Family tree Severijn » Stories » LAPJESMARKT BREEDSTRAAT IN UTRECHT

De geschiedenis van 400 jaar lapjesmarkt aan de Breedstraat te Utrecht

De Breedstraat is inderdaad een brede straat en uitermate geschikt voor markten en vooral de beroemde lapjesmarkt

In 1537 werd de varkenmarkt dan ook van de ganzenmarkt naar de Breedstraat verplaatst. Eigenlijk was dit merkwaardig omdat op de Breedstraat zeer aanzienlijke huizen stonden o.a. van Vrederich de Voicht van Rynevelt en diens broer Sweer de Voicht. Hun bezittingen strekten zich uit van het Janskerkhof met de huizen daarachter uitkomende aan de Breedstraat. De omwonende slachters (het vleeshuis stond immers aan de Voorstraat) vonden het gemakkelijk de ter markt gekochte varkens daar in hun slijk te laten rondwentelen, tot ze aan de beurt kwamen om geslacht te worden, zodat daartegen zelfs een ordonnantie (verordening) moest worden gemaakt.Toch heeft deze toestand niet lang geduurd, want na negen jaar in 1546 werd die markt grenzend aan het Begijnhof verplaatst naar het andere eind van de Breedstraat bij Sunte Jacob.

Na deze opruiming begreep men dat de Breedstraat wel geschikt zou zijn om op "versoeck van de Linnenwevers ende tot gerieff van de Coopluyden binnen dese Stadt 's jaers te doen houden twee vrye merckten van alrehande linnewaet, te weten d'eerste op den eersten Woensdach in de maent van July toecomende en d'ander op Woensdach voor Vastelavont daeraenvolgende, ende soe voert jaerlix ende dat op de Breetstraat voert bagynhoff".

Een jaar later werd ook de garenmarkt van de Smeebrug naar de Breedstraat overgebracht, maar later vanwege de afstand weer teruggeplaatst naar de Smeebrug, waar het natuurlijk "bij Hansje de Kaasvrou" veel gezelliger was ook. Hoewel volgens onderzoek eerst officieel vergunning werd verleend voor de "Lapjesmarkt" in 1597 in de Breedstraat, werd in 1992 het 400-jarig bestaan van de lapjesmarkt gevierd.

Op 10 juni 1941 werd de lapjesmarkt verboden vanwege de vele Joodse kooplieden en na de oorlog op 8 juni 1946 werd deze weer in ere hersteld. Een Breedstraatbewoner merkte op een vrijdag spottend op: "Ziezo vandaag woon ik nog op de Breedstraat en morgen op de Jodenbreedstraat." Helaas zijn vele joodse kooplieden van deze markt nooit meer teruggekomen.

Deftige heren woonden er op de Breedstraat, o.a. in het huis Beverweerd, in 1522 toebehorende aan Johan van Renesse en in 1545 in het bezit van den Heer Johan van Culenborch, Schout der stad Utrecht. Later is dat huis bekend onder de naam "Het Yzeren Hek" en indertijd was daar de hulpschool voor het Lager Onderwijs 3e klasse, waarbij ook frans werd onderwezen en opgeleid werd voor het middelbaar onderwijs.

Weer later was in dat pand de Raad van Arbeid gevestigd, maar voorfront en tuin met nog twee van de vier overgebleven bomen en het fraaie ijzeren hek zijn nog aanwezig.

Een ander groot huis aan de Breedstraat was aan de zuidzijde op de hoek van de Korte Lauwerstraat. Daar woonde destijds de eerwaarde vader Heere Mr. Jacob Ridder, Bisschop van Ebron, die het in 1529 weer verkocht aan de heer Jansz. van Cronenborch en later werd het huis gesplitst in twee delen met wijknummers H 294 en 295. Dit laatse nummer was bewoond door de bankier Louis Hanlo en kwam daarna in eigendom van de heer Michon en vestigde daar de handel in bouwstoffenmaterialen met op de binnenplaats het pakhuis. Nu is de bouwstoffenhandel al lang verdwenen en staan er appartementen op de plaats van het pakhuis.De ouders van de auteur van deze stamboom hebben hier met hun kinderen op de ruime bovenetage gewoond van 1933 tot ca 1956. Op de achtergrond is de watertoren zichtbaar.

Overigens de Lange en Korte Lauwerstraat ontleent haar naam aan het gilde der Lauwers, later leerlooiers of vellenbereiders genoemd. Reeds vanaf 1399 hadden de lauwers aan de voet van de stadswal hun looikuipen staan en die wal liep vlak achter hun straat.

De franse Koning Lodewijk XIV heeft na zijn inval in ons land in 1672 in Utrecht zijn intocht gedaan door de Lange Lauwerstraat, welker bewoners zich deze gebeurtenis tot een eer rekenden; hiervan kwamen ze weldra terug toen het knellende juk van deze Overheerscher zich algemeen deed voelen. Hij durfde namelijk niet over de Tolsteeg binnen te komen want hij vreesde dat de overwelfde huizen onder de bestratingen ondermijnd zouden kunnen zijn.

Other stories