Familienstammbaum Voorhaar » Philippus "Flip" Voorhaar (1818-1905)

Persönliche Daten Philippus "Flip" Voorhaar 


Familie von Philippus "Flip" Voorhaar

(1) Er ist verheiratet mit Tijmetje de Man.

Sie haben geheiratet am 22. November 1843 in Hilversum, er war 25 Jahre alt.Quelle 3

Philippus is bij huwelijk met Geertje Westerveld weduwnaar van Tijmetje de Man en bij huwelijk met Judick Subbing van Geertje Westerveld.

Kind(er):

  1. Willem Voorhaar  1844-1880 
  2. Catharina Voorhaar  1846-1900 
  3. Jan Voorhaar  ± 1848-1848
  4. Mietje Voorhaar  ± 1849-1855
  5. Jelis Voorhaar  ± 1852-1856
  6. Jan Voorhaar  ± 1853-1855
  7. Tijmen Voorhaar  ± 1855-1855
  8. Mietje Voorhaar  1857-1857
  9. Jan Voorhaar  1860-1885 
  10. Philippus Voorhaar  1862-1905 


(2) Er ist verheiratet mit Geertruida Westerveld (ook Westerfaalt).

Sie haben geheiratet am 11. September 1867 in Hilversum, er war 49 Jahre alt.Quelle 3


Kind(er):

  1. Mietje Voorhaar  1869-1871
  2. Katharina Voorhaar  1871-1871


(3) Er ist verheiratet mit Judick Sibbing.

Sie haben geheiratet am 14. Juni 1871 in Hilversum, er war 53 Jahre alt.Quelle 3


Notizen bei Philippus "Flip" Voorhaar

Philippus Voorhaar was een markant en bekend dorpsfiguur. Daarvan getuigen zijn bijnamen 'Flip de Porder' en 'Rooie Flip'. In meerdere boeken en krantenartikelen over de geschiedenis van Hilversum komt hij voor. Onderstaand een aantal passages. Het stokje dat hij als porder gebruikte bevindt zich volgens een krantenartikel in Museum Hilversum, maar volgens achter-achter-kleinzoon Ton Voorhaar berust het bij zijn broer Rob. Van het exemplaar in Museum Hilversum heb ik een foto.
=
De (o.a. van Sil de Strandjutter) bekende schrijver Cor Bruin heeft het boek 'Ons Hilversum' geschreven. Een boek dat in 1957 uitkwam (uitgeverij Ploegsma) en aan leerlingen die de lagere school in Hilversum verlieten als afscheidscadeau werd meegegeven. In hoofdstuk IX komt de schrijver in een droom diverse markante Hilversumse personen tegen. Allemaal mensen die in de eeuw daarvoor hebben geleefd. Door deze vorm ontstaat niet alleen een beeld van de personages, maar zeker ook een prachtig tijdsbeeld.
De passage over Philippus Voorhaar, alias Flip de Porder alias Rooie Flip, luidt als volgt:
'Flip de Porder'
De eerste (markante persoon) was Flip de Porder. Neen, die is voor jullie geen oude bekende, maar voor vele oudere Hilversummers wel. Hij heette eigen Philip Voorhaar en hij woonde in de Leeuwenstraat, te midden van een aantal huisjes, die nu zijn afgebroken. Bekijk de tekening van Maarten Betlem maar. Zijn deur is links van de pomp. Er hangt een bordje boven. Hij was porder van beroep. Hij wekte de mensen, die 's morgens vroeg moesten opstaan. Met een stokje tikte hij tegen de ruiten of tegen de deur. 'Ben je wakker? Half vier! Opstaan!' Dat stokje bevindt zich nog in het Goois Museum. En iedere echte oud-Hilversummer kent nog het versje, dat op het bordje boven zijn deur stond.
Ik woon hier aan de Weg
Wat zou ik beter wenschen
De zegen komt van God
De Gunst van goede Menschen
Ik moet ook nog vertellen, dat hij opper-brandomroeper was. 'Brand! Brand!' riep hij waarschuwend door straten en stegen, als er ergens brand was uitgebroken, Flip was een moeilijk te missen man in ons oude dorp.
Nu, in mijn droom trof ik hem weer aan, ergens in de Leeuwenstraat. Hij liep daar wat vreemd rond, met zijn stokje onder zijn oksel.
'Het is hier alles veranderd,' zei hij zuchtend tegen me. 'Dit .... dit lijken allemaal wel paleizen.'
Ik liep langzaam met hem op en vertelde hem zo het een en ander over de veranderingen in het dorp. Hij scheen echter maar half te luisteren.
'Enne...en wie port er dan nu?' vroeg hij me. Hij leek wel een beetje bang voor het antwoord te wezen.
'Porren? Nee, Flip,' zei ik, 'dat gebeurt niet meer. De mensen hebben allemaal wekkers.'
Hij schudde langzaam het hoofd en keek langs me heen naar de mensen, die in de ochtendvroege straat voorbijgingen. Toen keek hij me met verschrikte ogen aan.
'Het lijken allemaal wel dames en heren,' zei hij. 'Zijn er geen arbeiders meer?'
Ik legde hem uit, dat tegenwoordig bijna ieder behoorlijk gekleed gaat, ook de arbeider, die zich naar zijn werk begeeft.
'En de wevers?' vroeg hij ongelovig.
'De wevers ook,' antwoordde ik.
'Dat kàn niet!' riep hij op besliste toon uit. 'Daarvoor verdienen ze niet genoeg!'
'Daarvoor verdienen ze wel genoeg, Flip. Vroeger was menig werkman een armoelijder. Dat is uit. Dat willen ze niet meer. En niemand wil dat meer. Elke arbeider is zijn loon waardig. En een behoorlijk leven bovendien. Er is veel veranderd sinds het begin van de twintigste eeuw, Flip. Maar de grootste verandering is misschien wel deze: dat de arbeider een volwaardig mens is geworden, ook in de ogen van de anderen.'
'Maar...maar...kunnen de weverijen dat betalen?'
Flip dacht alleen maar aan de weverijen. Van de andere bedrijven in onze gemeente wist Flip niet zo af, niet van de N.S.F., niet van de verschillende metaalbedrijven, niet van Polak en Schwarz, niet van de inktfabriek en zoveel andere.
'Dat kunnen alle fabrieken, Flip. Dat mòet wel, omdat we het willen. De arbeiders zelf willen het ook niet meer anders! En de machines helpen ons daarbij. Die kunnen tegenwoordig ontzaglijk veel werk doen. Elke arbeider verdient daardoor meer en behoeft lang niet meer zoveel uren per dag te werken als vroeger. Acht, negen uur, gewoonlijk niet meer.'
Hij keek me strak aan, onderzoekend of ik dit echt meende.
Toen liep hij plotseling snel door, een ogenblik maar, want hij bleef staan bij een auto.
'Wat is dat voor een rijtuig?'
'Een auto, Flip, dat is...'
Op dat ogenblik snelden er echter twee bromfietsers voorbij en hij keek ze na met de grootste verwondering in zijn ogen.
'Die...die lui trappen niet!' riep hij uit, 'en ze gaan toch vooruit!'
Ik probeerde hem iets over de motor te vertellen. 'Het is net zo iets als de trein,' zei ik. 'Maar zo'n fiets en zo'n auto worden niet met steenkolen gestookt en door stoomkracht voortbewogen, maar door de kracht die uit de benzine komt, dat is een soort gezuiverde peterolie. En ze zijn tegelijk locomotief en rijtuig, begrijp je?'
Hij knikte wat wezenloos. We stonden dichtbij de Groest. Daar zoefden in de vroege morgen reeds enkele auto's, fietsen schoten voorbij, mensen spoedden zich naar hun werk toe.
'Hoeveel mensen wonen hier nu wel?' vroeg hij plotseling.
'Schrik niet, Flip! Ruim honderdduizend! Waar de Noorder- en Zuidereng waren, dat is bijna alles vol met woningen gebouwd. En je kent natuurlijk 'Het Witte Paard', op de heide bij de Bosdrift.'
'Daar ook?'
'Dat is gesloopt. Daar staan nu huizen, hoge, waarin de mensen boven elkaar wonen. En achter de Soestdijkerstraatweg ook, en op nog veel meer plaatsen.'
'Maar...maar...dat is geen dorp meer! Dat is een stad! Enne...en...'
Nu werd de brandomroeper ineens in hem wakker.
'Enne...als er nu eens brand komt?'
Toen heb ik hem meegenomen naar het Langgewenst om hem te laten zien hoe de brandweer tegenwoordig werkt, met zijn motorspuiten, met zijn hulpwagens, zijn brandladders, zijn schuimblussers, en met zijn watervlugge, knap opgeleide brandweermannen, die elke minuut gereed zijn om uit te rukken. Wij waren daar nog maar nauwelijks, of een van de wagens rukte onder het gierende geloei van zijn sirene uit. Ik voelde hoe Flip mij even in mijn arm kneep. 'Schrik maar niet, kom maar mee!' riep ik hem toe en ging hem vooruit.
'Brandomroepers zijn hier niet meer nodig, merk ik wel,' hoorde ik zijn stem nog achter me. Maar toen ik even later omkeek, of hij wel volgde, was hij verdwenen. Ik heb hem niet meer terug gezien.
Ik denk, dat hij zich niet meer thuisvoelde in deze drukte, in deze, voor hem zo onbegrijpelijke, omgeving. Geen wonder. Er is de laatste vijftig jaren in onze samenleving meer veranderd dan anders in enkele eeuwen (bron van het citaat: 'Ons Hilversum - Cor Bruin - uitgeverij Ploegsma).
=
In 2013 organiseerde Museum Hilversum de fototentoonstelling 'Kijk...Hilversum'. Foto's uit de collectie van het museum, aangevuld met nieuwe foto's, onder andere rondom markante Hilversummers, waaronder Philippus Voorhaar, alias Flip de Porder. Fotografe Eva Hofman nam met mij als maker van de stamboom Voorhaar contact op. Zij wilde in contact komen met nog levende nazaten van Flip de Porder, die nog steeds de naam Voorhaar droegen. Die wilde zij portretteren en zo geschiedde. De meesten leverden graag hun medewerking en kwamen met prachtige foto's in het museum te hangen. Dit onderdeel van de tentoonstelling had als titel 'Ik woon hier aan de weg', de eerste regel van het gedichtje boven de deur van het huis van Flip aan de Leeuwenstraat.
=
In de serie 'Vergeeld Hilversum' besteedt de Gooi- en Eemlander in een serie aandacht aan foto's van P.J. Siewert die in Hilversum in de periode 1898-1935 honderden plaatjes schoot. Het gaat om foto's van glasnegatieven. Eén van de artikelen, geschreven door Eddie de Paepe, heeft als titel 'Rooie Flip gooide 's morgens vroeg de beuk erin'. Onderstaand een aantal (deels ingekorte) passages hieruit:
Porder en opper-brandomroeper Flip Voorhaar woonde aan de Leeuwenstraat. De Leeuwenstraat is tegenwoordig een aardige winkelstraat. De komst van echte stadswinkels dateert van na de eeuwwisseling (naar 20e eeuw). Tot 1900 was de Leeuwenstraat niet veel meer dan een moddersteeg. Zo stonden op de hoek van de Hertenstraat drie oude armenwoninkjes van de Clerezie. Toen ze in 1924 werden gesloopt, bleek het riet onder de dakpannen te krioelen van de wandluizen.
In één van die huisjes (op no.3) woonde porder Philippus Voorhaar. Hij was een katholieke wever die vanuit Amersfoort naar Hilversum was gekomen. Het porren was waarschijnlijk een bijbaantje. Voorhaars klanten waren wevers, bakkers, boeren of 'gewone' burgers die vroeg op moesten staan. Ruim voor het krieken van de dag - om een uur of drie, vier - begaf de porder zich dan naar hun huis, en beukte net zo lang op deuren en luiken totdat zij hun slaperige hoofd lieten zien. (Voor het wakker porren vroeg hij enkele dubbeltjes per week en op nieuwjaarsdag een fooitje. Dan overhandigde hij aan zijn klanten een lang gedicht waarin slager en wethouder Jacob Peet gebeurtenissen van het oude jaar de revue liet passeren.)
Voorhaar was tevens opper-brandomroeper. Als ergens in het dorp de vlammen oplaaiden, deed hij de ronde: 'Brand'! Brand! En wie er naar vroeg, wees hij dan zonder omhaal van woorden de plek des onheils aan. De omroeper werd ook wel Rooie Flip genoemd, was dat vanwege de vuurhaan of vanwege de kleur van zijn haardos?
In 1895 werd de Leeuwenstraat 3 gemoderniseerd. Voorhaar en zijn vrouw - de Bussumse Judick Sibbing - verhuisden naar de Kampstraat (eerst nummer 35, daarna 105). Uit een eerder huwelijk met Tijmetje de Man had hij een in 1862 geboren zoon die ook Philippus heette. Deze Flip Junior was nachtwaker en heeft ook een tijdje in de Leeuwenstraat gewoond, op nummer 44. Zijn vrouw Zwaantje Verweij en hij kregen vier zonen en drie dochters. De eerstgeboren zoon, die naar opa was vernoemd, overleed echter al op 3-jarige leeftijd. Naar goed gebruik ging de naam over op de volgende mannelijke nakomeling.
1905 was een zwart jaar voor de Hilversumse familie. Toen overleden - enkele maanden na elkaar - Flip de Porder en zijn vrouw. Oma werd 82, opa 87. Tussendoor was er echter nog een sterfgeval. Flip junior verwisselde twee weken voor zijn vader (op 42-jarige leeftijd) het tijdelijke voor het eeuwige. Voor zijn vrouw Zwaantje ging het zware leven echter verder. Zonder man en schoonouders, maar met 8 opgroeiende kinderen in de leeftijd van één tot en met veertien jaar.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Ook 'Het Centrum' wijdde artikelen in de rubriek 'Gooische brieven' aan o.a. Flip de Porder.
IN FEBRUARI ('SPROKKELMAAND’) 1927:
De aardige opstellen in 'Het Centrum' over Nachtwacht of te wel Klepperman, hebben bij mij herinneringen wakker geklopt aan lang vervlogen tijden waar ik steeds met groot genoegen aan terug denk. Hier, in Hilversum, heb ik den officieelen niet gekend, vermoedelijk zal de zorg voor de nachtelijke rust der ingezetenen toen destijds wel toevertrouwd zijn geweest aan de zes of meer gemeente-veldwachters, die Dienders werden genoemd, heel gemoedelijke en vriendelijke menschen. heel veel verschillend van sommige onzer hedendaagsche politiemannen.
Ik heb Hein Otten, den gemeente-omroeper, in al zijn glorie gekend, die gewapend met een groot koperen bekken en een slager, op onze brinken, op de Groest. maar voornamelijk in de Oude en Nieuwe Doelenstraten, de menschen bijeen trommelde, om hen te vertellen waar een koe werd geslacht, die, uitgepond, heel voordeelig bij stukjes en beetjes aan de gegadigden verkocht zou worden. Waar spotgoedkoop groenten en aardappelen te verkrijgen waren, in welken winkel uitverkoop zou gehouden worden. Op welken dag notaris Perk inboedels, huizen, landerijen, houtgewas, boomen, enz. enz. enz. veilen zou. Ook deelde hij belangrijke feiten aan de luisterenden mede. die vanuit de Burgemeesterskamer hem ter openbaring werden medegedeeld. Hein Otten, die bij de Stukkenrijders te veld als onderofficier gediend had kondigde op den bekenden commandotoon aan het rond om hem heen verzamelde volk af, wat hij te vertellen had. Hij heeft dat jaren lang met de uiterste correctheid volgehouden, totdat magere Hein hem mede nam en mét hem werd het gemeentelijk Omroeperschap getorpedeerd.
Het porderiaat bleef langer in eere en nu rijst voor mijn geestesoog Flip Voorhaar, de Koningsporder op. Vermoedelijk zullen in onze dagen nog wel enkele menschen, die 't zij voor hun vak, 't zij voor hun werk, na middernacht of in de vroege morgenuren gewekt moeten worden, op de een of andere wijze gepord worden. Dat porren zal wel zoo ongeveer op dezelfde manier geschieden, als die waarop onze voorvaderen uit hun slaap werden opgeschrikt, d.i. door hard kloppen met een houten voorwerp op de vensterluiken. Flip Voorhaar, bijgenaamd Rooie Flip, was een klein gebouwd, pienter mannetje met uitstekende bakkebaardjes op de tamelijk bolle wangen; een pet op het nógal groote hoofd, een lange jas om het lijf en een paar stevige schoenen onder de voeten, welke schoenen aan de hakken de meeste reparatie noodig hadden, omdat hij gewoonlijk en voor het meerendeel op de hakken liep. Een soort knuppel in de rechterhand vervolmaakte de uitwendige aankleeding van onzen Flip.
Naast de deur van zijne woning, ongeveer manshoog op de muurvlakte aangebracht, was een geschilderd uithangbord. waarop een jager met geweer en tevens ook een jachthond stond afgebeeld, verder een paar boomen en een huisje. Daaronder een vers van den volgenden inhoud: Ik woon hier aan den weg, Wat zou ik beter wenschen? De zegen komt van God, De gunst van goede menschen - Flip Voorhaar. Of Flip zelf de dichter van bovenstaande ontboezeming is geweest, dat vermeldt de geschiedenis niet. Wel kan als geheel zeker worden aangenomen, dat het vers, in deftige en statige Alexandrijnen, hetwelk hij na elk Nieuwjaar zijn talrijken begunstigers aanbood, door den algemeen bekenden en sympathieke, wethouwer van Hilversum, Jacob Peet, werd geleverd. Zooals ik reeds gezegd heb, was Flip in het pordersgilde de meest op den voorgrond tredende figuur, die op onberispelijke wijze zijne taak met nauwgezetheid heeft volbracht en die zich groote verdienste heeft verworven door het maken van alarm bij dreigend brandgevaar en daardoor menig argeloos schutter en dito brandspuitgast in hun zoeten nachtrust heeft moeten storen. Hij rust nu reeds jaren lang onder de groene zode en met hem is dan ook hier in Hilversum het officieele ambt van Porder voor goed ten gronde gegaan
IN JANUARI ('NIEUWJAARSMAAND") 1929. Het artikel handelt over nieuwjaar en de keuze om opgeruimd of 'zuurkijkerig' vooruit te blikken. Dit fragment daaruit betreft Flip de Porder:
Ook Flip Voorhaar, bijgenaamd de Porder, die reeds jaren geleden op hoogen leeftijd gestorven is, was een grote vijand van alle zuurkijkerij. Zelden heb ik opgeruimder ouden-man in geheel mijn leven mogen ontmoeten en van wien ik U nu iets verhalen wil. Op elken Nieuwjaarsmorgen schiet me de herinnering aan dezen gemoedelijken, door iedereen gekenden Gooier te binnen, want in zijne gloriedagen - dat zijn de dagen of liever nog de nachten, waarop hij zijn Porders-ambt met zorg en nauwgezetheid uitoefende - kwam hij met het sluiten van iederen jaarkring met een statig vers aandragen in zware Alexandrijnen, welk ver drommels weinig in zeggingskracht onderdeed voor dat van den thans nog levenden en elke week in „out-Hollantse taele" dichtende Jacob Cats' neef, die ergens in het Gooi "resideerende en is". De groote man die voor onzen Hilversumsche Porder dat jaarlijks weerkeerende vers - met telkens andere onderwerpen, natuurlijk - in elkander zette, was een Jacob, over wien thans nog, jaren reeds na diens dood, met grooten lof en hooge waardering wordt gesproken, dat was namelijk wijlen Jacob Peet, wethouder van Hilversum. Over de onderwerpen - meestal punten die het algemeen belang van de gemeente Hilversum of die van alle Hilversummers als geheel, raakten - die in dichtmaat onder de aandacht van het publiek, in dit geval weer de klanten of begunstigers van onzen Flip werden gebracht, zal ik het nu niet hebben, het is meer om Flip en diens opgeruimdheid een klein weinigje uit de vergetelheid naar voren te halen. Zoo hard kon het 's nachts niet vriezen, sneeuwen of hagelen, zoo hard kon het niet stormen en waaien of regenen, dat het water, zooals ze hier zeggen, met emmers tegelijk uit den hemel werd gesmeten of Flip was steeds vroolijk gehumeurd, neuriede zoo af en toe een wijsje en op de maat van het een of ander deuntje porde hij met z'n dikken stok op de luiken van den bakker, die toen nog niet kon dromen van de Arbeidswetten, welke nu voor zijn gilde „vigeerende" zijn. Of zoo'n bakker uit die dagen met een, gesmoorde krachtterm op de lippen onder dat Filippijnsch gepor uit zijn verrukelijken slaap ontwaakte,.... dat vermeldt de geschiedenis niet. Het geval zal onzen wakkeren Flip ook wel koud gelaten hebben óf - wat nog waarschijnlijker is, Flip had scherpe ooren en als bij achter die luiken - na zijn gepor - maar wat leven hoorde, dan grinnikte hij van genoegen en deed een zagend geluid hooren, alsof dat helemaal uit 's mans kuiten kwam en dat onmiddellijk gevolgd werd door een gezegde in C mol: „je mot er uit man, 't is tijd, hè, hè, hè!" Zoo had hij op alle uren van den nacht verschillende personen te wekken en tegen de morgen-uren kregen de dienstboden een beurt, die een beetje deftiger, met een schel, waarvan de plaats van den trekker alléén aan Flip bekend was en waarvan het ijzerdraad soms heel wat wendingen en zigzag-lijnen maakte, zooals men pleegt te noemen „bij Kennis werden gebracht."
Vroolijk en opgewekt kwam Flip des Maandagsmorgens bij elken klant zijn Porloon, zijnde vijftien centen per week, ophalen, maakte dan een genoegelijk praatje en klaagde nooit over de barre weersgesteldheid, welke hij zoo menigen, menigen nacht en zoovele jaren achtereen heeft moeten trotseeren. Deze man klaagde nooit, maar was steeds opgeruimd, daarom blijft bij ook hij ons voortleven in dankbare herinnering. Gooieressen en Gooiers, alle niet-Gooieressen en Gooiers die in onze gezegende streek leven, spiegelt U aan dezen eenvoudigen man, tracht onder alle omstandigheden goed gehumeurd te blijven en legt U daar dit jaar eens al heel bijzonder op toe.
(bron: www.kranten.kb.nl)
=
In juni 1889 plaatsen 'zijn dankbare gehuwde kinderen' een advertentie met als tekst: 'den vierentwintigste dezer maand hopen wij den Veertigsten verjaardag te herdenken dat Ph. Voorhaar als Porder is opgetreden. Velen heeft hij rustig doen slapen, Ook bij brand velen doen ontwaken (bron: familiebericht [verkregen via Centraal Bureau voor Genealogie]).
=
Over het armenhuisje dat Philippus met zijn gezin bewoonde wordt geschreven in 'Hilversum anno 1850', een uitgave van de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk. Onderstaand citaat en de bijbehorende plattegrond komen uit dit boek.
De eerste woningen die bewust voor de armen in Hilversum werden gebouwd, waren het werk van een rooms-katholieke kerkelijke liefdadigheidsinstelling. 'De Bisschoppelijke Cleresie'(de Oud-Katholieke kerk) bouwde een rijtje van vier woningen aan de oude Leeuwensteeg. Wanneer precies is niet bekend, maar op de kadastrale kaart van Hilversum uit 1824 staan ze getekend.
Uit de plattegrond blijkt dat de woningen uit twee vertrekken bestonden. In beide kamers werd een groot deel van de ruimte ingenomen door bedsteden. In de 1.60 meter brede bedstede in de achterkamer sliepen vier kinderen. In de bedstede in de voorkamer was nog een kribbe voor twee kinderen opgehangen. Onder deze bedstede lag een kelder die te bereiken was via een getralied gat in het kelderluik. In 1850 woonden er vooral wevers en spinsters met hun (schoolgaande) kinderen. Pas in 1923 zijn de huizen gesloopt.
=
Op 10 januari 1903 schrijft de Gooi- en Eemlander over een commissie die is gevormd om Philippus Voorhaar een onbezorgde oude dag te bezorgen. Hij wordt één van de bekendste Hilversumse typen genoemd. Flip is dan 85 jaar oud en het is voor de grijsaard op die leeftijd nauwelijks nog mogelijk zijn beroep uit te oefenen. Ondanks zijn sterke gestel is toch zijn leeftijd er niet meer naar wind en weer te trotseren. Ook zelf verklaart hij dat het voor hem haast ondoenlijk is zijn nachtelijke arbeid voort te zetten. De commissie verheugt zich dan ook er in te slagen hem zijn verdere levensdagen onbezorgd te kunnen laten slijten.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
In de Hilversumsche Courant d.d. 30 juni 1906 figureren Philippus en zijn vrouw Judick Sibbing (beiden toen al overleden) in een artikel over een rechtzaak. Een verzekeringsagent heeft kennelijk valsheid in geschrifte gepleegd (m.n. een valse handtekening gezet op een kwitantie) teneinde bij hun overlijden een uitkering te verkrijgen van fl 100,00 per persoon. Deze verzekering was aangegaan door een stiefzoon van Philippus en Judick. Deze stiefzoon wordt aangeduid als 'S. Lankmeijer', maar het kan haast niet anders of dat moet Lankreijer zijn en betreft het Sebastiaan, de zoon van Judick Sibbing uit haar eerdere huwelijk met Johannes Lankreijer.
=
Op 17 november 1928 plaatst de commissie die een historische tentoonstelling voorbereidt een oproep in de Gooi- en Eemlander. Zij schrijven over de porders Pieter Baas en Philippus Voorhaar die zo'n vijftig jaar geleden actief waren als porder in Hilversum. 'Hun rustverstorend bedrijf was niet gemakkelijk want in den vroegen morgen moesten zij op bepaalde uren tegelijkertijd porren in de Lappenschans, in het Hellesteegje, aan het Krakebeenen op het Loosche End. Zij verstonden zich niet met elkander over de verdeeling van den arbeid, men leefde nog in het tijdperk der ongebreidelde concurrentie. Pieter Baas, lang, gemoedelijk, droogkomiek, ofschoon "niet droog" had eindeloos lange beenen. Philippus was een kort, kittig, soms kitteloorig kereltje, met korte beentjes, maar in hem klopte een ijzersterk hart'. Het artikel geeft aan dat Flip de tweestrijd het langste volhield ('zijn ijzeren hart scheen beter bestand tegen de zwaarte van het vak dan de zevenmijlslaarzen van Pieter'). Maar wegens leeftijd en mechanisatie moest hij ook stoppen. De meeste mensen schaften wekkers aan en daardoor bleven slechts de klanten over van 6 cent per week en daar zat geen brood meer in. Het artikel verhaalt ook over de nieuwjaarswensen die porders aan hun cliëntele gaven. Met op rijm gezette gebeurtenissen uit het Hilversumse dorpsleven van het voorbije jaar. Van die rijmpjes zijn er maar weinig op schrift overgebleven. De commissie van de tentoonstelling roept mensen om deze, wanneer zij die bezitten, in bruikleen te geven.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
In 1851 staat Philippus Voorhaar als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Op 22 september 1851 wordt te Hilversum proces verbaal opgemaakt, op 8 november 1851 wordt aan haar een dagvaarding betekend. Hoewel behoorlijk opgeroepen verschijnt Philippus niet op de terechtzitting De officier gaat in zijn requisitoir uit van 'het voorhanden hebben van een ongeijkte maat'. Uit de overwegingen blijkt dat Philippus op 22 september 1851 'op zijne uitstalling heeft voorhanden gehad een ijzeren Nederlandsche inhoudsmaat zonder eenig ijkteeken'. Philippus wordt bij verstek veroordeeld tot een boete van tien gulden.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 26 augustus 1884 komt Philppus Voorhaar voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Dit omdat hij, in zijn hoedanigheid van porder, te laat was bij de tapperij van Van't Veld. Hij wordt veroordeeld tot een boete van fl. 5 of 2 dagen cel.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Flip de Porder was een bekende Hilversummer.. hij woonde in de Leeuwenstraat, waar later ook een bekende Nederlander kwam te wonen: Joop den Uyl. Diens vader had daar een mandenzaak. Deze werd later overgenomen door een broer van Joop en weer later door diens zoon, die maakte er een speelgoedzaak van (bron: Riek Peet).

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Philippus "Flip" Voorhaar?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Philippus "Flip" Voorhaar

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Abbildung(en) Philippus "Flip" Voorhaar


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Philippus "Flip" Voorhaar



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. Archief Eemland (akte in mijn bezit) - Het Utrechts Archief
  2. Het Utrechts Archief
  3. Noord-Hollands Archief
  4. boek 'Ons Hilversum' - Cor Bruin
  5. Noord-Hollands Archief - familiebericht (verkregen via Centraal Bureau voor Genealogie)
  6. artikel in Gooi- en Eemlander
  7. artikel in Gooi- en Eemlander - krantenbericht burgerlijke stand Hilversum - overlijdensakte
  8. overlijdensakte

Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

Historische Ereignisse

  • Die Temperatur am 7. Februar 1818 war um die -1 °C. Der Wind kam überwiegend aus Süd-Osten. Charakterisierung des Wetters: betrokken mist. Quelle: KNMI
  •  Diese Seite ist nur auf Niederländisch verfügbar.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Im Jahr 1818: Quelle: Wikipedia
    • 12. Januar » Das Großherzogtum Baden erteilt Karl von Drais das Privileg für die Draisine.
    • 20. Februar » Auf dem Roten Platz in Moskau wird das Minin-und-Poscharski-Denkmal zur Erinnerung an „den Bürger Minin und den Fürsten Poscharski“, die Anführer des Volksaufstandes gegen die polnische Intervention 1611, enthüllt.
    • 16. März » Die Überraschung von Cancha Rayada im chilenischen Streben nach Unabhängigkeit bringt den Spaniern einen Sieg über die von José de San Martín befehligte Andenarmee. Wegen höherer Verluste der siegreichen kolonialen Truppen im Vergleich zur Rebellenarmee gilt die Schlacht als Pyrrhussieg.
    • 12. Mai » Königin Katharina gründet für das gesamte Königreich Württemberg die Württembergische Spar-Casse.
    • 30. Mai » Die Uraufführung der Oper Die Rosenmädchen von Peter Joseph von Lindpaintner findet am Theater an der Wien bei Wien statt.
    • 29. September » Der Aachener Kongress der Großmächte Russland, Österreich, Preußen, Frankreich und Großbritannien beginnt. Die Herrscher und hochrangige Vertreter ihrer Staaten beraten über Maßnahmen, um die revolutionär-demokratische Entwicklung in Europa zu bekämpfen.
  • Die Temperatur am 14. Juni 1871 war um die 25,9 °C. Der Winddruck war 2 kgf/m2 und kam überwiegend aus Süd-Westen. Die relative Luftfeuchtigkeit war 43%. Quelle: KNMI
  • Koning Willem III (Huis van Oranje-Nassau) war von 1849 bis 1890 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von 4. Juni 1868 bis 4. Januar 1871 regierte in den Niederlanden die Regierung Van Bosse - Fock mit als erste Minister Mr. P.P. van Bosse (liberaal) und Mr. C. Fock (liberaal).
  • Von 4. Januar 1871 bis 6. Juli 1872 regierte in den Niederlanden das Kabinett Thorbecke III mit Mr. J.R. Thorbecke (liberaal) als ersten Minister.
  • Im Jahr 1871: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 4,0 Millionen Einwohner.
    • 12. Januar » Die zweitägige Schlacht bei Le Mans im Deutsch-Französischen Krieg endet mit einem strategischen Sieg des preußischen Heeres. Die französische Armée de la Loire stellt nach schweren Verlusten keine Bedrohung mehr dar.
    • 18. März » Französische Regierungstruppen versuchen in der Nacht, die Pariser Nationalgarde zu entwaffnen. Das führt zum offenen Aufstand der Pariser Kommune.
    • 21. März » Otto von Bismarck wird von Kaiser WilhelmI. zum ersten Reichskanzler des neu gegründeten Deutschen Kaiserreichs ernannt und in den Fürstenstand erhoben. Als erstes Mitglied nimmt er Hermann von Thile, Staatssekretär für Auswärtiges, in sein Kabinett auf.
    • 27. März » In Edinburgh findet zwischen Schottland und England das erste Länderspiel im Rugby statt, das von den Gastgebern mit 4:1 gewonnen wird.
    • 17. Juli » Zénobe Gramme führt in Paris eine Gramme-Maschine, einen dynamoelektrischen Motor mit kontinuierlicher Induktion, vor Wissenschaftlern vor.
    • 21. Juli » In der britischen Marine wird der im 17. Jahrhundert eingeführte Kauf von Offizierstellen abgeschafft.
  • Die Temperatur am 6. Dezember 1905 lag zwischen 0.2 °C und 7,5 °C und war durchschnittlich 3,8 °C. Es gab 4,6 Stunden Sonnenschein (58%). Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 4 Bft (mäßiger Wind) und kam überwiegend aus Süd-Süd-Westen. Quelle: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) war von 1890 bis 1948 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von 1. August 1901 bis 16. August 1905 regierte in den Niederlanden das Kabinett Kuijper mit Dr. A. Kuijper (AR) als ersten Minister.
  • Von 17. August 1905 bis 11. Februar 1908 regierte in den Niederlanden das Kabinett De Meester mit Mr. Th. de Meester (unie-liberaal) als ersten Minister.
  • Im Jahr 1905: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 5,5 Millionen Einwohner.
    • 17. Februar » Der Sozialrevolutionär Iwan Platonowitsch Kaljajew verübt auf den Gouverneur von Moskau, Sergei Alexandrowitsch Romanow, einen Anschlag, als sich der Adlige in seiner Kutsche dem Kreml nähert. Der Großfürst stirbt bei der Bombenexplosion sofort.
    • 23. Februar » Paul Percy Harris gründet in Chicago den ersten Rotary-Club. Die inzwischen weltweit verbreitete Organisation von Personen aus höheren Gesellschaftskreisen widmet sich gemeinnützigen und wohltätigen Aufgaben.
    • 19. März » Am Muckenkogel bei Lilienfeld findet, von Mathias Zdarsky organisiert, der erste Torlauf der Skigeschichte statt.
    • 1. April » Mit dem preußischen Wassergesetz wird der Bau des Mittellandkanals zwischen Rhein und Elbe beschlossen.
    • 1. September » Alberta und Saskatchewan werden nach der Abspaltung von den Nordwest-Territorien eigenständige kanadische Provinzen.
    • 2. Dezember » Sam Eyde und Kristian Birkeland gründen in Norwegen die Firma Norsk Hydro mit Sitz in Notodden zur Herstellung von Stickstoffdünger.


Gleicher Geburts-/Todestag

Quelle: Wikipedia

Quelle: Wikipedia


Über den Familiennamen Voorhaar

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Voorhaar.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Voorhaar.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Voorhaar (unter)sucht.

Die Familienstammbaum Voorhaar-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Jan Voorhaar, "Familienstammbaum Voorhaar", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-voorhaar/I585.php : abgerufen 8. Mai 2024), "Philippus "Flip" Voorhaar (1818-1905)".