Hij is getrouwd met Marretje Korst.
Zij zijn getrouwd op 9 augustus 1815 te Amsterdam, Noord-Holland , hij was toen 22 jaar oud.
Kind(eren):
Van Wageningen (Capelstraat A301 I248 (hoek Kerkstraat) en Kerkstraat A328(hoek Capelstraat) naar Amsterdam, Elandstraat 22 (Jordaan) naar Roden.
Eventuele reden van verhuizing naar Roden: 1795-1813:De stad is bezet door het
Franse leger. (Franse revolutie; Bataafse Republiek; burgerrecht verliest zijn
betekenis; opheffing ambachtsgilden).
Volgens Geert E. Willems:
Hij woonde volgens militiecertificaat van 2-8-1815 in Wageningen, wijk A 167 en was van beroep bakker.
Overlevering via Marchien van Wijk: Hij vertrok naar Veenhuizen om daar baasbakker te worden. Het gezin hield het er niet lang uit. Een dochtertje verdronk er. De kinderen kregen er geen behoorlijk onderwijs.
Uit dit huwelijk werden 8 kinderen geboren.
De Maatschappij van Weldadigheid werd in 1818 opgericht met als doel noodlijdende, maar wel fatsoenlijke en werkwillige armen in Drenthe een betere toekomst te verlenen. De grond voor "Veenhuizen" werd in 1823 aangekocht.
Volgens Geert E. Willems: Jan van Wijk vertrok in de jaren ‘20 van de 19e eeuw naar de pas geopende Kolonie van Weldadigheid in Veenhuizen, waar hij vermoedelijk ais bakker werkte. In 1825 vestigde hij zich in een huisje voor aan de weg naar Peize in Roden-Oosteinde, waar later Hingstman zijn potten en pannen verkocht, in het begin der jaren ‘30 was hij één der eerste bewoners op de Roonderesch, toen Riepenveld geheten. Hij vestigde zich met zijn gezin in een hut met een lemen vloer aan het "loantje", thans Kaatsweg, op een plek tussen het latere huis van de broers Ab en Eitje van der Heide. Op de plek waar thans de boerderij van zijn nazaat Jan van der Heide aan de Kaatsweg nr 12 te Roderesch staat, bouwde zijn kleinzoon Eltjo van Wijk in 1890 een boerderij, waarbij de grootvaderlijke hut werd afgebroken.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.