Hij is getrouwd met Catharina Ilizabetha (ook- Ilzabetha Elisabetha en Elisabeth) Rochet (ook- Roschet),.
Zij zijn getrouwd op 13 maart 1764 te Otterlo.
Kind(eren):
NOTE: Johannes van Diermen, ged. Wageningen 13-8-1738; belijdenis ald. 1755; kwam in
1756 met att. van Wageningen naar Harderwijk, waar hij theologie studeerde; vertrok in
1761 met att. naar Utrecht; dominee te Otterloo (2-1-1763), Domburg (25-8-1765),
Elburg (3-5-1767) en Amsterdam (Lelystraat); beroepen te Domburg 16-6-1765,
bevestigd aldaar 25-8-1765; diende bij vertrek naar Elburg de kosten van zijn beroeping
(ad. 108 pond, 15 schellingen en 9 groten Vlaams) te vergoeden; hiervan betaalde de
ambachtsvrouwe van Domburg ongeveer de helft (H.M. Kesteloo, Domburg in woord
en beeld, Middelburg 1913, p. 196); bezat in 1774 ?Ebbenerve? in Oosterwolde bij
22
Elburg. In 1788 is hij om zijn staatkundige gevoelens ter dood veroordeeld tegelijk met
zijn ambtgenoot G. H. Hein. Op het verzoek om gratie werd hij levenslang verbannen.
In 1795 weder in zijn ambt hersteld, werd hij in 1796 emeritus, waarna hij te
Amsterdam woonde; (A. van Diermen, Zeven eeuwen Van Diermen, Wageningen 1998;
Bibl. C.B.G.)); overl. Amsterdam 14-2-1807 (N.Z. Kerk, won. Nieuwe Lelystraat); tr.
Otterlo 13-3-1764 (uit dit huwelijk ook: Geurt (schipper op Utrecht; geh. met Joh.a
Cath.a Kroesz, overl. 16-12-1803), geb. Elburg 19-3-1768, en Hendrika, geb. Elburg 14-
3-1770).
Overlijden: Bericht van het hof van Gelderland dat J.H.Rouwenhof en M.Sels burgemeesters dezer stad,en de secret. H.H.Vitringa de predikanten van Diermen en Hein verder G.Hengeveld Wzn en de bakker Claas van Diermen zich hebben schuldig gemaakt aan geweld en aan onttrekking van het gezag binnen deze stad en als zodanig worden hun bezittingen tot nader order in beslag genomen enz enz. get 9 nov 1786
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.