Zij is getrouwd met Jan Gerrits ten KLEIJ.
( Door Henk Elsinga -Hier is Jan Gerrits ten Kleij met Arentjen Berents. Na haar dood wordt ze pas Smit genoemd.
Het mutueel testament heb ik wat anders opgeschreven, zodat het duidelijker is wat er in feite plaats vond.
Het betreft een aangewezen erfportie voor de kleindochter. We lezen het wel niet, maar het huis (schoenmakerij) wordt in 1774 en 1784 reeds bewoond door schoenmaker Jan Uiterwijk.)
lidmaat der kerk 22 april 1725, attestatie verleend naar Westerbork 22 april 1726;
(Vroeger maakten ze ook fouten en het duurt soms meer dan 280 jaren, voordat iemand daar erg in heeft.
Jan Gerrits ten Kleij zou volgens het Kerckeboek van Hoogeveen op 22 april 1726 met attestatie naar Westerbork vertrokken zijn.
Ik kwam hem onlangs tegen in het Kerkboek van Wanneperveen:
21 april 1726 Jan Gerrits Ten Kleij met attestatie van Hogeveen.)
Hij is dus niet naar Westerbork gegaan, maar naar Wanneperveen.
21 en 22 april 1726 zijn eerste en tweede Paasdag.
Hij is dus op 2e paasdag vertrokken en kwam een dag eerder op zijn bestemming.
Dat is ook een interpretatiefoutje. Hij is in feite met Pasen administratief vertrokken uit Hoogeveen en binnengekomen te Wanneperveen.
Jan woont volgens het haardstedenregister van 1740 en in 1742 en in 1755 in het Noordse Rot nr 76 en 1764 op nr 87 is schoenmaker en betaalt de hoogste bijdrage 4 Gld. Per 22 april 1784 wordt een mutueel testament bekend tussen Jan ten Kleij en Arentie Smit inzake hun schoonzoon Jan Roelofs Corteling, gehuwd met dochter Klaasje en hun kleindochter Hendrikje Jans Corteling vierde generatie .
Mutueel testament van Jan Gerrits ten Kleij en Arentien Smit;
Op 22 april 1784 vindt de executie van het testament plaats, daar beiden overleden zijn;
Voogden en/of curatoren zijn H. Warmels en P.P. ter Stege;
Begunstigde: Hendrikje Jans Cortelink (18 jr), d.v. wijlen Claasien Jans ten Kley en Jan Roelofs Cortelink;
Boedel: Twee stukken groenland in Hollandscheveld en kalkkuipen in het kuiphuisien;
Ondertekening: H. Warmels, P.P. ter Stege, Jan Roelofs Cortelink (schoonzoon) en Jan Uiterwijk (schoonzoon).
KALKKUIPEN.
Het doel van leerlooien is om een dierenhuid soepel en bestand tegen bederf te maken.
Het proces verloopt als volgt:
1. huiden van schapen, geiten, runderen en dromedarissen worden eerst onthaard en ontvleesd.
2. daarna in een kalkbad ontkalkt en geweekt, voor de soepelheid en gepekeld in water met zwavelzuur of zeezout.
3. dan komt het echte looien in stenen of houten kuipen (met natuurlijke of chemische looistoffen) en drogen, daarna de zeemlooiing (om de vezels soepeler te maken) in een vette oplossing.
4. de huiden worden daarna afgekrabd, gewalst en geschuurd (voor de glans).
5. dan komt het verven met plantaardige stoffen en een beitsmiddel (om de kleur te fixeren).
6. tenslotte worden de huiden gedroogd op gras of stro.
Zij zijn getrouwd op 22 april 1784 te Hoogeveen.Bron 1
Kind(eren):
met attestatie toegevoegd 10 april 1735, hebbende gewoond te Dieveren;
Arentien Berends SMIT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1784 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Gerrits ten KLEIJ |