(1) Zij had een relatie met Jan Zoen Peters Peijmans.
Kind(eren):
(2) Zij had een relatie met Wouter Claes Pluijm.
Aleijt Herman Wijten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Zoen Peters Peijmans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wouter Claes Pluijm | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
62. 1221/54-1/11-02-1451. Niets in margine (niet gepasseerd). Zie volgende akte.
Wolterus filius quondam Nycolai Pluijm tutor et maritus, ut dicebat, legitimus Aleidis sue uxoris filie Hermani filii quondam Hermani Wijten domum et aream sitas in parrochia de Oesterwijck, prope tiliam ibidem, inter hereditatem Johannis Vos ex uno et inter hereditatem quondam Petri Bloijs ex alio, quas domum et aream dictus Henricus erga Johannem Sceijve filium Nycolai acquisierat et de quadam domo et orto dictus Hermanus usufructum suum dicte Aleidi supportaverat prout in litteris, hereditarie supportavit (verder niets).
63. 1221/54-2/11-02-1451. Niets in margine (niet gepasseerd). Hermanus Hermani Wijten wilde overdragen aan Aleidis, dochter van hem en van wijlen Gertrudis Nycolai Stert, het vruchtgebruik in een huis en tuin in Oisterwijk, nabij de linde, tussen erfgoed van Johannes Vos en tussen erfgoed van wijlen Petrus Bloijs, welk huis en tuin genoemde Hermanus verworven had van Johannes Nycolai Sceijve; daarna zou Wolterus Nycolai Pluijmen, man van genoemde Aleidis, het huis en tuin overdragen aan Gerardus Gerardi Groijs.
Notum sit universis quod cum Hermanus filius quondam Hermani Wijten usufructum sibi, ut dicebat, competentem in domo et orto sitis in parrochia de Oesterwijck, iuxta tiliam ibidem, inter hereditatem Johannis Vos ex uno et inter hereditatem quondam Petri Bloijs ex alio, quos domum et ortum dictus Hermanus erga Johannem Sceijve filium Nycolai acquisierat prout in litteris, legitime supportaverat Aleidi sue filie legitime, ab eodem Hermano et ex quondam Gertrude sua uxore filia quondam Nycolai Stert pariter genite prout in litteris, constitutus igitur coram scabinis infrascriptis Wolterus Pluijmen filius quondam Nycolai Pluijmen tutor et maritus, ut dicebat, legitimus dicte Aleidis domum et ortum predictos hereditarie supportavit Gerardo Groijs filio quondam Gerardi Groijs cum dictis litteris, aliis et iure, promittens super omnia et habenda ratam servare et obligationem et impeticionem ex parte sui et dicti quondam Hermani et heredum et successorum eius deponere. Testes (verder niets).
1445 november 3 847.Sch.Otw,R.155,026r-01
[nogal beschadigd laatste vel van dit protocol]
Jan geh. S[tert] - - - [K]atelijn geh. Boxs sijn suster kijnder qd Claus Sterts, Claus ende Aert gebr[uederen] zonen Claus? Sterts? des jonghen z. des voirs. qd Claus Sterts voer hen selven ende voer hoer ander brueders [ende zuste]ren mondich ende onmondich wesende kijnder des voirs. qd Claus Sterts des jongen daer - - - woerdich wesende dair voer Claus ende Aert gebruederen voirs. geloeft hebben; Thom[aes] - - - Thomaes geh. Stert z. qd Claus Sterts voer hem selven ende voer Claus sinen brueder - - - [on?]mundich wesende als hi seyde zoen des voirs. qd Thomaes Sterts daer voer Thomaes voirs. - - - [he]eft Reyneer z. Reyners geh. van Broechoven hoer swager mar. et tut. leg. Margrieten sijns wijfs dochter qd Thomaes voirs. voer hem selven ende voer Heylwigen dochter qd Thomaes voirs. nyet tegenwoerdich wesende daer voer Reyner hoir zwager voirs. geloeft heeft ende Henrick geh. van Spul z. [doorgeh. qd] Godevaerts van Spul mar. et tut. leg. Elisabetten sijns wijfs dochter qd Claus Sterts van Tilborch c.t. Katarine Box predictis etc. op zeventien lopen rogs jaerlijcs ende erfelijcs pachts van twee mudde ende drie lopen rogs jaerlijcs ende erfelijcs pachts welc twee mudde ende drie lopen rogs erfpacht voirs. Henrick Willem Melijs z. geloeft hadde hem te geven ende te gelden Godevaerde z. qd Wouter Back Ommaten ende sinen nacoimelingen allen jaer op onser Vrouwen dach alsmen kersen dreeght van ende vut
twee stucken lands gelegen inder prochye van Westilborch vanden welken dat een stuck gelegen in een stede gen. tEynthoven < der erfenis Bartholomeeus Venmans ... > der erfenis Jans van Oerle die daertegen deylt ^aen der erfenis Henrick Willem Melijs soen voirs. v aen die gemeyn straet
ende dat ander stuck geh. dat Dyesken [of Dyesven?] gelegen by der wyntmolen tot Velthoven <
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811. Regestenlijst inv.nr. 155 (1444-1445)
52
der erfenis Henrics voirs. opt? > der erfenis Jans van Boerden ^aen die gemeynt v aen der erfenis Henrics voirs.
welc twee stucken lands voirs. Henrick Willem Melijs soen voirs. jegen Godevaerte z. qd Wouter Back Ommaten ende sinen nacomelingen ende voer sommigen anderen commer jaerlics daervut te voeren? van rechts te vergelden te erven? gecregen? hadde put in litt. scab. de Otw cont. ende van welken erfpacht vande xvij lopen rogs be- - - xij lopen rogs erfpacht [doorgeh: Elisabetthen dochter Jans geh. Sterts z. qd? Claus Sterts voers.] Elisabeth weduwe des vors. qd Godevaerts z. qd Wouter Back Ommaten in hoeren testament te besitten? - - gemaect heeft Elisabetten hoire nichte Jan Sterts dochter ende die ander vijf lopen rogs erfpacht vander xvij lopen rogs erfpacht voers. Jan geh. Stert z. qd Claus Sterts voirs. der voirs. Elisabetten sijnre dochter gegeven ende bewijst heeft vanden erfpacht voirs. ut dixit ende opten alingen recht den voergh. erfgenamen wilner Elisabet weduwe qd Godevaert Wouter Back Ommaten voirs. ende hoire mede erfgenamen daerin enigerwijs toebehorende tot behoef Elisabetthen Jan Sterts dochter voirs. leg. et her. renunciavit effect.. etc. scab. Henrick Jan Wijtmans soen ende - - - Jacobs soen van Ele in die sancti Huberti episcopus
204. 1445 november 3 847.Sch.Otw,R.155,026r-02
Jan Stert z. qd Claus Sterts, Claus ende Aert gebruederen pro se et pro suis fratres et sororibus ut sup. Thomaes Reyneer sijn zwager pro se et pro suis ut supra ende Henrick van Spul op een half mudde rogs erfpacht vanden voirs. erfpacht vande twee mudde ende drie lopen rogs welc half mudde rogs erfpacht Katelinen weduwe qd Gherijt Boxs eensdeels vander doet qd Elisabetthen weduwe qd Godevaerts Wouter Back Ommaten z. huer zuster met recht van versterve erfelic toecomen is ende Kathelijn voers. vyer lopen rogs erfpacht jegen Wouteren geh. Pluym hoeren zwager als manne ende momboer - -[Aleyten?] sijns wijfs dochter [qd doorgehaald] Herman Wijten vanden selven Herman Wijten ende vut qd Gertruden doen sij leefde sine wive dochter qd Claus Sterts des oude en tsamen gewonnen ende soe? welc vyer lopen - - erfpacht wilner Elisabet de? weduwe qd Godevaerts Wouter Back Ommaten voirs. der voers. - - Aleyten Herman Wijten dochter in testamente gemaect heeft in cope gecregen hadde ut dixit ende op - - alinge rechte hen ende hoeren mede erfgenamen in dit voirs. half mudde rogs erfpacht enigerwijs toebehorende tot behoef Kathelinen weduwe qd Gherijt Box voirs. leg. et her. renunciavit? effect.. etc. scab. predicti datum supra Katarina ... de tut..
205. 1445 november 3 847.Sch.Otw,R.155,026r-03
Jan Stert Katelijn sijn suster voirs. c.t. Thomaes Reyneer sijn zwager pro suis ut supra Henrick van Spul voirs. op een half mud rogs erfpacht vanden erfpacht van twee mudde - - lopen rogs erfpacht voirs. welc half mudde rogs erfpacht voirs. Elisabeth wedewe qd Claus Stert
[26v scan 30] - - - Claus Sterts? voirs. ende hoer kynder vut derselver Elisabe
159. 24-01-1430 1200 / 184-2 en 3 184-2. Hermanus Hermani Witen droeg over aan zijn wettige dochter Aleidis, door hem verwekt bij Gertrudis Nycolai Stert, het vruchtgebruik in een huis en tuin in Oisterwijk, nabij de linde, tussen Johannes Vos en tussen eertijds Petrus Bloijs, welk huis en tuin genoemde Hermanus verworven had van Johannes Nycolai Sceijve. 184-3. Dezelfde Hermanus beloofde aan Aleidis, dat hij zijn onmondige dochter Katharina hiervan afstand zal laten doen.
1200/184(183)-2/24-01-1430. Non solvit. Hermanus filius quondam Hermani Witen usufructum sibi, ut dicebat, competentem in domo et orto sitis in prochia de Oesterwijc prope tiliam ibidem inter hereditatem Johannis Vos ex uno et inter hereditatem quondam Petri Bloijs ex alio, quos domum et ortum predictos Hermanus predictus erga Johannem Sceijve filium Nycolai acquisierat prout in litteris, legitime supportavit Aleidi sue filie legitime ab eodem Hermano et ex quondam Gertrude sua uxore filia quondam Nycolai Stert genite, cum dictis litteris, aliis et iure promittens super omnia et habenda ratam servare et omnes obligationem et impeticionem ex parte sui et ex parte quorumlibet aliorum heredum et liberorum eiusdem Hermani deponere. Testes, datum supra. (Dicbier et Stier. Datum XXIIII januarii). 1200/184(183)-3/24-01-1430. ?Non solvit. Idem Hermanus promisit super omnia et habenda dicte Aleidi quod ipse Katharinam filiam eiusdem Hermani impuberem dum ad annos sue pubertatis provenerit super premissis et iure faciet hereditarie renunciare ad opus Aleidis predicte et obligationem ex parte sue deponere. Testes, datum supra.