[Amsterdam 1891 Aktenummer: 4837]
Geboorte: tijd 08:00
Bij de geboorteaangifte van Hein waren de volgende getuigen aanwezig: Hendrik Arnold Voet (1844-1926) [grootvader vaderszijde] en Ernst Weber (1852-na 1891).
Op heden Vijftien April Achttienhonderd Een-en-Negentig, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgelijke Stand der Gemeente Amsterdam, verschenen: Antoon Johan Voet van beroep Behanger oud Tweeentwintig Jare, wonende Nieuwe Looierstraat no. 124, welke heeft verklaard dat op Twaalf dezen des namiddags ten Zeven ure, in het huis staande als boven is geboren een Kind van het mannelijke geslacht, uit Catriena Magdalena Harms van beroep geen wonende als boven, Zijne Echtgenoote welk Kindzal genaamd worden HENDRIK ARNOLD van welke Verklaring wij deze Akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hendrik Arnold Voet van beroep Timmerman oud zesenveertig jaren, wonende Nieuwe Looiersstraat 61 en van Ernst Weber van beroep Barbier oud drieentwintig Jaren, wonende Nieuwe Nieuwstraat 36 en is deze Akte door ons, benevens Den Vader, de Getuigen, na voorlezing ondertekend.
Tijdstip: 08:00
Vrijstelling: lich. gebr.
Na 1658 breidden de looierijen zich uit op terreinen ten oosten van de Vijzelgracht. Daar liggen de Nieuwe Looiersstraat en -dwarsstraat en hier werd de Nieuwe Looierssloot na de demping de Fokke Simonszstraat.
Toen het Stadhuis op de Dam op last van Lodewijk Napoleon Bonaparte in 1808 ontruimd moest worden om in gebruik genomen te worden als koninklijk paleis, werd het Prinsenhof het nieuwe stadhuis. In 1926 kwam aan de Oudezijds Voorburgwal een uitbreiding van het stadhuis gereed in de stijl van de Amsterdamse School, ontworpen door de gemeentearchitect A.R. Hulshoff.
In 1914 koopt de VWB aan de Lawickse Allee een tweetal percelen om daar 80 á 90 woningen te bouwen. In november van dat jaar vindt de aanbesteding plaats voor de bouw van 83 woningen. Nog voor de oplevering zijn er al 18 woningen verhuurd. Deze 83 woningen komen in de Julianastraat, die daarmee de eerste straat van Het Rooie Dorp is.
De Nieuwe Kunstschool was een Nederlandse instelling voor kunstonderwijs, van 1934 tot 1941 gevestigd in de Kerkstraat 235 in Amsterdam en opgericht door Jan Havermans, Paul Citroen en Charles Roelofsz. In 1934 trok de aanvankelijk primief ingerichte school enige vakbekwame leraren aan. In de korte tijd van haar bestaan kon de school de concurrentie goed aan met het toch nogal conservatieve Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (nu de Rietveld Academie). Het moet een prachtschool zijn geweest, met naast de traditionele vakken (Havermans gaf tekenles) ook lessen in typografie, onder meer. En mode stond op het rooster, de eerste modeopleiding in Nederland. In 1941 moest de school sluiten, maar hij is ongetwijfeld een inspiratiebron geweest voor de naoorlogse vernieuwing, met mooie zaken als vrije expressie.
Sinds het begin van de aanleg van de Grachtengordel werden vanaf 1613 ten noorden van de Haarlemmerdijk terreinen aangewezen voor houtopslag, zogenaamde houttuinen.
Wilhelmina was het enige kind van koning Willem III der Nederlanden en koningin Emma. Van 1890 tot haar achttiende verjaardag in 1898 was haar moeder regentes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog week zij uit naar Engeland. Wegens gezondheidsproblemen van Wilhelmina was kroonprinses Juliana, in 1947 en 1948, voor in totaal 157 dagen regentes. Wilhelmina deed officieel in haar 58ste regeringsjaar afstand van haar koningschap; feitelijk regeerde zij iets korter dan 50 jaar. Desondanks is zijmet afstand het langstzittende Nederlandse staatshoofd ooit.
Door drie dwarsstraten werd de Bloemstraat in enigszins regelmatige bouwblokken verdeeld. Die straten kwamen zelden overeen met de bestaande dwarspaden, zodat er veel clusters huisjes en werkplaatsen midden in de bouwblokken terecht kwamen. Door de betrekkelijk grote welvaart onder zijdereders verdwenen deze in de loop van de zeventiende eeuw naar betere grachten, Bloem-, Rozen- en Lauriergracht. Hun plaatsen in de Bloemstraat en zijstraten werden ingenomen door bijvoorbeeld laken- en linnenwevers en suikerbakkers.
Joris van Spilbergen (Antwerpen, gedoopt 2 november 1568 - Bergen op Zoom, 1620) was een Nederlands zeevaarder. Voor zijn carrière op zee diende hij als adelborst op kasteel Zeeburg. Daarna werd hij koopman in Middelburg, maar hij ging failliet. Hij voer in 1598 in dienst van Balthazar de Moucheron naar Afrika. De Moucheron zocht een verversingsplaats voor zijn schepen. Van Spilbergen veroverde het eiland Principe op de Portugezen, maar het bleef slechts kort in hun bezit. In 1601 voer hij met drie schepen opnieuw in dienst van De Moucheron naar Indië, en landde als eerste Nederlander op Ceylon, waar hij vriendschappelijke betrekkingen met koning Vimala Dharma Suriya van het koninkrijk Kandy sloot. Hij keerde in 1604 terug in Nederland. In 1607 diende hij onder Jacob van Heemskerck in de Slag bij Gibraltar om een klaarliggende Spaanse vloot te vernietigen. In deze expeditie speelde hij als administrateur geen actieve rol.
Jan Frederik Helmers (7 maart 1767 26 februari 1813) was een Nederlandse dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de Renaissance en Voltaire. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetting. Toen de politie arriveerde om hem gevangen te nemen en over te brengen naar Parijs, kon zijn zwager Cornelis Loots alleen maar het lichaam van de juist overleden Helmers tonen. De Franse bezetters verboden publicatie van DeHollandse natie. Amsterdam, waar Helmers was geboren, eerde hem met een aantal straatnamen, namelijk de Eerste, Tweede en Derde Helmersstraat.
Marco Polo (Venetië of Korcula, ca. 1254 Venetië, 8 januari 1324) was een Venetiaanse handelaar en ontdekkingsreiziger. Met zijn vader Niccolò en oom Maffeo Polo bereisde hij tussen 1271 en 1295 voor Europa grotendeels onbekende gebieden zoals Perzië, China en Indië. Hij wist in dienst van de Mongoolse heerser Koeblai Khan unieke informatie over Azië te verzamelen.
Jan Pieter Heije (Amsterdam, 1 maart 1809 aldaar, 24 februari 1876) was een Nederlandse arts, die vooral bekend is geworden om zijn inzet voor dichtkunst en muziek. Liederen van zijn hand, zoals 'Daar zaten zeven kikkertjes' en het sinterklaaslied 'Zie de maan schijnt door de bomen', leven tot op de dag van vandaag voort. Jan Pieter Heije studeerde geneeskunde in zijn geboorteplaats Amsterdam. In 1832 promoveerde hij en vestigde zich als arts in Amsterdam. Hij trouwde op 14 november1850 met Maria Margaretha van Voorst. Heije had zitting in vele landelijke besturen en kon zich in die sleutelposities inzetten voor de culturele verheffing van Nederland. Van 1842 tot zijn dood in 1876 was hij lid van het hoofdbestuur van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Het was vooral zijn verdienste dat de Collectio operum musicorum Batavorum saeculorum (een grote verzameling oude vocale muziek) in 1844-1859 door de Maatschappij werd gepubliceerd. Hij was ook hoofdbestuurslid van zowel de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst als de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. In 1864 richtte hij de Koraalvereniging op, die al na een paar maanden veranderd werd in een algemene koorvereniging. In 1868 richtte hij de Vereniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis op.
In de jaren 1920 vond de grote uitbreiding in het gebied van Klein Tongelre rond de Tongelresestraat, de oude verbinding van Tongelre met Eindhoven en Stratum, die de functie van winkelstraat kreeg. Ten noorden van deze straat werd het Villapark gebouwd met villa's voor zelfstandige ondernemers en hoger personeel van Philips. Ten zuiden van de Tongelresestraat werd de arbeiderswijk Lakerlopen gebouwd. Daarvoor werd het beekje de Laak, dat vanuit Geldrop naar de Dommel liep en de grensvormde met de gemeente Stratum, omgelegd langs het Eindhovens Kanaal, de nieuwe grens met Stratum. Behalve de naam Lakerlopen herinneren de Villa 'De Laak' en de benaming Lakerstraat nog aan dit beekje.
In de jaren 1920 vond de grote uitbreiding in het gebied van Klein Tongelre rond de Tongelresestraat, de oude verbinding van Tongelre met Eindhoven en Stratum, die de functie van winkelstraat kreeg. Ten noorden van deze straat werd het Villapark gebouwd met villa's voor zelfstandige ondernemers en hoger personeel van Philips. Ten zuiden van de Tongelresestraat werd de arbeiderswijk Lakerlopen gebouwd. Daarvoor werd het beekje de Laak, dat vanuit Geldrop naar de Dommel liep en de grensvormde met de gemeente Stratum, omgelegd langs het Eindhovens Kanaal, de nieuwe grens met Stratum. Behalve de naam Lakerlopen herinneren de Villa 'De Laak' en de benaming Lakerstraat nog aan dit beekje.
Sinds ca. 1966 Generaal Dibbetslaan 153. (Nieuwe Dijk (Nieuwen Dijk, 1860)). In 1857 werd een nieuwe weg aangelegd in de richting van de Oude Achtse Kerkdijk. De Jacob van Campenweg maakte daar deel van uit. Op de topografische kaarten van 1904 en 1906 wordt die weg Nieuwe Dijk genoemd. In 1871 wordt ook de straat die later Vredeoord heet als Nieuwe Dijk aangeduid en in 1918 werd zo de nieuwe weg genoemd die ongeveer over het tracé van de oude Blekerweg (1611) van Woensel via Tongelrenaar Zesgehuchten. Voor deze laatste werd de naam in 1920 deels gehandhaafd. In 1963 kreeg een deel daarvan de naam Generaal Dibbetslaan, terwijl een ander deel in 1964 Verschaffeltstraat werd genoemd.
[Eindhoven Deel 47ab2 Jaar 1948 Akte 412]
Overlijden: tijd 19:00
Bij de overlijdensaangifte van Hein was de volgende getuige aanwezig: Dingenis Cornelis Bouwman (1871-1861).
Heden zestien October negentienhonderd acht en veertig, verscheen voor mij, ambtenaar van de burgelijke stand der gemeente Eindhoven: Bouwman, Dingenus Cornelis oud zeven en zeventig jaren, van beroep aanspreker wonende te Eindhoven die verklaarde,daarvan uit eigen wetenschap kennis dragende, dat op vijftien October negentienhonderd acht en veertig, te negentien uur in deze gemeente is overleden: VOET, HENDRIK ARNOLD echtenoot van BOSMAN, HIJNRIËTTA EGBERTINA oud zeven en vijftig jaren, vanberoep bankwerker geboren te Amsterdam en wonende te Eindhoven, zoon van Voet, Antoon Johan en van Harms, Catriena Magdalena, beiden overleden. Waarvan de akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen (D. Bouwman). De ambtenaar van de burgelijke stand (---)
20-10-1948: begraven op Gemeentelijke Begraafplaats Woensel "De Oude Toren" (grafrechten zijn inmiddels niet verlengd)
Tijdstip: 19:00
Hij is getrouwd met Hijnrietta Egbertina Bosman.
Toestemming voor het huwelijk is 26 november 1911 verkregen te Amsterdam, NH / Weesp, NH.
Zij zijn getrouwd op 6 december 1911 te Amsterdam, NH, hij was toen 20 jaar oud.Bron 3[Amsterdam 1911 Aktenummer: reg.6H;fol.50]
Bij het burgerlijk huwelijk van Hein en Jet waren de volgende getuigen aanwezig: Hendrik Arnold Voet (1844-1926) [grootvader vaderszijde bruidegom], Albert Meilink (1874-na 1911), Pieter Cornelis van Campenhout (1877-na 1919) [aangetrouwde oom vaderszijde bruidegom] en Hendrik Koch (1877-na 1911).
Heden zes December negentienhonderd elf zijn voor mij Ambtenaar van den burgelijke stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: HENDRIK ARNOLD VOET, stoffeerder, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige zoonvan Antoon Johan Voet, behanger, wonende alhier en Catriena Magdalena Harms, overleden en HIJNRIETTA EGBERTINA BOSMAN, zonder beroep, geboren alhier, wonende te Weesp, oud achttien jaren, minderjarige dochter van Johannes Wilhelmus Bosman, machinist en Geertrui Hendrika Van Veen, huishoudster, beiden wonende te Weesp. De vader des bruidegoms en de moeder der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig toe te stemmen in deze echt. De vader der bruid heeft blijkens hierbij overgelegde authentieke akte in dezen echt toegestemd.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier en ter Weesp den zesentwintigste November laatstleden en den derden dezer.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Arnold Voet, grootvader des echtgenoots, zonder beroep, oud zevenenzestig jaren, Pieter Cornelis van Campenhout, boekbinder, oud vierendertig jaren, Aldert Meilis, koetsier, oud zevendertig jaren en Hendrik Koch, werkman, oud vierendertig jaren, allen wonende alhier.
Kind(eren):
Getuige bij:
14-03-1912 geboorteaangifte Antoon Johan Voet (1912-1992) [vader] [bron: Amsterdam 1912 no. 2892]
31-05-1940 huwelijk Antoon Johan Voet (1912-1992) en Catharina Wilhelmina (Toos) van Beurden (1918-2007) [bron: Eindhoven 1940 Aktenummer 401]
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Hendrik Arnold Voet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1911 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hijnrietta Egbertina Bosman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||