Familienstammbaum Voorhaar » Hendrik Voorhaar (1829-1897)

Persönliche Daten Hendrik Voorhaar 

• Er wurde geboren am 19. April 1829 in Hilversum.Quelle 1
• Berufe:
• arbeider.Quelle 2

  in 1860, 1887

• kastelein/tapper.Quelle 3

  in tapperij het Hoorntje in Hilversum - in 1880, 1884

• koetsier.Quelle 4

  bij Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij

• koopman.Quelle 3

  in 1877, 1880, 1884

• koopman in kalveren.Quelle 3

  in 1865

• slachter.Quelle 5

  in 1884, 1891, 1897

• stratenmaker.Quelle 6

  in 1877

• werkman.Quelle 7

  in 1867, 1871, 1900

• Wohnhaft:
• Nummer 4, Hilversum.Quelle 8
• bis 20. Februar 1897: Naarderstraat 46, Hilversum.Quelle 9
• Er ist verstorben am 20. Februar 1897 in Hilversum, er war 67 Jahre alt.Quelle 9

  Tijdstip: 05:45

• Sterberegister am 20. Februar 1897.Quelle 9
• Ein Kind von Wilhelmus (ook Guillaume) Voorhaar (ook Voorhaer) und Maria van Aken
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 5. September 2023.

Familie von Hendrik Voorhaar

Er ist verheiratet mit Geertruida Lam.

Sie haben geheiratet am 4. Juli 1860 in Hilversum, er war 31 Jahre alt.Quelle 7

Kind(er):

1. Willem Voorhaar  ± 1860-1867
2. Hendrik Voorhaar  1863-1863
3. Maria Voorhaar  ± 1864-1923 
4. N N Voorhaar  1868
5. Trijntje Voorhaar  1870-1871
6. Heintje Voorhaar  1872-1969 
7. Willem Voorhaar  1875-< 1910 

Notizen bei Hendrik Voorhaar

Uit een familiebericht ter gelegenheid van hun 25 jarig huwelijk blijkt dat Hendrik en Geertruida ook een pleegdochter hebben (bron advertentie verkregen via Centraal Bureau voor Genealogie).
=
Hendrik Voorhaar betuigt in 1880 adhesie in een ingezonden brief in de Gooi- en Eemlander ten behoeve van een vishandelaar die vindt dat hij door een anonieme briefschrijver ten onrechte is beschuldigd van de verkoop van bedorven vis (zie bijgaand)
=
Hendrik Voorhaar is tien keer veroordeeld door de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Sommige vonnissen zijn online beschikbaar. Deze worden onderstaand vermeld. Een paar vonnissen betreft ook zijn vrouw Geertruida Lam. De jongste zoon van Hendrik, Willem Voorhaar (geboren 1875), is overigens nog vaker veroordeeld: zeker 20 keer, vaak voor stroperij maar ook voor belediging van een ambtenaar en bedreiging.
=
Op 20 juni 1860 wordt in 's-Graveland een proces verbaal opgemaakt, dat leidt tot een dagvaarding die op 16 juli 1860 aan Hendrik Voorhaar wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Hij wordt schuldig verklaard inzake het 'onwillig aan iemand toebrengen van kwetsende aanstooten, uit gebrek aan voorzorg'. Hij wordt veroordeeld tot een celstraf van acht dagen en het betalen van een boete van acht gulden en de kosten van het rechtsgeding. Uit de overwegingen bij het vonnis blijkt uit getuigenverklaringen en een bekentenis dat Hendrik in de namiddag van 20 juni 1860 op een blind paard zonder hoofdstel of bit heeft gezeten. Voorzien van een stok waarmee hij het paard voortdurend aanzette heeft hij in volle ren gereden en dat op hoogst onachtzame en onvoorzichtige wijze. Dit op de straatweg in 's-Graveland, komende van de Kerkbrug in de richting van de Smidsbrug. Dat tijdens de paardenmarkt waardoor er veel volk op de been was. Bij de Smidsbrug is hij tegen een bejaarde aangereden die daardoor op de grond is gevallen, aan het hoofd boven het linkeroog is verwond en aan de linkerbil en de rechterzijde van de onderbuik is gekneusd. De celstraf valt hoger uit dan gevraagd door de officier: acht in plaats van vijf dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 17 augustus 1863 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. De beklaagden zijn Hendrik Voorhaar, Geertruida Lam, Wilhelmina Lam en Hermanus Andriessen. Wilhelmina Lam verschijnt niet ter zitting. Volgens de officier is sprake van het moedwillig toebrengen van slagen en kwetsuren, gepleegd onder verzachtende omstandigheden. Maar de officier stelt dat alleen Geertruida Lam schuldig is. Hij eist een boete van drie gulden voor Geertruida en vrijspraak voor de overige beklaagden. Uit het vonnis blijkt dat Geertruida Lam moedwillig Wilhelmina Lam in het aangezicht heeft gekrabd en geslagen. Echter, zo wordt gesteld dat 'de voorafgaande twist het wanbedrijf verkleint'. Ondanks de verzachtende omstandigheden luidt het op 30 september 1863 gewezen vonnis: een celstraf van drie dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 9 januari 1865 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt. Dat leidt tot een dagvaarding die op 28 februari 1865 aan Hendrik Voorhaar, 37 jaar oud en koopman in kalveren, en zijn vrouw Geertruida Lam, 29 jaar oud, beiden wonende in Hilversum wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Geertruida Lam is niet ter terechtzitting verschenen. Zij worden verdacht van het toebrengen van slagen en kwetsuren. Rekening houdend met verzachtende omstandigheden eist de officier tegen Hendrik Voorhaar acht dagen, tegen Geertruida Lam drie weken en tegen beiden een boete van acht gulden. Uit de overwegingen blijkt dat het voorval op 4 januari 1865 omstreeks 7 uur 's avonds heeft plaatsgehad. In hun woning hebben zij een vrouw moedwillig aangegrepen, getrapt, geslagen en buiten de deur op de grond geworpen. En daar heeft Geertruida Lam haar met een klomp op hoofd en armen geslagen en met een voet in de linkerzij getrapt. De vrouw werd verwond aan de linkerhand en heeft bloed verloren. Als verzachtende omstandigheden wordt de voorafgaande woordenwisseling aangemerkt. Op 14 maart 1865 veroordeelt de rechtbank Hendrik Voorhaar tot vijf en Geertruida Lam tot tien dagen gevangenisstraf.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 30 augustus 1877 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt, dat leidt tot een dagvaarding die op 12 november 1877 aan Hendrik Voorhaar wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Hij wordt schuldig verklaard aan het 'moedwillig toebrengen van slaagen en stooten aan een persoon'. Hij wordt veroordeeld tot acht dagen cel en een boete van acht gulden. Uit de overwegingen bij het vonnis blijkt dat Hendrik op 29 augustus 1877 op de openbare weg in Hilversum Evert Perck op de grond heeft geduwd en ettelijke slagen met de vuist heeft toegebracht. Hendrik heeft dit bekend en getuigen bevestigen het verhaal. In de overwegingen wordt ook gesproken over een 'ongunstig verleden' van de verdachte. De celstraf valt hoger uit dan gevraagd door de officier: acht in plaats van drie dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 29 februari 1880 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt, dat leidt tot een dagvaarding die op 23 maart 1880 aan Hendrik Voorhaar én zijn vrouw Geertruida Lam wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Beiden worden schuldig verklaard aan het 'moedwillig te zamen en in vereeniging met elkander toebrengen van slagen, ieder aan een persoon'. Zowel Hendrik als Geertruida worden veroordeeld tot het betalen van een boete van drie gulden. Uit de overwegingen blijkt dat zij op de middag van 29 februari 1880 in vereniging met elkaar en gelijktijdig Wouter Drummer en Johanna van Donkelaar (weduwe Polhoud) moedwillig mishandeld hebben. Geertruida door Wouter een klap in het aangezicht te geven. Hendrik door Johanna met een stok op de linkerarm te slaan. Ter terechtzitting hebben zowel Hendrik als Geertruida ontkend schuldig te zijn. De getuigenverklaringen van de slachtoffers worden echter als wettig en overtuigend bewijs gezien. De boete valt lager uit dan door de officier gevraagd: drie in plaats van tien gulden per persoon.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 26 februari 1881 is Hendrik Voorhaar het slachtoffer van lasteren en schelden. Dit blijkt uit het indexregister bekeurden 1878-1890. De dader is Aaltje Does, vrouw van P. Melis, oud 31 jaar en wonende aan het Naardereinde. Als getuige treedt J. Sukkel op. Tegen haar wordt een boete van fl. 2,50 of 3 dagen cel geëist. Ze wordt veroordeeld tot een boete van fl. 0,50 of 1 dag cel.
(bron: index register bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Op 13 maart 1884 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt, dat leidt tot een dagvaarding die op 21 maart 1884 aan Hendrik Voorhaar én zijn vrouw Geertruida Lam wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Beiden worden schuldig verklaard aan 'beleediging (en waar het Hendrik betreft ook met dreigementen) aan een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening gedaan te zamen en in vereeniging gepleegd'. Tegen zowel Hendrik als Geertrui wordt een boete van tien gulden geëist. Uit de overwegingen blijkt dat zij op de middag van 13 maart 1884 op de Hertenstraat in Hilversum omstreeks half zes de dienstdoende gemeenteveldwachter Evert van der Veer die Geertrui Lam, vanwege een politieovertreding had bekeurd, hebben beledigd. Geertrui zei tegen hem 'wil je soms een bittertje hebben want daar is het je toch om te doen'. Hendrik maakte zich druk over het geven van zijn naam en zei 'als je me naam hebben wil, dat is achter aan me klooten kom hier godverdomme als je schrijven wilt' en dat met gebalde vuist en in dreigende houding. Dit alles gebeurde bij Hendrik en Geertrui voor de deur. Hendrik kwam naar buiten toen de veldwachter Geertrui aansprak. Meerdere getuigenverklaringen worden als wettig en overtuigend bewijs gezien. De straf valt vijf gulden lager uit dan door de officier geëist.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 30 april 1884 komt Hendrik Voorhaar voor in de index bekeurden 1878-1890. Hij is in zijn hoedanigheid als tapper mishandeld. De (niet met name genoemde) dader krijgt 10 dagen gevangenisstraf.
(bron: index register bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Op 3 juli 1884 komt Hendrik Voorhaar weer voor in de index bekeurden 1878-1890. Nu vanwege dronkenschap. Hij wordt veroordeeld tot een boete van fl. 0,50 of 1 dag gevangenisstraf.
(bron: index register bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
In 1884 gaat het echtpaar nog een keer in de fout. Op 29 november 1884 wordt in Hilversum een proces verbaal opgemaakt, dat leidt tot een dagvaarding die op 3 december 1884 aan Hendrik Voorhaar én zijn vrouw Geertruida Lam wordt betekend. De zaak komt voor bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Beiden worden schuldig verklaard aan het 'moedwillig toebrengen van slaagen en stooten aan een persoon te zamen en in vereeniging gepleegd'. Hendrik wordt veroordeeld tot 14 dagen cel en Geertrui tot 7 dagen cel. Overwogen wordt dat zij in de middag van 28 november 1884 in of nabij de Naarderstraat te Hilversum Sophia de Jong, melkverkoopster hebben mishandeld. Bij Hendrik gaat het om het moedwillig toebrengen van slagen in het aangezicht en schoppen tegen het lichaam. Geertrui heeft Sophia de Jong moedwillig en gewelddadig aangegrepen en aan de keel en de borst vastgehouden terwijl Hendrik het slachtoffer sloeg. Deze laatste was op in de straat om melk te verkopen aan de buren van Hendrik en Geertrui. Hoewel de beklaagden de beschuldigingen ontkennen worden zij op basis van getuigenverklaringen veroordeeld. De aanleiding voor dit alles is dat Sophia de Jong zich op een publieke dam begeeft waarvan Hendrik en Geertrui beweren dat deze voor hun privégebruik is. De eis van de officier was aanmerkelijk hoger: 45 dagen cel en acht gulden boete voor Hendrik en een maand cel en acht gulden boete voor Geertruida.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 29 augustus 1885 komt Hendrik Voorhaar voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Ditmaal als slachtoffer. De 19-jarige Salomon de Jong heeft moedwillig schade veroorzaakt door de voordeur van het huis van Hendrik Voorhaar te vernielen. De Jong wordt veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Op 18 april 1887 komt Hendrik Voorhaar weer voor in de index bekeurden 1878-1890. Dit vanwege dronkenschap. Over een eventuele straf wordt niets vermeld. In het register staat een aantekening dat hij thans stratenmaker is.
(bron: index register bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Hendrik Voorhaar komt voor in het personeelsregister van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij. Zijn geboortejaar staat daarin fout vermeld (1835 i.p.v. 1829, maar dat komt in dit register vaker voor - jv). Hij treedt op 11 oktober 18 1877 in dienst als koetsier. Zijn dagloon bij indiensttreding bedroeg fl. 1,10. Hij wordt op 18 november 1880 ontslagen.
(bron: Het Utrechts Archief)

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Hendrik Voorhaar?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Hendrik Voorhaar

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder