling hadden gelegd (het waren er 2 à 3 per dág, alleen al in Amsterdam) stond er bij de ingang een vrouw op luide, bekakte toon ruzie te maken met de suppoost. Ze moest een mondkapje op, en dat wilde ze niet. Ze had overigens een grote, spitse neus, dus dat kan het probleem niet geweest zijn. Haar dochtertje stond zich naast haar kapot te schamen. Ze mochten uiteindelijk tóch naar binnen, de vrouw met een zijden sjaaltje voor haar lawaaiige bakkes.
‘Versoeke dit Kind te laate Doopen Anna Elisabet waar voor op zijn Tijt belooning zal geschieden’, las ik op een hartvormig kaartje, dat om het nekje van een vondeling had gehangen. Gedoopt werden die kindjes meestal wel, waarna ze geregeld jong stierven, aan ‘stuypen’ bijvoorbeeld. Niet alleen vondelingen, trouwens. De zuigelingensterfte lag in Nederland toen rond de 25 procent. Bedrukt bekeek ik een poppig klein, met toewijding gehaakt jurkje, aangevreten door de tand des tijds. Details zijn vaak het aangrijpendst.
Dat laatste bleek ook weer bij de ándere tentoonstelling in het Stadsarchief, Amsterdammers en slavernij. De brieven van Gideon Charles bijvoorbeeld, die als klein jongetje in 1817 achterbleef in slavernij in Suriname, aan zijn vader, inmiddels vrij man in het verre Amsterdam. Pas in 1863 kon Gideon zijn vader schrijven dat ook híj eindelijk was bevrijd: ‘Deze brief diende u te laten weten dat ik en mijne geheele betrekking door mijnheer Box is geëmancipeerd.’
Er was een lange lijst namen te lezen van slavinnen die door de baas van plantage Wederzorg gedwongen waren tot ‘vleeschelijke gemeenschap’. Ana, Mietje, Fortuna, Lisette, Christina, Minosabie... vol ongeloof las ik die laatste naam. Minosabie. ‘Mi no sabie’. Je hoeft geen talenwonder te zijn om te begrijpen wat dat betekent: ‘Ik weet het niet’.
Hoe zat dat? Wie had dat meisje die onverschillige naam gegeven? De eigenaar van de plantage, die te lui, te cynisch of anderszins te schofterig was om een echte naam te bedenken? Of de moeder, die haar dochtertje in het geheim wél een mooie, Afrikaanse naam had gegeven? Had ze daarbij gedacht: ‘Klootzak, jij zult haar échte naam nooit te weten krijgen’?
Minosabie.
De preciese aankomst van N.Box in Suriname is vooralsnog niet bekend, maar In de familiebijbel De la Rive Box staat dat Nicolaas op 6 maart 1822 naar Suriname vertrok, hij was toen 37. Later werkte Box nauw samen het Salomon Soesman jr met wie hij het bedrijf van Van der Smissen voortzette onder de naam Box & Co.
F.Taunay is waarschijnlijk Frederik Taunaij (* Amsterdam 1-6-1781 --† Amsterdam 25-10-1850) ev. Hendrina Elisabeth Limes (*Paramaribo ±1790 --† <1849) https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-adrichem-hodenpijl-en-smissaert/I5483.php die voor 1815 naar Paramaribo kwam en een broer was van Anna Maria T en Charlotte T. ev. Isaac van der Smissen.
zie ook:
158 Stukken betreffende het proces tussen Amerentia Overree, echtgenote van Suriano Dias, Magdalena Overree, echtgenote van George Jonathan, Catharina Overree, echtgenote van Joao Leijnaar, Regina Overree, echtgenote van Bernaldo Hendrick, Anna Overree, echtgenote van Joao Luis de Souza, Lodewijk, Anna Ritta en Magdalena Overree, allen wonende in Malakka, tegen de weeskamer te Batavia, de commissarissen ter liquidatie der voormalige weeskamer te Delft, Johanna Nela Box te 's-Gravenhage, Johanna Box te Amsterda, Nicolaus Box in Suriname, Dina Box, echtgenote van Frederic Willem Schmaling te Amsterdam, betreffende de nalatenschap van Joost Frans Everaad voor de arrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij jhr. mr. Henri Guillaume Charles Louis Janssens als advocaat optrad. 1849-1855 1 omslag