Oude Delft 205, woonhuis van Jacob van Graswinckel
zijn zerk ligt in het noorderkruis van de Oude Kerk. De oorspronkelijke zerk is in de loop der jaren vergaan en daarom is op last van de familie Graswinckel een nieuwe koperen plaat vervaardigd.
"Wonderdokter van Delft"
De levenslange vrijgezel Graswinckel was in zijn jeugd op ontroerende wijze tot bekering gekomen en deze gebeurtenis had hem radicaal elk aards genot doen afzweren.
Toen Jacob Jansz zestien jaar oud was, is hij met enige jongelieden gaan varen naar Delftgauw; bij het terug varen is het scheepje omgeslagen en terwijl alle anderen uit het water wisten te komen, bleek Jacob onder het bootje terecht te zijn gekomen. Tegen alle verwachtingen in wist hij toch nog aan de dood te ontkomen. Toen zijn ouders om de hitte der geloofsvervolging uitweken naar Duisburg, vergezelde hij hen, zette aan een Duitsche hogeschool zijn studien voort en verkreeg er vermoedelijk zijn doktersgraad. Met hen teruggekeerd, toen Delft vrijgemaakt was van t Spaansche geweld, ving hij eerst voorgoed zijn kluizenaarsleven aan, daar zij de brouwerij de Ruit, hun vorige huis, niet meer betrokken, maar een grotere gingen bewonen, waarvan het achterhuis naar zijn verlangen werd ingericht. . Sedertdien offerde Graswinckel zichzelf alsmede zijn hele vermogen op voor behoeftige medeburgers; uit liefdadigheid bestemde hij zijn huis aan de Oude Delft letterlijk als apotheek der armen, waartoe hij ook zijn achtertuin inrichtte als kruidentuin en gratis medicamenten beschikbaar stelde. Hij werd de wonderdokter genoemd omdat hij als medicus met succes gebruik maakte van allerlei kruiden voor het genezen van zieken. Het meubilair van Graswinckels woning annex winkel bestond uit potten en flessen en slechts een stoel diende hem zomer en winter, dag en nacht als rustplaats. In zittende houding, half slapend half wakend, bracht de asceet de winternachten door met een vuurtje onder de benen om te voorkomen dat de koude hem zou bevangen. Uit loutere filantropie legde hij zich voorts toe op medicijnenstudie en correspondeerde daartoe met allerlei medici, in het bijzonder met de als kruidenkenner alom vermaarde stadsmedicus Bernardus Paludanus (1550-1633) te Enkhuizen. Graswinckel werd omschreven als een voorbeeld van 'nedrigheit, ootmoedigheit en soberheit, zachtmoedigheit, weldadigheit, lijdzaamheit en met een woord begaaft met alle godzalige werken'. Zijn leven inspireerde Anna Louise Geertruida Bosboom-Toussaint tot het schrijven van haar roman 'De Delfsche Wonderdokter'.
Boot Graswinckel stierf op 88-jarige leeftijd als een wonder van godzaligheid en zelfverloochening, nalatende een aanzienlijke, deels stukgelezen, collectie devotionalia.
Jacob Janz Boot GRASWINCKEL |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.