Woudwyk Genealogía » Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg. (1350-1415)

Persoonlijke gegevens Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg. 


Gezin van Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.

(1) Hij is getrouwd met Hack Hac Sydses Sidses Cammingha Cammmgha van Cambuur.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1370 te Leeuwarden, Frysland, Nederland., hij was toen 20 jaar oud.


Kind(eren):



(2) Hij is getrouwd met Tjemck Tjake Bottesdr Bockesdr van Halbada Helbada Helvrada.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1380 te Leeuwarden, Frysland, Nederland., hij was toen 30 jaar oud.


Kind(eren):



Notities over Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.

Camminghastate en Ferwerd .


Camminga State.


Ook Gerard,Gerrard,Gerbeth.


Genoemd 1418 Cammingha State.


1401-1424, 1399 heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.


Doedt Bottesd Helbada trouwde met Gerbeth Cammingha te Ferwerd. Zie Cammingha State te Ferwerd.


------------


Camminga Estado.


También Gerard,Gerrard,Gerbeth.


Nombrado 1418 Cammingha State.


1401-1424,1399 señor de Leeuwarden en CamminghaBurg.


Doedt Bottesd Helbada casada con Gerbeth con Cammingha de Ferwerd .Ver Estado Cammingha a Ferwerd .


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


De eerste historische vermelding dateert van 1418. Botto Halbada te Ferwerd en zijn zwager of schoonzoon 2) Gherbeth Kammyngha waren toen "eeheren" (rechters) te Ferwerd. In die hoedanigheid bevestigden ze samen met grietman Youwernd Bottyngha (Botnia) de Roorda's van Genum in de eigendom van land onder Hogebeintum. In 1422 sloot Botto zich als Vetkoper bij het hoofdelingenverbond aan, tegelijk met de Schieringer Gerbeth Cammingha.


Een dochter van Botte, Frouck Helbada, trouwde met Jeppe Kampaz Jeppema te Westernijkerk. In 1437 vertegenwoordigde Jeppe Botte Halbada in een geschil met het klooster Klaarkamp; het ging om verschillende zaken, zoals een erfeniskwestie, grondbezit, sluisonderhoud, een oude "kloosterprebende" en verschillende gevallen van "roof". Mogelijk was deze Botte Helbada van 1437 een jongere Botte; hij zou dan Jeppes zwager geweest kunnen zijn. Ook in 1454 komt namelijk nog een Botto Halbada voor. Namens de grietenij Ferwerderadeel sloot hij in dat jaar een verbond met de stad Bremen.


--------------------------------------


La primera mención histórica data de 1418. Botto Halbada a Ferwerd y su hermano -en-ley , o 2 ) Gherbeth Kammyngha se Ferwerd entonces. " Eeheren " ( jueces ) En esa capacidad , se confirma con grietman Youwernd Bottyngha (Botnia ) Genum del Roorda en la propiedad de la tierra bajo Hogebeintum . En 1422 Botto se unió a la cabeza como Vetkoper ción pacto, junto con el Schiering Gerbeth Cammingha .


Una hija de Botte , Frouck Helbada , se casó con Jeppe Kampaz Jeppema a Westernijkerk . En 1437 representó Jeppe Botte Halbada en una disputa con el Klaarkamp monasterio , llegó; a diversos artículos tales como un problema heredado , la tierra , el mantenimiento de bloqueo, un viejo " kloosterprebende " y varios casos de " robo " . Posiblemente esto fue Botte Helbada de 1437 un joven Botte , podría haber sido entonces el hermano Jeppes . También en 1454 los números no tiene un Halbada Botto para . En nombre de la grietenij Ferwerderadeel cerró ese año una alianza con la ciudad de Bremen .


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Camminghaburg en Leeuwarden


La ubicación era Camminghaburg noreste de Leeuwarden .


Génesis El bloqueo se menciona por primera vez en el siglo 14 .


Historia En el año 1200, los Camminghas ya llamaron y fueron la familia más poderosa de Leeuwarden . Recuerde que un montón de nombres de calles y barrios para ellos. El Camminghaburg estaba justo al oeste de la actual Plaza de Cambuur . El castillo tenía un doble foso y puerta principal fortificada y estaba rodeada de otras defensas .


A principios del siglo 14 el castillo habitado por Regnerus Cammingha y en 1398 por Gerrit Cammingha . Gerrit era aliado de Alberto de Baviera, conde de Holanda . A través de su alianza que había proporcionado Stins una ocupación holandesa , que tuvo el coraje de la gente en su cuello. El castillo fue asediado y después de la ingesta fue la ocupación parcial muerto y parcialmente puesto en fuga .


-------------------------


Camminghaburg bij Leeuwarden


Ligging De Camminghaburg stond ten noordoosten van Leeuwarden.


Ontstaan Het slot wordt voor het eerst in de 14e eeuw vermeld.


Geschiedenis In het jaar 1200 worden de Cammingha's al genoemd en zij waren de machtigste familie van Leeuwarden. Nog herinneren veel straat- en wijknamen aan hen. De Camminghaburg stond iets ten westen van het tegenwoordige Cambuurplein. Het kasteel kende een dubbele omgrachting en een versterkte voorpoort en werd omringd door nog andere verdedigingswerken.


Begin 14e eeuw wordt het slot bewoond door Regnerus Cammingha en in 1398 door Gerrit Cammingha. Gerrit was bondgenoot van Albrecht van Beieren, graaf van Holland. Door zijn bondgenootschap had hij zijn stins van een Hollandse bezetting voorzien, waardoor hij de woede van het volk op zijn hals haalde. Het kasteel werd belegerd en na de inname werd de bezetting deels gedood en deels op de vlucht gedreven.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------


Hij is getrouwd met (1) Hack Sydses Cammingha Cambuur 1370 te Leeuwarden.


 


Kinderen:


Zoon van Camminga Cammingha 1370-?.


Zoon Gerrolts Cammingha 1371-?.


- Saeck Gerrolts Cammingha Camminga 1380-?.


Wick Wiek Gerrolts Gerroltsdr Cammingha Camminga 1380-1424.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------


Hij is getrouwd met (2) Tjemck Tjake Bottesdr Bockesdr Helbada Helvrada rond 1380 te Leeuwarden.


Kinderen:


 


Pyter Pietee Peter Pieter Gerrolts Cammingha Kammengha 1380-1440.


 


CAMMINGHA (pietee Van), een zoon van den voorgaande, bij diens tweede vrouw, wordt beschuldigd zijne zuster Wiek van Cammingha, erfgename geworden van zijne oudere broeders, die kinderloos overleden zijn, met geweld van de erfenis, waartoe Camminghaburg behoorde, te hebben ontzet. Hij behoorde tot de partij der Vetkoopers, en teekende in 1422, toen de overheersching van den Hertog Jan van B e ij e r e n overal misnoegen verwekte, met eene menigte Oost-Fricsche en Groningsche Edelen en Friesche Schieringers en Vetkoopers, te Groningen een zocnverdrag, ten einde zicli gezamenlijk tegen de dwingelandij te kunnen vereelten; welk verdrag, gevolgd door eenige gelukkig uitgevallen krijgsverrigtingen, oorzaak was, dat de Hertog genoodzaakt werd de vrijheden der Friezen op nieuw te bevestigen en zelfs te vermeerderen. .


In 1437 werd hij Grietman van Lccuwardcrdeel, doch werd reeds in 1438 door Oene van Wiarda opgevolgd en testeerde in 1440. Hij was gehuwd met Syts of Sitte Lousma, weduwe van den Olderman Petrus vanCamstra, en liet bij haar twee zoons en twee dochters na.


Zie Sjoerds, Friesche Jaarb. D. IV. bl. 471—487; Bncrdt van Sin in ia, Nieuwe Nuaml. der Grietm. bl 13; Stamboek van den Fneschen adel.


---------------------------------------------


Cammingha (pietee Van), un hijo de la anterior, en su segunda esposa, acusó a su hermana W iek de Cammingha, se convirtió en heredero de sus hermanos mayores que no tienen hijos fallecidos, por la fuerza de la herencia, que Camminghaburg debe tener horrorizado. Pertenecía al partido de Vetkoopers, y dibujó en 1422, cuando la dominación del duque Juan de B e ij honra levantó todas partes descontento, con una multitud Oriente Fricsche y Groninger nobles serbios y Fries Schieringers y Vetkoopers, Groningen una zocnverdrag en terminan zicli endurecer juntos contra la tiranía; que la convención seguida por algunos get inoperante feliz verrig ordenanzas, fue la causa, que el duque se vio obligado a confirmar las libertades de los frisones de nuevo e incluso se multiplican. .


En 1437 se convirtió en Grietman de Lccuwardcrdeel, pero ya ha sido sucedido por Oene de Wiarda en 1438 y la prueba generada en 1440. Estaba casado con Syts o Sitte Lousma, viuda del olderman Peter vanCamstra, y se fue con sus dos hijos y dos hijas.


Ver Sjoerds, añob frisón. D. IV. bl. 471-487; Bncrdt del Pecado en ia, Nueva Nuaml. der Grietm. BL 13; Pedigree de la nobleza Fneschen.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------


Cammingha afkomstig uit Ferwerd,


Hij wordt ook vermeld als Gerrard of Gerrit en was afkomstig van Camminghastate bij Ferwerd.


Aanhanger van Albrecht van Beieren in 1398 en door deze tot baljuw benoemd van Zuidelijk Oostergo.


Vermeld in 1399 als heer van Leeuwarden op Camminghaburg, verkregen door zijn vrouw Hack.


Camminghaburg werd toen door de Schieringers onder Dekema, Hania en Botnia ingenomen en hij moest vluchten naar Holland en bleef daar tot 1401 in ballingschap.


Genoemd met Botte van Helbada in OFO I-27 d.d. 2-2-1418.


Hij wordt later genoemd in het testament van zoon Peter.


Zie voor hem en zijn nageslacht Leeuwarder Historische Reeks VI-74.


------------------------------


Cammingha de Ferwerd ,


También se menciona como Gerrard o Gerrit y vino de Camminghastate en Ferwerd .


Seguidor de Albrecht de Baviera en 1398 y nombrado Oostergo Sur. Estos al alguacil


Listado en el año 1399 como señor de Leeuwarden en Camminghaburg obtiene su esposa Hack .


Entonces Camminghaburg fue ocupada por los Schieringers bajo Dekema , Hania y Botnia y tuvo que huir a Holanda , donde permaneció hasta 1401 en el exilio.


Nombrado con Botte van Helbada en OFO I- 27 de fecha 02/02/1418 .


Más tarde, se menciona en el testamento del hijo Peter .


Para él y para su descendencia Leeuwarden Historical Series VI- 74 . Ver


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Cammingha State te Ferwerd


Ligging Deze State stond ten noordwesten van Ferwerd, gemeente Ferwerderadeel.


Tekening van de State door onbekende tekenaar (18e eeuw?)


Ontstaan De state of stins is al vóór 1400 gebouwd.


Geschiedenis Cammingha te Ferwerd werd als gebouw voor het eerst in 1468 genoemd: als een slotken dat beheert is van een geheeten Ticke. In 1511 heette het Kammyngen guedt to Ferwert. Deze Ferwerder stins was een van de huizen van de Cammingha's, een der aanzienlijkste en ook vroegst vermelde Friese adellijke geslachten.


In de 12de eeuw worden verschillende edellieden, waaronder een Kempo, in Blija, een dochterparochie van Ferwerd, genoemd. In de 16de eeuw werden zij door Sibrandus Leo als voorouders van de Cammingha's van Cambuur en van die te Ferwerd beschouwd.


Als we de gegevens in oorkonden en kronieken over de Ferwerder Cammingha's combineren met de aanwijzingen die de 16de-eeuwse genealogische handschriften geven, valt voor Cammingha state te Ferwerd met enige moeite een mogelijke verervingslijn vanaf het einde van de 14de eeuw te construeren. Een mooie entree is een citaat uit het genealogische handschrift van Upcke van Burmania uit 1597. Die vertelt dat "Camminghastins aan de noordzijde van de kerk in het dorp Ferwerd lag, waar tegenwoordig geen resten van wat voor stins ook maar aanwezig zijn. De plaats heeft de naam Cammingha tot op de dag van vandaag echter steeds behouden, hoewel zij aan anderen, de Mockema's, is gekomen".


In 1399 werd Gerrolt Cammingha uit Ferwerd door de Hollandse graaf Albrecht van Beieren beleend met de heerlijkheid van ondermeer Ferwerd en Leeuwarden. Hij was getrouwd met Hac Sidses Cammingha van Cambuur. Hun stins te Camminghaburen was in de jaren rond 1400 een Hollands steunpunt in het opstandige Friesland. Cammingha te Ferwerd kan aan verwanten van Gerrolt zijn gekomen, maar de belening met Ferwerd en ook de latere gegevens over de Cammingha's wijzen er op dat hij ook met zijn geboorteplaats Ferwerd relaties bleef onderhouden. Gerrolts dochter Wick trouwde met Taco Cammingha uit Ferwerd, een verwant in de vierde graad van haar vader Gerrolt, die in 1422 als Vetkoper hoofdeling voorkomt.


Een tijdgenoot, mogelijk een neef, van Taco was Gerbeth Kammingha van Ferwerd. In 1418 wordt hij als eeheer (dorpsrechter) in Ferwerd, in 1422 als Schierings hoofdeling en in 1448 als mederechter in Ferwerderadeel vermeld. Hij zou getrouwd zijn geweest met Doedt Bottesdr Helbada van Ferwerd. Indien we aannemen dat deze de naam van zijn moeder aannam, zou Taeke Helbada of Hilderda hun zoon geweest kunnen zijn. Voor 1475 trouwde hij met Doedt Holdinga, de weduwe van Taeke Mockema.* In 1468 werd Taeke ("Ticke") vermeld als militair belangrijk hoofdeling in Oostergo: een Hollandse spion spreekt van het dorp geheeten Ferwart mit een slotken dat beheert is van een geheeten Ticke. In 1475 werd Mockema-huys in Dokkum, waar Taeke en Doedt toen verbleven, door Sydts Bottinga en Aede Jongama zonder succes belegerd.


Een van hun zonen was Taeke Mockema, die trouwde met Auck Jellinga alias Markla.** Een andere zoon was Gerbeth Mockema, die in 1511 op Kammyngen guedt to Ferwert woonde. In 1512 werd hij, verdacht van heulen met graaf Edzard van Ostfriesland, samen met zijn neef en buurman Gemme Herjuwsma onthoofd.


Na zijn dood kwam Cammingha-goed waarschijnlijk aan zijn zuster Rints van Mockema, die gehuwd was met Syds van Sjuxma. Haar zoon Aebe wordt in 1540 als eigenaar vermeld en was van 1520-1528 grietman van Ferwerderadeel. Zijn achternicht Womck van Mockema (plm. 1600) zou de state geërfd hebben; zij was gehuwd met Roeland van Achelen, sedert omstreeks 1572 grietman van Dantumadeel, die er op het einde van zijn leven een plantage liet aan¬leggen. In 1640 is Womck van Unia eigenaresse, kleindochter van Roeland van Achelen. Zij verkocht driekwart van de state aan Hendrik van Marssum, burgemeester van Leeu¬warden, van wie het goed voor een deel vererfde op een dochter gehuwd met Jurjen van Vierssen. In die periode (1645) valt een meting waarvan het verslag bewaard is. De meting wordt gedaan wegens een acte tussen Oene Andries van Albada requestrant tegen Jac. Marssum c.s. gedaagde. 'Het hornleger is met de graft, singel ende coy samt uytreed tesa¬men ruim 23 pondemaat groot bevonden'. Ten noorden van de oprit lag een kooltuin, van het hornleger gescheiden door een bouwland van twee pondemaat. De broeder van Jurjen van Vierssen, Assuerus was de nu volgende eigenaar, die zich in tweede huwelijk bond aan Jisca van Geersema. Zijn dochter Titia werd de echtgenote van Fr. Azn. van Burum op wiens naam `nomine uxoris' de stem staat in 1698 (stemkohier). Hun zoon Allard van Burum was in 1721 eigenaar (Stellingwerf). Hij was sedert 1722 Grietman en stierf in 1729.


Hij heeft de aanzet gegeven tot het later zeer omvangrijke familiebezit van de Vegilins en Eysinga's in deze grietenij. Eerst was hij grietman van Doniawerstal, van 1705 tot 1722, daarna van Ferwerderadeel, tot zijn dood in 1729.


Door zijn weduwe, Alexandrine Eleonore van Plettenberg, wordt de state in 1730 verkocht aan Assuerus Vegilin van Claerbergen. Een jaar later wordt ze weer medebewoonster door haar huwelijk met deze Assuerus.


De state wordt tussen 1738 en 1748 gekocht door Tjalling Homme van Haersolte. Hij sterft in 1789, waarna zijn nicht Anna Elisabeth van Echten de state erft. Zij was getrouwd met Horatius Allard Hiddema van Knijff, een achterkleinzoon van Allard van Burum die de laatste bewoner van het Huis geweest is. Na zijn dood en die van zijn weduwe twee jaar later, werd het goed in 1810 verkocht aan D.J. Folkertsma, die de state kort daarna liet afbre¬ken. De tuinen waren blijkens die verkoop verdeeld in een 'Naantje hof', een 'ka'tuin, een Vijvertuin, de Noordercingel en de Wildernis.


Cammingha-state was samen met Herjuwsma het belangrijkste adelshuis in Ferwerd. Het bijbehorende land grensde aan het geestelijk goed van de parochiekerk en lag deels in de opstrek daarvan. Bij een opmeting van 1645 werd de omgeving van het huis als volgt omschreven: het hornleger is met de graft, singel ende coy samt uytreed tesamen ruim 23 pondemaat groot bevonden. Op de kaarten van 1718 en 1832 is een ruim patroon van grachten, singels en lanen te zien. Een laan verbond de state en de kerk rechtsreeks. Rond 1600 werd bij het huis een "plantage" aangelegd, en ook rond 1720 schijnt opnieuw aan de tuinaanleg gewerkt te zijn.


De tekening van Stellingwerf laat een eenvoudig langwerpig huis uit de 16de en 17de eeuw zien. Het bestond uit 4 delen, waarvan drie gedeelten in elkaars verlengde stonden en een vierde deel dat loodrecht op het middelste gedeelte stond. Deze 4 bouwdelen waren allemaal slechts één verdieping hoog en voorzien van zadeldaken. Eventuele middeleeuwse resten zijn niet zichtbaar.


Het terrein waar de state op stond was toegankelijk via een bijzonder fraai poortgebouw, dat stellig een van de mooiste van Friesland geweest moet zijn. Het gebouw werd waarschijnlijk tegen het einde van de 16e eeuw gebouwd en was daarmee veel ouder dan het vergelijkbare poortgebouw van de Poptaslot te Marssum.


Het poortgebouw had boven de doorgang drie verdiepingen met ramen en was daarmee zo hoog, dat het door steunberen geschraagd moest worden, terwijl de korfbogige doorgang door pilasters geflankeerd werd.


De geveltop was overdadig versierd met rolwerk in de stijl van Hans Vredeman de Vries. Tegen het poortgebouw aan stond een achtzijdige traptoren, die hoog opging en bekroond werd door een spits met ui. Het is erg jammer dat ook dit poortgebouw in 1818 is afgebroken.


Rond 1976 heeft er een ruilverkaveling plaats gevonden, waarbij de oude grachtenstructuur weer grotendeels hersteld werd. Bij deze herstelwerkzaamheden stuitte de kraanmachinist op restanten van het poortgebouw. Het lijkt er op dat het hier alleen om puin gaat, geen funderingen meer. Het terrein werd toen gekocht door de familie Van Herpen, waarna het terrein "in de loop van de jaren uitgegroeid [is] tot een 3 ha. groot conceptueel kunstwerk; het is een leef- en gebruiksruimte die gebaseerd is op symbiotische natuurbenadering". Het huidige "Cammingha Hof' wordt incidenteel opengesteld.


* UvB, sub Mockema en Unema, noemt de tweede man van de weduwe van Taeke Mockema niet Taeke Helbada, maar Taeke Unema. Vanwege de hypothetische verervingslijn Cammingha-Helbada-Mockema en de continuïteit van de voornaam Gerbeth is gekozen voor Rispens' versie. Ook SFA I, 278, en NO, II, 302, doen dat trouwens. Unema's en Helbada's waren verwant: zie Helbada te Ferwerd.


** Zie Markla te Hallum.


Bewoners rond 1400 Gerrolt Cammingha, in 1399 te Camminghaburen bij Leeuwarden


1412 Taco Cammingha van Ferwerd en zijn vrouw Wick Gerroltsdr. Cammingha


1418, 1422, 1448 Gerbeth Kammingha van Ferwerd


1468 Taeke Helbada, getrouwd met Doedt Holdinga, wed. van Taeke Mockema


1511 - 1512 Gerbeth (of Gerbrand) Mockema


Rints van Mockema en Syds van Sjuxma


1540 Aebe van Sjuxma


ca 1600 Womck van Mockema, gehuwd met Roeland van Achelen


Womck van Unia


Hendrik van Marssum


Jurjen van Vierssen


Assuerus van Vierssen


1698 Titia van Vierssen en Fr. Azn. van Burum


- 1729 Allard van Burum, getrouwd met Alexandrine Eleonore van Plettenberg


1729 - 1730 Alexandrine Eleonore van Plettenberg


1730 Assuerus Vegilin van Claerbergen


ca 1740 - 1788 Tjalling Homme van Haersolte


1789 - 1808 Anna Elisabeth van Echten


1818 D. J. Folkertsma


1976 - heden familie Van Herpen


Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden. Het terrein is privé-eigendom.


Wat nog resteert zijn twee waterputten van respectabele ouderdom; deze zijn van los gestapelde stenen. Recht voor het huis liggen de structuren van de vroegere gracht; daar bevinden zich ook de restanten van het poortgebouw.


Opengesteld Op het vroegere terrein bevindt zich nu de "Camminga Hof" (INFO).


Foto's Foto van het huidige woonhuis en Cammingha Hof (2008) Satellietfoto van de Cammingah Hof (2008, Google Earth) Tekening van de State door J. Stellingwerf uit 1722


Tekening van de State door onbekende tekenaar (18e eeuw?) Plattegrond van het State terrein ca 1830 Kaartje met ligging Cammingha State


Bronnen Tekst: Jan Leemburg


de heer A. van Herpen


Elward en Karstkarel, Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992


P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009


Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, Ferwerderadeel


A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1955


Foto 1 en 2: de heer A. van Herpen


Afb. 1: States en Stinsen, adellijk wonen in Friesland, 1992


Afb. 2 en 3: Joh. van Dijk, 'Van ter sted tot olde stins', Nunspeet, 1987.


------------------------------------------------


Cammingha Estado Ferwerd


Ubicación Este Estado fue al noroeste de Ferwerd , municipio Ferwerderadeel .


Dibujo del Estado por el artista desconocido ( siglo 18 ? )


Génesis El estado de Stins ha sido construida antes de 1400 .


Historia Cammingha a Ferwerd era como construir mencionado por primera vez en 1468 : como slotken que se ejecuta es un ticke geheeten . En 1511 fue llamado Kammyngen guedt a Ferwert . Este Ferwerder Stins fue una de las casas de los Camminghas , una nobleza de Frisia de los más distinguidos y más temprana en la lista.


En el siglo 12 , varios nobles , como Kempo , en Blija , llamado parroquial hija de Ferwerd , . En el siglo 16 eran Sibrandus Leo como antepasados de los Camminghas de Cambuur y que Ferwerd considerado .


Si combinamos los datos de los documentos y las crónicas de los Camminghas Ferwerder con las instrucciones que dan los manuscritos genealógicos del siglo 16 , se enamora de estado Cammingha a Ferwerd con alguna dificultad de construir. Posible línea de herencia desde el final del siglo 14 Una hermosa entrada es una cita del manuscrito genealógico de Upcke de Burmania de 1597. ¿Quién dice que " Camminghastins en el lado norte de la iglesia en el pueblo Ferwerd era donde ahora no hay restos de lo que incluso presentar para Stins . El lugar se llama Cammingha hasta la actualidad , sin embargo , siempre mantuvo , aunque a los demás el Mockema de , ha llegado " .


En 1399 fue Gerrolt Cammingha de Ferwerd empeñado por los holandeses Conde Albrecht de Baviera con la gloria de incluir Ferwerd y Leeuwarden . Estaba casado con Hac Sidses Cammingha de Cambuur . Sus Stins a Camminghaburen fue en los años alrededor de 1400 un punto de apoyo en el holandés Friesland rebelde. Cammingha a Ferwerd puede haber llegado a los familiares de Gerrolt pero con préstamos Ferwerd y los datos posteriores sobre Camminghas indicar que se mantuvo . Ferwerd relaciones con su lugar de nacimiento Hija Gerrolts Wick casó Taco Cammingha Ferwerd de un pariente en el cuarto grado de Gerrolt su padre , que se producen como cabeza del carril Vetkoper en 1422 .


Un contemporáneo , posiblemente un primo, Taco era Gerbeth Kammingha de Ferwerd . En 1418 , él como eeheer ( tribunales de aldea ) en Ferwerd , en 1422 como jefe Schie Anillos ambiente y en 1448 como co - juez indica en Ferwerderadeel . Habría sido Doedt Bottesdr Helbada de Ferwerd casado. Si asumimos que este tomó el nombre de su madre, que podría ser. Taeke Helbada o Hilderda sido su hijo En 1475 se casó con Doedt Holdinga , la viuda de Taeke Mockema * En 1468 fue Taeke ( " ticke ") aparece como headling importante militar en Oostergo : . Un espía holandesa habla de la aldea geheeten Ferwart con slotken que se ejecuta es una geheeten ticke . En 1475 fue Mockema - huys en Dokkum , donde Taeke Doedt y luego se quedó, asediado por Sydts Bottinga y Aede Jongama sin éxito.


Uno de sus hijos fue Taeke Mockema que se casó Auck Jellinga alias Markla . ** Otro hijo era Gerbeth Mockema , quien en 1511 en Kammyngen guedt a Ferwert vivido . En 1512 , era sospechoso de colaborar con el Conde Edzard de Frisia oriental , junto con su primo y vecino Gemme Herjuwsma decapitado .


Después de su muerte Cammingha raíces probablemente llegó a sus Rints hermanas de Mockema , que estaba casada con Syds de Sjuxma . Su hijo Aebe aparece como titular en 1540 y fue desde 1520 hasta 1528 grietman de Ferwerderadeel . Su Womck primo Mockema (alrededor de 1600 ) habría heredado el estado , que estaba casada con Roeland van Achelen , circa 1572 grietman de Dantumadeel , que al final de su vida de una plantación de izquierda a sentar ¬ puesto . En 1640 Womck del propietario Unia , nieta de Roeland van Achelen . Vendieron tres cuartas partes del estado a Enrique de Marssum , el alcalde de León ¬ guardia , cuyo bien en parte heredado una hija casada con Jurjen van Vierssen . Durante este período ( 1645 ) una medición de los cuales es el informe guardado . Falls La medición se realiza a causa de un acto entre Oene Andries van Albada requestrant contra Jac . Marssum acusado et al. " El ejército del cuerno con el injerto samt tímido, solo ingreso uytreed tesa ¬ talla grande encontró más de 23 libras. Al norte de la entrada era un jardín repollo, el ejército cuerno separados por terreno cultivable por dos libras. El hermano del Jurjen van Vierssen , Asuero era el nuevo propietario ahora , que están en segundo vínculo matrimonial a Jisca de Geersema . Su hija Titia era la esposa del padre . Azn . de Burum en cuyo nombre ` nomine uxoris ' el estado de voz en 1698 ( stemkohier ) . Su hijo Allard van Burum fue en 1721 propietario ( Stellingwerf ) . Fue Grietman desde 1722 y murió en 1729.


Se ha iniciado la última gran familia es propietaria de la Vegilins y Eysinga en este grietenij . Primero fue grietman de Doniawerstal , 1705-1722 , después de Ferwerderadeel , hasta su muerte en 1729.


Por su viuda, Eleonore Alexandrine Plettenberg , el Estado vendió en 1730 a Asuero Vegilin de Claerbergen . Un año más tarde se vuelve a co - residente a través de su matrimonio con el Asuero .


El estado está entre 1738 y 1748 compró Tjalling Homme Haersolte . Murió en 1789, después de que su sobrina Anna Elisabeth van echten los hereda del estado. Se casó con Horace Allard Hiddema de Knijff , nieto de Allard van Burum que el último ocupante de la casa era . Después de su muerte y la de su viuda, dos años más tarde , se vendió bien en 1810 para DJ Folkertsma , que abandonó poco después el estado de degradación ¬ ken . Los jardines fueron divididos de acuerdo a las ventas en un tribunal Naantje , "a" ka'tuin un estanque de jardín , la Noordercingel y el desierto .


Estado Cammingha era Herjuwsma junto con la casa principal en la nobleza Ferwerd . El suelo correspondiente limita al bien espiritual de la iglesia parroquial y estaba en parte en el opstrek mismo. En una encuesta de 1645 , el área alrededor de la casa , se describe de la siguiente manera : el ejército cuerno con el injerto samt tímido, solo ingreso uytreed a más de £ 23 eran de gran tamaño. En los mapas de 1718 y 1832 se muestra . Que un patrón de canales , avenidas y calles Una avenida vinculado el estado y la iglesia directamente . Alrededor de 1600 la casa fue una " plantación " distribuido, y parece ser . Trabajando nuevamente también el paisaje alrededor de 1720


Dibujo Stellingwerf muestra una sencilla casa rectangular de los siglos 16 y 17. Consistía en cuatro partes , tres partes en una línea y un cuarto fuera perpendicular a la sección media era . Estos cuatro componentes eran sólo un piso alto y con techos a dos aguas . Los restos medievales no son visibles.


El área donde el Estado insistió se accedió a través de una hermosa puerta de entrada , que debe ser . Ciertamente ha sido una de las más bonitas de Friesland El edificio fue construido probablemente a finales del siglo 16 y fue por lo tanto, mucho más antigua que la casa del guarda comparable del Poptaslot a Marssum .


La puerta de entrada tenía tres pisos por encima de pasaje con ventanas y por lo tanto era tan alto que tuvo que ser apoyado por contrafuertes , mientras que el paso korfbogige estaba flanqueado por pilastras .


El frontón estaba decorado profusamente con el trabajo de desplazamiento en el estilo de Hans de Vries Vredeman . Por la puerta de entrada estaba en una torre de escalera octogonal , que se fue alto y estaba coronada por un chapitel con cebolla . Es muy lamentable que esta caseta fue demolida en 1818.


Alrededor de 1976 , la consolidación de la tierra se llevó a cabo , en la antigua estructura de canal fue en gran medida reanudó . En esta restauración corrió el operador de la grúa sobre los restos de la casa del guarda . Parece que casi ruinas aquí , no hay más fundaciones . El sitio entonces fue comprado por la familia Van Herpen , el campo "en el curso de los años tiene [ es ] un 3 ha trabajo conceptual del arte. Es la vida y la utilización basada en el enfoque de la naturaleza simbiótica " . La actual " Cammingha Corte en ocasiones se abrió .


* UVB , sub Mockema y Unema , llama al segundo esposo de la viuda de Taeke Mockema no Taeke Helbada pero Taeke Unema . Debido a la herencia línea hipotética Cammingha - Helbada - Mockema y la continuidad del nombre fue elegido versión Gerbeth Rispens ' . SFA también I, 278 , y NO, II , 302, hacerlo de todos modos . Unema y de Helbada fueron relacionados : ver Ferwerd Helbada .


** Ver Markla para Hallum .


Los residentes alrededor de 1400 Gerrolt Cammingha , en 1399 a Camminghaburen en Leeuwarden


1412 Taco Cammingha de Ferwerd y su esposa Wick Gerroltsdr . Cammingha


1418, 1422, 1448 Gerbeth Kammingha de Ferwerd


Taeke Helbada 1468, se casó con Doedt Holdinga , apuesta. de Taeke Mockema


1511 - 1512 Gerbeth ( o Gerbrand ) Mockema


Rints de Mockema y Syds de Sjuxma


1540 Aebe de Sjuxma


ca 1600 Womck de Mockema , casado con Roeland van Achelen


Womck de Unia


Enrique de Marssum


Jurjen van Vierssen


Asuero de Vierssen


1698 Titia de Vierssen y el Padre . Azn . de Burum


- 1729 Allard de Burum , casado Alexandrine Eleonore Plettenberg


1729 - 1730 Alexandrine Eleonore Plettenberg


1730 Asuero Vegilin de Claerbergen


ca 1740 - 1788 Tjalling Homme Haersolte


1789 - 1808 Anna Elisabeth de Echten


1818 D. J. Folkertsma


1976 - La familia presentes Van Herpen


Propósitos actuales del Estado no es más que encontrar. El sitio es propiedad privada.


¿Cuáles son otros dos pozos de edad respetable , que se apilan sin apretar piedras. Justo en frente de la casa son las estructuras del antiguo canal, también están los restos de la casa del guarda .


Inaugurado en el sitio anterior es ahora el " Camminga Court" ( INFO) .


Fotos de la vivienda actual y la imagen satelital del Cammingah Corte (2008, Google Earth) Dibujo del Estado por J. Cammingha Tribunal de Justicia ( 2008 ) Stellingwerf de 1722


Dibujo del Estado por el artista desconocido ( siglo 18 ) Mapa de las tierras del Estado ca tarjeta de 1830 con la ubicación Cammingha Estado


Fuentes del texto : Jan Leemburg


Sr. A. van Herpen


Elward y Karstkarel y Stinsen Unidos, Noble en vivo en Frisia, 1992


P. N. Noomen , La casas stins en Frisia medieval y sus habitantes, 2009


Herma M. van den Berg , Los monumentos de historia y arte , en el norte Oostergo , Ferwerderadeel


A. Algra , La historia pasa por la aldea local , c.1955


Foto 1 y 2 : Sr. A. van Herpen


. Figura 1 : Los Estados y Stinsen noble que vive en Friesland , 1992


. Figura 2 y 3 : Joh. van Dijk, " Desde el sted a Stins olde , Nunspeet , 1987 .


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Camminghastate (Ferwert)


Camminghastate stie ten noardwesten fan Ferwert, gemeente Ferwerderadiel. De state of stins is al foar 1400 boud.


Cammingha waard foar it earst neamd yn 1468 as in een slotken dat beheert is van een geheeten Ticke. In 1511 heette het Kammyngen guedt to Ferwert. Dizze Ferwerter stins wie ien fan de huzen fan de Cammingha's, ien fan de oansjenlikste en earst fermelde Fryske aadlike famyljes. Yn de 12e ieuw wurde meardere eallju, wêrûnder in Kempo, yn Blije, in dochterparochy fan Ferwert, neamd. Yn de 16e ieu waarden se troch Sibrandus Leo as foarâlden fan de Cammingha's fan Cambuur en fan dy yn Ferwert sjoen.


Yn 1399 waard Gerrolt Cammingha fan Ferwert troch de Hollânske greve Albrecht fan Beieren beliend mei de hearlikheid fan ûnder mear Ferwert en Ljouwert. Hy wie troud mei Hac Sidses Cammingha fan Cambuur. Harren stins yn Camminghabuorren wie yn de jierren om 1400 in Hollânsk steunpunt yn it opstannige Fryslân. Cammingha fan Ferwert kin oan sibben fan Gerrolt komd wêze, mar de beliening mei Ferwert en ek de lettere gegevens oer de Cammingha's wize der op dat hy ek mei syn berteplak Ferwert relaasjes hâlden bleau. Gerrolts dochter Wick troude mei Taco Cammingha út Ferwert, in sib yn de fjirde graad fan har heit Gerrolt, dy't yn 1422 as Fetkeaper haadling foarkomt. In tiidgenoat, mooglik in neef fan Taco, wie Gerbeth Kammingha fan Ferwery. Yn 1418 wurdt hy as iehear (doarpsrjochter) yn Ferwert, yn 1422 as Skieringer haadling en yn 1448 als meirjochter yn Ferwerderadiel neamd. Hy soe troud west hawwe mei Doedt Bottesdr Helbada fan Ferwert. Foar 1475 troude hy mei Doedt Holdinga, de widdo fan Taeke Mockema. Yn 1468 waard Taeke ("Ticke") neamd as militêr belangryk haadling yn Eastergoa: in Hollânske spion sprekt fan it doarp "geheeten Ferwart mit een slotken dat beheert is van een geheeten Ticke". Yn 1475 waard Mockema-huys yn Dokkum, dêr't Taeke en Doedt doe tahâlden, troch Sydts Bottinga en Aede Jongama sûnder súkses belegere.


Camminghastate wie mei Herjuwsmastate it wichtichste adelshûs yn Ferwert. It byhearrende lân grinze oan it geastlik goed fan dee parochytsjerke en lei diels yn de opstrek dêrfan. By in opmjitting fan 1645 waard de omjouwing fan it hûs beskreaun as: "het hornleger is met de graft, singel ende coy samt uytreed tesamen ruim 23 pondemaat groot bevonden". Op de kaarten fan 1718 en 1832 is in rom patroan fan grêften, singels en leanen te sjen. In leane ferbûn de state mei de tsjerke. Om 1600 waard by it hûs in "plantage" oanlein, en ek om 1720 skynt fannijs oan de túnoanlis wurke te wêzen. De tekening fan Stellingwerf lit in ienfâldich langhalich hûs sjen út de 16e en 17e ieu. It bestie út 4 dielen, wêrfan trije gedielten yn elkoars ferlingde stiene en in fjirde diel dat heaks op it middelste gedielte stie. Dizze 4 boudielen wienen allegear mar ien ferdjipping heech en hienen sealdakken. Eventuele midsieuske resten binne net te sjen.


It stee wie tagonklik troch in poartegebou. It gebou sil tsjin de ein fan de 16e ieu boud wêze en wie dêrmei folle âlder as it poartegebou fan it Poptaslot yn Marsum. It poartegebou hie boppe de trochgong trije ferdjippings mei ramen en wie dêrmei sa heech, dat it troch steunbearen skreage wurde moast, wylst de koerbôgige trochgong troch pylders flankearre waard. De geveltop wie rynsk fersierd mei rolwurk yn de styl fan Hans Vredeman de Vries. Tsjin it poartegebou oan stie in achtsidige treptoer, dy't heech opgie en bekroand waard troch in spits mei sipel. Dit poartegebou is yn 1818 ôfbrutsen.


Om 1976 waard by in ruilferkaveling it grêftestelsel foar in grut part wersteld en hjirby waarden resten fan it poartegebou fûn mar gjin fundearrings. De famylje Van Herpen hat it terrein doe op in eigen manier ynrjochte as "Cammingha Hof" dat sa no en dan te besjen is.


Bewenners


om 1400 Gerrolt Cammingha, yn 1399 te Camminghaburen by Ljouwert


1412 Taco Cammingha fan Ferwert en syn frou Wick Gerroltsdr. Cammingha


1418, 1422, 1448 Gerbeth Kammingha fan Ferwert


1468 Taeke Helbada, troud mei Doedt Holdinga, widdo fan Taeke Mockema


1511 - 1512 Gerbeth (of Gerbrand) Mockema


Rints fan Mockema en Syds fan Sjuxma


1540 Aebe fan Sjuxma


± 1600 Womck fan Mockema, troud mei Roeland fan Achelen


Womck fan Unia


Hindrik fan Marsum


Jurjen fan Vierssen


Assuerus fan Vierssen


1698 Titia fan Vierssen en Fr. Azn. fan Boerum


- 1729 Allard fan Boerum, troud mei Alexandrine Eleonore fan Plettenberg


1729 - 1730 Alexandrine Eleonore fan Plettenberg


1730 Assuerus Vegilin fan Claerbergen


± 1740 - 1788 Tjalling Homme fan Haersolte


1789 - 1808 Anna Elisabeth fan Ychten


1818 D. J. Folkertsma


1976 - no famylje Van Herpen.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Camminghaburg bij Leeuwarden


Ligging De Camminghaburg stond ten noordoosten van Leeuwarden.


Anonieme tekening van het huis uit 1782


Ontstaan Het slot wordt voor het eerst in de 14e eeuw vermeld.


Geschiedenis In het jaar 1200 worden de Cammingha's al genoemd en zij waren de machtigste familie van Leeuwarden. Nog herinneren veel straat- en wijknamen aan hen. De Camminghaburg stond iets ten westen van het tegenwoordige Cambuurplein. Het kasteel kende een dubbele omgrachting en een versterkte voorpoort en werd omringd door nog andere verdedigingswerken.


Begin 14e eeuw wordt het slot bewoond door Regnerus Cammingha en in 1398 door Gerrit Cammingha. Gerrit was bondgenoot van Albrecht van Beieren, graaf van Holland. Door zijn bondgenootschap had hij zijn stins van een Hollandse bezetting voorzien, waardoor hij de woede van het volk op zijn hals haalde. Het kasteel werd belegerd en na de inname werd de bezetting deels gedood en deels op de vlucht gedreven.


Rond 1500 beleefde Friesland onrustige tijd en werd het slot verwoest, waarna het ca 1510 weer opgebouwd werd door Wytze van Cammingha en zijn vrouw Rints van Minnema. Met de dood van Gerrolt Cammingha in 1589 sterft de familie in mannelijke lijn uit. Zijn dochter Edwert bewoont vanaf 1589 het slot met haar man Ruurt van Juckema.


Na in bezit geweest te zijn van de familie Juckema, gaat het kasteel door vererving over in handen van de Burmania's en later de familie Rengers op Epemastate te IJsbrechtum.


Tegen het einde van de 18e eeuw is het kasteel niet meer particulier bewoond, maar heeft het enige tijd dienst gedaan als gevangenis. In 1785 geeft de Gedeputeerde Staten opdracht om de Camminghaburg buiten Leeuwarden tot kruitmagazijn te verbouwen: het ging dienst doen als ammunitie- of tuighuis. Ten slotte werd het slot in 1810 met kapel en bijgebouwen gesloopt.


Van de Camminghaburg zijn verschillende afbeeldingen bewaard gebleven. De oudste afbeelding van dit slot dateert uit 1552. Het betreft een portret van de toenmalige bewoner Rienk van Cammingha, dat geschilderd werd door Adriaen van Cronenburg. Hierop is de burcht in een romantisch landschap weergegeven. het kasteel staat op een omgracht terrein, dat bereikt kon worden via een fors poortgebouw met een zadeldak tussen tuitgevels.


De burcht zelf bestond uit twee vleugels, die laat-middeleeuwse vormen vertoonden, en in het midden een soort toren met zadeldak, dat mogelijk het restant van een stins kan zijn geweest.


De ene vleugel had twee bouwlagen met op de hoek een kleine arkeltoren, terwijl de andere slechts één bouwlaag had. Deze tweede vleugel was overigens niet veel lager dan de andere vleugel, omdat zich hier een zaal met grote ramen bevond. Haaks op de tweede vleugel stond een los schuurachtig element met groot zadeldak tussen topgevels en een trapgevel boven één van de grote deuren.


Ook is er nog een afbeelding bewaard geblevn, die de situatie in 1782 weergeeft. Hierop zien we dat het gebouw een traptop gekregen heeft en beneden van een gaanderij op zuilen met rondbogen voorzien was. De schuur dwars op het gebouw is dan inmiddels verdwenen.


Bewoners 1200 familie Cammingha


Begin 14e eeuw Regnerus Cammingha


1398 Gerrit Cammingha


ca 1510 Wytze van Cammingha, getrouwd met Rints van Minnema


Minne van Cammingha


- 1589 Gerrolt Cammingha


1589 Edwert Cammingha, getrouwd met Ruurt van Juckema


familie Juckema


familie Burmania


familie Rengers


eind 18e eeuw gevangenis/ammunitie- of tuighuis


Huidige doeleinden Van het kasteel is niets meer terug te vinden.


Opengesteld n.v.t.


Foto's Schilderij van Rienk van Cammingha door Adriaen v. Cronenburg (1552)


Bronnen Tekst: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992


Afb. 1 en 2: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992.


-------------------------------------------------


Camminghaburg en Leeuwarden


La ubicación era Camminghaburg noreste de Leeuwarden .


Dibujo anónimo de la casa desde 1782


Génesis El bloqueo se menciona por primera vez en el siglo 14 .


Historia En el año 1200, los Camminghas ya llamaron y fueron la familia más poderosa de Leeuwarden . Recuerde que un montón de nombres de calles y barrios para ellos. El Camminghaburg estaba justo al oeste de la actual Plaza de Cambuur . El castillo tenía un doble foso y puerta principal fortificada y estaba rodeada de otras defensas .


A principios del siglo 14 el castillo habitado por Regnerus Cammingha y en 1398 por Gerrit Cammingha . Gerrit era aliado de Alberto de Baviera, conde de Holanda . A través de su alianza que había proporcionado Stins una ocupación holandesa , que tuvo el coraje de la gente en su cuello. El castillo fue asediado y después de la ingesta fue la ocupación parcial muerto y parcialmente puesto en fuga .


Alrededor de 1.500 Friesland experimentado tiempos difíciles y el castillo fue destruido y reconstruido hacia 1510 por Wytze de Cammingha y su esposa Rints de Minnema . Con la muerte de Gerrolt Cammingha en 1589 muere en la línea masculina de la familia. Su hija Edwert vive desde 1589 hasta el final de su marido Ruurt Juckema .


Ser la Juckema , familia después de ir al castillo era propiedad de la herencia en manos de la Burmania y más tarde los Rengers familiares en Estado Epema a IJsbrechtum .


A finales del siglo 18 , el castillo está habitado no es privado , pero la única vez que sirvió de prisión . En 1785 da el Poder Ejecutivo Provincial encargado de remodelar el Camminghaburg fuera de Leeuwarden polvorín : era para servir como munición o armería. Por último , el castillo demolido en 1810 con la capilla y dependencias.


El Camminghaburg haber sido diferentes imágenes conservadas . La imagen más antigua de este castillo data de 1552. Es un retrato de la ex ocupante de Rienk Cammingha , que fue pintado por Adriaen van Cronenburg . Este es el castillo aparece en un paisaje romántico. El castillo se encuentra en un lugar rodeado de agua , lo que podría ser a través de una puerta de entrada importante con un tejado a dos aguas entre el caño fachadas obtenidos.


El castillo en sí consistía en dos alas, que las formas finales medieval exhiben , y en el centro una especie de torre con dos aguas , que pueden ser los restos de un Stins pudo haber sido.


Una de las alas tenía dos plantas , en la esquina con una pequeña torre de garita , mientras que el otro tenía un solo piso . Esta segunda ala no era otra cosa mucho más bajo que la otra ala , ya que una sala con grandes ventanales estaba aquí. Perpendicular a la segunda ala era un granero separado -como el elemento con gran techo a dos aguas entre frontones y un frontón escalonado sobre una de las grandes puertas .


También hay una imagen almacenada geblevn , que refleja la situación en 1782 . Podemos ver que el edificio se ha dado un traptop y estaba por debajo de una galería sobre columnas con arcos instalados . El granero en todo el edificio se ha ido.


Residentes 1.200 familias Cammingha


A principios del siglo 14o Regnerus Cammingha


1398 Gerrit Cammingha


ca 1510 Wytze de Cammingha , casado Rints de Minnema


Minne de Cammingha


- 1589 Gerrolt Cammingha


1589 Edwert Cammingha , Ruurt casados de Juckema


familia Juckema


familia Burmania


Rengers familia


a finales del siglo 18 o gevangenis/ammunitie- arsenal


Propósitos actuales del castillo no es más que encontrar.


Inaugurado n.a.


Fotos Pintura Rienk de Cammingha por Adriaen v Cronenburg ( 1552)


Fuentes del texto : Stinsen y los Estados, Noble en vivo en Frisia, 1992


. Figura 1 y 2 : Stinsen y los Estados, Noble en vivo en Frisia, 1992.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Helbadastins te Ferwerd.


Ligging Helbadastins stond aan het eind van de huidige Bongaloane te Ferwerd, gem. Ferwerderadeel.


Andere benaming Albada state


Ontstaan De eerste historische vermelding dateert van 1418.


Geschiedenis Helbada-state, in 1540 toe Hilbada en later vaak Albada genoemd, was al rond 1500 geen stins meer. Het is een mooi voorbeeld van een huis waar de familie in mannelijke lijn uitstierf, de stins in vrouwelijke lijn in andere families vererfde en daardoor als boventallig in een gewone pachtboerderij werd veranderd. De herinnering aan de oude familie Helbada bleef in genealogische handschriften en in de fantastische geschiedschrijving van de 16de eeuw bewaard.


Over de Helbada's werd in het midden van de 16de eeuw een geheel op fantasie berustend verhaal over een vete met de Ropta's van Metslawier en de Cammingha's opgetekend. In 1297 en 1298 zouden zij bij Ferwerd en Hogebeintum slaags zijn geraakt. Eveneens in het midden van de 16de eeuw interpreteerde Sibrandus Leo de toenaam van Saspurga de Hasoeba, rond 1240 vrouw van de vermaarde edelman Wibrand Kempinga (Cammingha) van Camminghaburen, als de Helbada. 1)


De eerste historische vermelding dateert van 1418. Botto Halbada te Ferwerd en zijn zwager of schoonzoon 2) Gherbeth Kammyngha waren toen "eeheren" (rechters) te Ferwerd. In die hoedanigheid bevestigden ze samen met grietman Youwernd Bottyngha (Botnia) de Roorda's van Genum in de eigendom van land onder Hogebeintum. In 1422 sloot Botto zich als Vetkoper bij het hoofdelingenverbond aan, tegelijk met de Schieringer Gerbeth Cammingha.


Een dochter van Botte, Frouck Helbada, trouwde met Jeppe Kampaz Jeppema te Westernijkerk. In 1437 vertegenwoordigde Jeppe Botte Halbada in een geschil met het klooster Klaarkamp; het ging om verschillende zaken, zoals een erfeniskwestie, grondbezit, sluisonderhoud, een oude "kloosterprebende" en verschillende gevallen van "roof". Mogelijk was deze Botte Helbada van 1437 een jongere Botte; hij zou dan Jeppes zwager geweest kunnen zijn. Ook in 1454 komt namelijk nog een Botto Halbada voor. Namens de grietenij Ferwerderadeel sloot hij in dat jaar een verbond met de stad Bremen. Uit de verdere eigendomsgeschiedenis van Helbada state blijkt dat hij geen nageslacht had. 3) In een tweede huwelijk hertrouwde zijn zuster Frouck Helbada namelijk met Ernst Unema te Blija. In 1511 was Helbada eigendom van nakomelingen uit dit huwelijk nl. (kleinzoon) Jancke Wnema, Rynts (Foppinga, weduwe van kleinzoon Sipt Unema alias) Jeppema en Tiepka Goslinga (gehuwd met kleindochter Frouck Unema). Door aankoop verwierf Jancke Unema naderhand geheel Helbada-state.


In 1543 behoorde een rente uit dit goed tot de pastoralia, waar echter een proces over liep. In 1581 trok de pastorie huur uit mieden bij Helbada. In 1761 kocht de weduwe van Lieuwe Taekles het goed. De verkopers hadden het ontvangen bij legaat van Philippus van Vierssen, gekocht van Assuerus en Johan Vegelin van Claerbergen en van de kinderen van J. A. Schorer. Philippus was de zoon van Gijsbert van Vierssen wiens weduwe en erven eigenaren waren volgens het stemkohier van 1698. In 1761 was het goed verhuurd aan de 'bijsitter' F.J. Wijmstra, die met de dochter van de weduwe Taekles trouwt. Dit echtpaar woonde op de state tot zijn dood in 1774. Door huwelijk van hun dochter kwam het goed in handen van de familie Looxma, die de boerderij in de 19e eeuw verpachtte.


Al rond 1500 zal Helbada een gewone boerderij zijn geweest; ook in 1511, 1540 en van 1640 tot 1987 was dat het geval.


Op de ligging van Helbada niet ver van Hogebeintum doelde in de 16de eeuw het verhaal over de fictieve vete van de Helbada's in 1297. Het archeologisch beschermde terrein onderscheidt zich nog door de verhoogde ligging en de grachten.


1) Noomen, "Cammingha", 73. Van het Ferwerder Helbada state stamt de adellijke familie Helbada, bij het Ternaarder Helbada state lag in de Nieuwe Tijd nog een stinswier. Vanwege de Mariengaarder context en de bekendheid van de adellijke familie dacht Sibrandus Leo waarschijnlijk aan Helbada te Ferwerd.


2) Doedt Bottesd Helbada trouwde met Gerbeth Cammingha te Ferwerd. Zie Cammingha State te Ferwerd.


3) Behalve de Cammingha's en Mockema's (Cammingha te Ferwerd), Jeppema's en Unema's (Helbada te Ferwerd) rekenden ook de Bolta's en Eysinga's (Bolta te Holwerd) de Helbada's van Ferwerd tot hun voorouders: UvB, sub Eysinga: "deze Tialingh was de zoon van Inte Bolta uit Fokel Helbada te Ferwerd".


Bewoners - 1418, 1422 Botto Halbada


- 1437, 1454 Botte Halbada jr.


- Frouck Helbada gehuwd met Ernst Unema


- Feyo Unema en Oentse Unema


- 1511 Jancke Oentsez Wnema; Rynts Foppinga, wed. Sipt Feyez Unema alias Jeppema; Tiepka Goslinga, gehuwd met Frouck Feyes Unema gez. eigenaren


- Jancke Unema eigenaar van het geheel


- 17e eeuw Gijsbert van Vierssen


- 1698 weduwe en erven van Gijsbert van Vierssen


- 1761 weduwe Lieuwe Taekles eig.; verhuurd aan de 'bijsitter' F.J. Wijmstra en zijn echtgenote


- fam. Looxma


Huidige doeleinden Op het terrein staat een grote boerderij Albada geheten. Het verhoogde terrein is als archeologisch monument beschermd en kan een laat middeleeuws stinsterrein zijn.


Opengesteld Boerderij en stinsterrein zijn niet toegankelijk.


Foto's


Bronnen Tekst: Jan Leemburg


P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009


Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, Ferwerderadeel, 1981


A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1955.


------------------------------------


Para Ferwerd . Helbadastins


Ubicación Helbadastins estaban Ferwerd , joya. Al final de la Bongaloane actual Ferwerderadeel .


Otro nombre del estado Albada


Orígenes La primera mención histórica data de 1418 .


Historia Helbada de estado , en 1540 y más tarde a Hilbada Albada llama a menudo, no estaba en 1500. Stins Es un buen ejemplo de una casa donde la familia se extinguió la línea masculina , las líneas femeninas Stins heredadas en otras familias y por lo tanto redundante como en una casa de campo ordinaria se cambió . El recuerdo de la antigua Helbada familia permaneció en manuscritos genealógicos y conservado en la gran historia del siglo 16.


Sobre el Helbada de fue un completo descanso en historia de fantasía acerca de una pelea con el Ropta de Metslawier y Camminghas registrados en el siglo de mid-16th . En 1297 y 1298 iban a llegar a las manos . Ferwerd ya Hogebeintum También a mediados del siglo 16 interpretado Sibrandus Leo el apellido del Saspurga Hasoeba , alrededor de 1240 la esposa del famoso hidalgo Wibrand Kempinga ( Cammingha ) de Camminghaburen , como Helbada . 1 )


La primera mención histórica data de 1418. Botto Halbada a Ferwerd y su hermano -en-ley , o 2 ) Gherbeth Kammyngha se Ferwerd entonces. " Eeheren " ( jueces ) En esa capacidad , se confirma con grietman Youwernd Bottyngha (Botnia ) Genum del Roorda en la propiedad de la tierra bajo Hogebeintum . En 1422 Botto se unió a la cabeza como Vetkoper ción pacto, junto con el Schiering Gerbeth Cammingha .


Una hija de Botte , Frouck Helbada , se casó con Jeppe Kampaz Jeppema a Westernijkerk . En 1437 representó Jeppe Botte Halbada en una disputa con el Klaarkamp monasterio , llegó; a diversos artículos tales como un problema heredado , la tierra , el mantenimiento de bloqueo, un viejo " kloosterprebende " y varios casos de " robo " . Posiblemente esto fue Botte Helbada de 1437 un joven Botte , podría haber sido entonces el hermano Jeppes . También en 1454 los números no tiene un Halbada Botto para . En nombre de la grietenij Ferwerderadeel cerró ese año una alianza con la ciudad de Bremen . La historia posterior de Estado Helbada propiedad que no tenía descendencia. 3 ) En un segundo matrimonio de su hermana Frouck Helbada volvió a casar es decir, con Ernst Unema a Blija . En 1511 la propiedad Helbada de descendientes de este matrimonio era saber (nieto ) Jancke Wnema , Rynts ( Foppinga , viuda del nieto SIPT Unema alias ) Jeppema y Tiepka Goslinga ( casado con la nieta Frouck Unema ) . Con la compra de Jancke Unema adquirió posteriormente el estado entero Helbada .


En 1543 su interés en este pozo de Pastoralia , sin embargo, donde desertó un proceso. Perteneció En 1581 la parroquia llamó alquiler de Mieden en Helbada . En 1761 la viuda de Taekles Lieuwe compró el bien . Fueron recibidos por el legado de Felipe de Vierssen , adquirido de Asuero y Johan Vegelin de Claerbergen y los hijos de los vendedores J. A. Schorer . Philip era el hijo de Gijsbert van Vierssen cuya viuda y herederos según los propietarios eran stemkohier de 1698. En 1761 fue arrendado a la buena " bijsitter ' FJ Wijmstra , con la hija de la viuda se casa Taekles . Esta pareja vivía en el estado hasta su muerte en 1774. Por el matrimonio de su hija llegó a inmuebles propiedad de la familia Looxma , quien arrendó la granja en el siglo 19.


Ya en 1500 se Helbada haber sido una granja ordinaria , también en 1511, 1540 y 1940/87 que fue el caso.


La ubicación de Helbada no lejos de Hogebeintum refirió en el siglo 16 la historia de la pelea ficticia de Helbada en 1297 . El sitio arqueológico protegido se destaca aú;n por la posición elevada y los canales.


1 ) Noomen , " Cammingha " , 73 . El estado Helbada Ferwerder llegue el Helbada familia noble, cuando el estado Helbada Ternaarder estaba en la Nueva Era uno cuya Stins . Debido al contexto Mariengaarder y el conocimiento de la familia noble pensó Sibrandus Leo probablemente Ferwerd . Helbada a


2 ) Doedt Bottesd Helbada casado con Ferwerd . Gerbeth con Cammingha Ver Estado Cammingha a Ferwerd .


3 ) Además de la Camminghas y Mockema de ( Cammingha a Ferwerd ) , Jeppema y Unema de ( a Ferwerd ) Helbada contó también Bolta y Eysinga de ( Bolta Holwerd ) el Helbada de Ferwerd a sus antepasados : los rayos UVB , sub Eysinga : "Este Tialingh fue el hijo de Inte Bolta de Fokel Helbada a Ferwerd " .


Residentes - 1418 , 1422 Botto Halbada


- 1437, 1454 Botte Halbada Jr.


- Frouck Helbada casada con Ernst Unema


- Feyo Unema y Oentse Unema


- 1511 Jancke Oentsez Wnema ; Rynts Foppinga , apuesta. SIPT Feyez Unema alias Jeppema ; Tiepka Goslinga , casado Frouck Feyes Unema gez . propietarios


- Jancke Unema propietario de la totalidad


- 17mo siglo Gijsbert van Vierssen


- 1.698 viuda y herederos de Gijsbert van Vierssen


- 1.761 viuda Lieuwe Taekles eig , arrendado a la ' bijsitter ' FJ . Wijmstra y su esposa


- Fam Looxma


Efectos presentes en el recinto es una gran finca llamada Albada . La explanada está protegido como monumento arqueológico y un late medieval Stins sitio.


Inaugurado Farm y Stins sitio no son accesibles.


Fotos


Fuentes del texto : Jan Leemburg


P. N. Noomen , La casas stins en Frisia medieval y sus habitantes, 2009


Herma M. van den Berg , Los monumentos de la historia y el arte , Northern Oostergo , Ferwerderadeel , 1981


A. Algra , La historia pasa por la aldea local , alrededor de 1955 .


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Gerrolt van Cammingha, afkomstig uit Ferwerd, overleden 1401/1424.


Hij wordt ook vermeld als Gerrard of Gerrit en was afkomstig van Camminghastate bij Ferwerd.


Aanhanger van Albrecht van Beieren in 1398 en door deze tot baljuw benoemd van Zuidelijk Oostergo.


Vermeld in 1399 als heer van Leeuwarden op Camminghaburg,verkregen door zijn vrouw Hack.


Camminghaburg werd toen door de Schieringers onder Dekema,Hania en Botnia ingenomen en hij moest vluchten naar Holland en bleef daar tot 1401 in ballingschap.


Genoemd met Botte van Helbada in OFO I-27 d.d.2-2-1418.


Hij wordt later genoemd in het testament van zoon Peter.


Zie voor hem en zijn nageslacht Leeuwarder Historische Reeks VI-74.


Gerrolt was gehuwd (1) met Hack van Cammingha, afkomstig uit Leeuwarden, overleden v 1424, dochter van Syds van Cammingha en N.N..


Zie Leeuwarder Historische Reeks VI-74.


Zij was de bezitster van Camminghaburg bij Leeuwarden.


Uit haar huwelijk 2 zoons, die vroeg en kinderloos overleden, en ook 2 dochters.


In 1424 is sprake van de erfenis van Gerrolt en Hack en is hun enig overgebleven kind,dochter Wick, hun erfgenaam.


Uit dit huwelijk:


1 Wick van Cammingha.


Gerrolt was gehuwd (2) met Tjemck Ndr.


Was zij een dochter van Botte van Helbada ?


Uit dit huwelijk:


2 Peter van Cammingha.


Eintrag.


--------------------


Gerrolt de Cammingha , desde Ferwerd , fallecido 1401/1424 .


También se menciona como Gerrard o Gerrit y vino de Camminghastate en Ferwerd .


Seguidor de Albrecht de Baviera en 1398 y nombrado Oostergo Sur. Estos al alguacil


Listado en el año 1399 como señor de Leeuwarden en Camminghaburg obtiene su esposa Hack .


Entonces Camminghaburg fue ocupada por los Schieringers bajo Dekema , Hania y Botnia y tuvo que huir a Holanda , donde permaneció hasta 1401 en el exilio.


Nombrado con Botte de Helbada en OFO I- 27 DD2 -2- 1418.


Más tarde, se menciona en el testamento del hijo Peter .


Para él y para su descendencia Leeuwarden Historical Series VI- 74 . Ver


Gerrolt estaba casado ( 1 ) con Hack Cammingha , de Leeuwarden , fallecido v 1424, hija de Syds de Cammingha y NN .


Ver Leeuwarden Historical Series VI- 74 .


Ella era el poseedor de Camminghaburg en Leeuwarden .


De su matrimonio con dos hijos , que pidieron y sin hijos fallecidos , y dos hijas.


En 1424 se encuentra el legado de Gerrolt y Hack y es su único hijo restante, hija Wick, su heredero.


De este matrimonio :


1 de Cammingha Wick .


Gerrolt se casó ( 2) con Tjemck Ndr .


Ella era una hija de Helbada Botte ?


De este matrimonio :


2 Peter Cammingha .


Eintrag .


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


CAMMINGHA (gerrolt, Gerratjt of Gerhit Van), die men gewoonlijk als den stamvader der eerste tak van het geslacht der Cammingha's beschouwt, was een dapper en stoutmoedig man, die Hertog Aalbrecht van Beij eren zeer behulpzaam was, toen deze Friesland in het laatst der veertiende eeuw zoch't te overweldigen. Hij toch waarschuwde het Hollandschc leger, dat in Friesland geland was, door aangestokene vuren en andere teekenen, dat eene groote menigte Friezen in aantogt was, om het leger in den nacht te overvallen, waardoor de Hollanders zich tijdig in slagorde schaarden, en toen de Friezen hen in den vroegen morgen aanvielen, zoo kloeken tegenstand deden, dat deze laatsten met groot verlies moesten at'deinzen. Tot loon voor deze dienst werd Cammingha, toen Aalbrecht Friesland bema«tigd had, benevens F ei je van Heemstra, Rienck Bokkema en Tjerk VValta, tot Baljuw aan gesteld om Friesland op 's Hertogen naam te besturen.


Bij de pogingen van Aal b recht, om de ambachteheerlijkheden en onderhoorighcden van de ingezetenen aan de leenpligtige heercn der ambachten, even als in Holland, ook in Friesland in te voeren, schonk de Hertog, den 18 Door het bekomen van het oppergezag over de hoofdstad van Friesland en de genoemde dorpen, werd de eerzucht van Cammingha niet weinig gevleid; doch zijn verraderlijk gedrag werd gelijktijdig even zeer gestraft door die partij onder zijne landgenooten, welke zich bestendig tegen het gezag van den Hertog bleven verzetten. Daar zij wist, dat zijne stins, Camminghaburg, ten Oosten van Leeuwarden, met een groot getal Hollandsche soldaten bezet was, trok zij daartegen op, belegerde het huis, nam het in, plunderde het en offerde de vreemde bezetting aan hare woede op.


Na het afschudden van het juk der Hollanders, in dat zelfde jaar verviel het aan Cammingha opgedragen leen. Hij moest vlugten; ontving toen van Aalbrecht een jaargeld van twee honderd gulden; later teruggekeerd, erlangde hij op nieuw groot gezag en behield vervolgens groote voorregten.


Cammingha overleed in zeer hoogen ouderdom. Tweemalen was hij gehuwd: eerst met Hack Cammingha van Cambuur, die hem twee zoons, die beide kinderloos overleden, en eene dochter schonk, daarna aan Tjemck N... bij wie hij een zoon verwekte, Pieter van Cammingha, die volgt.


Zie Schotanus, Friesche Eist. bl. 223 en 224; F. Sjocrds, Friesche Jaarb. Dl , IV bl. 180-184; Kok, Vadert Woordeub. Dl., IX bl. 28; de Chalmot, Bwijr. Wuordenb. Dl., V bl. 300; Scheltema, Staalt;. Sedert, j Eek 11 o ft', Gesch. Beschr. van Leeuw. Dl. , I bl. 60, Dl., II. bl. 395.


---------------------------------------------------------------------------------


Cammingha (Gerrolt, Gerratjt o Gerhit Van), que es por lo general cuando el fundador de la primera rama de la familia ve las Camminghas, era un hombre valiente y audaz, Duke Aalbrecht de Beiji honor era muy servicial cuando Frisia, en el último abrumar zoch't siglo XIV. Él sin embargo advirtió que el ejército Hollandschc, que había aterrizado en Frisia, por aangestokene incendios y otras señales de que una gran multitud fue frisones aantogt, adelantar, que la batalla oportuna holandeses se unieron al ejército en la noche y cuando el frisones les preguntaron por la mañana atacado, por lo Kloek oposición hizo, que éste había at'deinzen. con grandes pérdidas Para pagar por este servicio Cammingha era entonces Aalbrecht Friesland tenía bema «cido, además F huevo que Heemstra, Rienck Bokkema y Tjerk VValta hasta Alguacil para poner a nombre de control Duques de Friesland.


Con los esfuerzos de la ley b Aal, los señoríos y onderhoorighcden de residentes a leenpligtige heercn de artesanías, como en Holanda, también entrará en Frisia ciudad Duke, el 18 Con la obtención de la autoridad suprema sobre la capital de Friesland y los pueblos mencionados, la ambición de Cammingha no era un poco halagado; pero su comportamiento traicionero era al mismo tiempo como altamente penalizado por esa parte entre sus compatriotas, que son resistentes seguido resistiendo. contra la autoridad del Duque Como sabían que sus Stins, Camminghaburg, al este de Leeuwarden, con un número de grandes soldados holandeses habían ocupado, la sacaron en contra, allanaron la casa, la tomaron, saquearon y se sacrificaron a la ocupación extranjera de su ira.


Después de sacudir el yugo de los holandeses en el mismo año en que cayó dedicada al préstamo Cammingha. Había vlugten; cuando se reciben desde Aalbrecht una anualidad de doscientos florines; regresó más tarde, erlangde en nueva gran autoridad, y luego mantuvo a los grandes privilegios.


Cammingha murió en una edad muy avanzada. Dos veces se había casado: primero Hack Cammingha Cambuur, dos hijos, ambos fallecidos sin descendencia, y una hija le dio, entonces en Tjemck N. .. con quien tuvo un hijo, Pieter van Cammingha que sigue.


Ver Schotanus, Reclamos de Frisia. bl. 223 y 224; F. Sjocrds, añob frisón. Dl, bl IV. 180-184; Cook, padre t Woordeub. Dl., Bl IX. 28; la Chalmot, Bwijr. Wuordenb. Dl., V bl. 300; Scheltema, se armó de valor;. Desde j Eek 11 o pies "Gesch. Descr. Lion. Dl. , Yo BL. 60,. Vol. II. bl. 395.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Generalmente considerado como el antepasado de la primera rama de la familia de Camminghas, era un hombre valiente y audaz, duque de Aalbrecht Beijeren era muy útil cuando se Friesland en el último siglo XIV buscó a abrumar. Él, sin embargo, el ejército holandés advirtió que aterrizó en Frisia, por aangestokene incendios y otros signos, que era una gran multitud frisones aantogt al ejército en la incursión de la noche, que los holandeses se recuperó a tiempo para la batalla y, a continuación, los frisones en el ataque de la mañana, por lo que las gallinas hicieron oposición, que éste había al'deinzen con grandes pérdidas. En recompensa por este servicio era Cammingha cuando Aalbrecht Friesland bemagtigd tenía, además Feije van Heemstra, Rienck Bokkema y Tjerk Walta, elevado al Alguacil para controlar nombre Duques de Friesland. En el esfuerzo de una Albrecht, a los señoríos y dependencias de los residentes a leenpligtige señores de artesanías, como en Holanda, también entran en Frisia, el duque dio, el 18 de junio 1399, a Cammingha la ciudad de Leeuwarden, además de los pueblos Stiens Wirdum y Ferwerd, con todos sus accesorios, como un préstamo a la perfección, a los derechos a Holanda, en las condiciones que sirven al duque, a sus propias expensas, sería siempre lo han hecho, y alimentan a 20 caballos, a defensa de la Patria, pero si uno oorloogde fuera del país, y también cuando hetanders requisito el caso, a expensas de la Duke. Con la obtención de la autoridad suprema sobre la capital de Frisia y los pueblos mencionados, la ambición de Cammingha no era un poco halagado; pero su comportamiento traicionero fue simultáneamente igualmente muy castigado por el partido entre sus compatriotas, que continuaron a oponerse a la resistencia a la autoridad del duque. No sabía que sus stins, Camminghaburg, al este de Leeuwarden, con un gran número de soldados holandeses estaban ocupados, la sacaron en contra, allanaron la casa, y la tomó, saqueó, y ofreció extraña ocupación de su ira. Después de sacudir el yugo de los holandeses, en el mismo año cayó el préstamo asignado a C ammingha. Había vlugten; Un albrecht luego recibió una anualidad de doscientos dólares; más tarde regresó, él erlangde en nueva gran autoridad y luego retenido grandes privilegios. Cammingha murió en una edad muy avanzada. Dos veces estuvo casado: primero con Hack Cammingha- Cambuur, dándole dos hijos, ambos hijos fallecidos, y una hija donó, a continuación, a Tjemck N.


---------------------------------------------------------------------------------------------


OFO II-214 d.d. 1439: voogden Peter en Gherreth Kamyngha bevestigen de boedelscheiding t.g.v. Hannyka Ritzeka van Ameland en Thiede Doekadr Hemmema. 
OFO II-214 dd 1439: los guardianes Peter y Gherreth Kamyngha confirman la división de propiedad de Hannyka Ritzeka de Ameland y Thiede Doekasz Hemmema.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg.


De publicatie Woudwyk Genealogía is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Martin Woudwyk, "Woudwyk Genealogía", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/woudwyk-genealogia/I3647.php : benaderd 27 mei 2024), "Gherbeth Gerrolt Gerrard Gerratjt Gerraut Gherreth Gerhit Gerrit Gerard Gerbeth Taeckes van Kammyngha Cammingha Camminga Kammiiìga Cammmgha Kamyngha Canga of Kamminga heer van Leeuwarden op CamminghaBurg. (1350-1415)".