23 januari 1791 :
Doop - Margraten, Limburg, Nederland
get. Nicolaus Leesen en Ida Thomassen
Bronnen: 1e links: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-L9C4-ZJ6?i=111&cc=2037001
3 januari 1868 :Overlijden - Margraten, Limburg, Nederland
als "Egidius"
aangifte: Hendrik in de Braek (zoon van overledene; hoefsmid) en Gilis Joseph van Laar (landbouwer)
Bronnen: Akte 2: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:939F-YVS7-MZ?i=255&cc=2026214
Hij is getrouwd met Maria Margaretha Geelen.
Zij zijn getrouwd op 13 februari 1817 te Margraten , hij was toen 23 jaar oud.
13 februari 1817 :
Huwelijk (met Maria Margaretha Geelen) - Margraten, Limburg, Nederland
get. Joannes Jacobs (landmeter), Simon Theunissen (kuster), Franciscus Bernardus I’sfordt (zonder beroep) en Henricus Vliegen (schrijnewerker)
Bronnen: Akte 3: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:939N-MP1P-5?i=112&cc=2026214
Relaties en kinderen
Gehuwd 13 februari 1817, Margraten, Limburg, Nederland, met Maria Margaretha Geelen 1794-1864 en hun kinderen
Bronnen: 1e links: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-L9C4-ZJ6?i=111&cc=2037001
Kind(eren):
Notities
Aantekeningen
Brand op ’t Rooth Op 23 maart 1858 om drie uur in de middag werd dit gehucht opgeschrikt door een allesverwoestende brand. In het archief van de gemeente Margraten zijn helaas geen bijzondere stukken meer omtrent deze brand aanwezig. Volgens een aantekening bij de inventaris zijn deze vernietigd. Met de gegevens in het provinciaal archief kan niettemin een reconstructie van de ramp gemaakt worden. Een fragment van de oudste kadasterkaart van ’t Rooth uit 1841 dient daarbij als kapstok. Bij de woningen zijn de namen van de eigenaars geplaatst.
De brand ontstond door “een ongeluk”. Waarschijnlijk was hoefsmid Giles in de Braek aan het werk in de smidse. Met de blaasbalg wakkerde hij het vuur in de smidshaard aan met fatale gevolgen. Een neerdwarrelende vonk zette in een mum van tijd minstens zes woningen in lichterlaaie. Giles kreeg niet de tijd nog iets uit zijn woning te redden. Dat gold ook voor zijn broer Thomas en zijn dochter die naast het Heerengoed woonden. Ook hij was te laat om geld, vee en andere goederen in veiligheid te brengen. Het derde slachtoffer was Simon van Wersch, die eveneens al zijn bezittingen kwijt raakte. De drie woningen waren niet tegen brand verzekerd. Ook de broers Gilles, Leonard en Joannes Dubois zagen hun boerderij in rook opgaan. Zij slaagden er nog in een deel van het vee het brandende gebouw uit te jagen. Hun woning was wel tegen brand verzekerd. Over de overige woningen zwijgen de archieven. Toch weten wij, dat de vijfde woning die ten prooi viel aan de vlammen eigendom was van de erfgenamen van koopman Jan Becker uit Maastricht. Het was de boerderij tegenover het Heerengoed, dat overigens ook in hun bezit was. Zij herbouwden op de resten van de afgebrande woning een nieuwe boerderij (nu boerderij Nijskens, ’t Rooth 24). Het jaartal in deze woning herinnert nog aan de brand. Op de steen staat GFB 1858. Van de zesde verwoeste woning weten wij niets. De toegesnelde vrijwillige brandweer van Heer kon weinig meer uitrichten dan nablussen en voorkomen dat het vuur naar andere percelen oversloeg. Uren na de brand riep de gouverneur nog de hulp in van het garnizoen in Maastricht. Het was al donker toen twee brandspuiten en een detachement van de artillerie op ’t Rooth arriveerden. Nasleep De gedupeerde eigenaars van de niet verzekerde woningen vroegen bij herhaling aan de Provincie toestemming voor het houden van een collecte in de regio om hen financieel tegemoet te komen in de kosten van de opbouw van hun nieuwe woningen. Het verzoek werd afgewezen op grond van het feit dat toestemming voor het inzamelen van gelden “alleen in zeer bijzondere omstandigheden en alzo uiterst zeldzaam wordt verleend.” Bij de commandant van het garnizoen drong de Provincie wel aan alle bij de “bestrijding” van de brand gemaakte kosten in rekening te brengen. Dat geschiedde, uiteraard voor rekening van de gemeente Margraten. De vrijwillige brandweer van Heer moest genoegen nemen met een dankbrief voor verleende hulp. Bronnen: Gemeente Archief Margraten: Archief gemeente Cadier en Keer, inv. nrs. 82-121, 344-345 en 789-791. RAL: Archief schepenbank Cadier, inv. nr. 9759. RAL: Provinciaal Archief, inv. nrs. 2415, 2416, 2417, 2440, 4223 4229, 4232 en 2244. H.W.A. Lemmerling: Oet vreuger jaore, deel 6 en 9
Naamsverklaring zie website https://www.plaatsengids.nl/t-rooth
De naam is ontleend aan het in Zuid-Limburg veel voorkomende rode, dat verband houdt met kappen, rooien van bossen voor bewoning en landbouw.
Ligging
Buurtschap 't Rooth ligt rond de gelijknamige weg en rond de wegen Op de Kuiper, Rootherweg (of: Vernieuwde Rootherweg), Keerderstraat en Keunestraat, NW van het dorp Margraten, op het Plateau van Margraten (140-150 meter boven NAP). De buurtschap ligt verder NO van het dorp Cadier en Keer, O van het 'dorp in de stad' Heer en de stad Maastricht, ZO van het dorp Bemelen, Z van het dorp Berg, ZW van het dorp Vilt, WZW van het dorp Sibbe en WNW van het dorp Scheulder.
Terug naar boven
Statistische gegevens
In 1840 omvat buurtschap 't Rooth 24 huizen met 147 inwoners. Tegenwoordig heeft de buurtschap nog ca. 15 huizen en een enkel bedrijfsgebouw, met ca. 40 inwoners (de helft van de buurtschap is weggegraven ten behoeve van de mergelwinning voor de cementindustrie. Zie verder hierna).
Terug naar boven
Geschiedenis
Relatie tussen 't Rooth en Margraten
De buurtschap hoort al eeuwen bestuurlijk bij Margraten, maar de plaatsen hebben nooit veel affiniteit met elkaar gehad. Een sociologisch onderzoek over Margraten uit 1956 is vernietigend over de verstandhouding tussen de Margratenaren en de inwoners van de buurtschap: "’t Rooth is eigenlijk een dorpje op zich zelf, dat nooit op Margraten georiënteerd is geweest. Vroeger behoorde de buurtschap tot de parochie Margraten. De inwoners van de buurtschap bezochten echter hier nooit de kerk, maar gingen naar Cadier en Keer (waar het ook veel dichterbij ligt, red.).
Tenslotte werd de buurtschap (op 15-11-1946, red.) parochieel van Margraten afgescheiden. Dit had tot gevolg, dat de kinderen niet meer de school te Margraten bezochten, zodat ook deze laatste band verbroken werd. Over de verhouding Margraten - ’t Rooth valt nog het volgende op te merken. Behalve de afwezigheid van banden is er ook nog sprake van een zekere tegenstelling. Een Margratenaar bijvoorbeeld zal niet gauw met een inwoner van de buurtschap contact zoeken; eerder zal hij zulks doen met inwoners van andere dorpen. De Margratenaar beschouwt de mensen uit ’t Rooth als vreemdelingen.”
Gillis in de Braek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1817 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Margaretha Geelen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.