Stamboom Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven » Daniel Heijmerick Daniel Schepens (< 1477-± 1513)

Persoonlijke gegevens Daniel Heijmerick Daniel Schepens 

• Hij is geboren.Bron 1
• Hij werd gedoopt voor 1477.
• Woonachtig:
• herdgang Aerle (Oirschot).Bron 2
• herdgang Straten (Oirschot).Bron 3
• Hij is overleden rond 1513 in Oirschot.Bron 1
• Een kind van Heijmrick Daniel Daniel Scepens of Cromme en Aleijt Aert Smeets
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 6 augustus 2010.

Gezin van Daniel Heijmerick Daniel Schepens

Hij is getrouwd met Mechteld Gielis Jan Gielis Crijns.

Zij zijn getrouwdBron 1

Kind(eren):

1. Heijmerick Daniel Heijmerick Schepens  < 1513-???? 
2. Henrick Daniel Heijmerick Schepens  < 1513-± 1531 
3. Jan Daniel Heijmerick Schepens  < 1496-± 1549 
4. Aleijt Daniel Heijmerick Schepens  < 1513-± 1521

Notities over Daniel Heijmerick Daniel Schepens

R.A. Oirschot, inv. nr. 124 A, periode 1 Jan. 1476 t/m 31 december 1476.
Verschenen zijn Heijlwig dochter van wijlen Aert Smolders met haar voogd en met Pauwels van Liefveld als man van Lisbeth dochter van wijlen Jacop Beijen en verkoopt aan Daniel Henrick Schepens een stuk beemd genoemd de Lijedonk, gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeijnte, Marie van de Mortel. Datum 9 maart 1476, getuigen Jannis en Hagelaer.
Voetnoot :
Daniel Henrick Schepens verkoopt het bezit weer door aan Aert Jacop Smollers en diens kinderen. Datum 3 juni.

Verschenen is Daniel Henrick Schepens uit de vorige akte en belooft aan Heijlwig dochter van Aert Smolders die voortaan een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen op onderpand van de beemd uit de vorige akte. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124 A, periode 1 Jan. 1477 t/m 31 december 1477.
Komen zijn Ansem, Henrick en Henrick, broers en zoons van wijlen Jan Loijen, verder Aert zoon wijlen Willem van de Velde als man van Ida dochter van genoemde Jan Loijen verder hun zuster Heijlwig met haar voogd en verkopen samen aan Daniel Heijmerick Schepens die een stuk beemd genoemd de Elsdonk, gelegen in herdgang Straten

R.A. Oirschot, inv. nr. 124 A, periode 1 Jan. 1477 t/m 31 december 1477.
Komen is Jan zoon wijlen Henrick van Cuijck en verkoopt aan Daniel Heijmerick Schepens de helft van een huis, tuin etc., en de helft van het land erbij, gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick zoon wijlen Mathijs van Beerwinkel, Jan zoon wijlen Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Heijmerick Schepens, de gemeenschappelijke straat. Dat halve huis etc. had hij gekocht van Heijlwig dochter van wijlen Jan Slouwers volgens de schepenbrief van Oirschot. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de helft van 21 lopen rogge en de chijns. Datum 14 juni 1477, getuigen Hoppenbrouwer en Dormalen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124 A, periode 1 Jan. 1477 t/m 31 december 1477.
Komen is Peter Peter Stevens van Castelre die men ook wel van de Berge noem en verkoopt zijn erfdeel etc. van een huis, tuin met een stuk land eraan, groot 3 lopenzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick Mathijs van Beerwinkel, het erf dat ervan is afgedeeld, Heijmerik Schepens. Dat bezit had Peter verkregen van Jenneken dochter van Jan Slouwers volgens schepenbrief van Oirschot. Hij verkoopt het bezit nu aan Daniel Heijmerick Schepens en belooft alle lasten af te handelen, behalve 7 en een half lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, nog 3 lopen rogge zelfde maat per jaar als lijfpacht (aan Lisbeth Jan Vos=doorgestreept, JT), verder nog de chijns die er op drukt. (dit is hetzelfde huis, althans de helft ervan als in de vorige akte, JT)

BP 1247 (Oirschot) okt 1477 – sept 1478 folio 470v
Daniel, Aert, Claes, Goijart en Henrick en Lijsbeth. kinderen van wijlen Heijmerick Scepens en Aleit
Jan Adamss van Berct man van Geertruijt dochter wijlen Heijmerick voornoemd en Aleijt

R.A. Oirschot, inv. nr. 124 A, periode 1 Jan. 1479 t/m 31 december 1479.
Korstiaen zoon wijlen Gielis Crijns, voor hemzelf handelend en voor Lisbeth, Agnees en Heijlwig zijnde zijn zusters, verder Daniel Heijmerick Schepens als man van Mechteld, nog Ansem Henrick Loijen als man van Henrick, zijnde alle wettige erfgenamen van Heijlwig en Katarina gezusters en dochters van wijlen Akarijn (?) en doen hierbij afstand van hun rechten inzake het bezit dat ze van deze Heijlwig en Katarina hebben geerfd ten behoeve van Gielis Jan Gielis (Crijns, JT). Hierbij is ook aanwezig Joerden Gielis Crijns en doet eveneens afstand van zijn aanspraken ten behoeve van Gielis Jan Gielis en belooft alle lasten voor zijn deel af te handelen. Het betreft twee stukken land, gelegen in herdgang Aerle, het ene stuk is genoemd het Claemergat en het andere de Priesterakker. Datum 12 november 1479, getuigen Dormalen, Snepschuet en Bont.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124B, periode 1 Jan. 1480 t/m 31 december 1480.
Verschenen is Daniel zoon wijlen Heijmerick Scepens en verkoopt nu met schepenbrief van Oirschot aan Jan zoon wijlen Gijsbrecht Hoppenbrouwers die de helft van een huis, tuin, grond etc., groot ca. 3 lopenzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Henrick van Beerwinkel, de koper waarvan is afgedeeld. Dat deel had Daniel verkregen van Jan Henricks van Cuijck en Jan weer van Heijlwich dochter van wijlen Jans Louwers. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 2 juli 1480, getuigen Rutger Janssen, Ven en Vloet.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124B, periode 1 Jan. 1480 t/m 31 december 1480.
Verschenen is hier Jan Deenen als man van Geertruid dochter van wijlen Heijmerick Scepens en verkoopt nu aan zijn zwager Daniel Scepens een stuk weg en een deel van een heiveld eigendom van Jan dat hij heeft geerfd van Heijmerick Scepens en diens vrouw Aleijt. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 10 maart 1480, getuigen Andries en Crom.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124B, periode 1 Jan. 1481 t/m 31 december 1481.
Daniel zoon wijlen Heijmerick Scepens verkoopt aan Jan Damen van Berckt die het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd de Buender op de Vloet (Vleut, JT), groot anderhalve bunder, b.p.de kinderen van Aert van Best, het erf eerder van heer Jan van Andel, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lkasetn van zijn kant af te handelen, behalve het 1/4e deel van 9 oude groten als grondchijns. Datum de maandag na St. Mathijsdag, de voorlaatste dag van februari 1481, getuigen Huijskens en Meeus.

Verschenen is Jan Damen van Berckt als man van Geertruid dochter van wijlen Daniel Scepens (in een andere akte is deze Geertruid de dochter van Heijmerick Scepens en er is dus verwarring hoe de vader heet, maar uit weer andere aktes blijkt dat Geertruid de dochter is van Daniel Heijmerick Scepens en op deze laatste versie houden we het maar op, JT) en verkoopt nu aan Henrick van Esch (secretaris, JT) ten behoeve van Aernt, Henric, Claes, Goijaert en Lisbeth kinderen van genoemde Daniel, die de 3/4e delen van de helft van een stuk beemd groot anderhalve bunder zoals in de vorige akte is vermeld, waarvan hij de ene helft van de anderhalve bunder als echtgenoot van zijn vrouw heeft verkregen en de andere helft gekocht van zijn zwager Daniel Heijmerick Scepens. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve het 3/4 e deel van 4 en een halve oude grote als grondchijns voor de helft van de genoemde beemd. Actum als boven.

Genoemde Jan Damen verkoopt nu aan ........ (niet vermeld, maar waarschijnlijk aan de kopers uit de vorige akte, JT) zijn erfdeel van 7 lopen rogge, dat ze samen ontvangen van Heijlwich Lucasen of van haar kinderen uit een pacht van 2 mud rogge, maat van Den Bosch, welke pacht Everaert zoon wijlen Henrick Everaerts had beloofd aan Willem Gijsbrecht Wellens van Acht op onderpand van de helft van 9 en een halve bunder ...gelegen in de gemeente Boxtel ter plaatse genoemd Liempde te Oetendonk, b.p. het erf genoemd de Stadakker, Thomas Lonis Boijdekens, een vrouw genoemd Fissie, zoals zijn zwager (hier is bedoeld schoonvader?, JT) Heijmerick die pacht had verkregen van Gijsbrecht Aert van Straten. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)

Nog verkoopt Daniel (Scepens, JT) aan Jan (Damen van Berckt, JT) de helft van een pacht van 8 lopen rogge te ontvangen van Henrick Mercks. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT).

De zelfde Daniel verkoopt aan genoemde Jan de helft van 4 lopen rogge te ontvangen van Goijaert van Berckt.

De zelfde Daniel verkoopt aan genoemde Jan de helft van 1 lopen rogge te ontvangen van Willem Bliecks.

De zelfde Daniel verkoopt aan genoemde Jan de helft van 1 lopen rogge te ontvangen van Dries Met Heijnen.

Jan Damen van Berckt belooft aan Henrik van Esch ten behoeve van de genoemde personen (de 5 kinderen van Scepens, JT) een jaarlijkse pacht van anderhalf mud rogge te gaan betalen, op onderpand van al het bezit dat hem was toebedeeld namens zijn vrouw Geertruid en van Heijmerick (ze is de dochter van Daniel Heijmerick Scepens, JT)

R.A. Oirschot, inv. nr. 124B, periode 1 Jan. 1481 t/m 31 december 1481.
Verschenen zijn Daniel die voor hemzelf handelt, verder Aert, Claes en Goijaert broers, Elisabeth met haar voogd voor henzelf en voor hun broer Henrick en nog Jan Damen van Berckt als man van Geertruid, zijnde allen wettige kinderen van Heijmerick Scepens en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader Daniel (rara, heet hun vader nu Heijmerick of Daniel?, JT) en hun moeder Aleijt hebben geerfd.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124B, periode 1 Jan. 1481 t/m 31 december 1481.
Verschenen zijn Willem Bliecks, Peter Bliecks, Dirck Oeijen, Jan Peter Agnesen, Henrick van Best, Dirck Huibert Huijskens, Jan de Crom, Goijaert de Raijmaker, Aelbrecht Adriaen van den Doeren, Aert de Nagelmaker, Heijn van Best, Aert van Lievendael, Daniel Scepens, Eijsken Loeijen, Jan de Hoppenbrouwer, Aert van Zeelst, Willem Beckers, Jan Dircks, Joest van Lievendael en Peter Loijen met meer anderen en hebben beloofd aan Dirck Dirck Hoppenbrouwers, Wouter van Heerbeeck en Henrik Thomassen dat deze gemachtigden voor hen de zaak mogen vervolgen om te komen tot een kapel in herdgang Straten en alles daarin te doen wat nodig is. Als er daarbij schades of kosten voor de gemachtigden ontstaan dan zullen ze die kosten voor hen betalen en zullen zelf (de gemachtigden dus, JT) ook al naar evenredigheid in die kosten bijdragen zoals andere personen dat ook behoren te doen. Datum op St. Cornelisdag 1481 in september, getuigen Mathijs en Meeus Eessen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 124BA periode 1 Jan. 1483 t/m 31 december 1483.
Komen is Daniel zoon wijlen Heijmerick Schepens en belooft aan Jan natuurlijke zoon van Gielis Crijns een jaarlijkse rente van 10 stuivers, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc., b.p. Aert van Lievendael, zijn broer Claes Schepens waarvan is afgedeeld, de straat. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 19 februari 1483, getuigen Crom, Lieveld en Braxatoris.

R.A. Oirschot, inv. nr. 125A periode 1 Jan. 1487 t/m 31 december 1487.
Katarina dochter van Ansem Henrick Loijen met haar voogd en nog met Henrick Henrick Loijen als voogd over Jan, Agnes en Henrick nog minderjarige kinderen van genoemde Ansem, beloven aan Daniel Heijmerick Schepens die een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land groot 3 lopenzaad genoemd de Ijndakker gelegen in herdgang Straten, b.p. de kinderen van Jan Crommen, Jan Hoppenbrouwers, Claes Schepens, de straat. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht. Datum 31 januari 1487 (geen getuigen vermeld, JT)

In marge :

Is vernieuwd voor dit mud rogge op 3 maart 1488. (in dat protocol staat inderdaad een hernieuwde melding van de rogpacht, daar wordt gerefereerd aan een akte einde februari 1487, maar is dus einde januari 1487)

Korstiaen Gielis Crijns belooft aan Daniel Schepens uit de vorige akte een pacht van 6 lopen rogge, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd de Gaetschen Ekker, gelegen onder Erdbruggen hier, b.p. Daniel Schepens, de kinderen van Ansem Loijen, de Heerstraat daar. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 125A periode 1 Jan. 1487 t/m 31 december 1487.
Elisabeth dochter van Gielis Crijns met haar voogd, voor haarzelf handelend en voor haar zuster Agnese, verder Daniel Schepens als man van Mechteld en Wouter Goijaert Keijmps als man van Henrick, hebben afstand gedaan van hun aanspraken ten behoeve van hun broer en zwager Korstiaen en ten behoeve van Katarina (ze is dochter van Ansem Loijen, JT) met haar voogd en ten behoeve van Henrick Henrick Loijen als voogd over Jan, Agnes en Heijlwig kinderen van Ansem Loijen, inzake een stuk land genoemd de Gaetschen Ekker.

R.A. Oirschot, inv. nr. 125A periode 1 Jan. 1487 t/m 31 december 1487.
Komen zijn Daniel, Henrick, Aert en Goijaert, broers en kinderen van Heijmerick Schepens van Lieshout, voor henzelf handelen en voor Claes en Lisbeth zijnde hun broer en zuster, en verkopen met schepenbrieven van Oirschot aan Joerden Ansems van Lieveld ten behoeve van de tafel van de H. Geest te Oirschot, een pacht van 4 lopen rogge maat van Orischot, welke pacht Dirck Willem Huijpermans had beloofd aan Aert Henrick Smeets, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een zesterzaad land genoemd de Braeck, gelegen in herdgang Straten, b.p. Jacop Goessens, Wouter van den Grotenhuijs, de straat, Ermgaert de vrouw zijnde van Willem Huijpermans. Die rogpacht hadden ze geerfd van hun oom Henrick Aert Smeets zoals ze zeiden. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum 15 februari 1487, getuigen Crom en Dijck.

R.A. Oirschot, inv. nr. 125B, periode 1 Jan. 1490 t/m 31 december 1490.
Jan Damen Verberckt en Daniel Heijmerick Scepens als voogd over de kinderen van genoemde Jan Damen die deze Jan heeft verwekt bij Geertrui dochter van Heijmerick Scepens, verkopen nu aan Henrick Willems van de Velde een pacht van 4 lopen rogge per jaar, Oirschotse maat welke pacht Jan Damen had geerfd vanwege zijn vrouw Geertruid uit een pacht van 2 mud rogge die eerder eigendom waren van Dirck Daniel Jan Hillen zoals staat vermeld in een vidimus. Datum 6 mei 1490, getuigen Ven, Mathijs en Borchakker.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126A, periode 1 Jan. 1495 t/m 31 december 1495.
Gerart Mathijs van Best, Daniel Scepens, Corsten Gielis Crijns, Wouter Claes Bckers, Willem van den Venne, Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers, Jan van Best, Henrick Gerarts en Corsten de Raijmaker als inwonbers van de herdgang Straten, geven hierbij machtiging aan Henrick Lippen van den Schoet en aan Jan Colen, om namens de inwoners de bedragen in te vorderen voor het eerder door de herdgang geleende geld. De gemachtignden beloven dat ze het geld zullen innen of met rechtsmiddelen invorderen hetzij binnen of buiten Oirschot: Als ze daarvoor buiten Oirschot moeten gaan, mogen ze hun kosten van verteer in rekening brengen en als ze het geld hebben ontvangen dan moeten ze het weer doorbetalen aan diegege die er recht op heeft. Voor de incassering hiervan krijgen Jan en Jan samen van elke ontvangen rijnsgulden een oort voor het bezit te Oirschot en voor zover het bezit betreft buiten Oirschot krijgen ze een blank. Verder moeten deze gemachtigden ook het geld innen dat de herdgang Straten heeft te vorderen namens Henrick van Esch vanwege Jan van Dormalen en waarvoor de inwoners hen later alsnog een redelijke vergoedig zullen geven. Datum 14 maart 1495, getuigen Snepschuet en Ansems.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126A, periode 1 Jan. 1495 t/m 31 december 1495.
Jan Ansem Loijen verkoopt aan Daniel Heijmerick Scepens die een stuk land gelegen in herdgang Straten, genoemd de Ijndekker groot ca. 3 lopenzaad, b.p. heer Aert de Crom, Aernt van Seelst, Claes Scepens, de straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 19 oktober 1495, getuigen Belaerts en Melis.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126A, periode 1 Jan. 1496 t/m 31 december 1496.
Daniel Heijmerick Schepens heeft beloofd om voortaan aan Jan Ansem Loijen die een pacht van 3 lopen rogge per jaar te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar op onderpand van een stuk land genoemd de Ijndakker, gelegen in herdgang Straten groot ca. 3 lopenzaad, b.p. heer Aert de Crom, Aert van Seelst, Claes Schepens, de straat. Datum 30 januari 1496, getuigen Joerden en Aelbrecht.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126A, periode 1 Jan. 1496 t/m 31 december 1496.
Gijsbrecht en Jan Henriks Hoppenbrouwers, Willem Goijaert Beckers, Peter Speecks, Wouter Keijmps, Henrik van Best, Henrick Gerarts, Joest van Lievendael, Aert de Nagelmaker, Jan Colen, Peter Bierkens, Jan de Nastelmaker, Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan van den Schoet en andere inwoners van herdgang Straten, hebben hierbij machtiging gegeven aan Gerard Mathijssen (Huijskens, JT), aan Daniel Scepens en aan Gerard van de Venne, samen en hoofdelijk om hun belangen te behartigen in de uitspraak die nog gedaan zal worden door de heren (bedoeld is waarschijnlijk het corpus van Oirschot, JT) ten opzichte van de inwoners van de herdgang Straten. De opdrachtgevers beloven hun gemachtigden daarvoor te vrijwaren, ieder tot hun deel daarin toe. Datum 8 september 1496, getuigen Peter, Jan, Aelbrecht en Henrick.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1498 t/m 31 december 1498.
Daniel en Aert, broers en kinderen van wijlen Heijmerick van Lieshout die men ook wel Schepens noemt, verkopen nu aan Gerard van Heessel een bunder heiveld gelegen op de Eckensrijth bij het erf van de kinderen van Henrik van de Venne en de kinderen van Jan Wolfs zoals ze zeiden. De verkopers mede namens de andere erfgenamen beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de grondchijns en behalve de ´gebuurchijns´ van Oirschot. Datum 19 maart 1498, getuigen Joerden en Leeuw.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1498 t/m 31 december 1498.
Goijaert Jan Beckers die men meestal Becker noemt verkoopt nu aan Daniel Heijmerick Scepens een pacht van 3 lopen rogge, maat van Oirschot, uit een pacht van 2 mud rogge per jaar, welke pacht Heijmerick en Henrick zoons van Daniel Scepens, eerder hadden beloofd aan Andriessen de Becker zijnde hun zwager, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Straten, b.p. Jans van der Schueren, eerder eigendom van Aleijt Coppens, de gemeenschappelijke straat. Die 3 lopen rogge was Goijaert in een deling toebedeeld na de dood van Lisbeth Claes Beckers waarvan Jan de Wert te Boxtel daarvan zijn vruchtgebruik had bezeten na de dood van genoemde Lisbeth diens vrouw zijnde en welke pacht Goijaert samen met Aelbrecht van de Maerselaer en Goijaert Willem Deenen in een deling was toebedeeld, waarbij Aelbrecht een half mud kreeg en Goijaert en Goijaert elk van hen 3 lopen uit een pacht van 2 mud rogge. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Voor deze pacht zoals ze zeiden heeft Daniel 10 en een halve peter betaald, elke peter tegen 19 stuivers. Datum 4 november 1498, getuigen Joerden en Leeuw.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1499 t/m 31 december 1499.
Peter Gielis Snellaerts, Joerden Ansems, Jan Henricks van der Vloeten, Jacop Henricks van Strijp. Henrick Joerden Hoppenbrouwers, Jan Willem Wouters en Henrick van Gestel als schepenen van Oirschot, verder Jacop Ansems, Jan Persoens, Gijsbrecht Gielis Kremers, Aert Rutgers van der Hoeven, Daniel Scepens, Aernt van der Laeck en Dirck Janssen van der Heijden zijnde achtmannen en afgevaardigden voor de gemeente Oirschot, samen ook met deze inwoners, hebben na rijp beraad op deze paasdag waarop meestal deze besluiten worden genomen, besloten en beloven aan de Vrouwe van Merode, voor bepaalde diensten die ze aan de gemeente Oirschot heeft bewzwen en nog zal bewijzen, een bedrag van 120 rijnsguldens te betalen per a.s. Allerheiligendag en dat bedrag moet in ieder geval met Kerstmis erna zijn betaald. Datum op Beloken Paasdag 1499.

R.A. Oirschot, inv. nr. 126, periode 1 Jan. 1500 t/m 31 december 1500
Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Aert Scepens, Daniel Scepens, Henrick van Best, Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers, Wouter Keijmps, Jan Wouters van de Loo, Gerart Peters, Corsten Gielis Crijns en Willem Bierkens, geven hierbij namens henzelf en namens de andere inwoners van herdgang Aerle, machtiging aan Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwers om geld voor hen op te nemen zijnde een bedrag van 40 Rijnsguldens en daarna de jaarlijks rente ervan te betalen. Dat geld zal besteed worden voor de gezamenlijke inwoners en zal later omgeslagen worden over de inwoners als ze dat bedrag willen aflossen. Zij zullen ook alle kosten hiervan helpen dragen in de vorm van een burenbijdrage. Datum de andere dag na St. Laurensdag 1500, getuigen Thomas en Dirck.

R.A. Oirschot, inv. nr. 127A, periode 1 Jan. 1505 t/m 31 december 1505.
Willem Michiel Spoermekers als man van Agnees en Aert Willems van Esch als man van Katarijn, Pauwels Aerts van Seelst (Verschueren, JT) als man van Henrick, Goijaert Wouter Keijmps voor hemzelf handelend en voor zijn zuster Heijlwich, nog Gielis Corsten Gielis (Crijns, JT) en Aert Corsten Gielis en deze Gielis en Corsten ook nog voor hun zusters en broer, verkopen samen aan Daniel Heijmerick Schepens die een beemd genoemd de Berendonk, zoals ze die hebben geerfd van Lisbeth Gielis Crijns en van haar zuster Agnees, gelegen tussen herdgang Straten en de Notel, b.p. Rutger Cluijstermans en diens erfgenamen, de kinderen van Dirck van Onstaden, Peter Bierkens, de kinderen van Dirck Dirck Hoppenbrouwers. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum 28 januari 1505, getuigen Belaerts en Aelbrecht.

R.A. Oirschot, inv. nr. 127A, periode 1 Jan. 1505 t/m 31 december 1505.
Daniel Heijmerick Schepens als man van Mechteld, voor hemzelf handelend en voor zijn kinderen, verder Aert Willems van Esch als man van Katalijn, Willem Michiel Spoormekers als man van Agnees, en Pauwels Aerts van Seelst als man van Henrick en Goijaert Wouter Keijmps voor hemzelf en voor diens zuster Heijlwich verkopen samen aan Gielis Corsten Gielis (Crijns, JT) en aan Aernt zijn broer, ten behoeve van henzelf en ten behoeve van hun broers Gijsbrecht en Antonis en ten behoeve van Margriet, Agnes en Heijlwich en Jenneken hun zusters, een huis, tuin etc., zoals ze dat hebben geerfd van Agnees en Lisbeth dochters van Gielis Crijns, gelegen in herdgang Straten, b.p.de kopers, de kinderen van Jan Essen, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn een half mud rogge per jaar aan de St. Peterskerk van Oirschot en een half mud aan elk van de 3 biddende ordes, te weten Hasselt, Schoonhoven en de preekheren in Den Bosch. Datum 31 januari 1505, getuigen Gielis en Aelbrecht.

R.A. Oirschot, inv. nr. 127A, periode 1 Jan. 1505 t/m 31 december 1505.
Gielis Hoppenbrouwer, Heijn de Volder, Willem Bierkens, Gijpken Heijnen, Henrick Hoppenbrouwers, Aert Thijssen, Daniel Schepens, Jan Goossens, Henrick van Best, Gerart Stijnen (Stijnen = doorgestreept, JT), Peter Speecks, Aert van Seelst en zijn zoon Pauwel, Willem de Decker, Aert Nagelmaker, voor henzelf handelend en ook voor de andere inwoners van herdgang Straten, machtigen hierbij Jan Colen, Jan van de Ven, Gielis Dirck Cremers, Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gerart Jan Stijnen, Henrick Gijsbrecht Hoppenbroouwers, Aert Wouter Thijssen en Gijsbrecht Vlemmincks (totaal 8 gemachtigden, JT) om voor hen het geld te innen dat door de gezamenlijke inwoners van de herdgang opgebracht moet worden om daarmee Daniel Vermeijden het geld terug te betalen dat van hem eerder is geleend. En zulks is nodig omdat bij de eerste omslag van het geld er niet genoeg was geheven. De gemachtigden dienen het geld in te vorderen en als er rechtsmiddelen gebruikt dienen te worden dan wordt hen dat toegestaan op kosten van de inwoners, waarvoor ze 4 gulden ontvangen. Voor dat bedrag moeten de gemachtigden de gelden invorderen tenzij hen dat metr rechtsmiddelen wordt ontnomen. Degemachtigden moeten de inwoners daarvan later wel goede verantwoording afleggen. Het bovenstaande is gebeurd nadat men met een zondagse oproep hiervoor was gevraagd samen te komen op 20 april j.l. Datum 23 april 1505, getuigen Belaerts, Aelbrecht, Gielis en Goijaert.

R.A. Oirschot, inv. nr. 127A, periode 1 Jan. 1506 t/m 31 december 1506.
Een ondervraging door inwoners van herdgang Straten, te weten Daniel Schepens, Dirck Hoppenbrouwers, Aert van Zeelst, Peter Loijen, Gijbken Heijnen, die alle optreden voor Aert Nagelmakers.
Er wordt aan Dirck Goossens en aan Dirck van de Hagelaer gevraagd, toen ze destijds schepenen waren in het jaar 1481, of het zo is dat toen Dirck de Hoppenbrouwer en Henrick Thomassen namens de inwoners van de herdgang van Straten samen met Gerart Mathijssen en Bertelmeeus de Gorter (= Bartholomeeus Jan Essen, JT) toen daar van deur tot deur gingen om te vragen of men nog wel door zou willen gaan om proces te voeren tegen de deken of het het kapittel van Oirschot over de plannen van de kapel en of men bereid was daar nog geld voor bij te leggen. Daarop hebben de inwoners gezegd dat ze bereid waren hun bijdrage als inwoner daarin te doen. Daarna is er daarvoor een machtiging opgemaakt maar die was veel sterker qua bewoordingen dan de inwoners oorspronkelijk wilden. Genoemde Meeus de Gorter als schepen verzocht toen dat men deze machtiging zou laten zegelen door zijn collega-schepenen, maar die wilden dat toen niet doen, omdat de brief anders was opgesteld dan bedoeld was. Maar daarna hebben ze de brief toch gezegeld en die brief was aan Meeus de Gorter overhandigd maar lieten hem weten dat de brief niet was uitgemaakt zoals het hoorde.
Dirck Goossens en Dirck van de Hageler verklaren hierover als schepenen dat zulks inderdaad toen zo is gebeurd en dat Meeus de Gorter toen zei dat hij de brief zo zou bewaren dat er niemand noch voordeel noch nadeel van zou ondervinden.
Men wil hier een brief van hebben. Datum 28 april 1506.

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1513 t/m 31 december 1513.
Daniel Heijmerick Schepens als man van Mechteld dochter van Dielis Crijns verkoopt aan Pauwels Aerts van der Schueren die de helft van een stuk beemd gelegen onder Ameijden hier, b.p. genoemde Daniel, Jacop Ketelaers, Wouter van den Meervenne, Dirck van de Maerselaer. Lasten hieruit zijn een halve oude als chijns aan het kapittel van Oirschot. Verder houdt Daniel wel het recht van overpad daar zoals hij steeds heeft gehad. Datum 1 juni 1513, getuigen Lulsdonk en Andries Loijen.

Pauwels Aerts van der Schueren als man van Henrick dochter van Ansem Loijen verkoopt aan Daniel Heijmerick Schepens die de helft van een stuk beemd gelegen onder Ameijden hier, b.p. genoemde Pauwels waarvan het stuk is afgedeeld, Gijsbrecht Vlemmincks, Wouter van den Meervenne, Dirck van den Maerselaer. Lasten hieruit zijn een halve oude grote als chijns aan het kapittel te Oirschot. Verder zal Pauwels overpad geven aan Daniel over de andere helft die Daniel aan Pauwels heeft verkocht. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1513 t/m 31 december 1513.
Pauwels Aerts van der Schueren verkoopt aan Daniel Schepens die een stuk beemd van 25 roedes, zoals nu is afgepaald, uit de helft van een stuk beemd genoemd de Erdbruggen, gelegen in herdgang Straten, b.p. de koper, de verkoper, Dirck van den Maerselaer, Wouter van den Meervenne. Datum 7 juni 1513, getuigen Lulsdonk en Loijen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1513 t/m 31 december 1513.
Jan zoon wijlen Daniel Schepens en Willem Dirck Cortten als man van Henrick en verder Aleijt en Heijmerick, gezusters en wettige kinderen van Daniel Schepens met hun oom en voogd Aert Schepens, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van Daniel Schepens hebben geerfd.

Jan Daniel Schepens krijgt een beemd genoemd de Berendonk, gelegen in herdgang Straten onder Ameijden daar, b.p. Peter Bierkens, de kinderen van Dirck Hoppenbrouwers, Rutger Cluijstermans. Nog krijgt hij een eeuwsel genoemd de Erdborn, b.p. de kinderen van Katarijn Loijen, de kinderen van Heijmerick Schepens, Aert Wouter Thijssen.

Willem Drick Cortten als man van Henrick dochter van wijlen Daniel Schepens krijgt een stuk beemd genoemd de Erdbruggen gelegen in herdgang Straten ter Ameijden, b.p. Gijsbrecht Vlemmincks, Pauwels van Seelst, Dirck van den Maerselaer, Wouter van den Meereven. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Tiendeloze Akker, b.p. Aert Schepens, Dielis Cremers, Aert van Seelst, Geenken Stijnen. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van 14 lopen rogge op onderpand van de ´stede´ (huis, JT) van Heijmerick dochter van Daniel Schepens, zijnde Henricks zuster zoals staat omschreven. Lasten uit het bezit zijn een halve oude grote uit de Edbruggenbeemd.

Genoemde Heijmerick krijgt het huis, tuin etc. groot 2 lopenzaad gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert Schepens, de kinderen van Dirck Hoppenbrouwers, de gemeenschappelijke straat, Aert van Seelst. Nog krijgt ze een stuk beemd genoemd de Elsbroeck. gelegen onder Ameijden, b.p. de gemeenschappelijke straat, Aert Jacops, Jan Heijnen, Gijsbrecht Verschaut. Nog krijgt zij een stuk land genoemd de Nijennakker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Pauwels van Seelst, Grietken en Heijlken Crommen, de kinderen van Heijmerick Schepens, de kinderen van Dielis Cremers. Lasten hieruit zijn een pacht van 14 lopen rogge aan Willem de Cort, zijnde haar zwager, nog 9 lopen rogge aan Aelbrecht van de Maerselaer, nog een halve oude grote als chijns aan de hertog, nog een halve stuiver chijns uit de beemd genoemd de Elsbroeck, nog 3 halve braspenningen als jaargeld uit het huis. Verder krijgt ze een pacht van een half mud rogge per jaar te ontvangen uit een akker genoemd de Paijakker gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeenschappelijke straat, Goijaert van Doren, de kinderen van Heijmerick Schepens, de kinderen van Dielis Cremers.

Genoemde Aleijt krijgt de Paijakker gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeenschappelijke straat, Goijaert van Doeren, de kibderen van Heijmerick Schepens, de kinderen van Dielis Cremers. Lasten hieruit zijn een half mud rogge per jaar aan haar zuster Heijmerick. Nog krijgt ze een stuk beemd genoemd de Nageldonk gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeenschappelijke straat, Henrick van Best, de kinderen van Henrick Volders (?). Lasten uit dit bezit zijn 2 blanken als chijns aan de hertog. Nog krijgt ze een pacht van 14 lopen rogge te ontvangen van Dirck Lucas. Datum 4 november 1513, getuigen Cremer en Verwer.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Daniel Heijmerick Daniel Schepens?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Daniel Heijmerick Daniel Schepens

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen